|
Het volk van Rohan heeft velen jaren in trots en vrijheid geleefd, maar de verradelijke Saruman heeft de bewoners onderworpen en geknecht door de geest van de koning Théoden te breken met zijn magie. Daarmee is de sluwe tovenaar de werkelijke macht op de troon geworden.
 Edoras was ooit de trots van Rohan, Maar de hoodstad is nu vervallen tot een oord van wanhoop. Het volk heeft de vertrouwen verloren in hun koning, die willoos en zielloos troont in de duistere burcht Meduseld. Téoden is niet langer in staat om op te treden tegen de plundrende bendes Orcsdie zijn land teisteren. Grima Slangentong, die door Saruman betaald wordt om de koning in de macht van Isengard te houden, wijkt niet af van zijn zijde en fluisterd hem valse raadgevingen in. Toch is niet alles verloren. Éomer en zijn zon Theodred, de zoon van de koning, zijn het volk trouw gebleven en trekken met hun edele Ruiters van Rohan door het land om af te rekenen met de rauwe bendes Orcs en Uruk-Hai. Ze hebben een moeizame taak omdat alles wat ze voorstellen, wordt ondermijnd door het lage spel van Théodenés gluiperige raadsheer Grima.

|