Inhoud blog
  • Op weg naar derde blog !!!!!
  • Heilig Uur : Slot
  • Verklaring van de 7 woorden van Jezus op het Kruis :
  • Levenswaarden
  • Heilig Uur : deel 3
  • Zeg niet :
  • Een geest verbranden :
  • Heilig Uur : deel 2
  • Bedenkingen
  • Paulus (niet de boskabouter, die andere)
  • Nucleaire aanval van Rusland ?
  • Heilig Uur : deel 1
  • UFO's : ze bestaan deel 2
  • Waarheid
  • UFO 's : ze bestaan deel 1
  • Programmaboekje van de voorstelling : deel 3
  • Programmaboekje van de voorstelling : deel 4
  • Are you ?
  • REDDING REDDING REDDING Deel 1
  • Karaoke : Toni diBart - The real thing
  • Karaoke : Felix - It will make me crazy
  • Hoogmoed komt voor de val
  • God
  • Karaoke : The Ramones - Poison heart
  • Jezus over GEBED
  • Jezus over GELOOF
  • Jezus over GENADE
  • Jezus over BARMHARTIGHEID & LIEFDE
  • Jezus over NAASTENLIEFDE
  • Jezus Christus : de Eerstgeborene - uitleg
  • Gebed voor ongeboren kinderen, dit tot hun doopsel :
  • Waarin zijn mensen in geïnteresseerd tegenwoordig :
  • Programmaboekje van de voorstelling : deel 2
  • Karaoke : 'N Sync - Bye Bye Bye
  • Karaoke : Talk talk - It's you.
  • Karaoke : Hootie and the Blowfish - Time
  • Karaoke : Erasure - Drama
  • Karaoke : U96 - Heaven.
  • Karaoke : Intermission - Piece of my heart.
  • Karaoke : Iggy Pop - Firegirl.
  • Karaoke : A-ha - Move to Memphis.
  • Karaoke : Gwen Stefani - What are you waiting for.
  • Karaoke : Wang Chung - Dance Hall Days
  • Karaoke : The Scene - Blauw
  • Karaoke : Etienne Daho - Epaule tattoo.
  • Karaoke : Star Sailor - Four to the floor.
  • Karaoke : Khaled - Le jour viendra
  • Karaoke : Jim Capaldi - Something So Strong
  • Kloosters en abdijen :
  • Pater Valentinus Paquay en z'n uitspraken
  • Programmaboekje van de voorstelling : deel 1
  • Uitleg bij de sleutels : 1 ste vrijdag
  • KAAS MET OF ZONDER GAATJES
  • Uitleg bij de sleutels : litanie van H. Maagd Maria
  • Uitleg bij de sleutels : 1 ste zaterdag
  • Uitleg bij de sleutels : bruine scapulier
  • Uitleg bij de sleutels : kruisweg
  • 7 sleutels naar de hemel - REDDING *******
  • De kruik gaat zolang te water tot ze breekt... deel 3
  • Priester Poppe : zijn verhaal + zijn uitspraken
  • Bescherming van de Drie Koningen :
  • De kruik gaat zolang te water tot ze breekt... deel 2
  • De kruik gaat zolang te water tot ze breekt... deel 1
  • In case of doubt : f*** !!!!!!
  • Dit kunnen sommige mensen gebruiken : vrienden maken !
  • QUIZ
  • PLICHTEN van Gods personeel : PRIESTERS, BISSCHOPPEN,...
  • Algemene zaken waaraan moet gewerkt worden :
  • Welke voordelen en kwaliteiten hebben mensen van deze tijd ?
  • Positie van de vrouw :
  • Wie is Maria ?
  • Kinderen
  • Deze en volgende avonden niet schat ?
  • Huwelijk : deel 3
  • Thomas a Kempis : wie ?
  • Allerlei - Mozaïek
  • Huwelijk : deel 2
  • Gebed van toewijding :
  • Zeven regels om succes te boeken :
  • Heilige Rita : haar verhaal
  • Welkom !!!!!!!!!
  • Contactlijm voor relaties
  • Huwelijk : deel 1
    Zoeken in blog

    Levend Geloof 2

    16-02-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kloosters en abdijen :
    In dit hoofdstuk wil ik de kloosters en abdijen even belichten. Zij helpen ons ten slotte meebidden. Zij hebben altijd tijd voor God, vooral als wij geen tijd voor Hem hebben. God had ons al vernietigd als er geen kloosters en abdijen waren.

    Bron : users.pandora.be/kloostersenabdijen

    1. Ontstaan

    Het kluizenaarsbestaan (1-500 n.Chr.)

    In de eerste eeuwen na de dood van Christus, waren er al mensen die zich afzonderden om in verbondenheid met God te leven. Zij hadden geen materieel bezit. Deze mensen werden kluizenaars genoemd. De kluizenaars leefden aan de rand van een stad of in de woestijn. Hier ontstond het feitelijke kloosterwezen. Aan het hoofd van een groep monniken staat een abt. Dit komt van het woord abba (= vader). Vaak wordt abt Antonius de vader van het monnikenwezen genoemd. Hij leefde van het midden van 2de tot het midden van de 3de eeuw. Op 20-jarige leeftijd schonk hij al zijn bezittingen weg en trok zich terug aan de rand van de Egyptische woestijn. Hier verbleef hij in eenzaamheid en leefde boetvaardig. Andere mensen kwamen in zijn buurt op zoek naar innerlijke rust. Antonius gaf aan de volgelingen leiding. Zo is hij de eerste kluizenaar en vader van de monniken geworden. Zijn levensbeschrijving werd op schrift gezet en dat voorbeeld werd eeuwenlang het leerboek voor de ascese. Later werd hij de patroonheilige van de boeren. Dikwijls wordt hij afgebeeld met een varken. Dat beeld is pas in de Middeleeuwen ontstaan. De verpleegorde, de Antonianen, mocht in de Middeleeuwen haar varkens vrij laten rondlopen  in de stad als dank voor de verpleging van de zieken.

    De eerste kloosters waren zeer bescheiden nederzettingen, meestal bestaande uit hutten, die de monniken ieder voor zich bouwden. Wat later werden die verzamelingen van hutten versterkt. Verschillende kluizenaars gingen zich uit praktische noodzaak organiseren tot een gesloten gemeenschap (claustrum, klooster). Aan het hoofd van zo een klooster stond een overste. Stilaan werden kloosters ook rondom een martyrium gebouwd. Dat wil zeggen rondom de vier muren die de plaats moesten beschermen waar een heilige had geleefd of gestorven was. Er werd een groep gevormd om zijn stoffelijk overschot te bewaken, zijn lof te zingen en naar zijn voorbeeld te leven. Het kloosterleven is ontstaan doordat mensen omwille van hun godsdienstige overtuiging een min of meer afgezonderde en strengere levenswijze wilden leiden. In latere periodes (Middeleeuwen) ontstond het kloosterleven met caritatieve doeleinden.

    Voor het jaar 500 werden er verschillende ascetische levensvormen gehanteerd. De monniken gingen van het ene klooster naar het andere. Zo zochten ze het klooster uit dat het beste beantwoordde aan hun behoeften.

    In Europa werd het kloosterwezen geïntroduceerd door de verspreiding van het voorbeeld van het leven van de heilige abt Antonius. De eerste kloosters ontstonden in Gallië.

    Het ontstaan van de kloosterregels (6de – 10de eeuw)

    Een samenleving, in dit geval een kloostergemeenschap, heeft nood aan structuur en duidelijke afspraken en regels. De eerste kloosterregel was die van Basilius. Hij legde voor de Oosterse gemeenschappen een regel op. Een hele reeks regels volgde : Ambrosius, Hiëronymus, Cassianus, Augustinus…

    De bekendste regel is ongetwijfeld die van Benedictus (547). De reden dat de regel van Benedictus de regel werd in alle West-Europese kloosters heeft verschillende oorzaken. De regel was heel menselijk opgesteld. Benedictus legde de lat niet verschrikkelijk hoog. In tegenstelling tot de regel van Columbanus. Hij leefde van 540 tot 615. Hij was een invloedrijke Ierse monnik die als missionaris naar het vasteland ging en er abdijen stichtte in Frankrijk en Italië. Zijn kloosterregel was erg streng. Eén van zijn regels was dat het voedsel niet lekker mag zijn, want het mag niet tot gulzigheid aanzetten. Spijzen dienen om de mens te voeden, niet om hem schade te berokkenen.

    De harmonische ontwikkeling van de monnik in zijn gemeenschap stond centraal in de regel van Benedictus. Andere redenen waren : de steun van Rome, de invloed van de Engelse missionarissen en het krachtig streven naar uniformiteit van Karel de Grote. Hierdoor heeft de regel van Benedictus in het Westen alle andere regels voor monniken verdrongen. De kloosters kregen van overheidswege een duidelijke taak. Zo werd het klooster van Kornelimünster bij Aken door Lodewijk de Vrome gesticht voor Benedictus van Aniane, een van de grote leermeesters van de monniken en raadgever van de keizer. Dit klooster werd een schola monachorum : een klooster waar monniken uit andere abdijen zich konden vervolmaken en de echte benedictijnse levenswijze aanleren. Het eerste klooster van Benedictus werd door hem gesticht op de Monte Cassinoberg in Midden-Italië. Van groter belang zijn echter de benedictijnenkloosters van Cluny en Citeaux in Bourgondië (Fr.). Het bekendste benedictijnenklooster was ongetwijfeld dat van Cluny. Gesticht in 910. Dit klooster werd door de stichters onder rechtstreekse hoede van de paus geplaatst. Voordien was ieder klooster onafhankelijk van alle andere, ondanks het feit dat ze vaak dezelfde leefregel volgden. Cluny vormde echter geleidelijk een sterke organisatie, waarbij het moederklooster aan het hoofd kwam te staan van een hiërarchie van kloosters. De kloosterkerk was de grootste in Europa. Na enige tijd werden de kloosters van Cluny steeds rijker en machtiger.

    Kritiek op Cluny en de daarmee gepaard gaande hervormingen (12de eeuw)

    In de 10de en de vroege 11de eeuw kwamen de hervormingen op voor een betere beleving van de regel van Benedictus. Zij streefden naar een verbetering van de beleving van het kloosterleven, zonder iets aan het theoretisch model te willen veranderen. Met andere woorden, de hervormingen waren gericht op de beleving van de kloosterregel en niet zozeer op de kloosterregel op zich. Intussen was Cluny het slachtoffer geworden van het eigen succes. Volgens velen had deze organisatiestructuur niets meer te maken met het primitieve, teruggetrokken en  armoedig bestaan van monniken. Reacties bleven dan ook niet uit.

    Aan het begin van de 12de eeuw resulteerden nieuwe hervormingen in een nieuwe beweging die zich afzette tegen de rijkdom van de Clunyklooster.

    De cisterciënzerorde van de gewone observantie

    Deze orde werd in 1098 gesticht door Robert de Moelesmes. Hij stichtte een nieuwe orde waarbij het beter en strikter naleven van de regel van Benedictus centraal staat. Hij legt een strengere ascese en een grotere armoede op. De door hem gestichte orde draagt de naam ‘cisterciënzers’. Citeaux behield het idee van de onafhankelijkheid van alle kloosters, in tegenstelling tot de visie van Cluny, met het verschil dat de gezamenlijke kloosters wel de ‘orde’ vormden. De kloosteroversten van ieder klooster kwamen jaarlijks bijeen om de inachtneming van de wetgeving te bespreken. Ook kwam jaarlijks bij ieder klooster een door Citeaux gezonden overste langs om de discipline van de regel onder de aandacht te houden. Ze legden zich toe op het ontginnen van woeste gronden. Voor het werk op de akkers trokken ze honderden lekenbroeders aan, zodat ze zelf voldoende tijd aan het gebed konden besteden. De cisterciënzers verspreidden zich tussen 1124 en 1151 snel over Europa. Bernard van Clairvaux wordt weleens de tweede stichter van de cisterciënzers genoemd. Hij was één van de eerste volgelingen van Robert de Moelesmes in de 12de eeuw. Hij stichtte ongeveer 70 cisterciënzerkloosters.

    De cisterciënzers werden witte monniken genoemd, naar de kleur van hun habijt. Cisterciënzers van de Gewone Observantie, waarvan in België twee mannenkloosters zijn, Bornem en Val-Dieu; en één vrouwenklooster, Coolen-Kerniel (bij Borgloon).

    Tot nu toe hebben we alleen maar ordes gezien waarvan het monniken ideaal bestond uit het beleven op zich. Ze deden wel aan zielzorg, maar dat was niet hun belangrijkste taak.

    Gregoriaanse hervorming (11de – 12de eeuw)

    In de 11de en 12de eeuw ontstaat de Gregoriaanse hervorming. Deze ijverde voor een hervorming van de geestelijkheid en het terugdringen van de leken binnen de Kerk. Hierbij ontstonden gemeenschappen die een letterlijke beleving van het evangelie nastreefden, waaronder sommige strenge gemeenschappen van reguliere kanunniken. Het verschil tussen een kanunnik en een monnik (monos = alleen) is dat een monnik op zichzelf gericht is, terwijl een kanunnik behoort tot een groep geestelijken (kapittel). Een monnik in het Westen leeft volgens de regel van Benedictus, een regulier kanunnik volgens de kloosterregel van Augustinus. Terwijl een monnik heel zijn leven in een klooster verblijft, gaat een kanunnik ook buiten het klooster werken. Een kanunnik kan zich ook veel meer op sociaal vlak ten dienste stellen van de gemeenschap. Bij de reguliere kanunniken kreeg ook de vouw, in tegenstelling tot andere orden, aanvankelijk een belangrijke plaats.

    Binnen de augustijnenorde ontstonden geleidelijk verscheidene kloostergroeperingen,  georganiseerd zoals de cisterciënzers. Eén daarvan is gevormd vanuit het klooster van Prémontré in Normandië (Fr.) : dit klooster werd in 1120 door Norbert van Gennep gesticht. De beweging van Norbert werd in 1126 goedge-keurd door de paus. Zij volgden eveneens de regel van Augustinus. De volgelingen van deze orde staan bekend als premonstratenzers, norbertijnen of witheren.

    De norbertijnen groeiden in de loop van de 12de eeuw uit tot een van de meest succesvolle kloosterorden. Ze bezaten vestigingen in heel Europa, van Spanje tot Scandinavië. Aanvankelijk waren talrijke norbertijnenkloosters bevolkt door beide seksen. In dit laatste geval was er sprake van een dubbelklooster. Mannen en vrouwen woonden in één kloostergebouw. Ze kwamen enkel samen voor de liturgische vieringen. Maar deze dubbelkloosters vormden economisch en bestuurlijk een eenheid. In de 12de eeuw waren er 10.000 nonnen in de orde opgenomen. In de loop van de 12de eeuw sloeg het geestelijk klimaat om. Er werd steeds op het gevaar van zedeloosheid bij het samenwonen van nonnen en kanunniken gewezen. Omstreeks 1140 werd er binnen de norbertijnenorde besloten dat er voortaan geen dubbelkloosters meer gesticht mochten worden.

    Ontstaan van de bedelorden (13de eeuw)

    In het begin van de 13de eeuw ontstonden in de steden de zogenaamde bedelorden. Zij kozen voor de collectieve armoede. Om hun handenarbeid aan te vullen, kozen zij voor het bedelen. Zo zijn er de bedelorden van de franciscanen, dominicanen en karmelieten. Ook deze orden zagen hun vrouwelijke aanhangers in grote getallen toenemen. Mogelijk is dit te wijten aan het vrouwenoverschot dat in deze tijd ontstond door toedoen van bijvoorbeeld de kruistochten. De belangrijkste bedelorden zijn de franciscanen. De franciscanen zorgen voor inspiratie voor later gestichte ordes.

    Franciscanen

    Franciscus van Assisi was een jongeman die leefde in het begin van de 13de eeuw. Hij behoorde tot de betere klasse van Assisi. Hij nam deel aan commerciële activiteiten van zijn vader. Maar hij wilde nog meer bereiken en daarom nam hij de beslissing om ridder te worden. Toen hij na een ziekte terugkeerde naar zijn geboortedorp Assisi, begon hij na te denken over het leven. Noch het koopmansleven, noch het ridderideaal had hem voldoening geschonken. Hij nam meer afstand van de wereld en begon zich te wijden aan liefdadigheid. Hij ging op bedevaart naar Rome en voorzag in zijn onderhoud door te gaan bedelen. Toen kende hij voor de eerste keer volmaakte vreugde. Hij besefte dat men door boetedoening en een vroom leven te leiden, dichter tot God kon komen. Franciscus trok een aantal volgelingen aan en al snel vormde hij een orde onder goedkeuring van de paus.

    Na verloop van tijd, groeide de orde en de enige orde die hun invloed kon evenaren waren de Dominicanen. De Franciscanen raakten echter verdeeld, en in 1517 splitste Paus Leo X de orde in tweeën. De ene groep waren de Conventuelen, die gezamenlijk eigendom mochten bezitten, zoals ook andere  monnikenordes, de andere groep waren de Observanten, die zich zoveel mogelijk hielden aan de principes van Franciscus. De Observanten waren altijd in de meerderheid en vroeg in de 16de eeuw werd een derde groep, de Kapucijnen afgesplitst en verzelfstandigd. Aan het eind van de 19de eeuw bracht Paus Leo XIII deze drie groepen onder als de eerste orde van Minderbroeders, samen met de zusters als Arme Claren als de tweede orde, en de Lekenbroeders, mannen en vrouwen die in de samenleving leven zonder celibaat, als de derde orde.

    Naast hun toewijding voor prediken en liefdadigheidswerk, kenmerken de Franciscanen zich door hun toewijding voor studie. De orde bracht 4 pausen aan de Kerk.

    Dominicanen

    Deze orde bestond uit een gemeenschap van rondtrekkende predikanten, oorspronkelijk bedoeld om de Franse Katharen (= ketters) te bestrijden, niet met de wapens maar met de kracht van redelijke argumenten en door een evangelische wijze van leven

    Karmelieten

    De eigenlijke orde ontstond in Palestina. Hun roeping is vooral profetisch.

    Begijnen en begarden (13de eeuw)

    Aan het einde van de 12de eeuw, tijdens de beginperiode van de kruistochten ontstonden begijnhoven. In die tijd was er immers een vrouwen overschot. Aanvankelijk leefden die ongehuwde religieuze vrouwen nog in hun eigen huisje in de stad, maar vanaf de 13de eeuw gingen ze zich groeperen in begijnhoven. Deze vrouwen legden nooit eeuwige geloften af in tegenstelling tot kloosterlingen. Hun taak bestond voornamelijk uit handenarbeid. Ook waren er Begijnen die onderwijs verstrekten of hun diensten gingen aanbieden in hospitalen. Ons land bezit nog een aantal schitterende begijnhoven (Diest, Brugge…). In de 20ste eeuw is hun aantal zeer sterk uitgedund. In België leven nog maar een paar begijnen.

    Hun mannelijke tegenhangers, de begarden, evolueerden naar een echt klooster-leven volgens de regel van Augustinus. Op die manier evolueerde de lekenbeweging die zich vooral specialiseerde in handenarbeid tot een kloosterlijke beweging met een hoger intellectueel niveau.

    In de 13de eeuw met de opkomst van de eerste steden werden er hospitalen opgericht, ook wel gasthuizen genoemd. In die tijd waren er ook leprozerieën (= tehuizen voor melaatsen). De verzorging gebeurde daar door broeders en zusters. Naderhand werden de meeste van deze instellingen tot kloosters omgevormd, in de meeste gevallen volgens de regel van Augustinus.

    In die periode werden ook de slotkloosters gevormd. In deze kloosters mochten de zusters nooit buiten en het toezicht werd strenger. In de spreekkamer verscheen een traliehek en de twee sloten op de buitendeur moesten een zuster beletten ervandoor te gaan. Een zoete kerker was geen overdreven omschrijving. In de 14de eeuw schreef de paus voor het overtreden van het slot zelfs de zwaarste kerkelijke straf voor : de excommunicatie.

    Cellebroeders en cellezusters (14de eeuw)

    Tijdens de pestjaren (1348-1352) waren veel cellebroeders en cellezusters actief. Dit waren leken die zich inzetten om doden te begraven en zieken te verzorgen. Omdat zij onontbeerlijk waren voor een middeleeuwse stad, kregen zij hiervan veel steun. De Kerk was niet echt opgezet met deze ongeschoolde en eenvoudige mensen. Onder druk van de Kerk kwamen zij in 1458 tot een organisatie volgens de regel van Augustinus. Na de 15de eeuw werden deze mensen de Alexianen genoemd naar hun patroonheilige Alexius. Hun belangrijkste bezigheid werd het verplegen van psychiatrische patiënten. Jammer is dat deze mensen niet zo bekend zijn. Nochtans was de taak van deze cellezusters en cellebroeders niet spectaculair, maar wel van levensbelang voor een middeleeuwse stad. De meeste cellezusters kozen in de 15de eeuw voor de regel van de Heilige Franciscus, dit werden de grauwzusters. Anderen namen de regel van Augustinus aan en werden zwartzusters.

    Evolutie van de 16de eeuw tot heden

    16de eeuw :

    De abdijen en kloosters leden fel onder de ingrijpende politieke en kerkelijke gebeurtenissen. Denk maar aan de opkomst van Luther en het begin van de Reformatie. Door toedoen van de verschillende oorlogen leden bijna alle kloosters schade. Bijna alle kloosters op het platteland verdwenen en zochten heil binnen de veilige stadsmuren. De 17de eeuw zou voor een ongekende bloei zorgen mede dankzij de Contrareformatie.

    17de eeuw :

    De Trappisten vormen historisch gezien een hervormingsbeweging van een hervormingsbeweging. Hun officiële naam is cisterciënzers van de strenge naleving (= strikte observantie). In de 17de eeuw ontstond er een hervorming in het cisterciënzerklooster. La Trappe in Normandië. Daar stond de overste Armand Rancé (1626-1700) aan het hoofd. Hij was een strenge asceet, die een grote voorliefde aan de dag legde voor handenarbeid, want hij wantrouwde geleerdheid. Abt Rancé voerde een zeer strenge levenswijze in, die vooral boete als weg naar de beschouwing benadrukte. De monniken hielden er een lacto-vegetarisch dieet en extra soberheid wat betreft slaap op na. Het klooster van La Trappe kreeg het karakter van een gevangenis, waarvoor mensen zich vrijwillig meldden om gevangen van Christus te worden. De oudste Trappistenabdij van België is die van Westmalle. Ze is gesticht in 1814. Hun voornaamste bron van inkomsten is het brouwen van bier. In België zijn er maar 6 bieren die de naam trappist mogen dragen. Enkel deze 6 bieren worden gebrouwen binnen de abdijmuren. Het gaat om Achel, Chimay, Orval, Rochefort, Westmalle en Westvleteren. Van de cisterciënzers van de Strikte Observantie (trappisten en trappistinnen) bestaan nog 6 vrouwenkloosters : Bouillon, Bocholt (priorij Klaarland), Brecht (OLVrouw van Nazareth), Chimay, Fleurus en Tilff. Er zijn nog 6 mannenabdijen : Achel, Orval, Rochefort, Scourmont, Westmalle en Westvleteren.

    In de 17de eeuw verspreidden een aantal nieuwe orden uit de 16de eeuw zich in onze streken :

    Jezuïeten

    Deze orde gaf catechismusonderricht. In 1773 werd deze orde opgeheven. Ze stichtten ook colleges. In 1814 worden de jezuïeten terug opgericht. Tegenwoordig gaat hun aandacht meer uit naar basiszielzorg dan naar onderwijs.

    Kapucijnen

    Dit was een tak van de franciscaanse familie. Vanaf 1585 zien we ze in de Zuidelijke Nederlanden. In hun levenswijze benadrukten ze het verzorgen van kerkelijke diensten. Vanaf de 17de eeuw werd voor hun predikatie heel belangrijk. In Tienen en Aarschot hebben ze kleine kloosters gesticht.

    De predikatie werd belangrijk en een totaal andere religieuze levensvorm ontstond : de oratorianen. Dit waren priesters die een gemeenschappelijk leven wilden leiden. Het was een religieuze levensvorm geen echte kloosterorde. Zo bestonden er Franse en Italiaanse oratorianen. De Franse oratorianen zijn het best bekend en hebben ook colleges gesticht. Zo hebben zijn in 1656 een college voor middelbaar onderwijs opgericht en geleid te Scherpenheuvel. De augustijnen zorgden in de 17de eeuw voor onderwijsinstellingen in landelijke gebieden. Zo stichtten ze in Tienen een college dat bestaan heeft tot aan de Franse tijd.

    18de eeuw :

    De uitbreiding van het kloosterleven definitief voorbij. Jozef II liet een enquête houden over de nuttigheid van elk klooster met de bedoeling om de nutteloze af te schaffen. Van regeringswege werden strenge beperkingen opgelegd op de verdere aangroei van het grondbezit van de kloosters, de abdijen moesten grote sommen geld lenen aan de staat. Na de inval van de Fransen in de Zuidelijke Nederlanden in 1794 werden bij wet vele kloosters verboden. Vrijwel meteen reageerden de stadsbesturen om toch nog het werk van de alexianen (die instonden voor de verpleging van zieken en de begraving van de doden) te laten doen. Deze mensen waren immers van groot nut voor de toenmalige steden. De eigendommen van de alexianen gingen wel over naar de stad. Later zouden deze eigendommen opgaan in de vandaag de dag gekende OCMW’s.

    19de en 20ste eeuw :

    Vanaf 1831 maakte de nieuwe Belgische grondwet het mogelijk om opnieuw kloostergemeenschappen op te richten. Een van de weinige gemeenschappen die ter plaatse in staat waren om hun kloostergemeenschap nieuw leven in te blazen waren de norbertijnen van Averbode. Zij zijn reguliere kanunniken. Deze hadden hun bezittingen, die in 1796 onder dwang waren afgenomen, teruggekocht en konden nu hun gemeenschap verder zetten.

    (reguliere kanunnik : dit zijn gelovigen die veel aan zielzorg deden. Een kanunnik vindt zijn weerklank van zijn geloof bij de anderen en is in tegenstelling tot de monnik minder op zichzelf gericht)

    Op het einde van de 19de en in het begin van de 20ste eeuw nam het kloosterleven als geheel toe. Dat is niet verwonderlijk, net na een periode van crisis. In 1960 is het aantal kloosterlingen geschat op 2 miljoen wereldwijd. Het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) wilde dat de orden zich aanpasten aan de tijd, zonder hun kracht op te geven. Het concilie schreef voor dat de orden terugkeerden naar de bronnen van het evangelie. Deze voorgestelde hervorming was uniek, omdat eerdere hervormingen vanuit de gemeenschappen zelf kwamen.

    heden :

    Niemand weet wat de toekomst brengt. De geschiedenis van het kloosterwezen leert dat uit de diepste noden een verrassende vernieuwing en opleving kan ontstaan.



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Archief per week
  • 25/02-02/03 2008
  • 18/02-24/02 2008
  • 11/02-17/02 2008
  • 04/02-10/02 2008
  • 26/09-02/10 2005

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    SAVE OUR SOULS
    Mijn favorieten
  • levend geloof
  • levend geloof 3
  • levend geloof 4
  • levend geloof 5
  • levend geloof 6
  • levend geloof 7
  • levend geloof 8


  • Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs