1. De klas is een groep, maar hoe functioneert het ?
Volgens Anzieu en Martin (1994, geciteerd in Straeten 2017) wordt een groep gevormd wanneer er een derde partij in een paar is en met de voortvloeiende fenomenen van coalitie, afwijzing, meerderheid en minderheid. Peeters (2015, geciteerd in Straeten 2017) beweert dat een klas een kleine groep is met deze kenmerken:
- Een eenheid van tijd en plaatsen.
- Tenminste één reden om samen te zijn en te blijven (volgens Papillon is deze reden leren).
- De leden ervaren samen evenementen en hun effecten
- Elk lid kan door anderen worden waargenomen en waarnemen
- Perceptie van groepaliteit: iedereen kan de groep als gescheiden van zijn leden beschouwen
- Alle leden kunnen met elkaar communiceren
- Een ruimtetijd groot genoeg om een institutionalisering van functies, rollen en normen te genereren.
De leerlingen hebben geen keuze aanwezig in klas zijn, maar met deze condities is een klas toch een groep. Papillon specifeert dat de belangrijkste functie van een klasgroep is leren.
La carte didentité du groupe gepresenteerd door Carre (1999, geciteerd in Straeten, 2017) kan ons helpen begrijpen hoe moeilijk een groep zal zijn om te beheren. Ik heb de tabel ingevuld die in verband staat met mijn klas van de 3de studentenklas.
Waar komt de groep vandaan?
|
Externe beslissing. De individuen besloten niet om samen een groep te vormen.
|
Gekozen door groepsleden.
|
Wat is zijn levensduur?
|
Vooraf bepaald.
|
Niet vooraf vastgesteld.
|
Wat is het doel van de groep?
|
Vervagen.
|
Duidelijk omschreven.
|
Hoe autonoom is de groep?
|
De groep is onderworpen aan externe controle.
|
De groep is volledig autonoom.
|
Hoe groot is de groep?
|
Meer dan 15 personen.
|
Minder dan 15 personen.
|
De leden van de groep ....
|
zijn niet vrij om de groep binnen te gaan of te verlaten.
|
kan vrij kiezen om de groep te verlaten.
|
De individuen ...
|
zijn totaal verschillend.
|
hebben een gemeenschappelijke ervaring.
|
Carre verklaart dat hoe groter het aantal vakjes aan de rechterkant, hoe groter de kans dat de communicatie binnen de groep en tussen de groep en de leider snel en effectief zal verlopen.
Dit betekent dat als het aantal vakjes aan de linkerkant grote is, dan is het moelijker om positieve contact te bevestigen en het optreden van spanningsverschijnselen en passiviteit. Vandaar is het besturen van een klasgroep niet eenvoudig en moet vooraf worden overwogen.
Volgens Anzieu en Martin (1994, geciteerd in Straeten 2017) moet met 3 dimensies rekening worden gehouden om de groep te laten functioneren. Deze 3 dimensies zijn:
· Productie: Wat bevordert de groepsactiviteit ten opzichte van het leren à Het studentendossier.
· Facilitering: De methoden en middelen die door de leraar en de studenten worden gebruiken om het leren te vergemakkelijken à Het dida-bestand.
· Regulatie: Serene relaties maken leren effectief, in tegenstelling tot conflicten en concurrentie àRelaties met voorgestelde taken (aantrekking of afstoting), en relaties tussen mensen.
Anzieu en Martin (1994, geciteerd in Straeten 2017) zeggen dat sommige leerlingen een rol spelen die de goede werking van een groep afremmen, zoals:
- De agressor:
- De remmer:
- Het interessante:
- Degene die de groep als een tribunaal beschouwt:
- De loochenaar:
- De geslagen van tevoren:
- De advocaat van bijzondere belangen.
Met die analyse heb ik opgemerkt dat er in mijn klas (3E) een paar subversieve elementen was. Er waren een remmer, een interessante, Degene die de groep als een tribunaal beschouwt, de loochenaar en de geslagen van tevoren. Ik denk dat het belangrijk is de verschillende rolen te kunnen aanpakken en die reflexiviteit moet gebeuren voordat ik in mijn klas kom.
|