Het is dinsdag, één van mijn twee vrije weekdagen. Ik breng de dag door op het kot van mijn vriendin, zoals ik zowat elke dinsdag doe. Bijna wilde ik schrijven dat het nog eens een mooie dag is geworden in ons kleine Belgenlandje, maar jammer genoeg ben ik te laat. De zon is net verdwenen achter een grijs wolkenpak, wat de stad net iets minder aantrekkelijk maakt om er doorheen te dwalen.
De radio zingt Tainted Love van Soft Cell. Lang geleden dat ik dat lied geluisterd heb, maar het is een leuk wederhoren.
Een aantal meter verderop zit mijn vriendin voor school te werken. Zij heeft al stapels werk, terwijl ik nog steeds met mijn vingers zit te draaien. De verschillende vakken in mijn studierichting beginnen nu toch ook beetje bij beetje op gang te komen. Donderdag krijg ik voor het eerst informatie over mijn Bacheloreindwerk en over een aantal weken zal ik voor het eerst iemand moeten gaan interviewen.
De muziek is opgehouden en het nieuws is nu te horen op de radio. Een vrouwenstem zegt dat de regeringsonderhandelingen opnieuw zijn vastgelopen. Hoe lang zit België nu eigenlijk al zonder regering? Ik ben al lang geleden gestopt met tellen, want ik vind het echt een beschamende situatie. Momenteel lijken de verschillende partijen eerder op een aantal peuters, vechtend om het favoriete speelgoedje uit de kindercrèche, en De Wever is de onthaalmoeder die de zaak niet meer in de hand kan houden.
Ik heb dorst, dus ik ga nog een glas water halen en nadien mijn nieuw bericht op de blog nog een laatste keer nalezen op schrijffouten.