Ik was bij mij papa. Na het school vertrokken we naar de Ardennen. Vrijdag avond zijn we gaan wandelen. We hebben heel lekker gegeten. Maar het waren heel slechte bedden.
Zaterdag 16 mei
Ik heb niet lang kunnen slapen. In de voormiddag zijn we gaan wandelen. Na het eten zijn we weer gaan wandelen. Na het wandelen heb ik nog gestudeert. Er was een biljard tafel en ik heb samen met Silke gespeelt. Ik heb gewonnen.
Zondag 17 mei
Ik heb weer niet lang geslapen. We hebben als ontbijt spek met eieren gegeten. In de voormiddag zijn we gaan wandelen en na het wandelen heb ik nog gestudeert. Na de middag zijn we naar de grotten van Han geweest. Het was heel saai. Toen we terug thuis kwamen gingen we naar mama.