Labrador

De Labrador Retriever, afgekort Labrador, is een hondenras dat afstamt van de St. Johns-hond. Deze hond werd door eskimo's gebruikt bij de visserij. Het ras Labrador Retriever is rond 1900 in Engeland ontstaan. Na kruising van de Johns-hond met rassen als de Gordon setter, de spaniël, de Flatcoated retriever en de Chesapeake Bayretriever.

Als waakhond hebt u aan de Labrador niet bijzonder veel, het is een echte mensenvriend.

Met kinderen zal hij dan ook goed omgaan en zich geduldig opstellen.

Verder gaan ze ook goed om met andere huisdieren en soortgenoten.

Het is wel verstandig ervoor te zorgen dat deze hond hiermee op jonge leeftijd positieve ervaringen opdoet.

De Labrador zal zich prima aanpassen aan uw gezin.

Bedenk wel dat deze hond redelijk veel behoefte heeft aan beweging.

Lange wandelingen zijn goed voor de hond om zijn energie kwijt te kunnen.

Verder is de Labrador dol op spelletjes, met apporteren en zwemmen (labradors zijn dol op water) maakt u hem erg gelukkig.

Mede door zijn intelligentie en werkwilligheid is dit ras is vrij eenvoudig op te voeden..

Mocht u deze hond alleen als gezinshond in huis nemen, bedenk dan wel dat deze hond gelukkig wordt van bezigheden.

U doet er dan ook goed aan regelmatig iets te ondernemen met uw Labrador, hij werkt graag voor zijn baas.

Labradors hebben een korte en dikke vacht, met waterafstotende ondervacht.

De kleur varieert, ze komen voor in zwart, chocoladekleur of geel. Meestal zijn ze eenkleurig, maar een witte borstvlek is toegestaan.

Verzorging van de vacht is vooral van belang tijdens de ruiperiode, kam de vacht dan iets vaker door. Indien de hond niet in de rui is is eenmaal per week borstelen voldoende.

Schofthoogte van de reuen: tussen de 56 en 57cm, teven: tussen de 54 en 56 cm.