Dit busje is niet te vergelijken met onze comfortabele reisbussen. Nu, het rijdt en een beetje avontuur mag wel. De wegen zijn dikwijls zelfs nog niet geasfalteerd. Peru is ook in ontwikkeling, geen echt ontwikkelingsland maar toch een tweede wereldland. Men moet er hard werken om enkel in de basisbehoeften te kunnen voorzien.
Rond 8u aan de pier. Het is zwaarbewolkt en koud. Dan met ons groepje van acht en nog een andere groep de boot op. Met stevige vaart varen wij uit. De zee is kalm, de wind heel krachtig en koud. Een trui, een fleece, een jekker, een muts, een kap en een zwemvest zijn nodig om ons warm te houden.
Maar wat we te zien krijgen is buitengewoon. Een eerste rotsformatie vol met pelikanen die af- en aanvliegen. Honderden en honderden vogels. Verder zien wij precies hoge duinen, doch niet in zand maar in steengruis. Daar staat een kandelaar in getekend van 70m hoog en 60m breed. De lijnen zijn 1m diep, waarschijnlijk een overblijfsel uit oude culturen uit de tijd voor Christus. Niemand weet precies hoe oud en met welke bedoeling dit gemaakt of ontstaan is.
Wij varen steeds verder tot wij een waw niet kunnen onderdrukken. Enkele heel grote rotsformaties met allemaal vogels. Duizenden en duizenden, ontelbaar. Aalscholvers zijn typisch voor hier en nog vele ander grotere vogels. Op de lager gelegen rotsen liggen de zeeleeuwen te slapen, te vrijen, zich te rekken. Hier en daar gaat er een zeeleeuw het water in om zich te voeden met vis.
Slechts enkele pinguins gezien. Deze humboldtpinguins komen hier, toch dicht bij de evenaar, voor dank zij de koude golfstroom ,de humboldtgolfstroom die van de Zuidpool komt. Deze is ook de oorzaak van de vele bewolking en de mist in deze streken. Dit is werkelijk het mooiste natuurverschijnsel dat wij ooit hebben gezien. Deze eilandengroep is dan ook beschermd gebied, men laat er de natuur zijn gang gaan. Dode of zieke dieren worden niet verwijderd of geholpen.
Daarna tijd voor een koffie en een stuk bananencake gekocht bij een lokale verkoper. 
Wij hebben nog wat tijd voor de lunch en rijden naar beschermd natuurgebied op het schiereiland Paracas.
Ondertussen schijnt de zon. En dat voel je, zo dicht bij de evenaar. Deze
woestijn in steen is beschermd omdat men er vele fossiele overblijfselen uit de zee vindt.
Ooit lag dit schiereiland onder de zeespiegel. Men vindt hier overblijfselen uit de prehistorische Paracas cultuur.
Wij wandelen langs de voorziene paden richting zee om de flamingos te zien, maar
de afstand blijft te groot, zelfs voor de cameras met sterkste telelens.
Wij rijden verder tot aan een prachtige baai met heerlijk helder donkerblauw water
omgeven door gekleurde rotsplateaus. Daar heeft onze reisleider een restaurantje
uitgezocht waar vers gevangen vis op het menu staat. Francis houdt zich aan de gekende tong. Ik
probeer chita of rockbaars. Heel lekker.
Terug vertrokken verlaat de chauffeur de zandwegen en lijkt wel de zee in te rijden. Stop. Diedrick wil ons een dode zeeleeuw tonen. Maar achteruit rijden lukt
van geen kanten. Het achterwiel links draait meer en meer het zand in tot ver over de helft.
Iedereen eruit. Francis stelt voor de bagage uit te laden. Maar daar hebben de van overal bijgesprongen Peruanen geen oren naar. Zij gesticuleren, praten en schijnen het allemaal te weten. Duwen, trekken graven, stenen bijhalen, niets helpt. Uiteindelijk ligt er bijna een nieuwe straat achter het bewuste wiel.Zij halen nog meer hulp, waarbij een man met een sterk touw. Onze eigen mannen halen nu toch de bagage eruit. De verwonderde blikken zeggen genoeg: Toch zoveel koffers. De man met het touw verdwijnt maar komt terug met een roestig busje. Die bus zal ons uit onze benarde situatie verlossen, tot een deel van de bus afknapt. Maar die van ons rijdt.
Op weg naar Ica stoppen wij voor nog enkele fotoshoots. Prachtige natuur. Nog wat vroeg
voor het hotel en te laat voor de voorziene activitiet, rijden wij naar een stokerij waar een
plaatselijke likeur gebrouwen wordt. Pisco wordt nog heel ambachtelijk gemaakt. De
druiven worden in manden met stenen geplet, vroeger met de blote voeten. Na de
verplichte proeverij mogen wij ook lokale confituren proeven zoals mango, vijgen, kumquat.
En ijs met pecannoten gemaakt. Terwijl anderen zich laden met flessen drank genieten wij
van een superlekker ijsje.
Onze hoteleigenaar is een Belg, het hotel heet Villa Maridza. Waar heb ik dat nog gehoord?