Je kreeg vandaag een eigen naam om altijd mee te leven. Die kan nooit meer van jou vandaan en nooit kan je die weggeven. Hij groeit voor altijd met je mee zonder te veranderen. Hij leert je dat je iemand bent, anders dan alle anderen.
Voel de lachende wind in je handen, voel de angstige windmolens draaien. Voel de rode wind door de mond en zie de krakende rookwolken van de school. Zie de school bewegen.
Een bank fluit naar vogels, straatlamp heeft sjaal en muts, windmolen doet dansje rond zwembad, Voetbaldoel bibbert fietsen weg school loopt. Ballenvanger handschoenen volleybalnet wil oranje wind weg, vliegtuig vliegt niet.
Ik heb een beertje lief en klein dat vind ik fijn. Ik knuffel, slaap en geef zoentjes, wij zijn kapoentjes. Wij doen alles met ons tweetjes, springen, lachen, dansen, geven knuffeltjes. Ook al worden we oud, we dromen warm bij elkaar.
Joesje is een poesje. Ze houdt van melk en vis maar niemand weet dat Joesje een wonderpoesje is. Onder haar haartjes, onder haar vacht is er een ventje dat de hele tijd lacht. En wat kleine Joes doen moet, doet ze goed. Zo superslim is Joes, Daarom is het een wonderpoes.