Noël, het hoofdpersonage, wordt verhoord op het politiebureau door een ex-commissaris. Verder in het verhaal wordt duidelijk waarom Noël verhoord wordt; hij is namelijk een seriemoordenaar. Hij heeft drie mensen op gruwelijke wijze vermoord.
In het begin van het verhaal lijkt Noël een zeer aardige man; het enige waar hij zich aan stoort, zijn de buren die zeer vaak bidden want het zijn moslims. Hij kan zijn buren horen bidden want de muur tussen de twee huizen is niet goed geïsoleerd. Wanneer ze bidden kan Noël niet snel genoeg uit huis zijn.
Eén van de mensen die hij vermoordt, is een notaris die hij leert kennen nadat Camilla, een goede vriendin, gestorven is. Hij ontmoet de notaris wanneer hij langs gaat voor zijn deel van de erfenis. Hij vermoordt de notaris nadat er een ruzie uitbreekt tussen hen: Noël en zijn dochter willen geld hebben, maar de notaris wil dit niet geven.
Op het einde van het verhaal dringt het tot Noël pas door dat hij een seriemoordenaar is en dat hij waarschijnlijk voor een lange tijd de gevangenis in zal gaan. Noël heeft echter geen spijt van zijn daden en hij is ervan overtuigd dat zijn vrouw, zijn collega en de notaris dood moesten omdat het slechte mensen waren.