Het Leopoldskanaal
Viswater en visstekken
Het Leopoldskanaal werd in 1846 gegraven, het kanaal situeert zich in het noorden van de provincies Oost- en West-Vlaanderen, net tegen de Nederlandse grens.
Het kanaal moest ervoor zorgen dat het overtollige polderwater werd afgevoerd en de bevolking beschermd werd tegen malaria.
De stuw in Sint-Laureins deelt het kanaal op in twee delen: het oostelijk gelegen stuk watert af naar de Braakman in Nederland, het westelijk gelegen stuk naar de Noordzee.
Ooit was dit hengelwater een toplocatie voor de palingvissers onder de hengelaars.
De laatste jaren is echter de vangst van paling heel wat minder geworden door allerlei problemen zoals stroperij en migratieproblemen voor de jonge glasaaltjes.
Dit kanaal, ook wel de Blinker genoemd in de volksmond, blijft evenwel een aangenaam viswater met een goede visstand en heeft naast de palingvisserij nog heel wat te bieden op hengelsportgebied.
Lengte: 46 km.
Breedte: 20 tot 25 meter.
Diepte: op hengelafstand 1 tot 2,5 meter.
Oevers: natuurlijke oevers, soms verstevigd met houten paaltjes, stenen of schanskorven.
Stroming: soms stroming aanwezig.
Waterdoorzicht: licht troebel tot helder, hier en daar plantengroei aanwezig.
Bodem: modder.
Visbestand en vangsten
Snoek en baars zijn de dominerende soorten op dit kanaal .
Er zit ook veel karper, blankvoorn.
De snoekstand wordt regelmatig aangesterkt met uitzettingen van jonge snoek.
Bereikbaarheid
Groot nadeel is dat de trekwegen langsheen het kanaal op de meeste plaatsen niet toegankelijk zijn.
Je zal meestal een eindje moeten lopen naar je hengelstek.
Een materiaalkarretje kan hier zeker een handig hulpmiddel zijn!
Er zijn echter een aantal hengelsteiger aangelegd in Sint-Laureins en Boekhoute.
Vergunningen en rechten
Visvergunning van het Vlaamse gewest.
Te verkrijgen in ieder postkantoor, postpunt of via www.visverlof.be
|