Esthetica

30-11-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

Javier Marín en Wim Delvoye palmen Kunstberg in

Enkele dagen geleden installeerde Wim Delvoye zijn zeventien meter hoge ‘Tour’ op het dak van het Paleis voor Schone Kunsten. De gotische toren krijgt intussen gezelschap van enkele gigantische sculpturen van de Mexicaanse kunstenaar Javier Marín (°1962).

Maríns project kadert in de feestelijkheden rond de 200ste verjaardag van de Mexicaanse onafhankelijkheid en de viering van honderd jaar revolutie. Een paar maand geleden konden de Brusselaars in dat kader een stadsverdieping hoger, namelijk aan de Gulden Vlieslaan, al kennismaken met het werk ‘Nuestros Silencios’ van zijn landgenoot Rivelino.

Net als de majestueuze reuzen, die hun reis intussen verdergezet hebben naar Duitsland, reizen de sculpturen van Marín heel Europa rond. Na onder andere Madrid, Milaan en Den Haag is Brussel aan de beurt. De installatie ‘Van 3 naar 3’ van Javier Marín spreidt er zich uit over meerdere locaties.

Negen ruiters

Vertrekpunt is de grote hal van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten. De twee gigantische ronde sculpturen zijn volgestouwd met menselijke lichamen. Of toch delen ervan. Buiten op het Koningsplein en het Museumplein liggen nog enkele sculpturen, zoals het gigantische vrouwenhoofd voor de Koninklijke Kapel.

Al spreken vooral de negen ruiters die nog een stadsverdieping lager, aan het Albertinaplein, opgesteld staan tot de verbeelding. Hun kleur verdeelt hen in ensembles van drie, waardoor ze als het ware een drie-eenheid vormen binnen het geheel. Op de achtergrond torent het stadhuis boven de huizen uit. Bovendien vormen de ruiters een broodnodig artistiek tegengewicht voor de gigantische bloempotten die sinds kort aan het Centraal Station staan.

Japanse architectuur

In de schaduw van de ruiters ligt de B-gallery, een initiatief van de stad Brussel. De galerij wil jonge plastische kunstenaars via een tentoonstelling en een publicatie een springplank bieden. In het kader van de Zomer van de Fotografie stelt Sarah Van Marcke (°1984) er haar werk tentoon.

Van Marcke exposeert foto’s van haar reis langs architecturale sites in Japan. In haar beelden onderzoekt ze de positie van het menselijke lichaam in de architectuur van onder andere Kenzo Tange en Tadao Ando. Ze integreert voor haar typisch Japanse objecten als halftransparante paraplu’s en witte handschoenen. Ook in de video, die ze samen met Thierry Vandenbussche creëerde, spelen die paraplu’s de hoofdrol.

Elien Haentjens

b. - activiteit: Expo

-          Museum voor Moderne Kunst – BRUSSEL

-          woensdag 10 november 2010

-          Ik bezocht deze tentoonstelling samen met mijn opa.

-          Motivatie: Ik heb deze tentoonstelling gekozen omdat ik niet veel weet over kunst. Mijn opa is kunstenaar en ik dacht dat hij mij hier veel over zou kunnen vertellen. Daarom heb ik hem gevraagd om samen met mij een museum te bezoeken. Hij stelde verschillende musea voor. Ik heb gekozen voor een museum met verschillende kunstenaars in plaats van één kunstenaar omdat je dan verschillende artiesten kan zien. Ik was benieuwd en verwachtte dat ik een overzicht zou krijgen van de moderne kunst.

-          Voorkennis: Ik kende bijna geen enkele artiest die ik in het museum te zien kreeg. Voor het bezoek ben ik op de site van het museum gaan kijken en vond daar de tijdelijke tentoonstelling van Reinhoud en Jules Schmalzigaug. Van de namen Ensor en Delvaux had ik al gehoord. Mijn voorbereiding bestond erin dat ik er met mijn opa over gesproken heb en wat boeken heb kunnen inkijken zodat ik toch wat namen van kunstenaars kende en wat ze gemaakt hebben.

 

 

c. bespreking.

 

Het bezoek aan het Museum voor Moderne Kunst in Brussel was meer dan de tentoonstelling bezoeken.

Het begon al toen wij het Centraal Station uitkwamen en de Kunstberg opliepen. De Kunstberg is eigenlijk de verbinding tussen de boven - en benedenstad. 

Bij het begin van de Kunstberg zagen wij grote ruiterbeelden en later op het koningsplein grote beelden van hoofden van mensen. Ze waren groot en in een rode kleur. De hoofden liggen of staan op hun kop. Ze bestaan uit verschillende delen die aan elkaar gezet zijn met plaatjes.

De ruiters stonden op grote pilaren en waren in 3 verschillende kleuren.

 

Ik ontdekte dat deze van Javier Marin waren.

Hij is een Mexicaanse beeldhouwer. Mexico viert in 2010 tweehonderd jaar onafhankelijkheid en honderd jaar revolutie. Voor deze gelegenheid werden het hele jaar talrijke evenementen in en buiten Mexico georganiseerd en worden de beelden van deze kunstenaar in Brussel op openbare plaatsen tentoongesteld.

 

In het museum zelf zag ik ook nog beelden van Javier Marin. Omdat deze beelden zo speciaal waren heb ik voor een artikel van deze kunstenaar gekozen. Het valt me op dat al deze beelden menselijke figuren zijn. De mens staat in zijn werk centraal. De beelden zien er heel klassiek uit, maar met hedendaagse uitdrukkingen op hun gezichten. Mijn opa zei dat het barok was. Zijn werken zijn uitgevoerd in brons, marmer of kunsthars. Ik zag er ook 2 grote cirkels ongeveer 5 meter hoog. De cirkels zijn opgevuld met stukken van menselijke figuren: armen, benen, hoofden, …De stukken zijn aan elkaar vastgebonden met ijzerdraad. Ook hier zie je weer uitdrukkingen op de gezichten. Ik heb gelezen dat hij deze cirkels associeert met een Azteekse Godin Chalchihuitl, de godin van de rivieren, meren en het oprijzende leven. Hij wil hiermee onze tijd weergeven met de vluchtige jacht naar schoonheid en de angst voor plotselinge vernietiging.

 

Het artikel in a. zegt dat de beelden een artistiek tegenwerk bieden voor de bloempotten aan het Centraal Station. Hier ga ik volledig mee akkoord. Deze beelden zijn voor mij echte kunst, de bloempotten zijn voor mij een versiering van de straat.

 

In het museum was er een permanente tentoonstelling en nog nog 2 tijdelijke tentoonstellingen nl. van Reinhoud D’Haese, een beeldhouwer en van Jules Schmalzigaug.

Reinhoud heeft vooral beelden gemaakt in koperen platen die in de juiste vorm geslagen werden en aan elkaar gelast werden.

Bij Schmalzigaug viel mij op dat sommige werken nogal druk waren met veel beweging. Mijn opa zei dat dit tot de stroming van het futurisme behoorde en dat dit in Italië ontstaan is. Het schetsboek en de leuke geïllustreerde brief spraken mij het meest aan.

Ook het werk van Pierre Alechinsky sprak mij aan. Hij is een Belgisch kunstenaar. Wat mij opviel in zijn schilderijen zijn de kleine tekeningetjes rondom. Mijn opa zei dat dit predella’s zijn. Dit zijn kanttekeningen rond een schilderij. Vaak wordt dit geschilderd in inkt met Japanse penselen. Ik vond dit zeer mooie werken.

 

Ook een werk van Jan Fabre sprak mij enorm aan. Er was een grote bol volgeplakt met kevers ( de dekschilden)  en ook een soort kleed met kevers. Ik vind deze twee stukken prachtig.

Hij werd bekend door zijn tekeningen op vellen papier die volgekrast waren met blauwe balpen (soms ook met een ander motief erin). Hij heeft ook eens een heel kasteel beplakt met balpentekeningen.

In het Koninklijk Paleis in Brussel heeft hij het plafond en de luchters volgeplakt met groenachtige glinsterende kevers. Het waren ongeveer 1500000 Thaise juweelkevers.

In Gent beplakte hij de zuilen van de universiteitsaula met honderden kilo’s sneetjes rauwe ham. Dit lokte veel reacties uit.

 

Op mijn blog staan foto’s van kunstwerken die mij aanspraken. Mijn opa gaf de nodige uitleg. Zo kwam ik heel wat te weten.

 

 

 

 *          *          *





Javier Marin: De ruiters





Javier Marin




Javier Marin




uitvergroting vorige Javier Marin





Javier Marin









Pierre Alechinsky





Jan Fabre




Jan Fabre






Jules Schmalzigaug




Reinhoud D’Haese





Max Ernst



Jean Dubuffet


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

 

FILM : DES HOMMES ET DES DIEUX

 

 

  1. recensie uit de Knack

 

dinsdag 07 september 2010 om 17u52

Des Hommes et Des Dieux: Godverdomd

Xavier Beauvois’ mediteert over de moord op zeven Franse paters in de Algerijnse Atlas, met een sereen noodlotsdrama als gevolg.

Des Hommes et Des Dieux ****
Xavier Beauvois met Lambert Wilson, Michael Lonsdale, Olivier Rabourdin, Philippe Laudenbach, Jacques Herlin

Eerder showde Xavier Beauvois al zijn talent met het aidsdrama N’Oublie pas que tu vas Mourir (1995) en de flikkenfilm Le petit lieutenant (2005), maar nu lijkt zijn internationale moment de gloire pas écht aangebroken. Zijn vijfde langspeler Des Hommes et Des Dieux toont immers niet alleen een regisseur die zijn complexe materiaal volledig beheerst. Dit in Cannes terecht met de Zilveren Palm bekroonde doemdrama boogt ook op een exquise ensemblecast, die ontroert zonder in acteernummertjes te vervallen.

Beauvois inspireerde zich voor zijn nieuwste prent op het controversiële bloedbad uit 1996 in het Algerijnse cisterciënzerklooster van Tibhirine. Zeven Franse paters werden daar ontvoerd, vermoord en daarna ook onthoofd. De aanslag werd opgeëist door moslimterroristen maar – zo bleek later uit documenten van de Franse geheime dienst – zou evengoed het werk van het Algerijnse leger kunnen zijn.

Wie precies achter de slachtpartij zit, is echter niet Beauvois’ besogne, laat staan dat hij de moorden zelf in beeld brengt. In een observerende stijl focust hij consequent op de monniken. Het gaat hem om hoe ze met de bedreiging omgaan, hoe ze hun angsten bekampen en vooral: hoe ze samen tot het besluit komen om ondanks het nakende onheil hun roeping, hun klooster en de moslimbevolking van Tibhirine trouw te blijven.

Wat begint als een semidocumentair verslag van hun dagelijkse bezigheden en rituelen, zie je dan ook gestaag uitgroeien tot een ascetisch verpakt staaltje spirituele suspense en existentiële tragiek. Climax daarbij is de aangrijpende maar asentimentele scène waarin de paters elkaar en hun aardse bestaan stilzwijgend adieu zeggen door zich samen een glaasje wijn en wat muziek uit Tsjaikovski’s Zwanenmeer te permitteren.

Hoewel de zaak de gemoederen indertijd danig ophitste en Beauvois zijn verdoemde protagonisten tot discrete martelaren promoveert, houdt hij zich ver van religieuze polemieken. Zo blijkt broeder Christian (Lambert Wilson), die aan het hoofd staat van het klooster, even bedreven in het citeren van de Koran als de Bijbel, terwijl broeder Luc (Michael Lonsdale) zich ondanks zijn zwakke gezondheid welwillend over de lokale bevolking ontfermt. Bovendien krijgen zelfs de mujaheddin die het afgelegen klooster in de Atlas overvallen om de medicijnvoorraad te jatten de kans om hun visie te ventileren.

De voorzichtige pointe die Beauvois lanceert, is dat respect en humanisme belangrijker zijn dat eender welk dogma van deze of gene religieuze strekking, maar hij doet zonder daarvoor het preekgestoelte te betreden. Finaal openbaart Des Hommes et Des Dieux zich dan ook eerder als een doordachte meditatie over (zelf)opoffering, postkoloniale stress en de cathartische kracht van sobere cinema dan als een sensatiegeil noodlotsdrama vol pathetische poeha. Amen!

Dave Mestdach

 

  1. gegevens over de activiteit

 

-          activiteit : film ‘des hommes et des dieux’

-          gaan zien in Brussel, in de UGC-de Brouckère

-          op 24/09/2010 om u.

-          met mijn mama en haar partner

-          Ik wilde naar deze film gaan kijken omdat de partner van mijn mama deze gezien had en hier heel enthousiast over was. Het is omdat de opdracht een activiteit kiezen is die je normaal gezien niet zou doen, dat ik voor deze film heb gekozen.Ik wou openstaan voor iets anders. Ik zou nooit uit mezelf naar een film over monniken zijn gaan kijken.

Daarom was het ook een uitdaging voor mij.

-          Ik wilde naar deze film gaan kijken omdat ik van de partner van mijn mama gehoord had dat hij heel goed was en dat je hem absoluut gezien moest hebben. De film werd ook druk besproken in kranten, tijdschriften en op het internet. Dat maakte me nieuwsgierig. ik verwachtte een mooie film te zien en een film waar je eens moet bij stilstaan.

-          Ik had geen enkele voorkennis, noch over het onderwerp, noch over de acteurs, noch over de regisseur. De partner van mijn moeder was wel al naar de film gaan kijken, had de film sterk aangeraden, maar wilde niets over de inhoud zeggen. Hij zei enkel dat we de film absoluut gezien moesten hebben. Ik weet alleen dat het een Franse film was. Ik heb de trailer bekeken om iets te weten te komen over de sfeer en de inhoud van de film.


 

 

  1. bespreking

 

De recensie meldt dat de filmmaker vooral wil tonen hoe de monniken met de bedreiging en hun angsten omgaan.Zo vind ik ook dat de twijfel en de angst van de monniken in de film sterk naar voren komt : ze twijfelen tussen blijven in hun klooster in Algerije of het dreigende geweld ontvluchten en dus naar Frankrijk terugkeren.Ondanks de twijfel blijven ze inderdaad trouw aan hun geloof.

Dit wordt mooi in beeld gebracht: alle monniken zitten rond de tafel en stellen elkaar de vraag wat ze gaan doen. Ze hebben elk wel een andere reden waarom ze zouden blijven of vertrekken.De ene wil blijven omdat niemand op hem wacht, de andere wil vertrekken omdat hij ziek is of zoals Jean-Pierre zegt: Depuis quand on obéit aux armes…

Uiteindelijk beslissen ze dat het nog te vroeg is om te vertrekken en zullen ze bidden. Deze scène werd heel mooi verfilmd: de rust en stilte die dit fragment uitstraalt is aangrijpend en de uitdrukkingen op de gezichten van de paters: je voelt de twijfel en ziet de angst. Het is alsof je er middenin zit. Ze respecteren ook elkaars reden waarom ze al dan niet zouden vertrekken en oordelen hier niet over. Er is geen discussie en ze proberen elkaar niet te overtuigen. Iedereen mag zijn zoals hij is.

 

In de recensie staat dat respect en humanisme belangrijker zijn dan godsdienst. Er wordt in de film niet geoordeeld over een godsdienst.De paters komen goed overeen met de moslimbevolking. Er is wederzijds respect en dat is belangrijker dan de godsdienst op zich. Er is ook respect  voor rituelen die bij deze religieuze strekkingen horen. De paters wonen zelfs een besnijdenisfeest mee. Zoals de recensie vermeldt, citeert broeder Christian zowel de koran als de bijbel. De filmmaker stelt zowel de katholieken als de moslims in de eerste plaats als mensen voor met hun twijfels, hun zekerheden, hun angsten, en al hun gevoelens. Dan zie ik welke godsdienst je ook hebt, elke mens dezelfde gevoelens heeft. In de film is er een gesprek tussen een moslimmeisje en een pater over liefde.

De monniken verzorgen ook een moslimterrorist. Hier zie je ook dat in de eerste plaatst de mens telt.

 

Het artikel spreekt van de observerende stijl, een semi-documentair verslag. De film is inderdaad heel traag en rustig en volgt het leven van de monniken. Je staat op en gaat met ze slapen. Deze handelingen worden telkens weer herhaald in de film.De stilte en rust in de film zijn zoals de rust van het kloosterleven.Het is zoals de recensie vermeldt gefilmd in een observerende stijl. Je volgt de monniken in hun dagelijkse leven.Je zit precies in het ritme van het leven in een klooster: het werk in de tuin, de gebeden en kerkdienst met de rituelen en gezangen, de maaltijden.(ze eten ook frietjes).Wat niet in het artikel vermeld werd, is dat er prachtige landschapsbeelden in de film voorkomen die ook een groot stuk van de sfeer uitmaken. Amedée, de oudste pater, zorgde af en toe voor grappige momenten in de film. Door zijn manier van handelen en mimiek. Hier moest ik soms om lachen.

 

Een ander element dat de sfeer in de film bepaalt, is het feit dat er bijna geen instrumentale muziek in de film voorkomt. Er wordt wel veel gezongen door de monniken.Enkel wanneer dit echt nodig is  wordt er muziek gespeeld. Zo wordt op het moment, wanneer de monniken weten dat ze het niet zullen overleven, het Zwanenmeer van Tsjaikovsky gespeeld. Dit was voor mij een aangrijpend moment. Het deed me denken aan het laatste avondmaal. Het is een film die aanzet tot denken.

 

 

*          *          *




















>

Blog tegen de wet? Klik hier.
Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs