Ik hou van jou als je lacht.

Ik hou van jou als je leest.

Ik hou van jou als je ja zegt.

Ik hou van jou als je slaapt.

Mensenkind, Mensenkind, kom terug, kom terug.

Mensenkind, Mensenkind, kom terug, kom terug, Mensenkind.                  

Ik hou van jou als je liegt.

Ik hou van jou als je faalt.

Ik hou van jou als je nee zegt.

Ik hou van jou als je Me haat.

Mensenkind, Mensenkind, kom terug, kom terug.

Mensenkind, Mensenkind, kom terug, kom terug, Mensenkind.

Jij staat in M’n hand.

Kom en verblijf in M’n land.

Neem je mooiste kledij

en kom naar Mij.

Mensenkind, kom terug, kom terug.

Kom terug, Mensenkind, kom terug.

Ik ben zo alleen,

blijven we toch bijeen, kom terug.

Maak van je hart geen steen.

Mensenkind, en zeg niet neen.

Je naam staat in M’n hand.