Vierentwintig jaar lang was Willem elke morgen op tijd op zijn werk geweest, nog nooit had hij een dag gemist. Vandaag was hij voor het eerst te laat en z'n baas had al tien keer op z'n horloge gekeken. Om half elf komt Willem met z'n hoofd in het verband het kantoor binnen stappen. Hij miste enkele tanden en zegt met een door pijn vertrokken gezicht: "Ik ben thuis van de trap gevallen." Zo," antwoordt z'n baas ongeduldig, "en moet zoiets anderhalf uur duren?"
Jantje komt thuis van school en vertelt trots: "Ik heb vandaag mijn eerste Engelse les gehad. Nu kan ik ook "dank je wel" zeggen in het Engels." Zijn moeder antwoordt: "Dat is goed, want tot nu toe kon je dat nog niet eens in het Nederlands."
De muzieklerares laat de leerlingen een piano zien. "Wie van jullie weet wat die witte en zwarte toesten betekenen?" Kees steekt zijn vinger op: "De witte toetsen zijn voor bruiloften en de zwarte voor begrafenissen!"
Een onderwijzer met een kaal hoofd legt aan de kinderen van zijn klas uit wat een woestijn is. 'Het is een droge, kale vlakte waar niets groeit. Zelfs geen grassprietje.' Een van de kinderen steekt zijn vinger op. 'Ja Wim, wat heb jij te zeggen?' 'Er zit een vlieg op uw...woestijn, meester.'
|