Zoals gezegd, hier het vervolg van mijn verhalen over de
voorbije dagen in Taiwan.
Maandag stond er aldus een trip gepland met de bende van het
kamp. De organisatoren bestaan zelf uit een paar jong volwassenen en een hele
hoop tieners, dus ideaal voor ons om mee op uitstap te gaan. Na de job in het
restaurant, spraken we af om naar Tamsui te gaan. Met de metro was het
ongeveer een klein uurtje, aangezien het de verste stop was van het hele
metro-netwerk. Gelukkig is het binnenin steeds zeer koel, tot zelfs ijskoud. Of
zo voelt het toch aan als je al zwetend toekomt en er een uur in moet
verblijven; geen wonder dat ik veel moet niezen. Wanneer je dan eindelijk terug
uitstapt, komt het sauna-gevoel weer onmiddellijk op je af. Ik kan er nog
steeds niet aan wennen dat als je van binnen (metro, restaurant, huis, winkel,
= allen met airco) naar buiten stapt, je van koud naar heet gaat. Dat is zo
tegendraads met België , waar ik het gewoon was om binnen lekker warm te zitten
(maar dat was dan ook omdat het zo lang zo slecht weer was; ik ben blij voor
jullie dat het daar eindelijk ook een beetje tropisch aanvoelt ;-) ).
In ieder geval vond ik de hitte niet zo erg, want we kwamen toe op een hele
leuke, gezellige plek vlak aan de rivier, heel logisch genaamd : de Tamsui
rivier. Er was meteen veel volk ter plaatse, het zonnetje scheen volop en overal
stonden straatartiesten hun ding te doen. De bedoeling was een fiets te huren
met de hele groep en zo richting de haven te fietsen waar je de zonsondergang
kon zien.Helaas was het al iets te laat
om deze hele fietstocht nog te doorstaan, waardoor we besloten gewoon de
boulevard af te lopen. Wat echt fun was ! Overal kraampjes en winkels met
speciale gerechten, alsook vele winkeltjes die eigenlijk een soort kermiskramen
waren.Zo hebben we bijvoorbeeld
ballonnetjes geschoten (maar dit was niet met van die lange geweren zoals hier
, maar met gewoon pistolen in de losse hand), maar onder ons bevindt zich een
jongen uit Zwitserland die nog legerdienst gedaan heeft, waardoor we alle 10
ballonnen op een rij geschoten hadden en zo een reuzeprijs konden kiezen. Ook
werden er mij van alle gerechten in mijn handen gestopt, o.a. calamares. Hoewel
ik dit zeer graag lust thuis, aangezien het van die gefrituurde ringen zijn,
wist ik niet dat ik hetzelfde aan het eten was op die moment. Immers, het waren
een soort gebakken inktvispoten op een stokje, licht behaard en volledig
paars/bruin. Maar omdat de mensen van het kamp dit gekocht hadden voor ons, at
ik het braafjes op en als ik eerlijk moet zijn, het smaakte me best wel dus de
poten zijn misschien wel voor herhaling vatbaar.
Daarna smulden we van een ijsje, maar niet zomaar één ; een
giant ice cream ofwel een reuze softijs van 30 cm hoog. Bovendien kon je dit
in vanalle kleuren en smaken krijgen, maar ik besloot me aan 1 smaak te houden:
gele mango. Het ijsje was verfrissend, maar omdat het zo een hoge toren van
softijs is, smolt het al vrij rap (logisch als je in de sauna zit). Bovendien
was het echt wel véél ijs, waardoor ik het sowiso niet opkreeg. Niet zo erg als
je het laatste stuk gewoon zou kunnen weggooien in een vuilbak,zou je denken.
Echter, inTaiwan zijn bijna geen
vuilbakken te vinden. Ik weet niet hoe ze het doen maar, de straten en parken
enzovoort zijn hier zo goed als kraaknet en tóch vind je na goed zoeken pas om
het halfuur stappen een vuilbak. Ik heb geen idee wat ze met hun vuil doen,
maar chapeau van hun steden zo te onderhouden.
In Tamsui bezochten we ook nog de Damshuei kerk, die heel belangrijk is voor
alle mensen hier in Taiwan. De kerk werd opgericht door een Canadese tandarts
in de jaren 1800 en bracht heel wat vernieuwingen met zich mee. Zowel qua
medische zorg als qua educatie heeft de tandarts Taiwan op een heel ander
niveau gebracht door tradities uit Canada over te brengen en door te geven aan
de lokale bevolking. De tandarts, die later priester werd hier in de stad,
wordt vandaag nog steeds ge-eerd voor al zijn geleverde prestaties en je vind
zijn symbool overal terug, vooral in Tamsui.
Daarna liepen we weer door de drukke straten met overal
winkels en eetplaatsen; de reclameborden hangen werkelijk overal, haast om zot
van te worden . We probeerden chipjes, thee, vruchtencocktails, zwarte eieren,
ananas-cake, mangokoekjes, enz. Vooral die zwarte eieren waren heel raar. Het smaakt
zoals normale eieren, maar ze koken ze zodanig lang dat de buitenkant puur en
puur zwart wordt, waarop ze vacuüm verpakt worden en weken houdbaar zijn.
Aangezien de avond viel, en de opzet nog steeds was de zonsondergang te zien,
haastten we ons naar de ferry die ons naar de overkant van de Tamsui rivier
bracht. Gedurende dit halfuur durende boottochtje, zagen we de zon mooi zakken.
Een prachtige zonsondergang. Weer iets dat ik probeer te onthouden in mijn
gedachten, want ondanks hele mooie fotos, valt het toch niet te beschrijven
hoe prachtig het er wel niet was.
Eens aangekomen aan de andere kant , bleek het er even druk te zijn. Maar toch
weer helemaal anders. Dat ontdekte ik meteen toen we met zen allen een fiets huurden.
Wat meteen ook weer een avontuur was. Meer dan de helft van de groep wist niet
hoe ze een fiets moesten besturen, laat staan dat ze er dan goed in waren als
ze hem uitprobeerden. Het was een gevaar om achter hen te rijden, dus besloot
ik maar vanvoor te rijden bij de oudste jongen van de groep die gelukkig wel vaardig
was met de fiets (en ook de weg kende). Lichten op de fiets kennen ze hier
overigens ook niet. Wanneer ik vertelde over het feit dat je hier een PV krijgt
als je licht niet werkt(laat staan dat je er geen hebt), keken ze me aan alsof
ik chinees sprak. De vraag die zij mij daarop stelden, deed mij dan weer
verbaasd staren. Wat bedoel je met een licht op een fiets? Waar plaats je dat
dan? Met andere woorden, ze hebben echt nog nooit van een fietslicht gehoord
en gebruiken het langs geen kanten. En dat terwijl er zoveel fietsers zijn en de
mensen hier veelal s nachts leven.
In ieder geval genoot ik van het tochtje, aangezien we plots in een van de
meest luxueuze gebieden terecht kwamen. Luxe hotels en restaurants met live
bands, het was geen uitzondering. Maar na 20minuutjes op de trappers te hebben
gestaan, was het plots gedaan met de welvaart. Grote stinkende fabrieken, waar
arbeiders s avonds laat nog steeds aan het werk waren en dit in minder
prettige condities(zo zag het er althans uit met het ontbreken van airco,
veiligheidsvoorzieningen en hygiëne). Maar
zo goed kon ik de fabrieken niet bestuderen aangezien ik op de weg moest
letten. Overal, op straat en op het fietspad, lagen namelijk honden.Rustig te slapen, maar echt wel midden op de
weg. Zonder licht vroeg ik me natuurlijk af van Wat is da? Wa ligt daar??.
Maar de luilakken bleven rustig liggen, dus de paniek was voor niets.
Tegenwoordig ben ik er zelfs al aan gewend geraakt; ze liggen overal, in hopen
van 10 ofzo, verspreid over elk mogelijk stukje grond.
Maar kortom, de fietstocht was leerrijk op verschillende gebieden. Na onze
liters verloren zweet terug te hebben opgenomen
via vele flesjes water, was het tijd om te gaan eten. Geen idee wat ze mij
gingen geven, maar ze kunnen het toch niet uitleggen in het engels dus gaf ik
het op te willen weten wat al de gerechten waren en zei ik gewoon maar al Oke,geef mij maar gewoon iets. Het geluk stond
aan mijn kant want het waren noedels ! Hmmm. Dat smaakte achter de inspanning.
Op 5 minuten hadden al dieTaiwanezen gegeten. (Soms zijn het echt varkens; ze
eten veel, alles en alles door elkaar. Bv soep, vlees, rijst en cremeglas:
hapje van het ene, hapje van het andere.)
Maar ik als westerling doe er natuurlijk 10 keer langer over met die stokjes.
Het begint te beteren, maar meestal laat ik het laatste in mijn kommetje
liggen, omdat ik die restjes gewoonweg niet tussen de chopsticks krijg
gepropt. Kleine sliertjes glippen zo weg en vallen gegarandeerd terug in mijn
kommetje vooraleer ze mijn mond bereiken. Maar aangezien het dikwijls rijst is,
krijg ik toch nog voldoende voedsel binnen, geen zorgen. De rijst is dan
misschien wel kleiner, maar plakt heel erg aan elkaar en valt dus vrij makkelijk
te eten.
Nadat iedereen had gewacht tot ik klaar was met men noedels, konden we een bus
pakken die ons naar de haven bracht. De plek waar je moet geweest zijn als je
in Tamsui bent, naar het schijnt. En gelijk hadden ze. Want de haven was mega
gezellig en had bovendien een prachtig verlichte brug, waar ik opnieuw mooie
fotos van heb (het zal je vast niet verbazen dat ik na een week reeds een 800
fotos heb).
Maar lang bleven we niet, het was immers al 23u en we hadden nog een trip van
een klein anderhalf uur voor de boeg. Bovendien werd er dinsdag weer een
uitstap gepland met dezelfde mensen , waarvoor we onze wekker om 7u dienden te
zetten, dus elke minuut vroeger thuis in ons bed was welkom.
Dinsdag 7.00u : opstaan. Eikes. Dat piekt. Maar zoals ik de Taiwanezen nu ken,
ga ik mijn alarm nooit meer zo op tijd zetten. Elke keer als we afspreken,
wordt er een uur gezegd waarop we zogezegd zeker dienen te vertrekken. Maar
elke keer opnieuw, zitten we nog een klein uur te wachten, wordt er niets
ondernomen en hadden we bijgevolg echt wel een uur langer kunnen slapen !
Vreselijk. Wat het toppunt is, is dat ze dan uiteindelijk (na dat uur te zitten
nietsen) een hels kabaal beginnen maken en allen door elkaar roepen in het chinees
alsof er brand is uitgebroken. Als wij als vrijwilligers met deze oorverdovende
situatie geconfronteerd worden, weten we ondertussen dat dit duidt op het feit
dat we ons ontzettend moeten haasten en lopen in een stikhete omgeving om een bus te halen. (Een tweede mogelijkheid
is ook dat dit ook kan duiden op het feit dat er absoluut,heel dringend,
minstens ! een 10-tal groepsfotos moet worden genomen.) In ieder geval heel
frustrerend om én niet te kunnen uitslapen, én dan niets te zitten doen, én dan
nog eens te moeten lopen. Jongens toch. Het is werkelijk een speciaal volkske
hier ze. Maar ze zijn altijd echt wel heel vriendelijk en genereus, dus vergeef
ik hen hun gebrek aan planning zonder enig probleem.
Maar bon, uiteindelijk dan toch na 2 minuutjes hardlopen de bus gehaald , die
letterlijk op diezelfde seconde toekwam. De rit duurde een kleine twee uur
waardoor we ons buiten Taipei-city bevonden, richting platteland. Het is een
rustige omgeving, waar velen naartoe trekken om een ontspannende binnenlandse
vakantie te doorbrengen. Yi lan is de streek genaamd. Wij bezochten er het National
Center for Traditional Arts. Een groot thema park dat 3D-movie zalen bevatte
alsook een groot museum binnenin, waar we met audio machientjes alles in het
engels beluisteren. Heel het museum vertelde over hoe de Taiwanese cultuur
ontstaan is, alsook de typische tradities, gebruiken en gehanteerde materialen hier.
Ook heel veel kleine shops, waar typische Taiwanese producten verkocht werden;
zowel speelgoed als bijvoorveeld snoepjes enz.
De bedoeling was om het meer in het park over te steken en dan in een
waterpretpark de rest van de dag te vebrengen, maar aangezien de inkom nogal
kostelijk was voor enkel 2uurtjes er te kunnen verblijven vooraleer
sluitingstijd, besloten we dit niet te doen. In plaats daarvan bezochten we een
typsiche Nightmarketin Yi lan. Deze
openen rond 18u en sluiten pas na middernacht. Sommige van deze markten hebben
vooral winkeltjes met kleren en schoenen , maar de meeste nachtmarkten staan
erom bekend om voornamelijk veel eetkraampjes te bevatten. Het is een wirwar
van straatjes, waar overal volk staat en loopt, en waar meestal een wachtrij
van hier tot in Timboektoe staat voor elk populair kraam. Het is onmogelijk om
alle gerechten die er bereid worden te beschrijven, maar later op de fotos zal
je je deze typische markten iets beter kunnen voorstellen en kunnen beamen dat
het werkelijk een drukte van jewelste is. Gelukkig is één van de andere
vrijwilligers een vrij lange jongen van een kleine 2 meter, waardoor ik de
groep niet kwijt geraak omdat hij altijd in het zicht loopt tussen deze kleine
mensjes hier.
Uiteindelijk was het weeral heeeeel laat, en was ik blij een dutje te kunnen
doen op de lange busrit terug naar Wanfang ( onze kerk).
Woensdag was het weer te arbeiten in het restaurant. Maar s
middags stond er de kookles voor de kindjes op het programma, dus hadden we
weer iets voor naar uit te kijken. De kindjes waren echt heel schattig,
sommigen onder hen waren wat stil, maar anderen deden volop mee om de engelse
woordjes te oefenen. We leerden hoe sushi te maken en kregen ook een
presentatie te zien van een jongen uit Indonesië die zijn cultuur en land
voorstelde.
Hierna konden we een dutje doen(wat nodig was na al die vermoeiende dagen),
maar tegen 18u bezochten we samen met één van de mensen van onze organisatie
AIESEC een restaurant in de stad en aten we een soort soep gemaakt van het sap
van het vlees van de koe(dus zoals biefstuk ), met daarin noedels. De pikante
versie. Dit aangezien de normale versie meestal niet erg afsmaakt en we met een
pikante versie een voor ons gewone soep voorgeschoteld krijgen. Meestal toch.
Deze keer hadden we er ons ferm aan mispakt en bleek de pikante soep wel
degelijk pikant te zijn. Helaas voor ons verkoopt bijna geen enkel restaurant
hier drank bij de maaltijd. Met een brandende keel , maar wel lekker gegeten te
hebben , liep ik na de maaltijd snel naar de dichtstbijzijnde shop voor een
Fanta (of een look-alike tenminste). Eens thuisgekomen had ik eindelijk tijd
voor mn blog en konden jullie al een eerste stukje lezen J (zie hierboven)
Volgende morgen was het opnieuw werken geblazen, maar voor s namiddags hadden we weeral plannen. Helaas
was ik na de lunch (met lekker chocolade ijs als afsluiter) in slaap gevallen,
waardoor het te laat was om de geplande uitstap nog te maken. Bovendien waren
de anderen nog bezig met vanalles en nog wat , waardoor we sowiso niet op tijd
hadden kunnen vertrekken. Rond 17u vertrokken we dan wel richting Taipei city,
om daar een andere nachtmarkt te bezoeken. Ditmaal één met vooral veel
kledingswinkels. Maar tussen al deze speciale kledingtrends hier in Taiwan, was
ik toch in staat een geweldig westers eetkraampje te vinden met fried wedges,
een soort gefrituurde patatjes. Hmmm en zelfs met ketchup enal erbij. Zo goed
als het eerste Europese kraampje dat ik hier vind. Geen wonder dat er in de
wachtrij (oh ja, alweer) enkel blanken stonden. Vooral van Groot-Brittannië aan
hun accent te horen. En blijkbaar kunnen zij zich niet zo makkelijk aanpassen
aan de lokale eetgewoontes, want ze hadden duidelijk in geen tijden veel
gegeten wanneer ik de ober hun ellelange bestelling van pitas, hamburgers,
patatjes enz , zag noteren.
Maar om in lijn te zijn met de hele opzet van deze reis, en dus de Taiwanese
cultuur te ontdekken, at ik later op de avond toch ook nog een typische lokale
lekkernij : chocolate bun. Een soort deegbol, met een heel lichte
chocoladesmaak, maar heel sjiekerig en het-buikje-vullend. Echter, de Aziaten
onder ons zijn , zoals eerder gezegd, echte reuze-eters en hadden nog steeds
niet genoeg. Bijgevolg hebben we nog een
klein uurtje op restaurant gezeten, waar het weer ijskoud binnen was. En buiten
terug stikheet. Ik ga echt nog ziek worden. Immers, het grootste deel van de tijd loop je
buiten rond, en dus doe je een topje en shortje aan, maar eens in een winkel of
eetgelegenheid, bevries je van de kou. Geen wonder dat ik voorbije nacht alle
airo afgezet heb en mijn dikke gillet aandeed. Bibberend met kiekevel lag ik in
mijn bed om 02.00u, en dat terwijl het buiten nog steeds 28° was. Wennen. Dat is het sleutelwoord hier.
Vandaag had ik me er in ieder geval al wat op voorzien. Aangezien voor vandaag,
deze nacht en morgen een tyfoon voorspeld wordt, wist ik dat we vooral binnen
gingen zitten. En dus met vollen bak airco. Dus een langere broek en een
t-shirt waren aan te raden. Ondanks het dan snikheet is elke minuut je buiten
loopt, denk ik toch dat ik er goed aan gedaan heb. We zijn deze namiddag
namelijk met de priester en zijn vrouw (het is hier eigelijk een pastoor en die
mag een vrouw hebben, Che mu genaamd) op uitstap gegaan , terug richting
Taipei 101; de 3e hoogste wolkenkrabber in de wereld. Deze keer
gingen we er wel niet naartoe om de toren zelf te bezoeken, maar eerder het
reuzachtige shoppingcenter dat zich in het onderste gedeelte van de
wolkenkrabber bevindt. Naast de luxueuze merken, vindt je er ook een enorm
grote food area terug. Vooral vele internationale restaurants, wat dus veel
toeristen lokt. Aangezien het werkelijk honderden vierkante meters groot was ,
kan ik niet echt opnoemen wat er allemaal te eten viel. Maar de Belgische
bieren (zoals liefmans, timmermans, grimbergen, hoegaarden, westmalle, ..) en
de Belgische pralinen heb ik uiteraard opgemerkt ! Tot hiertoe de enigste
plaats waar ik iets typisch Belgisch vond. En ook even verder tussen Dior en
Gucci, vond ik nog een hele winkel vol met luxe chocolade pralinetjes, waar op
de voorgevel in grote letters vermeld stond Belgian chocolates. We zijn dus
echt wel beroemd voor onze chocolade hier in Taiwan ! Daarna reden we in ferme
buien nog wat rond door de stad om iets van avondeten te zoeken, aangezien we
na20u niet meer buiten mochten, omwille
van het gevaar van de tyfoon. Hij schijnt van een hoge graad te zijn, dus de
ramen zijn met tape vastgeplakt om het springen te voorkomen en ook de deuren
zijn rondom rond toegestopt om eventuele waterlast tegen te houden. Dat wordt
een spannende nacht.. Maar gemiddeld hebben ze hier een 23-tal van deze
windhozen per jaar, dus ik denk dat ze er best gewoon aan zijn en dat het
meestal al bij al wel meevalt.
Maar misschien is het goed om eens binnen te zijn s avonds en rustig op ons
gemakje te zijn. Zo kan ik eindelijk mijn blog bijwerken ;-). Maar eens diep in
mezelf nadenken over de zaken die hier gebeuren, is ook nodig.
Immers, voor we op shopping-trip gingen, bezochten enkelen van ons de kliniek
waarin de dochter van de priester en Che-mu werkt. De rest van ons bleef in
het restaurant om daar de shift te draaien.Ik ging mee met Che-mu richting stad.
Deze kliniek focust zich op mensen die hier in Taipei serieuze brandwonden
hebben opgelopen. De meeste gevallen zijn verbrand en/of verlamd door een
poging tot zelfmoord. Sommigen zijn ook in deze toestand verzeild geraakt door
arbeidsongevallen door de slechte veiligheidsomstandigheden.
Slechts enkelen hebben een gewone verbrande huid, maar de meesten zijn volledig
in een soort stof gewikkeld omdat ze van kop tot teen verbrand zijn. Enkel de
vingers , lippen en mond kan je zien. Maar zelfs dan merk je dat ze volledig
verminkt zijn. Ze komen elke dag naar de kliniek om verzorgd te worden en de
uiteindelijke bedoeling is een volledig herstel te beoogen. Echter, dit duurt
jaren en jaren. Maar sommigen onder hen hebben al een hele vooruitgang geboekt.
Door elke dag de wondenmet veel
aandacht te verzorgen en ook verscheidene oefeningen van fysiotherapie aan te
bieden, helpen de mensen van de kliniek de zwaarverbrande gevallen. Oefeningen
om terug soepel met de vingers te kunnen werken zijn vooral belangrijk voor het
kleine jongetje Yent u , aangezien hij recent een operatie heeft ondergaan
waarbij 2 van zijn teentjes zijn afgezet om zo opnieuw aan te naaien, maar aan
zijn hand als vingertjes. Hij moet hier nu mee leren werken en dingen vastnemen
enz. Yent-u is ook volledig verminkt, maar is toch nog steeds een levendig
jongetje. Voor alles wat hij heeft meegemaakt, vind ik het echt heel fijn om te
zien dat hij steeds nog de levenslust heeft zoals het hoort bij een 8-jarig oud
jongetje. Hij was vorige week ook op ons kamp in de kerk en houdt werkelijk van
dansen en zingen. Ondanks zijn situatie, heel fijn om te zien.
De specifieke verhalen van deze mensen waren werkelijk heel erg om aan te horen
deze morgen. Met de kerk proberen we in ieder geval deze mensen zoveel mogelijk
te helpen met de kleine dingen. De kliniek probeert voor het fysische herstel
te zorgen, maar moreel hebben deze mensen ook veel steun nodig (want zoals
eerder gezegd zijn er veel gevallen van zelfmoord met gas gecombineerd met een
aansteker ofzo, waardoor ze letterlijk ontploffen. Of waarbij zowel man en
vrouw beslissen uit het leven te stappen en elkaar in brand steken.) Daarom
geven we niet alleen cadeautjes aan de mensen (zoals meeste
liefdadigheidsinstellingen doen, en dan meestal enkel maar op dagen zoals
Kerstmis). De Wanfang kerk en vooral Che-mu bezoekt de kliniek wekelijks en
brengt altijd lekkernijen mee , maar geeft ook heel veel liefde aan de mensen.
Af en toe een knuffel, behandelt worden zoals normale mensen en veel warmte;
dat is wat ze nodig hebben. En dat zijn de kleine dingen die gewone mensen zoals
jij en ik kunnen doen , maar tegelijkertijd heel veel betekenen voor hen. Ik was blij deze mensen te ontmoeten, en
vooral omdat ik merkte dat zij blij waren dat ik gewoon bij hen kwam zitten en
hielp of ermee babbelde. Of gewoon een glimlach was genoeg om hen blij te maken
had ik het gevoel..
Daarna gingen we lunchen met Che-mu (ze heeft ons getrakteerd op de meest
lekkere, dure dingen hier, hmmm; zo genereus zoals gezegd !) en praatten we nog
wat na over wat we gezien en gehoord hadden. Daar had ik wel even een dipje omdat
je toch merkt dat er veel mensen zijn die een heel ander, minder gelukkig levensverloop
hebben dan mij. Misschien zijn er in België ook wel veel erge verbrande mensen
, maar het is het verhaal erachter. Gewoon door het feit dat ze hier wonen of
werken of weet ik veel, raken ze in zo een situatie terecht. Echt wel triest.
Maar na dat het er allemaal even uit was, kijk ik al positief uit naar het
volgende bezoek. Volgende week gaan we immers terug en krijgen we de tijd om
een beetje onze cultuur en ons land voor te stellen, zodat deze mensen ook eens
iets van de wereld te zien/horen krijgenJ
Bovendien kan je zo meer in contact met hen komen en leren ze je kennen. Wat
belangrijk is als je in de komende weken hier écht iets wil doen dat van belang
is. Een band opbouwen, en enkel en alleen al door er voor hen te zijn, een
enorme steun voor hen te zijn.
Het was een dag vol afwisseling, maar ik ben blij deze dag te hebben
meegemaakt.
Tenzij straks de tyfoon onze kerk omver blaast natuurlijk ;-) Maar laat ons
hopen dat het gebouw stevig genoeg is.
In alle geval is het weeral na middernacht en dus hoog tijd om te gaan slapen.
Al wordt het een onrustige nacht , niet zozeer omwille van de tyfoon, maar wel
om het feit dat we daarjuist een dikke(zo groot als een kleine kat) , rode (?!)
RAT gespot hebben aan de meisjeskamer ! Eikes pfff.
En aangezien de kamer gewoon afgesloten is met gordijnen, zit de schrik er toch
wel dik in
Aan de kakkerlakken ben ik ondertussen al gewoon geraakt. Het is wel
verschieten als je ze in de badkamer ziet ( het zijn er van zo een 10 cm lang)
, maar oke. Dan klop je ze gewoon weg/dood.
In de keuken vind je ze ook meestal terug ; meestal zie je er een stuk of 5
rondkruipen. Maar in deze warmte , en waar eten te vinden is, is dat
normaal.Spijtig genoeg.
De rat daarentegen pff. Die kan toch vermeden worden vind ik. Maar de mensen
hier hebben het niet zo nauw met hygiëne. De koelkasten zitten vol met eten dat
ofwel al heel lang geopend is, ofwel rot is, ofwel ja.. er gewoon ingepropt is.
Dus zo netjes ziet het er niet uit. Gelukkig krijgen de klanten veel groenten,
en die zijn wel vers elke dag (door ons propertjes gewassen enz). Maar soms
kunnen ze vis kiezen, en als ze natuurlijk na 2dagen plots zo een vis vanonder
de frigo halen vanop de grond, en deze dan gewoon bij de rest smijten in de
koelkast.. is het niet verwonderlijk dat de ratten hier rond lopen.
Ach, laat ons hopen dat ze niet onder onze gordijnen kruipt & dat de wind
niet door de ramen breekt & dat er morgenvroeg ergens eten in huis te
vinden is.Dat is al veel. En ook dat de
tyfoon niet te lang aanhoudt, zodat we tegen de avond terug buiten kunnen om
eten in te kopen !
Voila,
Dit was de blog weeral voor vandaag.
Hopelijk snel tot een volgende keer. En allen bedankt om
geïnteresseerd te zijn in wat ik te vertellen heb en voor de steun J
Vele groetjes
Kelly
(PS: fotos kunnen niet op de blog geplaatst
worden, maar ik tracht gauw een alternatieve oplossing te vinden zodat jullie
ook in beeld mee kunnen genieten van mijn avontuur)
Het is een tijdje geleden, maar naarmate je de
hieropvolgende leesvoer verorberd zal je merken dat het inderdaad een drukke
week geweest is.
Na het schrijven van vorig bericht in Shanghai, heb ik nog enkele uurtjes op
een bank geslapen tot ik wakker werd door het helse getetter van ongeveer 200
Chinezen/Taiwanezen. Gelukkig waren zij niet allen passagiers van mijn vlucht.
Ongeveer de helft van hen hadeen vlucht
net voor de mijne en dit met dezelfde vliegtuigmaatschappij alsook aan dezelfde
gate, wat dus vrij verwarrend was voor
mij. Uiteindelijk klonk mijn vluchtnummer dan toch door de luidsprekers en na
een dubbelcheck bij omstanders , was ik er zeker van dat ik het juiste
vliegtuig betrad. Echter, veel heb ik niet gemerkt van de hele vlucht. Nog voor we opstegen (watnog een hele tijd duurde aangezien we een
halfuur vertraging hadden, zo bleek achteraf) viel ik in slaap en pas wanneer
ik het voelde daveren onder mij doordat het landingsgestel de grond raakte,
ontwaakte ik.Dit met een halfuur
vertraging dus. In ieder geval was ik blij met dit schoonheidsslaapje,
aangezien de man naast mij echt letterlijk naar ajuinen stonk. Geen idee hoe iemandshele lijf zo naar ui kan rieken, maar ik ben
allezins content dat ik zijn geurtje niet hoefde op te snuiven. Maar terug naar
de landing.
Na de slapers uit mijn ogen gewreven te hebben, kon ik uitstijgen en de 34°C
meteen rondom me voelen. Enkel de aanduidingen in het engels miste ik rondom me.
Gelukkig is de afbeelding van een koffer overal dezelfde en kon ik me richting
bagage begeven. Tot plots het koffer-symbool verdween van de borden. De eerste Taiwanees
in men hele leven die ik aansprak en het
was meteen duidelijk: engels is niét hun favoriete taal. Hij stuurde me van de
gang naar het toilet naar de gang naar uiteindelijk een immigration area ,
waar ik dan via gebarentaal kreeg te verstaan dat de baggageband zich op de
benedenverdieping bevond. Maar eerst diende ik de koortsmeter te passeren
(dit om te checken of ik geen gevaarlijke hogekoorts-ziekten het land
inbracht)alsook de immigratie zone. Dit
laatste zorgde wel voor een lange wachtrij achter mij, aangezien de man mij
vroeg allerlei papieren in te vullen over een visum dat ik niet had, over medereizigers
die ik niet had en over een job die ik niet heb. Hoewel ik dit meerder malen
herhaalde, kwam de boodschap niet over en zei ik dus uiteindelijk maar yes
yes, I have a job and I have family here . Wat blijkbaar plotseling in orde
bleek te zijn, waardoor hij eindelijk mijn paspoort wou bekijken. Opnieuw 10
minuten wachten en opnieuw 10 vragen; maar na 100? keer van mijn foto naar mij
naar mijn foto te kijken, besloot hij het op te geven en gewoonweg aan te nemen
dat de persoon op mijn paspoort wel degelijk de persoon was die voor hem stond.
Het was een hele opluchting toen ik merkte dat de enigste 2 valiezen
die nog op de band rondtoerden, de mijne waren. Eindelijk met al mijn gerief in
Taiwan. Nu nog de contactpersoon van de organisatie vinden. Een beetje paniek
wanneer ik niemand zag, maar na halfuurtje wachten werd men naam afgeroepen en
vonden we elkaar. Met de bus werd ik naar een metrostation gebracht (mensen
liepen kris-kras door elkaar, echt overal; nog nooit zo een hectische drukte
gezien in een metrostation) en vandaaruit reden we naar het dichtstbijzijnde station
bij men verblijfplaats. Van daaruit was het nog even bergop wandelen met al de
baggage, maar ik had twee vriendelijke jongens bij me die me hielpen.
Volledig bezweet kwam ik aan in de kerk( waar ik werk en slaap) met een 10-tal
mensen die me vriendelijk begroetten. Meteen werd ik mee uitgenodigd aan tafel
en voor ik het wist werd er een kommetjes vol paarse rijst en rare groenten in
men handen gestopt. Uit respect heb ik dit braaf opgegeten, maar sommige dingen
sla ik in de toekomst toch liever over..
In ieder geval waren ze allemaal vriendelijk, maar slechts enkelen (andere
jongeren, vrijwilligers zoals mij) spraken engels , en dit slechts op een laag
niveau. Communicatie was bijgevolg heel
moeilijk, waardoor ik niet wist wat te doen. Uiteindelijk kreeg ik toch een
matras toegewezen, mocht ik een douche nemen en kon ik, na nog enkele mensen
ontmoet te hebben, eindelijk onder de
lakenskruipen. Het was een vermoeiende
trip dus viel ik, ondanks de hitte ( je kan het vergelijken met een sauna;
alsof er dag en nacht stoom wordt geproduceerd) en de muggen, in een diepe
slaap tot wanneer de wekker afliep om 8u.
Eerste keer ontbijt in Taiwan. Schok 1. Heel de winkel ligt
vol met warme maaltijden, zoals hamburgers, rijst met stoofvlees enz.Wat dus het normale ontbijt is voor de
mensen hier. Mijn maag keerde meteen om. Uiteindelijk vond ik toch een klein
schapje waar een soort cake-jes op lagen, dit met vanille pudding of een soort choco in.
Vanaf dan mijn favoriete schap in elke winkel. De drankjes die je erbij krijgt
zijn meestal brikjes die soyamelk of thee bevatten. Tegenwoordig is een soort
citroendrankje mijn favoriet geworden. Maar zelfs al vind je Fanta of
Nestea(+/- Ice Tea) , het smaakt echt totaal verschillend van hier. Alles eigenlijk.
Maar je went eraan.
Om 9.00-9.30u start de werkdag hier in de kerk (die er
overigens niet uitziet als bij ons; het is een gewoon, simpel gebouw, onderaan
een appartementsblok, met een kamer ingericht met een podium en
muziekinstrumenten voor de mis op zondag).In de kerk bevindt zich ook een restaurant, waar we elke dag de lunch
moeten voorbereiden en de klanten bedienen tussen 11.30 en 13.00u. De mensen
die hier komen, wonen in deze wijk en hebben meestal een klein inkomen. In de
kerk kunnen zij dan een deftige maaltijd voor weinig geld krijgen. Naast alle vrijwilligers
van onze organisatie AIESEC, zijn er ook nog enkele oude vrouwtjes die komen
helpen. Zij zitten bijvoorbeeld aan de kassa.
Wijzelf bereiden de groenten en het fruit voor; bv. het schillen, snijden en
wassen van bamboe, mango en tal van andere lokale producten waarvan ik de naam
niet ken of niet kan onthouden wegens enkel een Chinese naam. De dames van de kerk bereiden de groenten
alsook het vlees, de vis en de rijst. Alles wordt dan tegen 11.30u op een soort van
buffet geplaatst en de klanten kunnen dan kiezen wat ze op hun bord willen.Tze
mi fan or pay fanmoeten we dan zeggen, waarbij we vragen of ze
respectievelijk paarse rijst of witte rijst willen. De paarse rijst is witte
met één of ander zaad gemengd waarvan ik de smaak niet meteen kan thuis
brengen. De klanten wijzen dan enkele
groenten aan die ze willen en kiezen ook een hoofdgerecht. Meestal kip, maar
soms ook vis (met kop en al). Daarnaast
drinken ze ook nog een soort erwtensoepje, gemaakt van het vocht van de
gekookte rijst, wat gezond blijkt te zijn voor de weerstand.
Wij met AIESEC hebben ook een cocktail uit de grond gestampt, die de kerk kan
verkopen. Zo maken zij meer winst, die naar allerlei projecten gaat waarmee de
kerk behoeftigen helpt of kinderen opvoedt.
Achter de shift in het restaurant, mogen we de restjes opeten
als lunch en hebben we even vrij. Rond 13.30u dienen we dan deel te nemen aan
een activiteit die opnieuw verband houdt met de liefdadigheidsprojecten. De ene
keer houdt dit in koken met kindjes, een andere keer is dit zingen met de
bejaarden enz. Voorlopig heb ik enkel gekookt met de kindjes (+/- 5 jaar) ,
stuk voor stuk schatjes.Tijdens de
kookles leren ze ook engelse woordjes, bv. de ingrediënten. Op woensdagnamiddag
moeten we ook onze eigen cultuur delen met hen, zoals typische tradities en de lokale
keuken. Volgende week is het aan mij om België te vertegenwoordigen dus
chocolade en bier gaan alvast vernoemd worden.
Bovenstaande schets van de job, is het normale verloop hier voor de weekdagen.
Maar voorbije weekend werd er een speciaal zomerkamp georganiseerd door de
mensen hier voor de kinderen uit het dorp. Het was een 3dagen-durend kamp
waarin spelletjes werden gespeeld, toneeltjes werden opgevoerd maar ook veel
werd gezongen, voornamelijk religieuze liederen aangezien het een christelijk
kamp was. Deze liedjes zijn niet zoals het typische kerkkoor ze bij ons zou
zingen, maar zijn best vrolijk en melodieus waardoor ze, zelfs in het chinees,
heel aanstekelijk waren en ik na de 20ste herhaling al wat mee kon
brabbelen. De eerste dag van het kamp was nogal vermoeiend, aangezien we van
9-22u moesten deelnemen en de activiteiten enkel in het chinees waren. Het is
nogal uitputtend om elke keer te vragen wat ze bedoelen en met veel moeite een
paar zinnen vertaald te krijgen in het engels, maar de tweede dag hielden de
organisatoren van het kamp meer rekening met ons en konden we een fijne
bijdrage leveren , onder het mom van Kelly Lao Chi oftewel Juf Kelly.
De derde dag van het kamp, zaterdag, werd afgesloten met
veel fotos en dansjes etc om 17.00u waardoor we nog een hele avond voor ons
hadden om eindelijk een deel van de stad te ontdekken. Nr.1 van de to do-lijst
was Taipei 101; een 508meter hoge
toren, die je in een 37-tal seconden naar de 89ste verdieping
brengt. Als je niet tijdig slikt, zitten je oren helemaal vast.Eens met de metro aangekomen, waren we
helemaal in de ban van het uitzicht van de stad s nachts: overal lichtjes en
overal torenhoge gebouwen. Van casinos tot banken tot businessgebouwen tot
winkelcentra. Maar Tapei 101 stak er bovenuit, een reus van een toren en binnen
in een van de meest luxueuze shoppingcenters ooit gezien. Louis Vuitton,
Chanel,Dior, Gucci, .. echt elk luxe merk had er zijn plekje.
En met zijn 5 verdiepen en roltrappen overal, was het een doolhof om in het
shopping gedeelte de ingang te vinden van het werkelijke toeristische deel : de
lift in het midden van de toren.
Propvol toeristen, maar ook Taiwanese inwoners werden we tegen 60.4 km per uur
naar boven getransporteerd. Een beetje klagend over de duizeligheid stapte ik
uit, maar al gauw werd ik sprakeloos toen ik doorheen de ramen uitkeek over het
prachtige Taipei at night. Je had een mijlenver uitzicht, 360° en overal
prachtige verlichte gebouwen. Taipei is
zijn naam als hoofdstad waardig. Op foto is het zicht altijd iets minder, dus
ik hoop dat ik de beelden goed in mijn hoofd heb opgeslaan, zodat ik dit
uitzicht nooit vergeet aangezien het echt wel prachtig was om te zien.
Na de toerist te hebben uitgehangen, gingen we een hapje
eten met een Japanse jongen die we hadden ontmoet en brachten samen een bezoekje
aan de grootste boekenwinkel in Taiwan. Helaas enkel Chinese boeken.Ondertussen was het alweer 23.00u en besloten
we terug huiswaarts te keren, aangezien we zeer moe waren van de 3 lange dagen
kamp.
Uitslapen zat er echter niet in, aangezien de priester van de kerk ons graag
had verwelkomd in zijn mis op zondagmorgen. Het misboekje was in het Chinees
dus wist ik niet echt wat er gezegd werd, maar dat het anders was dan bij ons,
daar was ik zeker van. Ze zingen heel veel , lachen allen en vertellen verhalen
alsof ze topacteurs zijn. Brood word ook
letterlijk verdeeld en iedereen krijgt een klein glasje wijn. Na de mis geeft
iedereen elkaar ook een hand en wensen ze elkaar veel geluk toe. Het is
eigenlijk een vrij vrolijke bedoening, waardoor je echt graag naar de mis zou
gaan. Een tip voor België ;-)
Veel ouderen maar ook net wat kinderen woonden de mis bij en gingen vooraan op
het podium elk hun ding doen, zoals bv. een eigen gebedje meedelen met daarin
vooral wensen alsook uitingen van dankbaarheid voor wat ze die week allemaal
hebben mogen beleven. Veel mensen halen hier echt veel steun uit, omdat het
veelal personen zijn met een zware ziekte of verlammingen of gehandicapten,
alsook kindjes die van kop tot teen verminkt zijn door een brand of psychische
stoornissen hebben doordat ze gebeurtenissen zoals de zelfmoord van hun ouders
enz hebben meegemaakt. Je ziet ze dan echt heropleven als ze kunnen zingen en
bidden tot God, waardoor ik echt wel veel respect opbreng voor de mensen die
deze mis en al deze projecten in de kerk mogelijk maken.Na de mis ontmoette ik ook een vrouw die zei
dat ze een matras geschonken had aan de kerk, wat uiteindelijk de matras bleek
te zijn waarop ik elke nacht slaap. Dus gaf ik haar een hand en dankte haar
heel hard (aangezien dit de enige matras is voor de 8 mensen die hier
verblijven),waardoor zij voor mij een heel gebedje deed om me heel veel geluk
toe te wensen alsook moed en hoop en liefde. Ze heeft me zelfs al beloofd een
zitje vrij te houden naast haar volgende week zondag, hihi.
In de mis werden ook alle jarigen van juli gevierd met als
afsluiter een heuse taart na de dienst. Achter dit toetje waren we voor de rest
van de dag vrij. We besloten de zoo van Taipei te bezoeken, maar na een dikke 6
uur er verbracht te hebben, waren onze voetjes moe en lieten we een derde van
het park voor wat het was. De typische taiwanese dieren hadden we gezien en ook
het bewonderen van de pandas was een deel van deze fauna&flora ervaring. Bovendien
moesten we ons haasten wouden we de zonsondergang nog zien vanuit de bergen.
Immers, naast de zoo bevindt zich de Gondola, wat een soort gondelbahn is,
net zoals in Oosterijk bv. Een kabellift brengt je in een 30-tal minuutjes naar
Maokong, wat letterlijk geen kat betekent.In Maokong bevinden zich enkel een paar toeristische eetplaatsen en een
paar tempels om te bezichtigen. Daarbuiten vind je er zo goed als geen mensen,
enkel een bepaald soort kleine gemeenschap
die boven in de bergen thee-plantjes kweken op de velden.Je kan deze rustgevende omgeving bezoeken en
er thee kopen, wat veel wordt gedaan omwille van zijn uniekheid. Ik ken niet
veel van thee, maar als je in Taiwan bent en een thee-fan bent, moét je deze
thee, die nergens anders te verkrijgen is, geprobeerd hebben naar het schijnt.Wij zagen enkel de zonsondergang terwijl we
met de kabinetjes omhoog tussen de bergen werden gebracht, dus misschien gaan
we later nog eens terug om de velden te bezoeken overdag.
Aangezien het al laat was, konden we niet meer met de kabellift terugkeren en
dienden we een bus te nemen.Misschien
heb ik het nog niet vermeld, maar Taiwanezen zijn werkelijk zot van wachtrijen,
echt overal staan ze mooi in de rij en zijn er speciale voorzieningen om een
wachtrij te volgen. En dit was niet anders toen we verteld werden de bus te
nemen om terug te keren. Echter, een rij zoals deze had ik niet verwacht :
zonder te overdrijven, minstens 150 mensen stonden aan te schuiven voor de bus.
Je kon een 50-tal meter wandelen vooraleer je aan het einde van de rij kon
aanschuiven. Dus na een 5-tal bussen en een uur later, konden we eindelijk
plaats nemen in een overvolle bus die doorheen de bergen naar de stad beneden
raasde. Opnieuw was het rond middernacht vooraleer we in de kerk toekwamen en
nadat iedereen gedouchet had (want elke dag opnieuw is iedereen kletsnat en
moeten we 1 douche delen) , konden we een paar uurtjes slapen vooraleer we weer
moesten beginnen aan de shift in het restaurant.Zucht. Maar goed nieuws, in de namiddag stond
er een leuke uitstap gepland met de organisatoren van het kamp dat do-vrij-zat
had plaatsgevonden. Leuke mensen die de stad kennen, waardoor we vast en zeker
niet verloren konden lopen en toch mooie plekjes konden ontdekken.
Meer hierover morgen, want het was een lange brief en alweer 01.30u hier,
De wekker een laatste keer snoozen om 3.32u om dan toch maar
op te staan voor de allerlaatste dingen in de rugzak te proppen. Maar
voorbereid zoals altijd, was dit op 5 minuten gefixt en waren we ready to go !
Onderweg ontbeten alsook een welverdiend dutje gedaan (ik
althans; geen zorgen, dit geldt niet voor de chauffeur) en zo , na een vlotte
rit, toegekomen in Frankfurt Airport.Zaventem is er niets tegen.Na
wat zuchten en zoeken toch overal eens rond kunnen kijken, een laatste keer kunnen
genieten van de Belgische (Mc Donalds) frietjes en ook de check-in gevonden.
Dat laatste had iedereen gekund: simpelweg de langste rij vol Chinezen zoeken
in de hal. Het gekwetter stak mij al volop tegen; hopelijk zijn de Taiwanezen
iets minder welbespraakt ( al is dat hoogstwaarschijnlijk valse hoop).
Na wat gedoe over mijn visa en afscheid genomen te hebben
van papa , kon ik vlot door de douane en naar mijn gate om daar nog een laatste
uurtje op Europees vasteland te vertoeven.
Gelukkig zag ik hier en daar enkele niet-Chinezen en hoopte dan maar dat ik
daar naast terecht ging komen. En hoop doet leven: ik had een plaatsje naast een Franse jongeman:
rustig, vriendelijk en bovendien best aantrekkelijk (wat het toch net iets
aangenamer maakt, geef toe )
Ondanks van links veel getater (een hele familie, druk in de
weer met wisselen van plaatsen en dit gedurende, jawel, heel de vlucht), kon ik
in het hoekje toch miniem in stilte genieten, samen met mijn Frans model: van
het uitzicht (door het raampje he), een filmpje of mn Ipod. Aldus lag ik
gauwweer in dromenland.
Bijgevolg vloog de10uur en 25 minuten
durende vlucht voorbij en ben ik uiteindelijk,natwee keer een maaltijd
voorgeschoteld gekregen te hebben (waardoor mijn darmen nu eerlijk gezegd toch
wel rare geluiden beginnen te maken ; god mag weten wat ze in die omelet
gestoken hebben), aangekomen in Shanghai Airport. Ditmaal is Frankfurt er niets
tegen. En dat geldt niet enkel voor de grootte, maar ook voor de controle. In
de transferzone werd er meteen een zware madam op mij afgestuurd, zwaar
beladen met allerlei toestellen om mij, letterlijk, van kop tot teen te
onderzoeken.
Uiteindelijk geen probleem, maar China is niet het meest
hartelijk-verwelkomend-land, laat dat duidelijk zijn. Maar dan kunnen ze nog zo
streng zijn, ik heb het toch maar mooi voor elkaar gekregen dat ik stiekem mijn
fruitsapje heb meegesmokkeld ;-) Watzich op de eigenste moment zonder mijn medeweten in mijn rugzak bevond
en dus pas achteraf bleek, uiteraard. Maar aangezien ik hier nog 5 uur moet
zitten nietsen zonder Chinees geld, en ik dus anders noodgedwongen dorst zou
moeten lijden, leek me dat best gerechtvaardigd.
Nu nog de jetlag overleven, mijn vlucht naar Taipei halen,
mijn valiezen daar terug te zien krijgen, er iemand van AIESEC tegenkomen, naar
mijn accommodatie vervoerd worden en alles komt in orde ! (Lijken jullie dit
ook nog ontelbaar veel voorwaarden? L
) Ik hou er alvast de moed in en kijk uit naar een schitterende ervaring !Alvast een goeiemorgen over een uur of 6 voor
jullie allen.
Taiwan is een eiland in Oost-Azië, een soevereine staat die zich formeel de Republiek China noemt. Als politieke entiteit bestaat de Republiek China vooral uit het eiland, maar ze heeft ook de eilanden die vlak voor de kust van het Chinese vasteland liggen onder controle.Tot het einde van de Tweede Wereldoorlog werd Taiwan internationaal vooral als Formosa aangeduid en was het een Japanse kolonie.