Helemaal van slag ben ik. Vergeet dierbare Trekbal Elf in de hondenweide, loop de rest van de dag in een waas rond, was s avonds mijn haar met douchegel. In mijn bed overspoelen de beelden van die ochtend me, een ochtend die een fijn hondenweidemoment had moeten worden. Ik beleef weer hoe ik met mijn armen een wild heen en weer springende, woest grommende Doby in bedwang houd, hoe ik hem met mijn hele lichaam een harde duw geef zodat hij met zijn rug naar de oppositie belandt, hoe ik met mijn benen zijn beide belagers de toegang versper, hoe ik met mijn ogen wanhopig probeer alles in de gaten te houden, hoe iets later alles herhaald wordt. Ik voel mijn hart opnieuw samenknijpen. Uit angst dat Doby of de tegenpartij gekwetst of getraumatiseerd raken. Uit medelijden omdat mijn labrador zo graag contact wil, maar een olifant in een porseleinwinkel is. Uit ontzetting omdat hij deze twee gevechten zelf begonnen is, en kort voordien drie maal uitviel.
Veel mensen zouden zeggen dat ik niet zo moet panikeren. Er is immers niets gebeurd. Er werd slechts oorverdovend gegromd, en angstaanjagend in de lucht gehapt. Het enige slachtoffer Dobys oor. Een licht gekwetst slachtoffer, ondanks het vele, naar ijzer geurende, overal uitgesmeerd rakende, helderrode bloed. Toch baart het me ernstig zorgen. Omdat Doby voor het eerst zelf zon ritueel gevecht begint, zelf uitvalt. Omdat zijn wantrouwen niet meer uitsluitend dreigende honden betreft, maar ook onbezonnen olifantjes. Omdat hij, te oordelen aan het gepiep, van die lichte kwetsuur danig onder de indruk is. Omdat ik merk dat na elke negatieve ervaring (ook al is er niets gebeurd) zijn gedrag escaleert.
Of ik nu nooit meer naar de losloopweide ga? Of ik me voortaan schaar achter de anti-hondenweide experts? Nee. Mijn sociale bulldozer (vergelijkbaar met de menselijke variant die jolig een harde klap op je rug uitdeelt, en joviaal een arm om een volslagen vreemde slaat) heeft er zo mooi geleerd om rustig en beheerst te begroeten, en beleefd te snuffelen. Ook vanmorgen deed hij dat. Bij de bekende viervoeters en bij drie vreemde. Ook al liep het fout bij drie andere onbekende, het was dus geen volledig negatieve ochtend. Bovendien speelde hij met zijn nieuwe speelvriendje, en demonstreerde nieuwe vaardigheden in de omgang met angstige soortgenoten.
De voornaamste reden om te blijven gaan, zijn de warme reacties van de andere baasjes. Een arm werd om me heen geslagen, moed werd me ingesproken, hulp werd me aangeboden. Iemand stelde spontaan voor de volgende keer samen naar de weide te komen. Om zowel mij als Doby te steunen, en gezamenlijk bepaalde honden te mijden (hoeven wij niet moederziel alleen te staan). Andere mensen stelden spontaan voor om af te spreken voor wandelingen, eventueel met een betrouwbare, onbekende oefenhond erbij. Met name Ingrid, Anuschka en Bera ben ik dankbaar. Met hun steun durf ik het aan.
Als extra zekerheid dokterde ik ook meteen een aanvullend actieplan uit en zette het in werking. In mijn wandeltas zitten nu smakelijke, platte reepjes. Mijn koekiemonster vindt dat prachtig. Ik vind het vooral geruststellend. Want de combinatie beloningsbal plus koekje laat het aantal geslaagde terugroepacties-met-een-hond-in-zicht stijgen van negen op tien naar tien op tien. Het persoonlijke begroetingscomitée vervult namelijk nog altijd plichtsbewust zijn taken. Het speciale bevel Koekje!, bedoeld om Doby snel uit een situatie te halen voor ze escaleert, kent hetzelfde succes. Al blijft het afwachten of het ook werkt in een daadwerkelijk dreigende situatie. Dat mijn olifant tegenwoordig voor iedere rustige benadering en elk, al dan niet toevallig uitgevoerd, kalmerend signaal een koekje krijgt, vindt hij vooralsnog verrassend. Aangezien mijn sociale kluns soortgenoten aanstaart (zoals een voetbal op de kast), heeft wegkijken daarbij mijn prioriteit.
Het was een bewogen ochtend. Maar met de steun van mijn hondenvrienden en de eerste resultaten van het actieplan, zie ik de toekomst weer met vertrouwen tegemoet. Zij het nog steeds bibberend.
|