LS Een nanoscopisch kleine parasiet leeft in een gigantische eik,midden in een oerbos in Polen. Voor die primitieve parasiet is zijn leefwereld beperkt tot één enkele cel in die boom. Moest de parasiet intelligentie ontwikkelen en zoals wij over technieken beschikken om steeds verder waar te nemen,wat zou hij dan ontdekken? Geleidelijk aan zou hij de ganse cel in kaart brengen,de functies van de talloze onderdeeltjes gaan begrijpen enz. Zijn universum blijft wel fysisch beperkt tot die ene cel omdat de celwand een absolute fysische waarnemingsbarrière is. Dat er triljoenen gelijkaardige en andere cellen zijn,miljoenen bomen,talloze wouden...daar weet hij niets van. Wij bevinden ons in exact dezelfde situatie. We kennen ons universum:planeet,zonnestelsel,melkweg,miljarden melkwegen...en meestal houden we het daarbij. Maar ook voor ons is er een absolute waarnemingsbarrière nl de eindige snelheid van het licht,waardoor wij niet 'voorbij' ons eigen universum kunnen waarnemen. Waarom zouden er naast ons universum geen miljarden,sommigen zeggen oneindig vele,parallele universa bestaan? Voor mij is dit de logica zelf.