Om 11.15 stapte ik in de auto, ik wierp
nog een laatste blik op villa Pincestraat 2 en zwaaide naar mijn
paard dat nietsvermoedend in de wei stond. Al snel verliet ik de
Zwevezeelse bodem voor de laatste keer in 5 maanden. In Lichtervelde
de trein op richting Charleroi. De West-Vlaamse velden zou ik ook
niet snel meer terug zien. Aangekomen in Charleroi begon de
miserie zoals de meeste Erasmusstudenten ze waarschijnlijk wel
kennen. Teveel bagage, teveel handbagage dus het werd een half uurtje
puzzelen over hoeveel ik nog aankreeg om mijn zakken wat te
verlichten. Na mijn handbagage bij iedere controle in het metalen
rekje te moeten duwen van de security -handbagage mag maar een
bepaalde afmeting hebben-, ook ik vond de zak er zelfs verdacht groot
uitzien, scheurde ik hem bij het eruit trekken. Daag mooie
bacardizak. Met een strakke rugwind stond ik in een goeie 2 uur in
porto en rond 18.30 lokale tijd stapte ik de metro op. 'Proxima
paragem-next stop Aliados' deed me van mijn stoel springen en na
enkele meters sprong de riem van de bacardizak, kschoep dus nooit
meer promotuig uit de Defoo mee, en mocht ik een kilometertje
armspieren trainen. Ik kwam aan een klein schamel deurtje met het
nummer 260 erboven, zocht rond voor een bel maar vond niks, dus dan
klopte ik maar aan. De deur zwaaide open en ik werd verwelkomt door
een mix van nationaliteiten. Ze stelden me voor om mee aan tafel te
schuiven en dat aanbod sloeg ik niet af na een dag waar mijn maag
enkel een cola en een broodje parma te zien had gekregen. Van het
Portugees verstond ik geen bal maar het eten smaakte zo goed dat ik
daar nauwelijks op lette. Jurrian was zoals verwacht een nogal
moeilijke naam voor de Portugese uitspraak dus het duurde niet lang
voor er iemand een bijnaam had. Vanaf nu noem ik dus ook John en
Travolta kwam daar dan bij als extratje. 's Avonds deden we dan
een cafeetje waar ik kennismaakte met het portugese bier dat
verrassend goed was, verre van Belgisch maar ik had het veel erger
verwacht.
Op donderdag deed ik wat inkopen om de eerste dagen
te overleven en leerde nog wat meer volk kennen van het kot hier. De
koten hier zijn aan de vuile kant, maar de sfeer en de zon maken al
heel wat goed. 's Namiddags gingen we naar de zee, een prachtig
uitzicht en voor de eerste keer in mijn leven zag ik eens golven die
golven zijn. Ze spatten uiteen tegen de rotsen op het strand en we
deden onze schoenen af om er eens in te lopen. Het water was ijskoud
dus na twee keer erin te lopen hadden we het toch wel een beetje
gehad. De unief last surflessen in binnen een maand ofzo en ik zal
dus proberen om terug te keren als een surfboy. 's Avonds was er een
feestje voor de Brazilianen omdat die zaterdag terug naar huis keren.
Daar maakte ik kennis met de gitaarkunsten van Henrique, die zo
ongeveer alles kan spelen wat je vraagt, hij kijkt wel een beetje
scheel maar tis een talentje. De huisbaas, die verrassend jong is om
Andre te noemen, vertelde ondertussen dat hij een trip plant naar de
hoogste berg van Porto in het carnavalverlof en dan gaan we daar gaan
skieen als de sneeuw er nog ligt. Daarna nog eens uitzetten naar de
Piolho en een RnB feestje gaan doen. Na menig crackhead tegen het
lijf te lopen en 2,5EUR te betalen voor een schamel 20cl pintje dan
maar naar huis want ik had vrijdag een afspraak met mijn
promotor.
Vrijdag schooldag, en na een uur verkeerde bussen
nemen kwam ik uiteindelijk aan op de ISEP, Instituto Superior de
Engenharia do Porto. Na wat rondtjolen vond ik de Erasmusdienst en
mijn promotor kwam me dan een kwartiertje later halen. Een korte
rondleiding en dan wat praten over mijn eindwerk. Vijf dagen op zeven
mag ik in het labo slijten, ik had eigenlijk gehoopt op vier zodat ik
wat zou kunnen rondreizen maar niks van. Tzal wel zo lukken ook. Mijn
werk kadert in een doctoraat dat gisten gebruikt om zware metalen uit
afvalwater te filteren. Ik moet de levensvatbaarheid van de gisten in
verschillende concentraties lood onderzoeken. Soares, mijn promotor
dus, zei:For the next few months, this yeast is going to be your
pet, treat it well. 's Avonds kookten de Braziliaanse meisjes
en dronken we caiperinho,dat bestaat uit cachaca, een
rietsuikerdestillaat, met citroensap. Henrique en Igor vertrokken
daarna richting Brazilie, Martha nam het vliegtuig richting Polen.
Zaterdag verhuis ik dan naar de kamer van Martha. Aja, het is hier
een goeie 15 graden dus dat is ook in orde:). Groeten uit Porto