Nog even over de broedeieren: We kunnen broedeieren ongeveer tien tot veertien dagen bewaren op een koele maar beslist op een vorstvrije plaats en dat is ongeveer 10 graden die dan ook niet te droog mag zijn. De beste plaats om de eieren te bewaren is meestal de kelder. We merken de eieren met een potlood. Als men de eieren bewaard in eierdozen van 10 of in tray's waar 30 eieren op kunnen, kun je deze verpakkingen in zijn geheel dagelijks draaien. Dit om de dooier zoveel mogelijk zwevend te houden. Voordat de broedeieren in de machine gaan is het beter ze eerst een halve dag in de verwarmde kamer te zetten om ze wat op temperatuur te laten komen. Het temperatuur verschil is dan niet zo groot als je ze in de broedmachine legt.
Het Schouwen: Tijdens het broedproces kunnen we de eieren schouwen met behulp van een schouwlamp. Zo rond de vijfde dag van het broedproces gaan we de eieren schouwen. Dat wil zeggen met behulp van een sterke lamp kijken we door het ei heen en kunnen we zien of het ei werkelijk bevrucht is of dat het ei onbevrucht is. Een onbevrucht ei zal geheel helder zijn en een bevrucht ei, zeker bij witte eieren, toont een duidelijke donker vlekje en bloedvaten. Zo kun je de eieren schouwen.
Natuurlijk Broeden is een normaal verschijnsel bij hoenders maar de begintijd is bij de tamme hoenders zeer uitlopend. Bij sommige rassen, bijvoorbeeld zijdehoenders treed broedsheid al op nadat de dieren zeven tot tien eieren gelegd hebben. Het laten liggen van de eieren is vaak bevordelijk voor de broedlust van de hennen. Aanvankelijk blijft de broeds wordende hen iets langer zitten, daarna blijft ze steeds langdurig zitten en maakt een klokkend geluid als ze van het nest komt. Tegenover de andere kippen neemt ze een afwerende houding aan door de vleugels sterk gespreid te dragen en de halsveren op te zetten. Haar broedsheid houdt aan totdat de eieren uitkomen.
foto Martijn Vroegrijk
Sommige hennen broeden rustig vijf weken. Vanaf de veertiende en vijftiende dag gaat de kloek wat langer van het nest en neemt wat meer tijd voor het eten, drinken en een stofbad. Zodra de eerste eieren aangepikt zijn en de kloek het eerste piepen van de kuikens hoort, verlaat zij het nest zelden meer tot de avond van de 21ste dag. Soms zal ze nog iets langer blijven zitten maar op de morgen van de 22ste dag, als de kuikens uit zijn en er hoogstens nog een enkele achterblijver in de dop zit, stapt ze van het nest en gaat op korte afstand daarvan weer zitten, roept de kuikens tot zich en zet zich rustig neer.
foto Gea Markoort
Dan gaat de broedsheid over in moederschapsgevoel dat zich uit in verwarming, begeleiding en verdediging van de kuikens. Broedlust kan door teelt keuze worden versterkt of verzwakt. Er zijn hele groepen rashoenders bij wie de broedlust vrijwel ontbreekt, zoals leghorns, minorca's, ancona's en andalusiers. Treedt broedlust bij deze rassen toch op, dan is dat vaak onvoldoende en verlaten de hennen vroegtijdig het nest waardoor het legsel vaak verloren gaat als er geen andere broedse hen aanwezig is. Bij middelzware rassen komt broedsheid regelmatig voor, door teeltkeuze is deze echter bij sommige vrijwel weggefokt. Bij de zware rassen is de broedlust het sterkst ontwikkeld.
Sommige hennen van die rassen worden meerdere keren per jaar broeds. Bij krielhoenders is de broedlust normaal ontwikkeld, maar niet bij alle rassen in deze groep is dit even sterk aanwezig. Het is aan te bevelen niet later dan april, hooguit mei te laten broeden, zodat de kuikens nog juist voor de winter zijn uitgegroeid.
De temperatuur tijdens het broedproces is van essentieel belang. Te hoge temperatuur tijdens het broedproces zal niet zelden leiden tot grote teleurstelling. Een te lage broed temperatuur tijdens het broedproces zorgen er voor dat veel zoniet alle kuikens pas na de 21e dag geboren worden. Alle kuikens die op de 22e broeddag geboren worden kunnen nog tot zeer goede dieren uitgroeien.
Ook komen er bij te laat geboren kuikens veelvuldig afwijkingen voor zoals kromme tenen en misvormde snavels.
Bij een vrij sterke schommeling van de temperatuur tijdens het broed proces kan ook nadelig zijn. Met als gevolg dat de kuikens duidelijke afwijkingen aan de snavel hebben. Kruissnavels en kromme tenen kunnen dan ook optreden. Het komt zelfs voor dat een kuiken met een kruissnavel in staat is toch op eigen kracht uit het ei tekomen. Kuikens met deze aangeboren afwijkingen hebben als regel geen overlevingskansen, al kunnen kuikens met kromme tenen toch wel goed opgroeien. Het geboren worden met bovengenoemde afwijkingen behoeft niet in alle gevallen toegewezen te worden aan enige storing tijdens het broedproces.
Zo zijn er een aantal rassen en bepaalde stammen binnen een ras, waarvan bekend is dat er kuikens geboren worden met deze afwijkingen. Een voorbeeld hiervoor is bij een stam van de Hollandse Kriel. Bij zowel natuurlijke broed als machinaal werden deze afwijkingen geconstateerd.