Nooit
zullen jullie de grens van Mijn Barmhartigheid bereiken omdat ze eindeloos is.
In Mijn oneindige liefde voor de zielen stel Ik alles in het werk om alles wat
de arme zielen, of de zielen die reeds de weg naar de volmaaktheid betraden,
Mij geven te gebruiken. Dit als ze Mij beminnen zoveel als ze in staat zijn en
Mij beminnen met heel hun wezen door te proberen hun bekwaamheid steeds te
verhogen. Er is zelfs geen heilige die, hoewel hij op Aarde de volmaakte weg
bewandelde, geen enkel foutje hoe klein ook heeft gemaakt. Wel, ook deze kleine
menselijke deeltjes van een rechtvaardige heb Ik gebruikt. Mijn liefde heeft er
zich van bediend en heeft ze bewerkt. Van schijnbaar nutteloze ballast heeft ze
er voor de andere zielen iets nuttigs van gemaakt.
De
mensen bedienen zich alleen maar van het goede en nuttige; ook in de liefde
houden ze alleen van de goede kanten van degene die ze beminnen. Mijn liefde
daarentegen bedient zich ook van hun zwakheden. Ze neemt en verandert de meest
eenvoudige dingen van het gewone leven van een ziel die Mij bemint. Haar
eenvoudige daden maakt ze verdienstelijk. Mijn liefde gaat nog verder. Soms
bedient ze zich menselijke ellende en zwakheden, van hun soms kleine
leugentjes, in zover ze onvolmaakt en niet schadelijk zijn voor de evenmens.
Die kleine zwakheden worden door Mij
opgewekt en vergelijkbaar aan een onvoorzichtige, bespottelijke
nieuwsgierigheid en bluf van een kind. De onvolmaaktheid ondoordacht begaan of
de onvolmaaktheid uit een ogenblik gebrek aan beheersing worden door de Liefde
gebruikt om andere zielen op het goede pad te brengen. Dat is het wat de schuld
opgelopen door de onvolmaaktheden vermindert tegenover de Gerechtigheid. Tegelijkertijd
groeit de liefde voor Mij in een ziel die de onvolmaaktheden bedreef door haar
dankbaarheid tegenover Mijn Barmhartigheid. Want deze straft niet door de Ziel
van Zich af te stoten, maar zij wordt een hulp wanneer ze ziet dat zij sterker
wordt, door één van haar zwakheden tegenover anderen. Dat is Mijn eigen unieke
manier van liefhebben en redden. Maar ze wordt door zo weinigen begrepen.
Wanneer
Ik Mij dan van de ellende van de zielen bedien om andere zielen te sterken, zeg
Ik aan de ziel : Heeft niemand je veroordeeld ? Ook Ik veroordeel je niet. Ga
en zondig niet meer.
Weten
jullie niet, dat wanneer er geen wil is Mij te beledigen maar alleen te eren,
er ook geen zonde is ? Mijn zielen, weten jullie niet dat de nederigheid van
de eigen ontoereikendheid, het berouw verkeerd te hebben gehandeld om het
goede, goed te willen doen, jullie liefde na één van die kinderstruikelingen
nog meer doet opflakkeren ? Zij geven Mij glorie en scheppen een goed voor de
zielen, méér nog dan wanneer jullie nooit die zwakheden had begaan. Dat schijnt
ongeloofwaardig maar het is de waarheid.
Stel je dus gerust : Mijn en jouw liefde reinigen je van alle stof dat
je wil om Mij volmaakt te beminnen, probeert te bedekken.
Jezus
geeft onderricht deel 3 Maria Valtorta
|