Liefde is als de zon doorbreekt,
en met haar stralen je ziel je verwarmt.
De wereld ziet jou als een persoon,
maar voor een persoon kun jij de wereld betekenen.
Ik ben geen mona lisa, geen pronkstuk,
zoek enkel de weg naar het geluk,
maar die staat niet op mijn levenskaart,
wanneer ik die vind, ben ik vast al bejaard.
Zacht slenter ik door het water,
aan de rand van de zee.
Elke voetstap die ik maak,
neemt de zee weer met zich mee.
Deze rust en de stilte ... met alleen
het water dat met me praat.
Op het moment dat de zon,
ons voor eventjes verlaat.
Het sprak meer daan duizend woorden,
die ene blik van jou.
waarin je met zoveel warme kleuren,
vertelde hoe je me ziet als vrouw.
Met hartstocht zijn ze geschreven,
zoveel liefde in elk woord.
En tussen die zinnen, zag ik zelfs
de sleutel van de hemelspoort.
De geleden schade bleef beperkt,
hij was er goed vanaf gekomen.
Die motor liet hij voortaan staan,
uit waren zijn jongensdromen.
Hij ging maar liever op de fiets,
daar kon hij toch ook op vooruit komen.
De zon in het water kan ik zien schijnen,
de zon achter de wolken niet altoos.
Maar donder en hagel laat ik verdwijnen,
toen ik voor de regenboog koos.
In een weiland,
het gras lekker groen.
Gaven twee koeien elkaar een zoen.
Een boer die dat zag,
zei dat dit niet mag.
Een koe hoort dit met stieren te doen.