Het verzorgingsschema
De jonge hond moet regelmatig geborsteld worden op een tafel. Bij wijze van oefening moet de onderkant van zijn pootjes betast worden en ook zijn oortjes en tanden nagekeken worden.
Rond de vier maanden moeten de haren tussen de kussens verwijderd worden en de nagels nagekeken. Men kan ook de pluizige vacht voorzichtig uitplukken waar nodig.
Rond de zes maanden kan men voorzichtig voelen of de bovenvacht reeds loslaat en kan men de hond met de vingers plukken. Ook tussen de tenen moet het haar opnieuw weggehaald worden.
Rond de twaalf maanden heeft de jonge hond door de goede verzorging nu een mooie zijdevacht met een lange bevedering die door een correct plukken en effileren (uitdunnen van de vacht op de borst) mooi in model kan gezet worden.
Het hangt dan van het type vacht af hoe frequent de hond getoiletteerd moet worden. Een mooie vacht moet in aanleg aanwezig zijn, maar een correcte verzorging kan van een goede een uitmuntende vacht maken.

|