(uit Jezus geeft zelf onderricht voor deze tijd
deel 3 Maria Valtorta)
De uitleg van deze woorden moet gezien worden in het
vooruitzicht van de dood. Ook Jezus ging dood op het kruis. Hij kan dus als
geen ander een zicht geven op het stervensuur en de dood. Hij weet hoe angstig
de mens is voor de dood.
1. Vader,
laat indien mogelijk deze kelk aan Mij voorbijgaan.
Dit was mijn eerste woord van passie die Ik in de Hof
van Olijven tot mijn Vader richtte. Het was de voorbereiding op alle andere stappen
die tot het ultieme Offer hebben geleid. Het is een smeekbede tot de Schenker
van het leven. Het is de berusting in het lot. Het is het gebed, waarin het
lichaam gehoorzaamt en de ziel de kans krijgt om zich te vervolmaken.
Vader ! Dit is het uur waarin de wereld verdwijnt en
het andere, onbekende leven en het daarbij horende vonnis dichterbij komt. Op
dat moment zoekt de mens God. Hij wil zijn kleine handje in de Zijn hand leggen
als een bang en alleen gelaten kind. Gezin, familie, vrienden betekenden voor
de stervende alles in zijn leven, zolang de dood ver weg was. Maar nu de dood
in de nek van de stervende blaast, verliezen al die gevoelens hun waarde. Ze
vervagen in het zicht van de dood. Elke aardse zaak wordt onbelangrijk, en alles
aan de andere kant wint aan belang. Bovendien is het bangelijk dichtbij en angst
overvalt de stervende. Maar als de dood niet bedroevend en beangstigend zou
zijn, dan zou ze ook geen laatste middel tot boetedoening en redding kunnen zijn.
De stervende kan en moet dit middel gebruiken in zijn voordeel. Als er geen
zonde was, dan zou er ook geen dood bestaan. Ik stierf omdat Ik beladen was met
alle Zonden. Ik weet wat sterven is.
Vader ! Het is het hart van de stervende die God
dikwijls als laatste bemint of zelfs niet bemint. Het hart, dat veel meer
aandacht schonk aan familie en vrienden dan aan God. Het hart, dat zovele keren
zijn liefde gaf aan zaken en personen die deze liefde niet waard waren. Het
hart, dat bezit aanbad als god. Zo dikwijls heeft dit hart God vergeten ! God,
die dit hart zelfs toeliet om Hem te vergeten ! God gaf het hart de vrijheid om
Hem te vergeten en liet maar betijen. Het hart dat God dikwijls bespotte,
vervloekte en deed alsof Hij niet bestond.
En nu op dit stervensuur verschijnt God dan in het
menselijk denken. God laat Zijn recht met macht gelden : Ik ben ! En ook op dit
moment toont God Zijn barmhartigheid. Om de stervende niet van schrik te doen
sterven door het openbaren van Gods Almacht en Glorie, verzacht Hij Zijn Woord.
Hij zegt : Ik ben je liefhebbende Vader ! Het is geen verschrikking meer. Het
is een gevoel van beschermende liefde. Leg je hand maar in de Zijne ! Door zelf
te sterven, begrijp Ik wat sterven is. Ik heb jullie voortdurend geleerd de
Allerhoogste, Vader te noemen. Door mijn dood heb Ik jullie geleerd om zonder
angst te sterven. In de doodstrijd leer Ik jullie God, Vader noemen.
Vader ! Mensen, wees niet bang ! Jullie, stervenden, wees
niet bang voor God ! Hij is jullie hemelse Vader ! Hij komt je niet met plezier
neermaaien, rukt je hart niet uit je lijf en komt niet met een cynisch lachje
je op je hoogtepunt van je leven wegmaaien. Hij komt met open armen en zegt :
Keer terug naar je thuis. Kom maar uitrusten. Ik zal je overvloedig vergoeden
voor wat je achterlaat. Je kunt bij Mij meer doen voor hen die ginds, op aarde,
in de miserie en strijd achterblijven. De dood is pijnlijk en triestig.
Pijnlijk en triestig om het lichamelijk en geestelijk lijden. Maar het moet
lijden zijn om als laatste middel van boetedoening te kunnen dienen. Opkomende
nevels brengen angst mee voor de overkant. Deze worden afgewisseld met
beleving van liefde. Deze nevels doen de ziel, het verstand en het hart
gelijken op een schip die ronddobbert in de storm. Eventjes zijn de kalme zones
van vrede zichtbaar in de haven waar je zult aanmeren. Eventjes is er een
vrede voelbaar die zo sereen is, dat die een blij en rustig gevoel geeft. Het
is alsof men al op voorhand geniet van een vermoeiend werk. Daarna wordt het
schip teruggevoerd naar plaatsen waar de storm hen dooreen schudt, hen doet
lijden, hun angst aanjaagt en hen doet weeklagen.
Het beeld van de kommervolle wereld verschijnt opnieuw. De situatie die de
stervende niet meer in de hand heeft. Het hart ziet terug de familie en de
aardse zaken. En samen met de doodsangst brengen ze de verschrikkingen mee van
de laatste stap. De vraag : Wat volgt er dan ? De duisternis omhult de
stervende, boezemt de stervende angst in en verstikt het licht. De stervende
vraagt zich af waar de Hemel is en waarom hij moet sterven. In de keel naar lucht
happend : Ik wil niet sterven !
Lieve mensen, sterven is rechtvaardig ! Sterven is
heilig en door God gewild. Schreeuw toch niet zo ! Die kreet komt niet van
jullie ziel. Die kreet is jullie zwakheid, jullie Duivel. Jullie verstand dat het
niet wil begrijpen. Verander die laffe kreet in een kreet van liefde en
vertrouwen : Vader, laat zo mogelijk deze kelk aan mij voorbijgaan ! Zoals de
regenboog na de storm, brengt dit vertrouwen licht en rust terug. Richt je blik
terug op de Hemel, op de heilige reden van het sterven, op de beloning van het
sterven en vooral de terugkeer naar de Vader. Dan zullen jullie begrijpen dat
de geest voorrang heeft op het lichaam, omdat de geest eeuwig en bovennatuurlijk
is. Spreek dan het woord dat al jullie zonden van opstandigheid vergeeft :
Nochtans niet mijn, maar Uw wil geschiede !
Dit is de vrede en overwinning. Gods engel drukt zich
dicht tegen jullie aan en troost jullie, omdat jullie de strijd wonnen. Maak
van de dood een triomf door deze voorbereiding te treffen.
2. Vader,
vergeef het hun.
Dit is het ogenblik waar alle nutteloos gewicht wordt
achtergelaten om met meer zekerheid naar God te kunnen vliegen. Enkel genegenheid
en goede, geestelijke rijkdom kunnen meegedragen worden. Bovendien sterft geen enkele
mens zonder iemand of velen vergiffenis te moeten schenken voor veel daden of
intenties om die daden te stellen. Iedere mens moet, als hij sterft, lijden voor
een daad van liefdeloosheid, leugen of enig ander nadeel door hemzelf begaan of
begaan door familieleden, echtgenoot, echtgenote of vrienden (de levende en de
gestorvenen). Dit is het uur van vergeven om zelf vergiffenis te krijgen.
Voluit vergeven, niet alleen wrok laten varen, niet alleen de herinnering eraan
laten varen. Zelfs de overtuiging dat onze verontwaardiging in een of ander
geval juist was, laten varen. Het is het uur van de dood. Tijd, wereld, zaken,
genegenheid eindigen, en worden niets meer waard. Eén echte waarde bestaat
voortaan : God. En God is Liefde. Het komt er op aan te vergeven. Wie komt tot
volmaakte liefde en vergiffenis zal niet meer zeggen : En toch had ik gelijk. Dit
loslaten is moeilijk voor een mens. Draag jouw opdracht om vergiffenis te
schenken over aan de Vader. Geef jouw vergiffenis in Zijn handen. Aan Hem die
volmaakt is en goed. Hij zuivert ze in Zijn liefdesvuur, maakt het tot
volmaakte vergiffenis en schenkt ze aan wie ze verdient. Vergiffenis schenken
aan levenden en doden. Zelfs aan doden die het lijden veroorzaakten. Hun dood
heeft de woede over hun beledigingen veel of zelfs helemaal uitgewist. Maar de
herinnering blijft. Zij veroorzaakten lijden en er bleef de herinnering aan dat
lijden. Die herinnering stelt altijd een grens aan onze vergiffenis. Maar op
het tijdstip van de dood niet meer. Nu staat de dood op het punt alle grenzen
voor de geest op te heffen. Stap de eeuwigheid binnen. Wis dus ook deze
herinnering uit, die een grens stelt aan vergiffenis. Vergiffenis schenken,
zodat de ziel het gewicht en de foltering van de herinnering niet zou moeten
dragen. Voordat je de Vredelievende ontmoet, moet je met alle levende, dode en
lijdende broeders in vrede kunnen zijn. Vader, vergeef het hun. Degene die
vergiffenis vraagt voor zijn broeders, bezit heilige nederigheid en de zoete
liefde van gegeven vergiffenis. Ook de vergiffenis die we vragen voor onze
eigen schuld tegenover God en de evenmens is er in begrepen. Dit is een daad
van liefde. In die liefdesdaad sterven is bereid zijn tot liefde. Zalig degenen
die, in de boetedoening voor de hardheid van hun hart en de zonden van toorn en
haat, kunnen vergeven.
3. Ziehier
Uw Zoon.
Ziehier Uw zoon ! Afstand doen van alles wat je
dierbaar is. Zichzelf zonder weerstand overgeven aan God. Niet jaloers zijn op
degenen die in de wereld blijven. Jullie kunnen alles wat jullie dierbaar is op
aarde, toevertrouwen aan God. Alles wat je achterlaat, ook je angsten, ook
jullie geest zelf.
De Vader is dè Vader. Hij heeft de Vaderrol. Leg
jullie geest, die terugkeert naar de bron, in Zijn handen. Zeggen : Zie, hier
ben ik. Neem me met Je mee, want ik geef me aan Jou. Het is niet onder dwang,
maar onder liefde dat ik met Jou meega. Ik geef mij aan Jou. Ik hou als een
zoon of dochter van Jou die terugkeert naar zijn of haar vader. Zeggen : Zie,
dat zijn mijn dierbaren daar op aarde. Ik geef ze aan Jou. Dat zijn mijn zaken,
waar ik op aarde aan gehecht was. Dit zijn de daden die ik gesteld heb. Nu zie
ik dat ik slechts een oneindig kleine schakel in het volmaakte organisme van
Jouw Voorzienigheid was. Ik presteerde het vaak om als onvolmaakte schakel Uw
Volmaakte Organisme te verstoren. Nu de wereld in mijn gezichtsveld aan het
verdwijnen is, voel ik hoe onvoldoende en onafgewerkt mijn daden en werken
waren ! Hoe schril stak het af tegenover het Goede ! Ik dacht iemand te zijn. Maar
het was Jij, de Vooruitziende en Heilige. Jij verbeterde mijn werken en maakte
ze nog nuttig. Ik zei wel eens, dat Je mij niet beminde, omdat ik niet slaagde
zoals de anderen of alles kreeg zoals de anderen. Degenen die ik benijdde over
wat ze waren of wat ze hadden. Nu zie ik de reden in waarom alles gebeurde
zoals het gebeurde. Heb medelijden met mij ! Ik geef me nederig over aan Uw
Voorzienigheid. Herstel mij van mijn verwaandheid, begeerte en afgunst. Herstel
mijn menselijke daden, die Jou vervingen door menselijke zaken en begeerte naar
verschillende rijkdommen. Kortom : Neem al het kwade van mij weg !
4. Denk aan
mij.
Jullie hebben de kelk van de dood aanvaard. Jullie
schonken vergiffenis en stonden af wat jullie toebehoorde tot zelfs jullie
eigen leven. Jullie zijn voor een groot deel afgestorven aan het menselijk ik
en jullie ziel is grotendeels bevrijd van hetgeen onaangenaam is aan God. Jullie stonden aan de Heer jullie arme leven
af, de poverste gerechtigheid en de povere menselijke bezittingen. Jullie zijn
als Job : wegkwijnend en naakt voor God. Dan pas kunnen jullie zeggen : Denk
aan mij.
Jullie zijn niets meer. Jullie bezitten zelfs jullie
zelf niet meer. Jullie zijn als een larve die tot vlinder kan overgaan, of wegteren
in de kerker van het lichaam. Jullie zijn slijk dat tot slijk terugkeert of
slijk dat zich in een ster verandert. Jullie kiezen of jullie afdalen in de
riool van de Duivel, of opstijgen in de liefdesstroom van God. Het laatste uur
beslist over het eeuwige leven. Denk daaraan en roep : Denk aan mij !
God wacht op die kreet van de arme Job, om hem in Zijn
Rijk met alle goeds te overstelpen. Voor een Vader is het zoet te vergeven, in
te grijpen en te troosten. Hij wacht slechts op die kreet om te zeggen : Zoon,
Ik ben bij je. Wees niet bang. Spreek dat woord uit als herstel voor die vele
malen dat jullie de Vader hebben vergeten, of hoogmoedig zijn geweest.
5. Mijn God,
waarom hebt Gij Mij verlaten ?
Soms lijkt het alsof de Vader ons in de steek laat. Maar
Hij verbergt Zich alleen maar om de boetedoening te vergroten en om zo een
grotere vergiffenis te kunnen schenken. De mens is niet in de positie om zich
daarover te beklagen, want hoeveel keer heeft hij God alleen gelaten ? Als God
hem eventjes op de proef stelt, moet hij dan wanhopen ?
Hoeveel dingen hebben jullie gekoesterd, die niet met
God te maken hadden. Hoe dikwijls waren jullie niet werkloos voor Hem ? Met
hoeveel zaken hebben jullie Hem niet afgestoten en verjaagd ? Met alles hebben
jullie je hart gevuld en gesloten, bang dat Hij met Zijn komst je luiheid en
rust zou verstoren. Bang dat Hij jullie hart zou zuiveren en de dooddoeners zou
verdrijven. Zolang jullie gelukkig waren, hadden jullie God niet nodig.
Ik heb alles al, zeiden jullie, en ik heb het
verdiend. En wanneer jullie in het ongeluk vielen, zijn jullie dan voor God
gevlucht ? Hebben jullie Hem soms niet de schuld gegeven van jullie ongeluk ?
Onrechtvaardige kinderen ! Jullie nemen zelf gif in, lopen
een doolhof in, dansen op de rand van een afgrond en dan zeggen jullie : God is
de schuldige. Gelukkig dat God een heilige Vader is ! Jullie klagen in droevige
uren en vergeten Hem in gelukkige uren. Onrechtvaardige kinderen, vol met zonden
! Jullie willen aanspraak maken op een voorkeursbehandeling waarmee zelfs Ik,
als Zoon van God, niet werd behandeld in het uur van het Offer. Zeg eens, wie
was het meest verlaten ? Het was Ik, Christus, de Onschuldige, die om jullie te
redden de totale verlatenheid van God heb aanvaard, na Hem altijd zielsveel te
hebben bemind. Jullie, die de naam Christenen dragen, hebben de plicht
jullie zelf te redden. Voor degenen, die in luie zelfgenoegzaamheid vrezen
door Mijn komst gestoord te worden, is geen redding meer mogelijk !
Volg Christus na, terwijl jullie de kreet Waarom heb
Jij mij verlaten, Jij Die weet dat ik zonder Jou niets vermag?' slaken. Het
moet op een toon van zachtmoedigheid en nederigheid gevraagd worden en niet van
vloek en berisping. Kom goede en liefdevolle Vader, kom mij redden, kom en
geef mij de kracht mijzelf te redden want, de dood is vreselijk en de Duivel
drijft hem vol list hoger op. Hij fluistert mij toe dat Je niet meer van mij
houdt. Vader laat Je voelen, niet om mijn verdiensten, maar juist omdat ik
niets ben en geen verdiensten heb. Ik kan niet overwinnen in mijn verlatenheid.
Nu besef ik, dat het leven werken voor de Hemel was.
Er is gezegd : Ongelukkig de verlatenen. Verscheurd en eeuwig ongelukkig zijn
zij, die alleen zijn in het uur van de dood, alleen met zichzelf, alleen
tegenover Satan en het vlees ! Maar wees niet bang. Indien jullie de Vader
roepen, dan zal Hij komen. Roep Hem in alle nederigheid aan en dan zullen
jullie je schuldige gevoelloosheid, valse vroomheid en de verlammende
ongeregelde liefdes van het eigen ik, uitboeten.
6. Ik heb
dorst.
De diepe dorst naar hemels water en hemelse dingen
komt, wanneer men de ware betekenis van het eeuwig leven begrijpt. Men begrijpt
het volledig als het eeuwig leven zich aftekent tegenover het aardse leven. Het
verlangen naar welke menselijke dorst ook, is overwonnen, wanneer de zuivering
van lijden en dood in heilige gehoorzaamheid is aanvaard. De bovennatuurlijke
dorst komt naar boven, wanneer de geest in enkele uren of minuten naar God is
toegegroeid. Dorst naar God en dorst naar liefde. Het eindresultaat is op dat
moment groter dan in een heel leven bereikt wordt. De dorstige ziel snakt naar
liefde. Zoals water dat op de grond viel en terug wolk wil worden in plaats van
slijk. De ziel zoekt naar de plaats van haar ontstaan. Nu de vleselijke verpakking
bijna is afgelegd, voelt de opgesloten ziel haar oorspronkelijk verblijf en
verlangt ernaar met heel haar zijn. Het is als thuis komen. Het is als een
uitgeputte pelgrim, die na jaren afwezigheid, zijn geboorteplaats nadert. Hij verzamelt
al zijn krachten om vlugger en met volharding die geboorteplaats te bereiken.
Hij maakt zich geen zorgen over al wat er sinds de dag van zijn heengaan
allemaal is gebeurd of om het bezit dat hij achterliet. Hij is ervan overtuigd
het geluk terug te vinden en er nog meer dan vroeger van te genieten. Hij heeft
ervaren, dat het povere dat hij in ballingschap vond, niet gelukkig maakt.
Ik heb dorst. Dorst naar Jou, mijn God. Om bij Jou te zijn.
Om Jou alles te geven. Op de drempel tussen hemel en aarde begrijpt men heel
goed wat naastenliefde betekent en hoe ze moet worden beleefd. Er komt een
verlangen om God te geven aan hen die op aarde achterblijven. Je wilt die boodschap
aan de achterblijvers meedelen. Hen doen inzien wat werkelijk telt. Al de heiligen
storten zich in liefde over hen, die nog strijden op aarde om God liefde te
geven en Hem te doen beminnen. Zij zijn als zaadjes die dood zijn gegaan om
daaruit boom of gewas te kunnen worden.
Ik heb dorst. Wanneer de ziel de drempel van het Leven
bereikt, is er maar één water die de dorst lest namelijk het Levend Water of
beter God zelf. Hij is de ware Liefde. De Liefde die de tegenpool is van
egoïsme. Egoïsme is bij de rechtvaardigen reeds voor het lichaam gestorven en
er heerst alleen nog liefde. Het is die liefde die roept : Ik heb dorst naar
Jou en de zielen. Redden, beminnen, sterven om bevrijd, vrij te kunnen
beminnen en te redden. Sterven om te worden geboren. Alles verlaten om te
bezitten. Alle zoetheid en alle troost weigeren, omdat alles schijn is op aarde.
De ziel wil alleen maar zich onderdompelen in de oceaan van de Godheid. Drinken
van het water en er zonder dorst te blijven, want de Fontein van het levende
Water zal haar hebben ontvangen. Deze dorst ondergaan, dient tot herstel van
liefdeloosheid en begeerte.
7. Alles is
volbracht Vader, in Uw handen beveel ik mijn geest.
Elke verzaking, alle lijden en beproevingen, strijd,
overwinningen en offers : alles. Nu is de tijd gekomen om zich voor te stellen
aan God. De tijd die aan de mens is toegestaan om een god te worden en aan
Satan om de mens te bekoren is volbracht. Het lijden, de beproeving en de
strijd eindigen. Enkel het eindrapport blijft : de liefdevolle zuivering van
het vagevuur of het onmiddellijke verblijf in de Hemel. Maar alles wat aards is,
samen met de menselijke wil, neemt een einde. Alles is volbracht ! Dat is het
woord van de totale berusting of de diepe dankbaarheid om het einde van de
beproeving en het brengen van het offer. Degenen die sterven in staat van
doodzonde en waarbij duivels uitroepen dat alles is volbracht is, horen
natuurlijk niet bij deze groep. Ik spreek hier van berouwvolle zondaars, goede
christenen of helden van de deugd. Deze laatsten roepen : Alles is volbracht, het
offer is ten einde. Neem mijn sterven aan als mijn uitboeting ! Ontvang het als
mijn liefdesoffer !
Eens gekomen tot de bevrijding van de materie, leggen de
stervenden hun geest op Gods boezem neer en zeggen : Vader, in Jouw handen
beveel ik mijn geest. Zeg na elke zin een Onze Vader en een Wees Gegroet en je hebt een krachtig gebed. zie gebed : www.bloggen.be/willibrord/
|