Ik ben waarschijnlijk flauwgevallen, en wat is dat gegrom eigenlijk?
Hopelijk is het dat wezen niet! Ik open snel mijn ogen. Het is dat wezen niet,
maar we zijn wel omsingeld door een meute wolven. Ik heb bijna geen kracht meer
in mijn armen en benen. Ik ben waarschijnlijk nog veel te groggy, van die
flauwte van daarnet, om ook maar iets te doen. Dit zal waarschijnlijk het einde
zijn. Deze keer heeft Cülane ons te pakken gekregen. De grootste wolf,
waarschijnlijk hun leider, komt rustig naar voren gewandeld. Plotseling springt
hij naar mijn keel. Tegelijkertijd suist er een pijl langs mijn oor en
doorboort de kop van de wolf. De meute kijkt verbaasd naar hun leider die daar
dood op de grond ligt. Daarna kijken ze naar boven vanwaar de pijl vandaan
kwam. Plotseling suizen er nog 2 pijlen door de lucht. Alle twee raak. De meute
zet direct, zonder aarzelen, de aanval in op mij en de mijnwerker en degene die
de pijlen heeft afgevuurd. Ik Schrik me rot. Er springt plots een man voor mijn neus. Hij heeft
waarschijnlijk ergens vanboven naar hier gesprongen. Hij bergt snel zijn boog
weg en haalt twee zwaarden boven. Wie is deze man toch? Zo te zien is de mijnwerker ook wakker. Hopelijk is hij goed genoeg om
ons drie te verdedigen. De eerste wolf springt naar hem toe. Met een prachtig beheerste beweging
ontwijkt hij de aanval en doorboort het lichaam terwijl het nog in de lucht
hangt en net alsof hij dit alles heeft voorspeld heeft slaat hij een wolf die
hem van langs achter bespringt met gemak tegen de grond. Hij is echt goed. Hij zal ons
waarschijnlijk wel kunnen beschermen tegen dat wezen. Misschien weet hij zelf
de uitgang van deze bergen. We zullen dan eerst moeten hopen dat alles zo goed blijft gaan als nu. Er heeft nog geen enkele wolf
hem zelf maar kunnen verwonden. Ik denk wel dat hij deze meute kan en zal
verslaan. O nee, zo te zien heeft er een andere wolf zijn zinnen op ons gezet.
Hopelijk ziet de man het, want hij is zelf bezig met twee wolven tegelijk. Uhm
Wij willen graag nog eens
gered worden!!! Dat moest die mijnwerker nu niet gezegd hebben. Die wolf heeft er
waarschijnlijk een deel van verstaan. Hij versnelt zijn pas en net voordat hij
ons bereikt wordt er een zwaard door zijn ene oor, door zijn hoofd geplant. De
man trekt zijn zwaard terug en de wolf valt bloedend en levenloos op de grond
naast ons neer. Niet echt het prettigste om zien maar we zijn weliswaar voor de
tweede maal gered. Hij houdt zich terug bezig met de andere wolven. Ik voel de kracht eindelijk terug in mijn kracht vloeien naar mijn armen
en benen. Het voelt anders aan dan anders maar dat heeft niet. Het is misschien
het gevoel dat het nog niet helemaal terug is. Er springt plotseling Wolf van
langs achter naar die man. Hij heeft het waarschijnlijk nog niet gezien want de
meeste wolven blijven van langs voren aanvallen. Ik trek snel mijn dolk en
smijt het in de richting van de wolf. Op hoop van zegen raakt het toch
tenminste de wolf. Tot mijn grootste verbazing raakt het perfect in de flank
van de wolf en hij wordt met een grote kracht tegen een rotswand. Nooit gedacht
dat ik zoveel kracht had in juist één arm en de wolven trekken zich ook terug.
Het is ons gelukt! Gelukkig, ik dacht dat we hier
gingen sterven. Hartelijk bedankt. De man wendt zich tot ons en wat mij verbaast vooral tot de mijnwerker.
Met zijn getrokken zwaarden ziet hij er beangstigend uit, maar ik denk dat hij
ons geen kwaad wil doen.
|