wel·kom: bn gelegen komend; aangenaam: een ~e gast; iem ~ heten
Bent u welkom?Dat vraagt u zich misschien niet af, ik ook. Wie bent u? Wat doet u? Door wat bent u gedreven? Ik weet het niet. U misschien wel. Waarschijnlijk wel. Maar ik weet van niks. Hoe kan ik dan zeggen dat u welkom bent? Misschien bent u een misdadiger. Wie weet. Of een inspecteur van de Belgische geheime internetdienst (zou dat bestaan?). Wie weet. U weet het. Maar ik niet. En mocht u één van die opgesomde mensen zijn, wel, dan kan ik U verzekeren dat U niét welkom bent. Maar wat dan? Ik kan niks doen. U bent hier, en als ik zeg dat U niet welkom bent, dan zult U waarschijnlijk zeker niét weggaan. Want ik kan er niks aan doen.
Welkom zijn is dus een relatief begrip. Maar ik kan U verzekeren, dat U wel welkom bent. Iedereen is welkom. Ik zal proberen mijn eigenzinnige mening toch op zijn minst wekelijks hier te verkondigen. Vaak kan dat ik een bericht schrijf in vlaag van woede zijn. Maar juist die meningen zijn het interessantst. In vlagen van emotie verkondig je wat je écht denkt. Dus dat mag U gaan verwachten. Geniet ervan, en alvast welkom!