De Germanen zijn een verzameling volkeren en stammen die rond het begin van onze jaartelling een Germaanse taal spraken. Zij bewoonden een gebied dat zich uitstrekte van Scandinaviƫ in het noorden, de Wisla in het oosten, de Rijn in het westen en de Donau in het zuiden.
De meeste mensen in Europa leefden tijdens de middeleeuwen in dorpen en ze werkten op het land. Een landheer bezat al het land en bestuurde het dorp. De boeren hadden een zeer zwaar leven. Zij werkten het hele jaar door om genoeg voedsel te hebben om hun gezin eten te geven. Ze woonden in het dorp in kleine huisjes. Ze waren gemaakt van leem en turf, met houten balken en een strodak. Wanneer de oogst mislukte, stierven veel gezinnen van de honger of er werden mensen ziek. Bron: http://www.schooltv.nl/eigenwijzer/mmbase/images/2336900