Al van kleins af aan wou ik een eigen huisdier, maar bij mijn ouders kon dat toen niet, wij woonden in een appartement waar dit niet toegelaten was. Zelfs geen vis of kanarie. Maar die kanarie is er wel gekomen, wanneer weet ik niet meer maar ik weet wel nog dat ik met de papa naar de Grand Bazar op de Groenplaats 1 ben gaan halen. Ik mocht de kleur kiezen en de naam. Het wed een geel Pietje, er was 1 voorwaarde aan verbonden, ik moest hem dagelijks eten en vers water geven en elke week zijn kooi kuisen. En ik heb ooit eens een goudvis gewonnen op de kermis. Wat ik minder interessant vond, want ik vind vissen in een bokaal niet leuk.
Nee, ik wil dieren die je kan aaien en waar je mee kan spelen, die je gezelschap geven en veelliefde. Dus van de moment dat ik alleen ben gaan wonen in mijn jeugd is er minstens 1 kat geweest. Later in mijn/ ons leven zijn er honden bijgekomen. Toen de dochters nog klein waren zijn er nog dwerghamsters en een konijn geweest ook. Alle dieren hebben ons vreugde gegeven en ook verdriet als ze stierven of soms ook verdwenen.
Nu zijn er een Duitse Herder en 2 poezen in huis. De Duitse Herder, van de dochter, en de zwarte poes, aangeslagen door de kleinzoon, waren er al toen wij naar hier verhuisden. Die zwarte kat is eigenlijk een heksenkat ;-), en was bedoeld voor mij, maar de kleinzoon beweert bij hoog en bij laag dat het zijn kat is. Dus heb ik vorige voorjaar voor mij een klein kitten gaan halen, ook een kattin zoals de oudste. En wij dachten met zijn allen dat de oudste de moedertaak wel op zich zou nemen en het kitten verder zou opvoeden....mis poes zei die...ik blaas veel liever naar dat kleine ding, die moet ver uit mijn buurt blijven. En ik ben de oudste dus de rangorde wordt gerespecteerd; ik eet en drink eerst, ik krijg eerst knuffels.... Dus ging dat kleine ding troost zoeken bij die grote Duitse Herder, eerst heel voorzichtig want als je 10 weken bent is dat toch wel een heeeeeeeeeel groot beest, maar gaande weg kreeg dat kleine ding meer moed. Ze begon met haar klein pootje naar die dikke pluimstaart te slaan, waar die Herder niet op reageerde natuurlijk, dat voelde hij toen nog niet. Maar de maanden vlogen om en zij werd groter en vranker, maar hij werd ook haar beste vriend, ze slaapt tussen zijn poten of tegen zijn rug aan. Haar drinken pot is niet goed genoeg; nee ik drink mee uit die grote hondepot, wat had je nu gedacht. Soms zit ze boven op de tafel te wachten tot haar vriend passeert en dan springt zij boven op hem, een gratis ritje als je je pootjes niet wil moe maken is ook wel leuk.
En die grote Duitse Herder...die laat dat allemaal gebeuren, want ja ze is nog zo klein hé, ze moet nog zo veel leren.... En ik? Ik geniet er zo van...die capriolen van die deugnieten, het is hemels en blij makend. Gelukkig zijn ligt in heel simpele dingen.