Welk bijproduct vind je het beste omdat de jongen geen krom borstbeen zouden hebben? Indien je nog een ander middel gebruikt, gelieve het mij te mailen, dan plaats ik het erbij.
rustige, gracieuze en aaibare sierduiven U wenst sierduiven te houden ? U wenst niet-alledaagse sierduiven ? U wenst tamme duiven ? Twijfel dan niet langer over welk ras het moet worden...
01-12-2020
Correct voederen, niet zo eenvoudig...
Kingduiven zijn van nature uit weinig actief. Vliegen -wat veel energie vereist- kunnen ze niet. Ze eten echter wel graag en overgewicht schuilt steeds om de hoek. Eenmaal de kings moddervet zijn, is hun vitaliteit weg, vermindert hun weerstand en beginnen de kweekproblemen. Wees dus gewaarschuwd en voeder karig : bij mij krijgen de duiven gezamenlijk eten in een grote bak. Een koppel dat met jongen ouder dan 1 week ligt krijgt ook voedsel in een stenen potje in de eigen nestbak.
De hoeveelheid eten is afhankelijk van vele zaken: temperatuur, kweken, broeden, ruien, rusten... Je mag rekenen dat het schommelt tussen 30 en 45 gram/duif/dag. Dit komt overeen met een 2-tal soeplepels per dier. Als de duiven hun nest niet verlaten als je voedert, dan geef je ze te veel eten... Enkele graansoorten (vb lijnzaad) blijken klein voor de snavel van onze kings. Doordat hun dikke voorhoofd ervoor zorgt dat ze de graantjes niet met beide ogen kunnen zien (geen dieptezicht voor hun kop, wat andere duiven wel hebben), pikken ze vaak naast het eten. Een zelf gemaakte voederbak kan hier bij helpen: maak de bodem in de vorm van een letter V zodat de graantjes steeds naar het midden schuiven. Je zal merken dat het eten van kleine zaadjes veel vlotter gaat!
Ik koop twee mengelingen: kweek + zuivering. Soms geef ik van elke mengeling 50%, soms geef ik 100% zuivering (wanneer ze te vet staan), soms geef ik 100% kweekmengeling (aan koppels met jongen vanaf 10 dagen oud). Als je de koppels met jongen in hun bak bijvoedert kan je elk geven wat ze op dit moment nodig hebben.
Voederen is een kunst, zo blijkt... De hoeveelheid voeder is zeker meer van belang dan de soort mengeling. Onderschat er de waarde niet van! Heel wat kings lopen er zo vet bij dat ze te lui zijn om te kweken. Het is enkel moeilijk om vette duiven te herkennen. Bij de mensen haal je die er zo uit, maar bij de duiven ligt dit anders. Hier komt de kwaliteit van de melker naar boven.
Daarbij komt ook nog dat kingduiven die worden tentoongesteld een bepaald minimumgewicht moeten hebben. Veel duiven worden gewoon vetgemest om aan dat minimumgewicht te voldoen... Je kan een king makkelijk 150 gram zwaarder krijgen door hem op te voeren (en dat gebeurt dan echt niet met vezelrijke gerst). Maar of dit de gezondheid ten goede komt, dat kan je al raden... Ik kocht al vaker zo'n "plofkip" op een tentoonstelling die na enkele maanden op mijn hok een serieus stuk lichter was en meteen vitaler: plots blijkt dat zo'n dieren toch in de bovenste nestbak van je hok kunnen vliegen!
Af en toe een dagje vasten kan ook geen kwaad.
Toen ik de duivinnen keurde die erin slaagden om gedurende 1 kweekseizoen meer dan 10 jongen te kweken, viel me op dat ze allemaal aan de magere kant waren. Je zou haast zeggen dat hun borstspieren te scherp stonden. Waren ze mager omdat ze veel jongen kweekten of kweekten ze veel jongen omdat ze mager waren...?
30-11-2020
Kingduiven kweken vraagt veel geduld
Hoeveel jongen mag je van een koppel kings verwachten? Gemiddeld zal een koppel je een 4-tal jongen per jaar schenken. Sommige meer, anderen minder... Er gaat vaak heel wat fout : onbevruchte eieren, platgetrapte eieren en platgetrapte jongen, gebroken eieren bij een gevecht, ... Duivinnen zijn op hun best om mee te kweken op een leeftijd van 2, 3 of 4 jaar, bij doffers is dit van 1 tot 5 jaar oud. Een goed kweekkoppel kweekt 6 jongen per seizoen. Uitzonderlijke koppels kweken wel eens 10 of meer jongen per jaar. Mijn beste koppel ooit kweekte in 2009 maar liefst 14 jongen, in 2010 12! Reden te meer om te selecteren op vitaliteit, niet? Een jonge duivin moet minstens 10 maanden oud zijn alvorens je ermee kan kweken, bij sommigen duurt het zelfs nog langer eer ze kweekrijp zijn. Bij doffers duurt dit minder lang. Als je er ruimte voor hebt is het zeker aan te raden om enkele kings 'achter de hand' te houden, want als er iets fout loopt met een koppel kan je zo makkelijk een andere duivin of doffer inpassen. Heb je die niet zitten dan is het weer een tijdje wachten... Kingduiven kweken dus zeker niet zo vlot als veel andere duivenrassen. Je mag heel tevreden zijn als zo'n 40% van de gelegde eieren ook daadwerkelijk jongen worden...
update 16/01/2021
Nadat ik bij zowat alle kingduifkwekers die ik bezocht merkte dat zij met voedsterduiven werkten heb ik me in augustus 2020 de eerste postduiven aangeschaft. Ondertussen kon ik reeds wat experimenteren en kan beamen: zo lukt het veel beter. Omdat ik echter een klein hok heb besliste ik om nog met slechts 3 koppels kings verder te kweken. Ik stelde dubbel zoveel postduiven koppels samen. Ze zitten allen op hetzelfde hok. De postduiven brengen nu dus de jongen van de kings groot. Zij doen dat met veel meer succes. Postduiven kunnen ook beter de gepaste voedingsmiddelen opnemen. De graanmengeling die ik nu geef bevat meer dan 20 graansoorten. Kings slagen er niet goed in om kleine granen op te nemen. Postduiven doen dit probleemloos en geven dit gevarieerde voeder ook vlot af aan hun geadopteerde kingjongen. Niets dan voordelen dus... Ik had het al veel langer moeten doen.
28-11-2020
Nest-problemen
Heel wat doffers getroosten zich weinig moeite om nestmateriaal bijeen te verzamelen. Tijdens het broeden gaan de eieren vlug stuk. Zorg dus zelf voor een zacht nestje. In de handel bestaan nestmatjes die het risico op breken van eieren serieus verminderen. Grote en zware duivinnen vallen 's nachts wel eens in slaap als ze zitten te broeden en dan breken ze hun eieren. Lichtere duivinnen doen dit minder vaak. Ander nestmateriaal (stro e.d.) aanbieden is leuk voor de dieren, maar niet nodig voor een veilige kweek : een sobere schotel met nestmatje volstaat. Het matje kan je met draad en naald vastmaken aan de gaten van de schotel zodat het niet gaat schuiven.
22-11-2020
Erfelijkheidsleer : kleuren
Kleuren-genetica.
Les 1.
Doffers hebben 2 X- chromosomen
Duivinnen hebben 1 X-chromosoom en 1 Y-chromosoom
Een doffer stellen we zo voor : XX
Een duivin stellen we zo voor : XY
Sommige eigenschappen zijn uiterlijk zichtbaar = fenotype Andere eigenschappen zitten wel in de duif, maar zijn uiterlijk niet zichtbaar = genotype Wanneer je een duif aankoopt, weet je vaak weinig over het genotype. Wanneer je een jonge duif kweekt, kan de zichtbare informatie van de ouderdieren in de jongen verborgen zitten en kan je dus ook het genotype kennen. Een voorbeeld uit de praktijk : je kweekt uit een rode doffer (asrood, roodzilver, roodkras) en een rode duivin (asrood, roodzilver, roodkras) een zwart jong. Dit leert je dat de rode doffer ook zwart in zich heeft (=genotype).
Wanneer doffer en duivin paren geven ze 1 van hun geslachts-chromosomen aan hun nakomelingen door. Bij de doffer is dit uiteraard steeds een X-chromosoom, bij een duivin kan dat een X- of Y-chromosoom zijn. De duivin bepaalt dus het geslacht van de nakomelingen., afhankelijk als ze haar X- of Y-chromosoom doorgeeft.
Les 2.
Het X-chromosoom draagt de kleur van de duif in zich, het Y-chromosoom draagt geen kleur. Een doffer kan 2 gelijke kleuren in zich dragen (dit noemt men kleurzuiver), maar evengoed 2 verschillende waarvan slechts 1 zichtbaar is (dit noemt men kleuronzuiver).Uiterlijk is het soms niet te zien of een doffer fokzuiver of fokonzuiver is. Wanneer je echter zwarte of bruine vlekjes aantreft op een rode doffer, dan betekent dit dat er onder zijn rode jas een ander kleur schuil gaat. Door deze weet je overigens ook meteen dat je met een doffer te maken hebt.
Een duivin draagt steeds slechts 1 kleur in zich : zij is dus steeds kleurzuiver.
Les 3.
Sommige kleuren zijn dominant (overheersend) op andere.
b.v. Rood is dominant over zwart en bruin. Zwart is dominant over bruin.
Wit en sierduivenrood (of recessief rood) zijn geen (!) kleuren maar "eigenschappen of kenmerken". Beiden verbergen de werkelijke kleur. Een witte of recessief rode duif draagt onder haar wit of sierduivenrood uiterlijk dus toch steeds een kleur : b.v. rood of zwart. (Zie verder: aanvulling)
Een doffer met 1 rood X-chromosoom en 1 zwart X-chromosoom is kleuronzuiver (fokonzuiver) maar is steeds rood van kleur omdat rood dominant is over zwart. Bij dergelijke doffer tref je zwarte pigmentvlekjes aan op de grote vleugel- en staartveren.
Voorbeeld 1.
Fokzuivere Zwarte doffer + rode duivin
XzXz + XrY
mogelijke jongen :XzXr= fokonzuivere rode doffer
XzY = zwarte duivin
Met andere woorden : alle rode jongen zijn doffers, alle zwartezijn duivinnen. Handig, niet ?
Voorbeeld 2.
Fokzuivere Rode doffer + zwarte duivin
XrXr+XzY
mogelijke jongen :XrXz= fokonzuivere rode doffer
XrY = rode duivin
Voorbeeld 3.
Fokonzuivere Rode doffer + rode duivin
XrXz+XrY
mogelijke jongen :XrXr= fokzuivere rode doffer
XzXr = fokonzuivere rode doffer XrY = rode duivin
XzY= zwarte duivin
Oefening 1.
Op mijn hok kweek ik uit een zwarte doffer en een witte duivin volgende jongen : rode doffers en zwarte duivinnen. Wat weet je dan over de ouderdieren ?
De doffer heeft geen rood in zich (want anders zou hij rood zijn ipv zwart)
Doffer = XzXz
De duivin bezit onder haar witte camouflage de rode kleur want vanwaar komen anders de rode jongen
Duivin = XrY
mogelijke jongen :XzXr= fokonzuiver rode doffer
XzY= zwarte duivin
Oefening 2.
Op mijn hok kweek ik uit een rode doffer en een witte duivin jongen met rode en zwarte kleur. Welke erfelijke code bevatten de ouders ?
Ofwel bevat de duivin de zwarte erffactor :
Doffer = XrXz
Duivin = XzY
mogelijke jongen :XrXz = fokonzuivere rode doffer
XzXz= fokzuivere zwarte doffer
XrY = rode duivin
XzY = zwarte duivin
Ofwel bevat de duivin de rode erffactor :
Doffer = XrXz
Duivin = XrY
mogelijke jongen :XrXr = fokzuivere rode doffer
XzXr = fokonzuivere rode doffer
XrY = rode duivin
XzY = zwarte duivin
Aangezien ik uit dit koppel reeds een zwartkras doffer kweekte, weet ik dat het mogelijkheid 1 moet zijn : doffer XrXz, duivin XzY
Aanvulling : wit en recessief rood. Deze kenmerken gedragen zich anders dan de vererving van de kleuren. Ze zijn NIET geslachtsgebonden. Opdat een duif wit of recessief rood zou worden, moet ze van beide ouderdieren dit kenmerk erven. Wanneer ze het slechts van 1 van de ouderdieren erven, zullen ze niet wit of recessief rood zijn.
Betekenis ? Elke duif heeft een bepaalde tekening/patroon : kras, geband,
1. ELKE duif (zowel doffer als duivin) heeft in de genen 2 patronen. De ene erfden ze van hun vader, de andere van hun moeder. Vaak is daar één van zichtbaar : b.v. gebande of kras duiven. Soms is daar geen enkel van te zien : bij een witte, bij een zwarte, een bruine, zitten ze verstopt onder andere eigenschappen. In de genen blijven ze steeds beiden aanwezig.
2. Het ene patroon is dominant (overheersend) tegenover het andere.
Ziehier de volgorde van meest dominant tot minst dominant :
- T-patroon (b.v. asrood)
- kras (b.v. roodkras)
- geband (b.v. roodzilver geband)
- ongeband (b.v. roodzilver ongeband)
Bekijk nu deze tabel
GENOTYPE
(=deze 2 patronen zitten in de genen)
FENOTYPE
(=zo ziet de duif eruit)
T-patroon + kras
T-patroon
kras + geband
kras
geband + ongeband
geband
T-patroon + T-patroon
T-patroon
kras+kras
kras
geband+geband
geband
T-patroon+geband
T-patroon
enz.
Je merkt dat het meest dominante patroon bepaalt hoe de duif eruit ziet.
Wanneer je gaat kweken, geven beide ouders 1 van hun patronen door aan de jongen. Dit kan het zichtbare patroon zijn, maar evengoed het onzichtbare.
Bekijk nu deze voorbeelden :
genotype doffer
genotype duivin
genotype
mogelijke jongen
kras+kras
kras+kras
kras+kras
kras+kras
kras+geband
kras+kras
kras+geband
kras+geband
kras+geband
kras+kras
kras+geband
geband+geband
geband+geband
kras+geband
kras+geband
geband+geband
geband+geband
geband+geband
geband+geband
enz.
Hoe zit dit bij een volledig zwarte duif ?
Een zwarte duif heeft een extra eigenschap in de genen, namelijk de spreadfactor SS (=spreidingsfactor). Deze zorgt ervoor dat de duif slechts 1 kleur vertoont (namelijk zwart), gespreid over het gehele lichaam. Deze spreadfactor (symbool SS) bedekt dus alle gewone patronen. De gewone patronen zijn dus niet weg uit de duif, je kan ze echter niet meer zien.
Sommige zwarte duiven hebben 1 spreadfactor in de genen (=S/), anderen ontvingen ze van beide ouders en hebben er dus 2 (=SS).
Zelfs als ze slechts 1 spreadfactor (S/) bezitten, kleuren ze al volledig zwart. Duiven met 2 spreadfactoren (SS) kleuren uiteraard ook volledig zwart. Duiven met 2 spreadfactoren zijn vaak zwarter dan deze met slechts 1 spreadfactor omdat je daar vaak het onderliggende patroon doorheen het zwart nog wat kan onderscheiden.
Bekijk nu deze voorbeelden :
GENOTYPE
(=de genen van de duif)
FENOTYPE
(=uitzicht van de duif)
SS
zwart
S/
zwart
//
T-patroon of kras of
geband of ongeband in de kleur zwart
(//=bezitten geen enkele spreadfactor)
Welke jongen kan je verwachten als je uit een zwarte duif gaat kweken ? In onderstaande tabel vind je alle voorbeelden met duiven die beiden het kraspatroon bezitten. De denkwijze voor andere patronen is echter gelijklopend.
genotype doffer
genotype duivin
mogelijke jongen
kras+kras+S/
kras+kras+//
kras+kras+//
kras+kras+S/
kras+kras+SS
kras+kras+//
kras+kras+S/
kras+kras+S/
kras+kras+S/
kras+kras
kras+kras+S/
kras+kras+SS
kras+kras+SS
kras+kras+SS
kras+kras+SS
19-11-2020
Erfelijkheidsleer : patronen (aanvulling)
Hoe zit het dan bij een volledig witte duif ?
Een witte duif heeft een extra eigenschap in de genen, namelijk de witfactor ww. Deze witfactor bedekt alle gewone patronen + KLEUREN. Elke witte duif heeft onder haar witte kleur dus een andere kleur (rood, zwart of bruin) + een patroon verstopt zitten.
Een duif wordt pas wit als ze de witfactor van BEIDE ouders erft. De witfactor moet dubbel aanwezig zijn in de duif. Een duif die slechts van 1 ouderduif de witfactor ontvangt zal niet wit zijn.
Bekijk nu deze voorbeelden :
GENOTYPE
(=welke genen bezit de duif)
FENOTYPE
(=zo ziet de duif eruit)
ww
wit
w/
T-patroon of kras of
geband of ongeband
in de kleur zwart
//
T-patroon of kras of
geband of ongeband
in de kleur zwart
(//=bezit geen enkele witfactor)
Welke jongen kan je verwachten als je met wit wil gaan kweken ? In onderstaande tabel vind je alle voorbeelden met duiven die beiden het kraspatroon bezitten. De denkwijze voor andere patronen is echter gelijklopend.
genotype doffer
genotype duivin
mogelijke jongen
kras+kras+w/
kras+kras+//
kras+kras+//
kras+kras+w/
kras+kras+ww
kras+kras+//
kras+kras+w/
kras+kras+w/
kras+kras+w/
kras+kras
kras+kras+w/
kras+kras+ww*
kras+kras+ww
kras+kras+ww
kras+kras+ww
*Hier merk je dat je uit 2 duiven die zelf niet wit zijn, toch een witte kan kweken. Dit kan enkel als de beide ouderdieren de witfactor éénmalig (en dus voor het oog verborgen) bezitten.
Hoe zit het dan bij een recessief rode (=sierduivenrode) duif ?
(Wat is een recessief rode duif ? Deze duif is helemaal rood, van top tot teen. Die rode kleur is niet dezelfde als bij een roodkras of asrode of roodzilvergebande duif (dit rood noemt men immers ook postduivenrood)
Een recessief rode duif heeft een extra eigenschap in de genen, namelijk de sierduivenroodfactor ee. Deze sierduivenroodfactor bedekt alle gewone patronen + KLEUREN. Elke recessief rode duif heeft onder haar rode kleur dus een andere kleur (rood, zwart of bruin) + een patroon verstopt zitten.
Een duif wordt pas recessief rood als ze de roodfactor van BEIDE ouders erft. De roodfactor moet dubbel aanwezig zijn in de duif. Een duif die slechts van 1 ouderduif de roodfactor ontvangt zal niet rood zijn.
Bekijk nu deze voorbeelden :
GENOTYPE
(=welke genen bezit de duif)
FENOTYPE
(=zo ziet de duif eruit)
ee
recessief rood
e/
T-patroon of kras of
geband of ongeband
in de kleur rood, zwart of bruin
//
T-patroon of kras of
geband of ongeband
in de kleur rood, zwart of bruin
(//=bezit geen enkele recessief roodfactor)
Welke jongen kan je verwachten als je met recessief rood wil gaan kweken ? In onderstaande tabel vind je alle voorbeelden met duiven die beiden het kraspatroon bezitten. De denkwijze voor andere patronen is echter gelijklopend.
genotype doffer
genotype duivin
mogelijke jongen
kras+kras+e/
kras+kras+//
kras+kras+//
kras+kras+e/
kras+kras+ee
kras+kras+//
kras+kras+e/
kras+kras+e/
kras+kras+e/
kras+kras
kras+kras+e/
kras+kras+ee*
kras+kras+ee
kras+kras+ee
kras+kras+ee
*Hier merk je dat je uit 2 duiven die zelf niet recessief rood zijn, toch een recessief rode kan kweken. Dit kan enkel als de beide ouderdieren de sierduivenroodfactor éénmalig (en dus voor het oog verborgen) bezitten.
15-11-2020
De kingduif : niet bang van bezoek
Kinderen op bezoek bij mijn duivenhok. Je ziet hoe rustig de duiven het bezoek verwelkomen. Hoewel de situatie voor de duiven heel nieuw is, denkt er geen enkele aan om op de vlucht te slaan...
29-10-2020
Problemen de baas blijven !
De kweek met kings wil niet steeds zo vlot lukken. De dieren die je aangeboden worden zijn vaak dieren waarover de eigenaar om de één of andere reden niet tevreden was. Best is om jonge dieren aan te kopen. Koop ze indien mogelijk bij één kweker. Elk hok heeft immers zijn 'ziektes' en als je dieren uit meerdere hokken samenbrengt zit je vaak met een explosie van ziektes... Kweken van kings blijft dus een uitdaging, maar geeft bij het welslagen ervan dan ook veel voldoening. Als je het bij één koppeltje houdt zal alles vlekkeloos verlopen, de miserie begint echter vaak zodra het aantal dieren (en daarmee de drukte op het hok) groter wordt. Enkele tips : 1. Voeder met mate en pas je mengsel soms aan. Dieren een aangepaste voeding geven is belangrijker dan je denkt. Bij kingduiven die niet kweken loert het gevaar van zwaarlijvigheid steeds om de hoek. Probleem bij duiven is dat je niet meteen ziet dat een duif er veel te vet bij loopt. In dit geval mag je een succesvolle kweek vergeten. Zorg er dus voor dat je duiven niet te vet zijn en geef ze voldoende gerst of zuivering (als ze niet met jongen in het nest liggen natuurlijk): 50%. Vul pas het eten aan als ze de gerst hebben opgenomen: gerst eten ze namelijk enkel als ze honger hebben en van gerst worden ze niet vet. Probleem is echter dat het ene koppel met jongen ligt, terwijl een ander koppel niet aan het kweken is. Daarom is apart voederen in de bakken een goede oplossing. Daar kan je dan per koppel ook ander voer geven. Dieren in hun groei hebben eiwitten nodig. Je denkt waarschijnlijk meteen aan erwten bijvoeren. Erwten bevatten inderdaad veel ruwe eiwitten. Het benutbare eiwitdeel in erwten is echter eerder laag. Met andere woorden: zon 70% is afval dat niet opgenomen wordt door de duiven! Het is zeker beter om een dure kweekmengeling aan te schaffen: hoe gevarieerder de samenstelling, hoe beter. Geef dus niet de hele tijd dezelfde mengeling: ruien, rusten, kweken, alles vraagt een aangepaste maaltijd. 2. Kweek gemakkelijker met lichte duivinnen. Kingduiven van 1 kg zijn prachtdieren, maar... grote, zware duivinnen zijn vaak slechte kwekers : ze breken hun eieren ('s nachts vallen ze in slaap tijdens het broeden en 's morgens is er een ei stuk), ze zijn minder vitaal. Je hebt ze overigens niet nodig om grote jongen te kunnen kweken, maar koppel ze wel aan stevige doffers. Zware doffers geven veel minder problemen : zij broeden namelijk overdag en vallen niet in slaap. Het ideale koppel bestaat dus uit een zware doffer en een lichtere duivin. Succes bij het kweken verzekerd en dus voldoening bij baasje... 3. Zorg voor ruimte. Onbevruchte eieren komen vaak doordat de koppels niet voldoende ruimte en/of rust krijgen om met elkaar te paren. Kingduiven die bij een ander (minder zwaar) ras huizen, worden tijdens de paring steeds gestoord. Hou dus je kingduiven apart en geef ze voldoende vrijheid zodat ze ook buiten het hok tot paren kunnen overgaan. NOOIT VERGETEN : Overbevolking = stress = slechte kweekresultaten ! In mijn hok van 3 m op 2 m (= 6m²) kunnen MAXIMAAL 6 koppels huizen. Op dergelijk hok kweek je gemiddeld zeker meer jongen met 5 koppels dan met 7 koppels ! 4. Vitamines en medische begeleiding. Wat medische begeleiding betreft ben ik voorstander van zo weinig mogelijk te kuren. Enkel zo kan je een sterke kolonie duiven kweken. Wanneer je een gezonde kolonie hebt, en je haalt geen 'vreemde' duiven bij, dan zal die kolonie ook gezond blijven. Meestal beginnen de problemen als je duiven van andere hokken gaat kopen... Sinds ik gestopt ben met het geven van allerlei zogezegde wondermiddelen, merk ik geen enkel verschil bij mijn duiven, wel in mijn portefeuille... Wanneer je duiven goed gehuisvest zitten (DROOG, tochtvrij, voldoende zuurstof) en wanneer je geen zieke duiven bijhaalt, heb je geen medicatie nodig. Een kolonie die voortdurend medicatie en antibiotica toegediend krijgt is gedoemd om te verzwakken. Geef je kings de kans om hun natuurlijke weerstand te verhogen. Enkel zo zal je succes ervaren met je kings. Wanneer er tussen je jongen eentje niet zo goed opgroeit of een gebrekkige gezondheid vertoont, wees dan streng en hou die niet verder: je bespaart je veel kosten en miserie. Een jong raakt niet zelfstandig uit het ei? Afblijven, het wordt nooit een sterk dier... NOOIT VERGETEN : Overbevolking = stress = ziektes ! 5. Hygiëne. Op veel hokken wordt de hygiëne niet ernstig genomen. De drankfontein is vaak een grote bron van besmetting. Het is dus belangrijk er de nodige hygiëne bij na te streven. Zorg er ook voor dat het eten niet in contact komt met de mest. Voeder daarom zeker niet op de grond, maar in een eetbak. Verder moet je zorgen voor verse lucht in je hok (= maximaal 1 koppel per m³ ruimte) waarbij je vocht en tocht tracht te vermijden. Alles potdicht isoleren is echter ook weer niet goed: verlucht voldoende; bij weinig wind mag er zeker een raampje open.
10-05-2019
Kweekresultaten overzicht
Kweekresultaten overzicht
Tot.
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
januari
11
0
0
1
0
1
2
3
0
0
0
0
2
1
1
februari
9
0
0
2
0
1
1
0
1
0
0
3
0
0
1
maart
42
1
3
4
5
5
4
5
0
5
0
1
3
3
3
april
63
3
2
5
6
4
5
5
9
5
0
6
2
7
4
mei
84
7
8
3
7
6
4
7
8
6
4
7
5
4
8
juni
77
5
8
10
7
4
5
6
10
3
6
2
2
2
7
juli
81
9
7
6
7
8
3
7
9
0
6
8
3
2
6
augustus
72
5
8
4
6
3
4
9
6
4
8
5
4
2
4
september
27
0
2
0
3
2
1
4
3
0
3
3
3
2
1
oktober
12
0
0
0
1
0
4
1
1
0
0
2
1
2
0
november
11
0
1
0
0
0
2
1
3
0
0
2
0
0
2
december
7
0
0
0
3
0
0
2
0
0
0
2
0
0
0
jongen
496
30
39
35
45
34
35
50
50
23
27
41
25
25
37
nesten
?
45
49
50
45
39
53
57
48
46
70
57
42
39
% jongen
?
43,3
35,7
45
37,8
44,9
47,2
43,9
24,0
29,3
29,3
21,9
29,8
47,4
17-11-2018
17 november 2019
Het is alweer een tijdje geleden dat ik een bericht op dit blog plaatste. De ruiperiode ligt achter de rug en heel wat onder ons trokken reeds met veel verwachtingen naar tentoonstellingen. Iedereen meent de mooiste dieren in het bezit te hebben, en dat kan aardig tegenvallen wanneer een keurder je kings een predikaat toekent. 'Ach, til er niet zwaar aan', zou ik zeggen. Je maakte het toch ook al mee dat een keurder op de ene tentoonstelling een dier 95 punten gaf, terwijl een andere keurder op een andere tentoonstelling ditzelfde dier 94 of zelfs slechts 93 punten toekende. Je ziet meteen hoe relatief zo'n getal is. Het belangrijkste is dat je plezier beleeft aan de dagelijkse verzorging van je dieren. Nu de winter voor de deur staat zijn we allen bezig met het samenstellen van de nieuwe koppels. Een leuke bezigheid: wie mag blijven, en wie niet? En waarop baseer je je dan? Zelf heb ik altijd een bont hok nagestreefd: ik had zowat alle kleuren zitten. Zeer leuk om zien en heel fijn om beginnende liefhebbers aan kleurtjes te helpen, maar tevens onbegonnen om een eigen stam te kweken. Daarom heb ik het geweer van schouder veranderd: ik ga eerst bouwen aan het mooie type, en zal later dan wel "kleuren". Hoe deze ommekeer er kwam? Eigenlijk toevallig. Ik had een knappe blauwe doffer en een super blauwzilver duivin bij twee verschillende kwekers gekocht en kweekte daaruit 3 jongen. Eén voldeed niet omdat de vleugelpennen maar niet netjes kwamen te liggen. Die is in de pot beland... De andere 2 zijn echter heel mooie doffers geworden. Omdat ik slechts 5 kweekkoppels nastreef (mijn hok is maar 3 op 2 m groot en overbevolking is heel nefast voor de kweek) had ik meteen selectieproblemen. Maar ik heb volledig voor eigen kweekmateriaal gekozen. Daarvan ken ik tenminste de eigenschappen en de voorgeschiedenis (Dit jaar ging ik immers bij één der 'groten' uit Vlaanderen een koppel 'klassekings' kopen voor 80 euro: weggegooid geld, ik heb ze al niet meer zitten). Ja, zo krijg je wel een negatief beeld van sommige kingliefhebbers. Gelukkig zijn er ook echt 'grote' liefhebbers in het milieu die je aan echt goed materiaal helpen. Maar nu heb ik dus 8 kings van eigen kweek + het blauw-blauwzilver koppel. Ik zal het aantal bloedlijnen beperkt houden en kijk al reikhalzend uit naar het voorjaar. En dat maakt onze hobby zo fijn: het dagelijks verzorgen en hanteren van de dieren en het maken van plannen. Veel plezier!
03-01-2018
Een fijn kweekjaar gewenst!
Bij het begin van het nieuwe jaar kijkt iedereen weer uit naar een mooie periode voor onze hobby: de kweek. Onder deze tekst vind je een overzicht van de kweekresultaten die ik het voorbije decennium haalde bij de kweek van mijn kingduiven. 368 dieren deed ik een ringetje aan de voorbije 12 jaar! Op de school waar ik lesgeef probeer ik mijn liefde voor dieren aan de leerlingen door te geven in de schooltuin. De 2 koppels pauwstaartjes die er rondfladderen kweken probleemloos 14 jongen per jaar, steeds netjes 2 eitjes, 2 jongen. Wat een verschil met onze kings, niet? Kings kweek je in ieder geval niet omdat het de beste kwekers zijn: gebroken eitjes, onbevruchte eitjes, jongen die sterven in het nest... Hoe mooier de kingduiven zijn, hoe moeilijker het kweken ermee gaat. En toch geeft een kingliefhebber niet op. Als je deze soort lang genoeg kweekt kan je er zeker van meespreken. Sommige kwekers doen daarom een beroep op 'pleegouders', duiven met een grotere nestzorg waaronder de eitjes gelegd worden. Ik deed het nog niet. Ik laat de natuur haar gang gaan (of kan je dit met onze 'door-de-mens-misvormde' kingduiven niet meer zo noemen?) en neem er de problemen bij. 2017 was niet echt het beste kweekseizoen voor mij: slechts 22% van de gelegde eitjes werden grootgebracht. 114 eitjes gelegd, 25 jongen. In 12 jaar kingduiven houden het slechtste wat ik ooit meemaakte. Ik meen de oorzaak te vinden in een foutieve aanpak tijdens de winterperiode: toen liet ik het licht dagelijks 14 uur branden op mijn hok. Ja, een mens probeert al eens iets, en soms pakt dit fout uit. Ik heb mijn lesje geleerd. Deze winter laat ik de winter zijn werk doen: een rustperiode voor de natuur. Mijn kings heb ik niet gescheiden, niet bijgelicht, licht gevoederd (50% gerst), een wekelijks badje met regenwater gegeven... Ik sta vaak versteld dat ze zin hebben om zich te wassen in het koude water. Het lijkt wel of het hen niet deert. Ik ben benieuwd hoe de kweek dit seizoen zal verlopen. Het zou me niet verwonderen dat het weer beter gaat nu ik de dieren hun rust gunde. Ik hou je op de hoogte. Ik wens jou alvast een goede, geslaagde kweek toe! Je ras kan je enkel verbeteren als je veel jongen kan kweken om er dan de beste uit te selecteren, niet? En als je duiven niet goed kweken, kan je niet veel selecteren...
11-05-2017
De kweek op mijn hok (2017)
In 2017 kweekte ik 25 jongen:
koppel 1 (zwarttijger/bruintijger): 5 jongen
koppel 2a (zwarttijger/leverkras): 1 jong
koppel 2b (roodkras/leverkras): 1 jong
koppel 3 (dominant rood/geel): 3 jongen
koppel 4 (roodzilver/geelzilver): 5 jongen
koppel 5 (geelkras/blauwgeband): 1 jong
koppel 6 (blauwtijger/blauwgeband): 5 jongen
koppel 7 (blauw/kakhikras): 1 jong
koppel 8 (rood/geel): 2 jongen
koppel 9 (krastijger/bruintijger): 1 jong
Op mijn hok heb ik meestal 6-7 koppels zitten. 9 koppels tegelijkertijd zaten er nooit op: sommige koppels heb ik slechts enkele maanden gehouden (en dan gewisseld voor een ander koppel).
(Klik op de foto om de dieren van mijn kweekploeg 2014 te bekijken. Ze staan in dezelfde volgorde als deze bijhorende tekst)
29-01-2012
Kweekresultaten topjaar 2012
In onderstaande tabel kan je zien hoeveel jongen elk koppel kweekte in de loop van het jaar 2012. Gemiddeld kweekte elk koppel 7 jongen. Daarmee was ik heel tevreden. 1 koppel kweekte zelfs 14 jongen. De duivin ervan kweekte het jaar ervoor ook al 8 jongen. Een productief dier dus, met veel vitaliteit. Het is de rode duivin van de foto die hierbij gevoegd is. koppel 1: doffer 2011 + duivin 2011 koppel 2: doffer 2010 + duivin 2011 koppel 3: doffer 2011 + duivin 2011 koppel 4: doffer 2011 + duivin 2010 koppel 5: doffer 2011 + duivin 2010 koppel 6: doffer 2011 + duivin 2010 koppel 7: doffer 2011 + duivin 2011
Kweekresultaten 2012
Tot.
1
2
3
4
5
6
7
januari
3
1
2
februari
0
maart
5
2
1
2
april
5
2
1
1
1
mei
7
2
2
2
1
juni
6
1
1
2
2
juli
7
1
2
1
1
2
augustus
9
1
1
1
1
1
2
2
september
4
1
1
2
oktober
1
1
november
1
1
december
2
2
jongen
50
5
5
5
6
8
14
7
06-11-2010
Mijn koppels voor 2013
Begin januari bestaat mijn kweekploeg uit deze 8 koppels:
Voor het kweekseizoen 2011 heb ik 5 kweekkoppels zitten: 5 van de 10 duiven zijn van eigen kweek. Ik zorgde voor een JONGE, vitale ploeg. Door te klikken op de bijgevoegde foto kan je ze zien. Ze staan per koppel na elkaar (eerst de doffer, dan de duivin). 2007 (1) : witte doffer. 2008 (1) : recessief roodbonte doffer 2009 (3) : bruine duivin, roodzilver gebande duivin, getijgerde duivin. 2010 (5) : bruine doffer, zwarte doffer, blauwkras doffer, recessief rode duivin, zwarte duivin.
18-02-2008
Samen in bad
Kings houden (soms) van een bad. Ik bied het 1 keer per week aan, maar vaak gebeurt het dat er geen enkele duif gebruik van maakt. Ze nemen bij voorkeur een bad bij vochtig weer. Je geeft enkel in de voormiddag de kans tot baden, zodat ze tegen 's avonds weer droog zijn. Vooral in de rui weten ze dit bad erg te appreciëren. Een natte king kan helemaal niet meer vliegen. Een king kan goed tegen de kou: ook 's winters zal de king graag een bad nemen. Als dat baden ook van belang is voor de gezondheid van de king kan ik niet bevestigen. Feit is dat de kings er graag gebruik van maken.
Alle onderstaande duiven hebben onder hun 'extra' eigenschappen nog steeds één van de drie hoofdkleuren in de genen (rood, zwart of bruin). Die kan je nog gedeeltelijk (vb foto 1 heeft zwart in de genen, foto 3 heeft blauwzilver geband in de genen) of helemaal niet meer zien (vb foto 2 is roodzilver geband in de genen).