'Aanhouden, allemaal,' gilt de overwerkte chef van de Gentse flikken. Hij zegt dat tegen Jos die aan de telefoon hangt. 'Waarom hangt gij daar zo?' 'Waar?' 'Aan die telefoon?' 'Omdat gij me gebeld hebt, chef.' 'Ja natuurlijk, excuseer.' 'Waarom allemaal tegelijk chef?' 'Wat tegelijk?' 'Wat ge zojuist vroeg, tegelijk aanhouden, chef.' 'Heu...wel zo..., ze hebben die Frank Mores in Parijs geklist en na de bekentenissen van die Jan Multi wil ik de zaak volledig oplossen. Ik heb Punaise gevraagd om ook die Ann aan te houden, en die Erwin, en die Erik Palmboy. Ik wil een doorgedreven ondervraging met foltering en alles erop en eraan, om de waarheid te kennen zegt de chef. 'Folteringen? Is dat nog toegelaten in onze democratie, baas?' 'Neen, jongen, maar ik ben het zat, en ik haal die Brusselmans vanuit de kliniek er ook bij. Confrontaties wil ik. Genoegdoening. Die pastoor Bonte komt ook en die Donderwiet in zijn rolstoel. Resultaten wil ik zien.' Oei en oei denkt Jos, onze chef gaat een gevaarlijk pad op. Hij lijkt erdoor te zitten. 'Moet u niet wat rust nemen, chef? durft Jos beleefd vragen. 'Neen, morgen zijn Punaise en Speurneus terug. Die doen alle ondervragingen. Ik vertrek naar Luxor, een zware missie die ik zelf uitvoer om jullie, jonge collega's te sparen. Het wordt zeer gevaarlijk!' 'Krokodillen in de Nijl, baas?' vraagt Jos en durft glimlachen, de baas kan het immers niet zien. 'Wie weet Jos? En waar sturen ze me heen met die valies vol geld? Misschien de droge en hete woestijn in, zonder water.' Maar de chef weet wel beter. De gangsters hebben voor hem een volledige Nijlcruise geboekt, op de Ramses Prestige, een mooi schip, en hem een vliegticket gestuurd, business class. Maar dat houdt hij liever voor zichzelf. Morgen al vertrekt hij, om 11.00 uur, vanuit Zaventem. Vijf uur vliegen. De flikkenbaas ziet het zitten. Wat is dat toch met die half-corrupte politiechefs?
TaniaMania Episode 97
Commissaris Punaise en zijn collega Speurneus hebben op vraag van hun chef een aantal verdachten ondervraagd. Folteringen pasten ze niet toe, ofschoon hun overwerkte chef dit suggereerde. Die chef vliegt nu richting Luxor in Egypte, met een valies vol geld. Gerust is hij er niet in, maar zo een Nijlcruise van zeven dagen ziet hij wel zitten. Op de kosten van die gangsters nogwel. In de grote vergaderzaal van het politiegebouw heerst een drukte. De verdachten die aangehouden en opgeroepen zijn zitten rond de grote ovale tafel en luisteren naar commissaris Punaise, die de leiding heeft. 'Dus meneer Jan Multi, wat u ons vertelde komt hier op neer: U heeft een gans opzet georganiseerd om de boekenverkoop van de heer Brusselmans drastisch te verhogen en hem tegelijk een internationale bekendheid te geven. Een mediastunt met een geveinsde ontvoering. Klopt dat?' 'Ja commissaris,' is het droge antwoord. Punaise vervolgt: 'De allerbeste manier om van onze langharige schrijver een wereldfiguur te maken en aldus zijn boeken in vele landen vertaald te zien en zijn boekenverkoop te vertienvoudigen?' 'Klopt,' mompelt de miljonair. 'U hebt hiervoor dus een volledig draaiboek opgesteld, met een aantal medestanders, met de uitgeverij en met medeweten van de schrijver en zijn vrouw Tania?' 'Inderdaad commissaris, zij waren op de hoogte van het opzet, niet van de details weliswaar. Herman en Tania wilden geen details kennen. Zodoende konden ze op een natuurlijke manier reageren als het zover was en de buitenwereld gemakkelijker om de tuin leiden. Maar u, commissaris Punaise had van bij de aanvang uw twijfels over de oprechtheid van Herman, al bij zijn eerste ondervraging.' 'Inderdaad Multi, mijn intuïtie laat mij zelden in de steek.'
Op het politiebureau voert de chef een gesprek met één van de kidnappers. Boos legt hij de telefoon neer en roept een medewerker. 'Jos, jongen, krijg nu wat. Het toppunt van arrogantie!' gilt de nerveuze flikkenchef. 'Die mannen zijn zot geworden. Nu moeten we de rest van die pakketten met geld naar Luxor brengen!' 'Waar is dat chef? Ergens in Wallonië?' 'In Egypte Jos, aan de Nijl.' 'Wat? Zo ver. Mag ik dan gaan chef? Punaise en Speurneus zijn bezig in Parijs.' 'Daar moet ik over nadenken Jos, en onze premier raadplegen, ik wil geen diplomatieke problemen met die Moebarak. Ze hebben beneden op de stoep een valies geplaatst zegde die gangster aan de telefoon. Ga eens kijken of dat klopt Jos.' De chef laat zich in zijn zetel wegzakken. Wat een klootzakken van gangsters denkt hij. Dat moet een internationale bende zijn die met ons de spot drijft, ons flagrant bij ons pietje neemt. Even overpeinst hij: zouden we niet beter die Brusselmans en zijn Tania laten stikken en dat geld terug aan de minister van financiën geven? Met die financiële crisis al dat geld verprutsen aan een langharige Vlaamse schrijver die zelf veel geld heeft, is dat wel gewettigd? Neen, we gaan beter door, ik wil geen dode schrijvers verbetert hij zichzelf. Voor de lezer, even bijbenen: De chef heeft ondertussen, buiten ons weten, de man die beweert Brusselmans te zijn met professor Zwijgnicht in contact gebracht en na een DNA test staat het als een paal boven water: hij is echt Herman Brusselmans. De flikken hebben ondertussen ook al die flat boven dat café uitgekamd waar de schrijver een tijdje opgesloten zat. Ze hebben daar wel een slapende en dronken zware jongen, Steven genaamd, gevonden maar die beweert nooit van een Patricia Temmerman gehoord te hebben en kent geen Brusselmans meldde hij.
TaniaMania Episode 95
Dit nieuwe feit brengt de chef weer in verwarring en doet hem opnieuw twijfelen of de man in de pyjama en met de kale kop wel degelijk de waarheid sprak. Toen professor Zwijgnicht, bij wie Herman een tijdje onderdook, de chef op de hoogte bracht dat hij een geheimzinnig telefoontje van Tania De Metsenaere kreeg was het hek van de dam. Die dam deed de chef aan de Aswan-dam in Egypte denken, niet ver van Luxor. Als ik nu zelf naar Egypte vertrok met dat losgeld en er een gecombineerde werk- en verlofreis van maakte ging door zijn hoofd, waarin alles opklaarde bij deze gedachte....de Nijl, de miljoenen palmbomen, de bijbelse taferelen, de prachtige tempels en graven, al die farao-dynasties, een brok menselijke geschiedenis, cultuur tout court. Ik ga zelf naar Egypte bedacht hij, nu met stellige zekerheid, en blijf er wonen met al dat losgeld. Egypte levert toch niet uit. Ik zit op rozen.... De chef ontwaakt uit zijn dagdromen en ziet Jos daar staan, met een valies. 'Chef, die Jan Multi zit beneden en wil u spreken.' 'Wat? En over wat?' 'Hij wil bekennen zegt hij.' 'Laat hem komen, Jos.'
In Parijs duikt de man die Mores lijkt te zijn het water in, precies op de plaats waar Punaise de geldbalen dumpte. Speurneus volgt alles aandachtig, vanop de Eifeltoren. De bovenkomende duiker duwt nu twee pakketten in de graaiende handen van zijn kompaan. Nu moeten we toeslaan roept Speurneus door zijn walkietalkie en laat onhandig zijn filmcamera vallen. Die valt gelukkig niet op een toeristenhoofd maar op de harde grond en spat uiteen. Weg beelden! Nog geen twee minuten later overrompelen twee Parijse rechercheurs de mannen op de boot en nemen de pakjes in beslag. Speurneus spurt als een gek richting de boot. Je bent eraan Frank Mores, valsspeler en bedrieger denkt hij. Wat hij niet weet is dat in de waterdichte pakken geen geld zit, alleen samengeperste kranten. Anderen zijn er met het geld vandoor...!
Als hij het hotel binnenstapt en zich voorstelt aan de receptioniste haalt de commissaris zijn beste Frans boven. 'Punaise' zegt hij. De vrouw geeft hem de sleutel en mompelt een kamernummer. Eerst een miserabel liftje. Dan komt hij in een donker gangetje. Muren die om een verflaagje smeken. Veel geld hebben die kidnappers niet uitgegeven aan mijn logement denkt de commissaris. Hij had zich een ander type hotel voorgesteld. Als hij zijn duister kamertje binnentreedt geraakt hij zelfs gedeprimeerd. Zijn vensterke geeft uit op een donkere koker. Als hij het raampje opent overvallen hem zure etensgeuren. Snel sluit hij het raam. Hij kijkt omhoog doorheen de koker en ziet amper licht. Zijn auto heeft hij in een publieke parking geplaatst, vlakbij het hotel. Onder de autozetels liggen de waterdicht verpakte geldpakjes, goed weggestopt. Elke verpakking bevat één miljoen euro's. De chef had hem aangeraden die pakketten in zijn wagen te laten en er zeker niet mee rond te lopen of naar zijn hotelkamer te brengen. Als Punaise nog geen vijf minuten op zijn bed ligt rinkelt de telefoon op het nachttafeltje. 'Hallo.' 'Punaise?' 'Ja.' 'Niemand anders in je kamer?' Ze weten dat ik in mijn kamer zit denkt de commissaris. 'Neen.' 'Begeeft u om twaalf uur met de pakketten naar de Eifeltoren. Laat uw gsm in de kamer achter. In de schuif van het nachtkastje ligt een nieuw toestel. Dat neemt u mee. Onder de toren wacht u op verdere berichten.' Ik herhaal zegt de man aan de telefoon en doet opnieuw zijn uitleg. 'Begrepen?' 'Ja, ik denk van wel.' 'U zou beter zeker van uw stuk zijn, meneer Punaise, tenminste als u Brusselmans en zijn vrouw levend wil terugvinden.' Klik. Stilte. Benauwdheid.
TaniaMania Episode 93
In de overdekte parking stapt hij naar zijn wagen. Vanonder de zetels haalt hij de pakketten. Vreemd denkt Punaise, ik dacht dat ze goed weggestopt waren maar ze zijn blijkbaar verschoven tijdens de rit naar Parijs. Snel stopt hij ze in een rugzak en vertrekt richting Eifeltoren. Zenuwachtig schuifelt Punaise heen en weer.Onder de sierlijke stalen constructie, symbool van Parijs, kijkt hij in het rond. Veel Japanners denkt hij. En Amerikanen. Plots biept de gsm in zijn zak. Op het schermpje leest hij een boodschap. Rimpels op zijn voorhoofd. Nu begeeft hij zich richting de Seine en steekt de laan over. Dan daalt hij af tot aan de oever. Hij kijkt rond en ziet vlakbij een koppel toeristen. Wachten dus. Als het paar in de verte verdwijnt loopt hij naar de aangemeerde lichter. Langs de loopplank bereikt hij de boeg van het verlaten schip, haalt de twee pakketten uit zijn rugzak en gooit ze in het Seinewater. Plons. Hij kijkt onopvallend rond, zijn hoofd onbeweeglijk, met draaiende ogen, en vraagt zich af of Speurneus en andere collega's zijn bewegingen volgen en hem schaduwen, zoals de chef beloofde. Dan stapt hij terug de kade op, richting het metrostation. Hij wil zo snel mogelijk weg van deze plaatst. De Eifeltoren, symbool van nostalgie en romantiek is voor hem een slechte herinnering geworden. Speurneus, als modale toerist gekleed, heeft elke stap van Punaise en de omgeving gefilmd, vanop de Eifeltoren. Ook een tweede man schaduwt Punaise en volgt hem, vanop een veilige afstand. Een derde individu kijkt vanop de brug, vlakbij, door een verrekijker naar het cirkels op het water, waar de geldpakjes werden gedumpt. Blaasjes borrelen op het wateroppervlak. Waarschijnlijk ontsnappende lucht uit de verpakking. Ik meld dit in elk geval aan de chef denkt de man. Dan ziet hij een speedbootje, met twee mannen erin. Het stopt ter hoogte van de lichter. Eén van de mannen klimt met een touwladder op het schip. Ook Speurneus merkte dit en herkent de man. Duidelijk die advokaat Mores bedenkt hij. Wat doet die daar. Was toch verongelukt in Oostenrijk?
Na het aanstaren van zoveel leed aan een nochtans ferm geschapen mannelijk lid, nogwel dat van de beroemdste Vlaamse schrijver die ons land telt, laat de chef de arme man met begeleiding en politiebescherming naar Maria-Middelares brengen, vlak bij de deur van het flikkengebouw, een degelijk hospitaal met een gespecialiseerde afdeling seksuologie, en dat zal de arme man appreciëren. Hij blijft zichzelf Herman Brusselmans noemen, ofschoon de flikken hem niet geloven. Voor de nieuwsgierige en niet al te slimme lezer: hij is echtig-en-techtig onze Herman Brusselmans! Hij wist te ontsnappen uit dat hol boven dat café waar hij opgesloten zat. Die Patricia Temmerman heeft hij de kop ingeslagen en die dubbele meter die hem bewaakte was nonchalant geworden en zat te lang op het wc. Eens in de kliniek aangekomen wordt de schrijver met het pijnlijke klokkenspel met de grootste zorgen omringd; door schattige jonge verpleegsters verzorgd, zoals hij het graag heeft. Dat weten we immers vanuit zijn talrijke boeken. Of hij in zulkdanige toestand vroeg om hun tieten te mogen zien is ons niet bekend en trouwens van weinig belang in deze thriller, die eindelijk naar oplossingen gaat leiden. Oef.
Op de beroemde ring van Parijs ziet commissaris Punaise alle kleuren van de regenboog. Ofschoon hij geen GPS krijgt van zijn chef (die zegt altijd: Geld te kort) heeft hij er zelf één aangeschaft. Hij volgt nu nauwkeurig de instructies van de dame die hem toespreekt. Wonderbaarlijk toch zucht hij, hoe zo'n ding mij ter plaatse gidst. Zelfs enkelrichtingen kent ze en voor cameras langs de baan word ik gewaarschuwd. Als hij de stad Parijs binnenrijdt is het ongeveer acht uur 's morgens. Hij begeeft zich rechtstreeks naar het hotel dat de kidnappers hebben opgegeven: Villa Van Gogh. In de kofferbak ligt het losgeld, waterdicht verpakt.
TaniaMania Episode 91
Herman Brusselmans ligt op een bed en slaapt. Koppijn heeft hij. Veel. En kopzwevingen. Dromen doet hij, rijdend op zijn favoriete motor, met zijn Tania achter hem aan. Koersen dat hij doet, als een gek. Mijn lieverd op de hare kan me niet volgen lacht hij en kijkt om. Hij ziet geen Tania, alleen een donkere laan met bomen en mensen die over hem praten. Hij geeft gas bij, om Tania in te halen. Die rijdt voor hem en steeds verder weg, met een overdreven snelheid. 'Tania' wil hij nog zeggen, 'wat doe je nu?' Dan ziet hij weer die flikkenchef die hem niet geloofde. 'Meneer Brusselmans, kan u mij horen,' klinkt het. 'Voelt u pijn? Uw echtgenote is hier.' Wat een chaos denkt Herman. Ik moet slapen en mij ontspannen. Had ik maar niet zo'n hoofdpijn. Dan valt alles stil. Rust heb ik nodig denkt hij. Wat is er met Tania? Zit ze daar naar mij te staren? Die Punaise duwt haar nu weg, verder weg van mij. Dwaze gek van een commissaris, laat haar met rust! Te veel hoofdpijn. Mr Brusselmans bent u daar? Wie roept dat? Is dat die Jan Multi niet? Laat me gerust, allemaal, ik wil rusten....In zijn hoofd hoort hij: Mores, we moeten ingrijpen, liefst onmiddellijk. Laat alles in gereedheid brengen. Ik wil Sofie erbij en Erik. Wat komt die Palmboy hier doen denken de hersens van Brusselmans. Dertig centiliter om te starten. Tot welke groep behoort die man? Temmerman kan zijn vrouw begeleiden. Toch niet die gekke Patricia! Eerst ik, nu mijn Tania? Neen en neen wil de geteisterde schrijver roepen maar zonder enig geluid. Stilte in een duistere wereld vol onheil. Wat kan het mij schelen? De man slaapt nu rustig in....
De chef kijkt ernstig omwille van de weinig flaterende aanspreektitel die Herman Brusselmans gebruikte. Dan lacht hij luidop: 'En ik ben Luc De Flo. Collega, wat kan ik voor u doen?' Jos kan niet laten te zeggen: 'En ik ben Jan Cremer.' 'Jos, niet overdrijven,' waarschuwt zijn chef. De magere stoppelbaardman herhaalt schor: 'Ik ben echt Brusselmans. Waar is mijn vrouw?' 'Uw identiteitskaart graag,' zegt Jos. 'Heb ik niet.' 'Haha,' zegt de chef, 'slaap uw roes maar uit in onze cel jongen, morgen praten we verder.' De magere vermoeide man wrijft met zijn beide handen door zijn stoppels. 'Ik kan al de boeken die ik schreef opnoemen,' zegt hij en ratelt ze één voor één af. 'Eén boek vergeten,' zegt Jos, 'Het spook van Toetegaai!' 'Minder geslaagd werk trouwens,' zegt de chef, volgens de legende speelde een zekere Patricia Toetegaai toen in zijn hoofd. Die deerne zou zichzelf later Temmerman dopen en een eigen leven leiden.' 'Chef, ik wist niet dat ge een Brusselmansliefhebber zijt,' zegt Jos. 'Bestaat die Patricia Temmerman dan echt?' 'Natuurlijk Jos, die woonde in een wagon op eindspoor 8 in Sint Pieters. We hebben die woonwagon moeten opblazen. Ge houdt u nog maar pas met dit dossier bezig, niet? Onze commissarissen Punaise en Speurneus zitten nu in Parijs voor deze zaak, met een stuk van het losgeld voor Brusselmans.' 'Maar ik ben Brusselmans, ziet ge dat dan niet kiekens,' zegt de ongewassen, magere en tamelijk lelijke landloper zonder haar, hangende in de zetel van de chef.
TaniaMania Episode 89
'Ik heb grote honger en dorst, zegt hij hoestend en kotsend. Oeioei, mijn zetel denkt de hoofdcommissaris. 'Wie is de webmaster van uw site,' vraagt Jos en kijkt lachend naar zijn chef. 'Palmboy Erik,' antwoord de vermoeide man met schrale stem. 'Zijn familienaam kent ge niet zeker? Een bewijs dat ge ons voorliegt,' komt de chef tussenbeide. 'Ik heb twee maanden vastgezeten, ben mishandeld door een vrouw, die stalkster van mij, die Patricia Temmerman. Ik heb gaten in mijn geheugen. Acht weken lang alle dagen zes keer van bil moeten gaan, weet ge wat dat is, Commissaris?' 'De droom van elke vent zeker?' antwoordt een spottende Jos. 'Niet overdrijven Jos, professioneel blijven alstublieft!' vermaant de chef. De wildeman zakt op de grond en gilt: 'Apenkoppen, ge zijt wel de hele tijd over mij aan 't praten zulle. Dat van die spoken in mijn hoofd is voor een stukje waar, ook van die Temmerman, maar ik ben hemzelf!' 'Jaja, natuurlijk meneer Brusselmans,' antwoorden de twee flikken in koor, 'natuurlijk zijt gij Brusselmans, we zien dat toch direct aan uw lang haar en uwe pyjama.' En ze schieten in een lach. 'Ik dien klacht in,' zegt de man die ondertussen plat op de grond ligt. 'Ge gaat bij ons mogen overnachten, meneer Brusselmans,' meesmuilt Jos. 'Ga eerst naar het toilet en kuist uw voeten af. Die rieken echt naar stront.' Algemeen gelach. Wat moet ik toch meemaken denkt Brusselmans en hij begint zowaar van miserie te wenen. Tranen bollen over zijn magere kaken. 'Ik moet naar de kliniek, maar met bewaking wel te verstaan.' 'Waarom man?' 'Mijn heu.. pisseloe is gekwetst van het constant naaien in de poes, bij die Patricia Temmerman,' en Brusselmans grijpt met een pijnlijke grimas naar zijn kruis. 'Laat hem maar eens zien,' zegt de chef met tegenzin. 'Hier dan,' antwoord Herman Brusselmans. De flikken staren verbaasd en met dichtgeknepen ogen naar de wereldberoemde maar roodgloeiende en zwaar beschadigde schrijverspenis.
Commissaris Punaise is achter de hoek verdwenen. Uit het zicht van de jachthaven houdt hij even stil. Stiekem kijkt hij vanachter een geparkeerde auto, richting de jachthaven. Hij merkt dat de botenbewoner naar aanlegplaats B5 stapt en aan het nylondraadje trekt. Haha, ik heb er al eentje vast denkt Punaise. Wat stom van die man! Waarschijnlijk een handlanger van die Brusselmans-kidnappers! Van op afstand blijft Punaise het doen en laten van de man volgen. Hij merkt dat die de nylondraad verder optrekt. Is hij alleen maar nieuwgierig en geen handlanger? De draad is nu volledig boven. Aan het uiteinde bengelt....niets. De man kijkt ernaar en schudt zijn hoofd. Met een wijsvinger tikt hij meermaals tegen zijn slaap en schudt opnieuw zijn hoofd. Verdorie, miserie, dat pak geld is losgekomen, denkt Punaise. Nochtans was die draad zeer sterk en stevig rond dat geldpakketje gedraaid. Hoe kan dat in godsnaam? Die vent daar denkt waarschijnlijk dat ik een halve gare ben. Eén die losse nylondraadjes te water laat. Dedju, en dedju toch, wat ging er nu mis? Een huizenblok verder stapt hij in zijn auto en praat tegen zichzelf: nu naar Parijs, Punaise. Met je andere dure ladingen. Als hij een uurtje gereden heeft belt hij zijn chef en vertelt het gebeuren. 'We zullen die bootbewoner ondervragen, Punaise.' 'Doe dat liever niet chef, te gevaarlijk. Brusselmans zijn kidnappers zijn profs die weten wat er gebeurt en zullen weerwraak nemen op Tania als ze merken dat we onderzoek doen.' 'Punaise, we zitten in de tang, jongen. Ik stuur Speurneus ook naar Parijs als backup en laat je schaduwen door een paar mannetjes, heel incognito, Punaise, je zult het zelf niet eens merken, dus die gangsters ook niet.'
TaniaMania Episode 87
Midden in de nacht strompelt een magere man met stoppelhaar en in pyjama door de straten van Gent. Met zijn blote voeten trapt hij regelmatig in een drol en vloekt dan dat het klettert. Hij kijkt angstig om zich heen als wordt hij gevolgd. Maar de nachtelijke Gentse straten zijn leeg en daar is hij blij om. Het regent en nattigheid druipt van zijn graatmager lijf. Wat verderop zit de chef van de Gentse flikken in zijn warm bureel, te praten met zijn medewerker Jos. Beiden kijken papieren in. Die kregen ze toegestuurd via een koerierdienst vanuit Serfaus. Elk blad zit in een doorzichtige folie als bescherming. Stukken zijn zwart geblakerd, andere delen staan nog vol leesbare tekst. 'Ik begrijp niets van wat ik hier lees, Jos.' 'Ik evenmin, chef. Volgens mij is dit geen levende taal maar één of andere codetaal?' 'Waarschijnlijk wel, Jos. Ik lees hier wel namen, kijk, Mores staat hier, en daar Multi, maar achterstevoren geschreven.' Jos bekijkt de fragmenten die zijn baas hem toont en zegt: 'Goed gezien chef, u hebt daar oog voor!' 'Jos, deze documenten zijn van grote waarde in onze zoektocht naar de verdwijningen van Herman Brusselmans en zijn vrouw Tania De Metsenaere. Maak copieën en geef ze aan onze specialisten, die ontcijferen die tekst in geen tijd.' Beneden in het politiegebouw komt een wildeman in pyjama binnengestormd. De half ingeslapen loketwachter ziet hem passeren en roept: 'Hé, gij daar, hier moet ge zijn, niet naar boven!' De man met de blote strontvoeten (vanwege de drollen) en met het stoppelhaar negeert alles en vliegt de trap op, achternagezeten door de flik. Boven aan de trap heeft hij hem beet. De chef en Jos volgen het gebeuren. 'Wie bent u, man?' vraagt Jos, 'waarom in pyjama en op blote voeten, in het putteke van de winter? Zijt ge dakloos?' De man licht plat op de buik en schreeuwt: 'Ik ben Herman Brusselmans. Zien jullie dat niet, klootjesvolk?'
'En geen letter hierover, aan niemand, akkoord?.' 'Oké euh...' 'Je wordt toch niet gevolgd door die commissaris Punaise of één van zijn mannetjes?' 'Neen, ik merk toch niets,' antwoordt de vrouw met een klein stemmetje. 'Goed zo meisje, we zijn goed bezig. Laat je bericht maar. Salut voor nu.' De jonge vrouw zucht, neemt een blad met rare letters en cijfers en begint een onleesbaar berichtje in te tikken. Allemaal voor die baas van mij, denkt Mieke Bos, omdat ik er zo zot van ben dat ik onnozelheden uithaal, niet eens goed wetende waarom. 'Jij domme gans' hoort ze zichzelf zeggen. Voor haar hangt een foto van een man op skiën. 'Haar Frank' suist door haar verliefd hoofd.
Bij het krieken van de dag stapt een eenzame wandelaar langs de kade van plezierjachthaven Portus Ganda. Hij lijkt onverschillig verder te lopen maar in werkelijkheid speurt hij de omgeving af naar beweging. Vanop de ballustrade kijkt hij naar de boten. Aanlegsteiger B5, waar is dat? Hij kent het plannetje van de aanlegsteigers en de nummering uit zijn hoofd. Gisterenavond bestudeert. Geen mens in de omtrek te bespeuren. Het is nog donker. Gelukkig onbewolkt en volle aan. Dan daalt hij de trap af naar het poortje van de aanlegsteigers. Met zijn electronisch pasje opent de stevige draaddeur. Hij stapt door, het pakje vastgeklemd onder zijn arm. Op steiger B5 maakt hij de nylondraad vast aan het kastje van de walstroom en laat het pakje behoedzaam in het water zakken. Ondertussen loert hij rond of er geen pottenkijkers zijn. Maar niemand te zien. Nachtelijke stilte. In de verte ziet hij een auto over de brug rijden. Een vroege vogel die op weg is naar zijn werk denkt hij.
TaniaMania Episode 85
Vanop een vijfenveertig voet motoryacht, naast ponton B5, komt plots een man tevoorschijn. Hij kijkt door het open zijraam van zijn boot. Met een slaperige stem vraagt hij aan Punaise wat die daar doet, midden in de nacht? 'Sorry vriend, dat ik u wakker maakte.' 'Heb je hier iets te zoeken?' vraagt de ongeruste schipper. 'Heu, antwoordt Punaise, 'ik heb een boot gekocht en heb bij de havenmeester een steiger toegewezen gekregen. Ik was op weg naar mijn werk en dacht: ik ga eens even kijken waar die gehuurde steiger precies ligt.' 'Zozo, binnenkort een nieuwe booteigenaar erbij, leuk.' 'Euh..ja.., maar wat doet gij 's nacht op die boot?' 'Het is wel mijn boot vriend, ik woon erop, al een vijftal jaren, vandaar.' 'Oh,' zegt de commissaris, 'kan dat in België? Op een plezierboot wonen?' 'Inderdaad man, maar ik wordt snel wakker als iets in het water beweegt dat ongewoon is.' 'Ongewoon?' 'Ja, onnatuurlijk geklots in het water doet me ontwaken. Tevoren werkte ik op de lange vaart. Leer mij de geluiden en bewegingen van vaarwaters niet kennen, vriend!' 'Ach zo,' is alles wat Punaise kan uitbrengen en wil daar zo snel mogelijk weg. Ik word waarschijnlijk in 't oog gehouden van ergens uit de omringende gebouwen. Als ik lang met deze schipper praat lijkt dat verdacht. Brusselmans niet in nodeloos gevaar brengen werd gebriefd op het commissariaat! 'Ik moet u laten, hoge tijd om me naar het werk te begeven.' 'Tot ziens dan als je boot hier zal liggen. Welkom zou ik zeggen, botenkameraad.' 'Ja, dag dan,' en Punaise stapt op. 'Welk pontonnummer heeft de havenmeester je toegekend?' roept de man achterna. Punaise doet alsof hij hardhorig is en stapt flink door...
'Sinds ik die gestolen papieren van Jan Multi gelezen heb, ben ik erg in de war!' 'En dat ge die belangrijke papieren dan kwijtspeelt, Punaise toch, onachtzaam en erg dom van u' 'Weet ik chef, het zal me niet meer overkomen. Ik maak tegenwoordig backups van backups van elke backup.Ze hebben mij niet meer liggen.' 'Maar ge ligt toch nog altijd op mijn Persische tapijt hé Punaise,' zegt een glimlachende chef, 'gaat het al wat beter na uw flauwte?' 'Zeker chef. Wanneer precies is Evelyne ontsnapt uit dat huis van Donderwiet?' 'Wie is Evelyne?' vraagt iedereen in koor. 'Mijn vrouw, kiekens.' 'We dachten dat ze Maris heette?' 'Ja, Evelyne Maris heet ze. Is dat zo moeilijk, kiekens?' 'Ach zo,' antwoorden ze in koor. 'Gisteren, tegen de avond is ze weggelopen,' zegt de chef, 'en nog iets Punaise, ge moet uw collega's niet beledigen en voor kiekens uitmaken, ge zijt er zelf één!' Punaise kijkt bedrukt en zegt: 'Dan is mijn vrouw allicht op weg naar huis.' Gemengde gevoelens overspoelen hem. Plots klinkt de rode telefoon op het bureel van de flikkenchef. De baas neemt op. 'Hallo' 'Wij hier, die over leven en dood van Brusselmans en co beslissen,' hoort de chef een onsympatieke stem zeggen. Een plotse droogte teistert zijn keel. Onwillekeurig denkt hij terug aan het gelijknamige boek van Brusselmans. 'Het eerste geldpakket bezorgt u morgenvroeg in Portus Ganda, de Gentse haven voor plezierboten. U bevestigt een lange nylondraad aan het pakje en maakt die vast aan steiger 5 B, vlakbij het motoryacht Le Golf II. Het pakje laat u zinken tot op de bodem. Begrepen?' 'Ja.' 'Wij willen slechts één enkeling zien, geen patrouilles en zeker geen pers. En geen geintjes uithalen of Brusselmans en de zijne worden gekeeld.' Klik. Einde gesprek. 'Alles opgenomen?' vraagt de chef. 'Jazeker,' zegt speurneus.
TaniaMania Episode 83
In de politiekamer heerst een beklemmende stilte. Dan neemt de chef het woord. 'Wat een vreemde wijze van handelen hebben deze kidnappers. Volgens mij zijn het getrainde professionals. Punaise, wat denkt gij?' Voor de commissaris iets kan antwoorden rinkelt de rode telefoon opnieuw. De chef ziet er opgejaagd uit en doet teken aan Speurneus om de bandopnemer in te schakelen. 'Hallo,' zegt nu een andere stem, 'twee pakjes brengt u tegen komende zaterdag naar Parijs. U logeert in hotel Van Gogh. Een hotelkamer is reeds besproken op naam van Punaise. Daar wacht u op verdere instructies. Begrepen? Geen dwaasheden uithalen of Tania De Metsenaere haar mooi keeltje wordt overgesneden. Compris?' Klik. Weer knikt Speurneus naar de chef die diep inademt en dan blaast. 'Man, wat een gedoe zeg. Is dit een internationale samenzwering tegen Brusselmans?' Iedereen blijft bewegingsloos en zwijgt als vermoord. Punaise is rechtgekropen. 'Ik ga naar huis. Mijn Evelyne zal er waarschijnlijk al zijn.' 'Hebt ge uw slot niet gewijzigd toen ze eruit trok Punaise?' 'Neen.' 'Maar jongen toch, straks haalt ze uw kot leeg. Ge hebt toch geen papieren van uw politiewerk thuis liggen hé?' 'Niet dat ik weet,' antwoordt Punaise. 'Men kan nooit voorzichtig genoeg zijn,' zegt de chef. Wat de grote baas van de Gentse flikken niet weet is dat alles wat hij zegt afgeluisterd wordt door een ongure figuur.
Ergens anders in de Gentse binnenstad: 'Dag Mieke, je belt toch met het toestel dat ik je gaf?' 'Zeker, euch....ja...' 'Mijn naam niet vernoemen, Mieke, zoals afgesproken. Akkoord?' 'Oké dan...goed...' zegt ze aarzelend. 'Heb je nieuws van hem?' 'Jazeker.' 'Dan niet langs deze weg vertellen, meid, te riskant! Stuur een sms'je in onze codetaal, naar hetzelfde nummer. Dan neem ik weer actie.'
'Als Brusselmans dood zou zijn dan erft zijn vrouw Tania toch alles?' zegt iemand van de medewerkers. 'Veel kans dat die ook dood is,' antwoordt de chef. Nu komt Punaise tussenbeide. 'Chef, u bent zeer negatief in dit dossier vind ik. Ik denk persoonlijk niet dat het echtpaar Brusselmans dood is. Het zou zelfs kunnen dat ze ons bij ons pietje hebben en een kloot aan 't af trekken zijn, terwijl wij hier zitten met onze miserie. 'Punaise, wat een taal man?' 'Ik heb het verwoord zoals een Herman-Brusselmans-in-vorm het zou doen, chef.' 'Nu terzake alstublieft! Hebben we al meer nieuws uit Leiden in verband met de aanslag op Dorus Donderwiet?' 'De Nederlandse collega's zeggen dat ze geen bewijzen hebben dat het een aanslag was. Het kan een ongeluk zijn met die nieuwe Mercedes. Met die dure wagens kan dat zegt een autokenner. Te veel electronica op mekaar gestapeld. Als die faalt durft er al eens iets fout gaan. Zoals een kortsluiting.' 'Hoe vergaat het die Donderwiet?' 'Die ligt in een komma, pardon coma. Afwachten dus. Wel hebben ze ondertussen huiszoeking gedaan bij Donderwiet. Bleek dat er een vrouw opgesloten zat in één van zijn kelders. Die kloefkaffers van Hollanders hebben die vrouw gewoon laten gaan, nadat ze zegde dat het maar een onschuldig spelletje was met haar vriend Dorus.' 'Hebben we een persoonsbeschrijving van die vrouw?' wil Punaise weten. 'Ja, hier, zelfs een foto van haar, gekregen van de Leidense politie. Die vonden ze in de kelder.' zegt een medewerker. 'Mag ik die eens zien?' vraagt Punaise. Terwijl de commissaris de foto bekijkt wordt hij langzaam lijkbleek. De anderen bemerken dat en vragen in koor: 'Gaat het Punaise, ge ziet plots zo grauw en groenachtig?'
TaniaMania Episode 81
'Kent ge die vrouw misschien?' 'Kiekens..,' brabbelt Punaise. 'Heet ze Kiekens? En hoe nog?' vraagt de chef. 'Neen kiekens, dat is mijn vrouw,' stamelt Punaise en zakt in mekaar, de grond op. 'Ze heet dus toch wel Kiekens niet?' 'Neen kiekens, ze heet Maris,' stamelt Punaise terwijl hij verder onderuit gaat. Gelukkig ligt er goeie ouwe parket, met Persische tapijten erbovenop. Punaise valt dus relatief zacht. Terwijl hij verder neerzijgt denkt hij: waarom heeft die chef in zijn bureau zo'n chique tapijten liggen? Speurneus kiepert een fles water leeg in het aangezicht van collega Punaise. 'Laat hem wat bekomen,' zegt de chef, 'wij gaan ondertussen verder.' 'Chef, die gelden zijn klaar en verpakt. We wachten nu op bericht van de afpersers.' 'Goed zo Neus. En al nieuws uit Serfaus? Over die verongelukte wagen van Frank Mores?' 'Ja chef, ze hebben niets kunnen vinden, alles kapotgebrand, geen sporen. Wel een metalen kistje in de kofferbak gevonden. In dat kistje zaten documenten. Die zijn gedeeltelijk verkoold maar stukken zijn nog leesbaar. Die documenten worden nu opgehaald door één van onze mensen.' 'Tussen haakjes, is die Mores eventueel toch ergens opgedoken?' 'Volgens zijn assistente Mieke Bos, geen teken van leven meer gegeven.' 'Die Mie Bos, moeten we die niet ondervragen over het doen en laten van die Mores?' 'Ik vertrouw van nature geen advokaten, chef,' zegt een bijkomende Punaise die nog altijd op die Persische tapijt ligt. 'Nog iets dat ik raar vind chef.' 'Wat?' 'Die uitgeverij van Brusselmans gaat een nieuw boek presenteren in Gent, einde maart. Mijn haar is lang zou het heten.' 'Business as usual zeker?' replikeert de chef. 'Hoe kan dat boek nu af zijn? Als die Brusselmans al sinds einde vorig jaar spoorloos is, van de aardbol verdwenen!' bijt Punaise van zich af.
In Lanaken zit een blonde vrouw met een donkere bril te eten in restaurant La Butte aux Bois. Bij haar zit een man die ze aanspreekt met Erik. 'Tania,' zegt de man, 'je moet eens bellen met Herman. De tijd is er rijp voor.' Eindelijk denkt de vrouw. 'Doe het vanavond.' 'Ik begin hem te missen, Erik. Waarom heeft hij zelf nog niet gebeld? Dat was toch de afspraak, na 40 dagen.' 'Heb je goed geteld?' 'Jazeker, Erik. Ik ga nu bellen. Ik wacht niet tot vanavond. Kom mee naar mijn kamer.' Ring, ring, ring. 'Hallo.' 'Met wie spreek ik?' 'Met Zwijgnicht.' 'Professor, bent u het? Sorry, ik dacht Herman zijn nummer ingetikt te hebben.' 'Dat is ook zo. Zijn gsm ligt nog bij mij. Bent u Tania De Metsenaere?' 'Ja.' 'Ik herkende je stem. Meisje, men zoekt je al een tijdje. Weet je dat? Waar zat je al die tijd? Herman miste je erg.' 'Kan ik hem spreken alstublieft? Het is dringend.' 'Neen Tania, hij is er niet.' 'Hoe komt het dat u opneemt?' 'Zijn gsm ligt nog bij mij, Tania.' 'Hoe kan dat professor?' 'Hij logeerde bij mij.' 'Logeerde? Kan ik hem spreken?' 'Hij is weg.' 'Waar is hij dan?' 'Tania, Herman is verdwenen. Al meer dan vijf weken geleden. Men zoekt hem, en u ook trouwens. Waar zit gij?' 'Professor, niet zeggen dat ik belde, aan niemand alstublieft. Anders ben ik in gevaar. Oké?' 'Wat is er gaande, meisje, ik maak me zorgen.' 'Ik moet nu afsluiten professor. Tot later,' zegt een stotterende en wenende Tania De Metsenaere. 'Erik, alles loopt fout. Het klopt van geen kanten meer.' 'Ik weet het Tania. Jan ging het oplossen maar ik zie geen vooruitgang.'
TaniaMania Episode 79
'Brainstorming moeten we doen. Met zijn allen.' In het Gentse flikkenhoofdkwartier is het alle hens aan dek. De chef spreekt zijn adepten toe. 'Waar staan we nu, heren?' Commissaris Punaise, Speurneus en een aantal medewerkers zitten aan de ovale tafel en luisteren. 'Waar staan we nu? En hoe ver zitten we met zijn allen?' Punaise kijkt zijn baas wat onbeholpen aan, denkt wat een rare vraag en antwoordt. 'We staan in onze conferentiezaal en we zitten ongeveer een tiental meter van u af, chef.' 'Punaise, het is geen moment om plezant te doen! De zaak Brusselmans neemt al onze tijd in beslag. De pers zit er bovenop, al acht weken lang. Dit is niet langer houdbaar zegt onze nieuwe premier, de oude Van Pomruy.' 'Sorry, chef, de spanning is hier te snijden vandaar mijn poging om te ontladen.' 'Al goed, Punaise. Ik vat even samen.' De chef vangt aan met een lang discours over alle elementen uit het ingewikkelde dossier van de verdwenen Brusselmans. We gaan het hier niet allemaal herhalen wat de flikkenbaas in Gent samenvat in nog geen twee uur praten. De lezers die aandachtig waren tijdens het verorberen van de vele spannende episodes weten ongeveer evenveel dan het ganse Gentse korps tesamen. Belangrijke punten uit de chef zijn verslag gun ik u evenwel: 'Van de uitgeverijen weten we dat sinds zijn verdwijning de verkoop van zijn boeken, recente werken en oudere romans, fel gestegen is, méér dan het viervoudige. De drukkerijen kunnen niet volgen met het herprinten. Dit meldde o.a. Piet Bakker. Zelfs de oplagen van Het laatste Nieuws en de Humo zijn verdubbeld wegens de interesse van het publiek voor de columns van de spoorloze schrijver. Herman Brusselmans zijn inkomen is dus ongeveer verviervoudigd. Het probleem is dat hij geen rechtstreekse afstammeling heeft, behalve zijn hondje maar dat komt niet in aanmerking voor de erfenis.' 'Maar chef toch, wie zegt dat Herman dood is?' 'Weet ik Punaise, er is nog een kleine kans dat hij leeft.'
Jan Multi vervolgt: 'Dorus, ik heb onlangs een mini-micro gevonden in een staanlamp in mijn bureel.' 'En? Wat heeft dat met mij te maken?' 'Jouw werk is spectaculaire evenementen organiseren, voor rijke klanten , met allerlei gadgets zoals geheime microfoons en mini-camera's. Een spel om mensen te doen schrikken, te foppen en te grazen te nemen,' zegt Jan met een stuurse blik. 'Altijd onschuldig en volledig legaal en in duidelijke afspraak met mijn klanten, en met hun medewerking!' antwoordt een ijzig kille Dorus. 'Weet ik Dorus, maar de gevonden microfoon is van hetzelfde type dat gij altijd gebruikt in uw werk!' 'En dan?' 'Dorus, ik heb nog meer micro's gevonden, ook in mijn slaapkamer, aan de achterzijde van mijn nachttafel!' Jan haalt twee minidingetjes uit zijn broekzak en toont ze aan Dorus. 'Mijn vrouw vindt dat niet leuk, kan ik u verzekeren!' Jan Multi trapt bijna op zijn eigen adem. 'Ik vind dat zeer raar. Hoe komen die mini-micro's hier?' 'Dat moet ge mij niet vragen, Jan. Ge zult veel vijanden hebben zeker? Met al je geld!' antwoordt Dorus, nu ijzig kalm. 'Ik heb in de krant gelezen dat die vrouw waarmee ge kortgeleden even optrok, de echtgenote is van die commissaris Punaise! Daar schrok ik even van! Ik vind dat allemaal erg toevallig, té toevallig om een toeval te zijn.' 'Ge kent mij hé Jan, ik bijt graag en regelmatig in nieuw vrouwelijk schoon, zoals in een rijp stuk fruit!' 'Ge zijt straf met de vrouwen en in die rare dingen organiseren, Dorus, vandaar dat ik aan u denk als mogelijke dader.'
TaniaMania Episode 77
'Dader van wat?' vraagt Dorus. 'Van Tania De Metsenaere gevangen te houden! En misschien ook wel die vrouw van die commissaris. Die is bij jou niet meer gezien, maar duikt nergens anders op!' 'Hoe weet ge dat?' 'Ik heb ook mijn bronnen en detectives, Dorus.' 'Jan, als ge mij beschuldigt van dingen waar ik niets vanaf weet leg ik klacht neer.' zegt een ernstig kijkende Dorus. 'Ik verlies veel geld, Dorus. Als ik Tania in de loop der komende dagen niet kan opsporen wordt het moeilijk! Als jij daar mee te maken hebt, gaat ge dat dubbel en dik betalen! Daar kan je van op aan!' Dorus Donderwiet weet dat Jan Multi een machtig man is, en schatrijk. Hij wil daarom van onderwerp veranderen. 'Weet jij waar die Herman Brusselmans kan zitten, Jan?' Jan kijkt verrast. 'Hoe zou ik dat weten, Dorus? En daarbij...' Dorus Donderwiet onderbreekt hem. 'Wat was jij van plan met Tania Brusselmans? Wat deed die in jouw plezierpark en in jouw pokerwagon, de dag dat ze verdween? Zeg me dat eens Jan!' roept Dorus luid en hij vervolgt: 'Moet ik dat aan die commissaris gaan vertellen? Jij kan mij niets verwijten. Tania was dus bij jou toen iedereen dacht dat ze gekidnapt was? Niet waar soms?' 'Hoe kan jij weten dat Tania in mijn pokerwagon zat, Dorus? Heb je daar ook camera's en micro's weggestopt misschien?' Een aggresieve sfeer heerst in Jan Multi zijn ontvangstkamer. Ik laat mijn kasteel en alle wagons in mijn park grondig nakijken op verborgen afluisterapparatuur denkt de miljonair. Dorus staat al aan de deur als hij fluistert: 'Je hebt me teveel gezegd Jan, over Tania die bij jou verbleef na haar verdwijning. Je hangt als je tegen mij iets onderneemt.' Dorus Donderwiet slaat de deur achter zich dicht. Jan kijkt hem na, door het vensterraam. Dorus stapt in zijn nieuwe Mercedes en start de motor. Terwijl Jan zijn gsm neemt en naar het schermpje kijkt wordt de buurt wakker geschud door een enorme knal. Door het raam ziet Jan Multi een brandende auto. Rook en vlammen. Jan blijft kijken...
'Punaise, wat is de rol van die Jan Multi in de zaak Brusselmans? En de rol van die Donderwiet?' Punaise zucht. 'Hebt ge eigenlijk al ooit verder gezocht naar die fameuse Jules, die volgens wat ge bij Herman thuis aan documenten vondt, de boeken zou schrijven voor onze verdwenen Brusselmans?' 'Ja chef, ik heb in Hamme, het geboortedorp van Herman en die Jules, rondgehangen. Ik heb daar alle inwoners geïntervieuwd. Alle mogelijke pistes gevolgd.' 'Is er iets uitgekomen, Punaise?' Weer zucht commissaris Punaise. 'Zeker chef. Die Jules heeft altijd in Hamme gewoond, eerst bij zijn ouders, dan bij zijn nonkel pastoor. Hij is pas enkele jaren geleden vertrokken. Met alle hebben en houwen, en heeft geen adres achtergelaten!' 'Punaise, hebt ge met die nonkel pastoor gesproken?' 'Ja chef, aan de telefoon. Die is nu pastoor in een andere parochie. Hij zegt niets te weten over wat er met zijn neef gebeurde. Ik heb biechtgeheim zegde hij erbij.' Punaise kijkt sip en vervolgt: 'Ge kent dat hé. Die zwartrokken met hun biechtstoel.' 'Hebt ge de burgerlijke stand niet gevraagd uit te zoeken waar die Jules uithangt?' Punaise slaakt een diepe zucht. 'Ja baas, volgens de bevolkingsregisters heeft die Jules geen adres in België. Het ministerie zegde: ofwel ligt die ergens dood, ofwel is hij ingeschreven onder een valse naam, ofwel naar het buitenland vertrokken. Ik zit sloot in dit dossier.' 'Die Brusselmans moet dan toch weten waar zijn boekenschrijver woont, als die vent echt zijn boeken schrijft?' 'Waarschijnlijk wel.' 'En die webmaster van die HB site, die Erik...? Die moet toch ook meer weten?' 'Punaise zucht weer. 'Punaise, ik kan nog altijd niet geloven dat die Brusselmans zijn boeken niet zelf schrijft maar laat schrijven. Is die Herman Brusselmans dan zo een profiterende luiaard? Wat doet die dan de hele nacht? Schrijven toch, volgens de ingewijden?' Punaise zucht.
TaniaMania Episode 75
'Wat doet die Brusselmans de hele nacht? Schrijven toch, volgens de ingewijden?' zegt de chef. Punaise zucht. 'Chef, mijn contacten zeggen dat hij 's nachts zijn lang haar wast, hij zit daar elke nacht een paar uur aan te brushen! Anderen zeggen dat hij rondhangt in de Gentse cafés en in de rosse buurt en met zijn bijmeisjes in de pijp kruipt, en hen constant in de poes naait, en meer van die leuke dingen.' Punaise zucht en vervolgt: 'Schrijven schijnt een lastige bezigheid te zijn; dat zegde Luc Deflo me onlangs nog. Brusselmans laat al dat eenzame schrijfwerk aan die Jules over zeker?' 'Blijven verder zoeken, Punaise, en dat gezucht van jou werkt danig op mijn systeem!'
In kasteel Bahnhof in Leiden zitten Dorus Donderwiet en Jan Multi aan de cognac. 'Dorus, ik heb een vermoeden dat jij iets meer weet over de verdwijningen van Tania en misschien ook van Herman. Klopt dat?' 'Waarom denkt ge zoiets?' 'Jij bent de laatste maanden veel op mijn feesten geweest en hebt op die parties nogal wat rondgehangen en relaties opgebouwd. Ook met Tania en Herman heb je gesprekken gevoerd. En met Ann Demeulemeester. Ik heb zo een vermoeden, Dorus. Ik heb het recht de waarheid te kennen. Ik ben één van je beste klanten, dat weet je toch! Hoeveel evenementen hebt ge voor mij al niet mogen organiseren?' 'Waarom beschuldigt gij mij van die dingen?' antwoordt een geënerveerde Dorus. 'Dorus, ik zal je iets bekennen. Ik had Tania op bezoek in mijn treinpark, de dag nadat Herman haar verdwijning aangegeven heeft bij de Gentse politie. Zij zou daar kort blijven. Daar die commissaris Punaise onverwachts langs kwam heb ik haar laten vertrekken naar een andere bestemming. Daar kwam ze echter nooit aan. Sindsdien ben ik haar spoor bijster,' zegt Jan Multi met een verbeten blik. 'Wat voor een raar spel is dat, Jan? Zit jij in een of ander complot?' wil Dorus Donderwiet weten. Ondertussen slaat hij een zesde dure cognac van Jan Multi achterover, en kleeft in het geniep een mini-micro tegen het onderkant van de miljonair zijn salontafel.
'Speurneus en Punaise, ik heb jullie opgeroepen om iets delicaat te bespreken. Ik wil nu beroepsernst en geheimhouding van jullie beiden.' De twee speurders begrijpen dat het deze keer menens is. 'Bij drie Vlaamse kranten en twee in Nederland kwamen brieven binnen. Met steeds dezelfde tekst.' En de hoofdcommissaris leest: Aan de geïnteresseerden. Wij hebben het echtpaar Brusselmans in handen. Zoek niet naar hen, of hun dood is een zekerheid. Wij zijn bereid ze vrij te laten onder volgende voorwaarden: 1) Brusselmans zijn werken worden verplichte literatuur en kost in alle scholen van Vlaanderen en Nederland. Alle openbare en privé-bibliotheken kopen binnen de week alle Brusselmans-werken aan, telkens in dertig exemplaren, de katholieke instellingen in zestig exemplaren. 2) Een som van twintig miljoen euro wordt klaargemaakt. In kleine coupures. Twintig pakketjes van telkens één miljoen euro worden keurig gewikkeld in honderd procent waterdichte verpakkingen. Waterdichtheid is een must als u Tania en Herman nog ooit levend wil terugzien. Die paketten houdt u klaar vanaf de vijfentwintigste van volgende maand. U krijgt dus voldoende tijd om alles in gereedheid te brengen. Elke onbetrouwbare zet vanwege de politie, listen van journalisten, misstappen van enkelingen in deze zaak zullen leiden tot de onherroepelijke executie van Herman Brusselmans. Een tweede misstap vanwege wie dan ook zal leiden tot een nog vreselijker lot voor Tania De Metsenaere. Wij nemen opnieuw contact op ten gepaste tijde. Groeten." IJzige stilte.
TaniaMania Episode 73
Even is het muisstil. Zorgelijke gezichten kijken elkaar aan. Wat nu? 'Ik moet onze premier hiervan verwittigen, heren,' zegt de politiechef, 'deze zaak is te ernstig en het gaat over publieke figuren!' 'Is dat wel veilig chef?' vraagt Punaise, 'de bedreigingen zijn zeer zwaar.' 'Weet ik.' 'Waar halen we dat geld?' vraagt Speurneus. 'Uit een fonds beheerd door de overheid,' antwoordt de chef. 'Zijn die briefomslagen en brieven al op sporen onderzocht?' 'Men is er mee bezig.' 'Professionals laten zich niet vangen aan slordigheden. Ik denk niet dat ze veel gaan vinden. Afwachten. Ik ga Herman nu contacteren.' 'Brusselmans?' vraagt Punaise verwonderd. 'Neen, Van Pomruy!' 'Ach zo.' 'Ik vraag hem om volledige geheimhouding ten einde de Brusselmansen niet in gevaar te brengen.' 'Maar die brieven kwamen terecht bij kranten. Die zijn dus op de hoogte, niet?' 'Dat is het rare toch? Als die gangsters het zo stil wilden houden waarom dan via de pers handelen?' 'Goeie vragen, heren. Hebben jullie er een antwoord op?' vraagt een nerveuze chef van politie. 'We kunnen het geld alleen maar klaarmaken en afwachten. Dat is onze plicht.' 'Waarom in waterdichte verpakkingen, chef?' 'Raar niet? Het geld moet wellicht ergens op een openbare plaats gelegd worden. Beschermd tegen de regen? Bizar is het. En die eis over de bibliotheken? Een beetje cynisch niet?' Punaise komt tussenbeide: 'We moeten vanaf nu alle mogelijke verdachten in de zaak schaduwen. Op ieder van hen een mannetje zetten, chef' 'Inderdaad Punaise, en we moeten ze dringend oproepen en met elkaar confronteren. Misschien komt daar iets uit. Enig bruikbaar element.' 'Die Temmerman, kan dat mens zoiets op haar eentje georganiseerd hebben? Als wraak voor het stukschieten van haar wagon? Of enkel om het geld?' 'Dat geloof ik nooit, te simpele duif is die Patricia om zoiets op te zetten.'
In Herman Brusselmans zijn nieuw verblijf is het stil. Hij wordt goed bewaakt door die bodybuilder Steven. Even hoopte hij op een snelle redding. Op papiertjes had hij noodkreten geschreven, in onbewaakte ogenblikken. Die gooide hij door een klein klapvensterke in het toilet. In de hoop dat iemand die papiertjes met noodkreten zou vinden, lezen en de politie verwittigen. Maar de schrijver merkt nu dat de mens van nature geen papiertjes op straat opraapt, en zeker niet om te kijken wat erop staat. Klootjesvolk denkt hij. Hij is wel blij dat die Temmerman de laatste twee dagen niet meer opdaagde. Hij komt dus op zijn positieven. Hij bedacht al dat die Steven toch ook moet slapen. Als die indommelt kan ik misschien ontsnappen, denkt hij. Maar nu blijkt dat hij via camera's steeds in 't oog gehouden wordt. Die Steven wordt s'nachts afgelost door een zekere Stan, nog breder en zwaarder dan Steven. Herman houdt zich dus koest. Plots hoort hij een vrouwenstem. Temmerman haar geluid toch niet? Zeg dat het niet waar is! Het mens komt binnen maar Herman herkent haar nauwelijks. Onder het roet en met enkele stukken kapotgeschoten textiel om haar lijf. Wel sexy denkt de schrijver. Weer iets voor in mijn volgende roman! 'Hermanneke, nu heb ik wat meegemaakt zeg. Mijn woning is ontploft en in puin, door mijne rijstpap nogwel. Kunt ge dat geloven, Hermanneke?' 'Eigenlijk niet, want in de krant van vandaag staat dat kruisraketten uw woning getroffen hebben en dat ik daar zou aanwezig geweest zijn, en er niets van mij werd teruggevonden buiten een pak vuil mannenondergoed. Ze zoeken nu uit aan wie dat kan toebehoren.'
TaniaMania Episode 71
'Ik mag van de baas bij jou komen logeren en in je bedje komen liggen.' gilt Patricia Temmerman, als ze vanonder de douche komt. Zeg dat het niet waar is denkt Herman Brusselmans. Hij begint nu toch een soort inzinking te voelen. 'Steven, ik let wel op hem. Ik heb zijn ketting teruggevonden in het puin. Kijk, ik maak ze terug vast aan zijn linker poot en aan zijn bed, dan kan hij niet ver weg.' 'Ik blijf hem wel bewaken, mijn opdracht, meisje,' zegt de kleerkast. 'Ik wil wel alleen gelaten worden, de hele nacht en minstens tweemaal per dag, telkens een uur! Dan zet ge die camera's hier uit. Ik wil wat privacy als ik met mijn Hermanneke van bil ga...' En Patricia Temmerman giechelt zowaar! Bewaker Steven knikt, glimlacht en denkt: ik zet die camera's zogezegd uit en neem alles ondertussen op. Dat gaat me later een centje opbrengen, meer dan alle Brusselmans-boeken samen. Wat kan het leven van een halve crimineel soms mooi zijn! Ik wordt BV-pornoverdeler. Een gat in de markt! En vanaf nu krijg ik nog gratis live-porno ook, dankzij die Patricia, wat een schatje!
Na twee dagen verplicht verlof is Punaise al terug. Hij heeft alle uitgevers en redacteurs waar Brusselmans ooit mee samenwerkte opgeroepen. Hij wil immers een doorbraak forceren. 'Chef, zopas liep hier de eerste redacteur binnen. Die beweerde Herman goed te kennen. Hij bezorgde ons volgend verslag en vertrok weer snel. Ik lees het even voor.' 'Oké Punaise.' 'Ik zeg er wel bij dat het niet mals is voor Brusselmans!' En Punaise leest voor: Brusselmans verdwenen? Die klootzak? Met z'n vieze lange haar en z'n stomme smoel. Hoe die aan zo'n mooie vriendin is geraakt, sla me dood. Het is een vrouwonvriendelijke, seksistische, racistische, arrogante lul. Op een keer is hij komen signeren. Weet ge wat hij tegen de jonge wijven zei? 'Ik teken, als ik jullie tieten mag zien!' De vunzigaard. Ze waren er nog toe bereid ook. 'Voila, dat was het chef, proper is anders niet?' De chef grist het verslag uit de handen van Punaise en herleest het. Terwijl Punaise alsmaar doormompelt: 'Wat een vuilaard, wat een vies manneke als dat waar is!' Dan schiet de chef in een lach. 'Punaise, jongen, die redacteur heeft u beetgenomen. Dat is een tekst die Herman over zichzelf schrijft, ik herinner me dat. Hij komt uit dat fantastisch boek De Kus in de Nacht. Ik zoek het even op.' Achter de chef staat een lange rij boeken van Brusselmans. De flikkenbaas heeft die gekocht, van belastingsgeld, om meer inzicht te krijgen betreffende de persoonlijkheid van de vermiste Herman Brusselmans. 'Ziet ge, mijn boeken komen al van pas. Die poetsenbakker van een redacteur heeft dat daar uitgehaald. Hier heb ik het. Bladzijde 255, bovenaan. Lees maar Punaise,' en de chef schuift het boek door naar zijn commissaris. Maar Punaise is in alle staten. 'Volgens mij zit daar meer achter. Een hint of zo?' De hoofdcommissaris schudt zijn hoofd.
TaniaMania Episode 69
Een dag later. 'Punaise, kom onmiddellijk naar mijn bureel.' Commissaris Punaise schuifelt langzaam door de gangen van het Gentse commissariaat. Bijzonder traag beweegt hij zich voort. Hij heeft immers aan het wildskiën overgehouden: een gebroken been in de plaaster, een geforceerde nek en peesscheuren in een polsgewricht. Door het onnatuurlijk krom lopen heeft hij nu bijkomend: een geknelde zenuw in zijn onderrug en een overbelaste verzwikte knie. Verder voelt hij zich relatief gezond. Na een kwartier pijnlijk stappen arriveert hij bij zijn chef. 'Ja chef?' 'Slecht nieuws, Punaise.' 'Wat dan?' 'Van Interpol uit Oostenrijk. Ze hebben een uitgebrande wagen gevonden, in een ravijn, niet ver van Serfaus.' Punaise schrikt. 'Toch niet die wagon van Patricia Temmerman?' 'Maar neen gij! Een wagen, géén wagon! Die wagon is trouwens in gruzelementen, de resten liggen nog in die kruisrakettenkrater, dat weet ge toch?' 'Jaja chef.' 'Die gevonden auto heeft een Belgische nummerplaat. Ik heb zojuist laten opvragen wie de eigenaar is.' 'Wie is het?' 'Punaise, die auto is van Frank Mores, die advokaat uit het Gentse. In de auto zijn menselijke resten gevonden, maar heel weinig. De oostenrijkers proberen met verder onderzoek meer gegevens te verkrijgen.' 'Man, man, man, dat is dus zeker die advokaat die met Tania in hotel Furgler zat en onverwachts vertrokken is. Allebei dood?' 'Punaise, het onderzoek loopt, niets loslaten aan de pers! Die werpen er zich weer op als mestkevers en haaien, ge weet hoe dat gaat! Ik wens vanaf nu volledige stilte tegenover de pers, ook voor die Humo-mannekes geldt dat.' 'Wanneer krijgen we nieuws over de autopsie?' 'Hopelijk snel, Punaise. Waarom zijt ge zo zeker dat Tania Brusselmans erbij betrokken is?' 'Ik zag die fotos in dat hotel, baas! Zij was daar! Zo goed als geen twijfel mogelijk. Ik weet dat gij me niet gelooft, maar ten onrechte.'
'En die Donderwiet? Hebt ge daar bij hem thuis iets gevonden dat wijst op een relatie met uw vrouw, neen toch! En waar is de verdwenen advokaat Mores? En wie was die vrouw bij hem in Serfaus? Hij heeft geen vrouw, en zelfs geen relatie volgens het thuisfront!' Punaise is bijna zeker dat Tania die vrouw was, maar wil daarover niet verder discuteren met zijn chef. Die vertrouwt Speurneus immers blindelings en zou al die gegevens weer doorspelen. En dat wil Punaise vermijden. Niet erg professioneel maar misschien wel nodig om het kluwen te ontwarren. En het is ingewikkeld, ik kan het u verzekeren! 'Kan het zijn dat Herman en Tania gezamelijk zelfmoord gepleegd hebben? Dat zou veel uitleggen.' De chef kijkt nu zeer bedrukt. 'Neen en neen Punaise, ge zit fout met uw analyses. Ik neem u weg van deze zaak. Ge ziet de bomen niet meer door het bos, mijn jongen. Ik geef Speurneus de leiding over dit dossier.' 'Maar chef toch, die is volgens mij niet zuiver op de graat!' 'Punaise ziet ge nu al spoken ook? Ik geef u een week onbetaald verlof. Ga nu maar naar huis en rust wat uit van al die emoties rond de zaak Brusselmans.' 'Baas, leg me dan eens uit hoe het komt dat gisteren een nieuw artikel van Herman in de Humo stond? Als hij zich wegstopt maar wel blijft voortwerken? Dat klopt van geen kanten vind ik.' 'Hiermee ben ik het eens Punaise, ik laat dit onderzoeken door Speurneus.' Weer die Speurneus denkt Punaise. Wat heeft die caféonderzoeker wat ik niet heb? Palm? 'Aha, nog iets baas, die Palmboy, ge weet wel die webmaster van die Brusselmans-site, hoe komt het dat die sindsdien nooit meer thuis is, als ik bij hem kom aankloppen, maar wel zijn website blijft beheren? Very fishy is dat allemaal.'
TaniaMania Episode 67
'Ik word nog zot van die ingewikkelde zaak Tania en Herman Brusselmans.' De chef klopt gemoedelijk op de schouders van een Punaise die erdoor zit, maar verderpraat: 'Zouden de lezers er nog wijs uit geraken? Als wijzelf, beroepsmensen, volledig in de intriges verstrikt en verdwaald geraken. En die schrijver, die alles noteert, is die nog goed bij zijn hoofd? Veel te ingewikkeld wordt het baas! In drie delen wil die dat ganse verhaal hier afwikkelen! Tien delen bedoelt hij zeker? Ik ga wat slapen, chef. Tot later.' Een verwarde commissaris Punaise druipt af. De dooi is immers ingetreden. De chef kijkt zorgelijk door het raam. Het smeltend sneeuwlandschap ziet hij niet eens, alleen zijn medewerker, die naar zijn auto wandelt en krom loopt van de zorgen. Als Punaise zijn auto nadert schrikt hij. De deur staat open. Zijn sigarenaansteker ligt in de sneeuw. In de ronde opening op zijn dashbord zit een bundeltje wit papier. Hij grijpt ernaar, rolt het open en leest: Commissaris, indien uw vrouw voor u iets betekent, wees dan zo verstandig de ganse zaak Brusselmans te laten rusten en geen vooruitgang te boeken. U zou anders wel eens snel weduwnaar kunnen worden. Geen handtekening uiteraard. Een diepe zucht. Zijn eigen vertrouwde stem hoort hij fluisteren: 'Punaise, ze zijn u aan 't chanteren, jongen, zo ver is het gekomen.'
Na het opklaren van de Gentse lucht, merkt de anti-terreurbrigade dat ze goed werk verricht heeft . Ter hoogte van eindspoor 8 is een enorme krater geslagen. In de diepte lijkt iets te bewegen. De reeds aanwezige pers ziet een vrouwmens kuchend en vloekend naar de rand kruipen. Alle sporen rondom de krater zijn weggeblazen. Veel spoorwegverkeer kan men de komende weken en maanden in Gent niet verwachten. Patricia Temmerman is ondertussen uit haar put gekropen. Een sterk mens toch, die Brusselmans-stalkster! Buiten een roetzwart gezicht en flarden van kleren ziet ze er nog gezond uit. Als het allemaal niet echt gebeurd was men zou zich in een stripverhaal wanen! Een snelle reporter-bij-de-pinken duwt een microfoon onder Patricia haar neus. 'Mevrouw, zegt u eens? Wat zijn uw eerste indrukken?' 'Een geweldige knal hoorde ik, meneer. Ik denk dat mijn gasvuurke ontploft is tijdens mijn slaap. Mijn rijstpap stond te pruttelen op een nochtans zacht vlammeke... In mijn slaap hoorde ik het gepruttel en toen een knal....Ik maak me wel zorgen, want ik zie mijn wagon nergens meer!'
TaniaMania Episode 65
'Ik denk dat ik weet hoe het in mekaar zit, chef.' 'Zeg op Punaise.' 'Die detective Erwin heeft Herman moeten schaduwen op vraag van Tania. Tania heeft dat aan die Sofie gevraagd om geen argwaan te creëren als de shit zou uitkomen.' 'Waarom zou ze Herman niet vertrouwen, Punaise ? Hij ziet eruit als een trouwe sloeber. Als ge naar zijn foto op zijn site kijkt zoudt ge hem vijf frank geven!' 'Dat braaf uitzicht van Herman is bedrieglijk, chef. Ik denk dat Tania eruit getrokken is om Herman te laten voelen wat hij mist als ze er niet meer is. Die Ann De Kaarsmaekers werkt voor die Ann Demeulemeester en die wil Herman alleen maar pesten door haar medewerkster te steunen in het kidnappen van Tania. Die Jan Multi en die Mores zijn gewone advokaten die de zaken van Brusselmans beheren, zonder meer. Die Temmerman is een ordinaire stalkster. Die doet soms wat zwartwerk in het atelier van Demeulemeester en kent daardoor die Ann De Kaarsmaekers. Die pastoor Bonte zit er sowieso voor niks tussen, alleen een samenloop van omstandigheden. Die Donderwiet is een gewone smeerlap die mijn vrouw verleid heeft en mij nu wat wil opjutten, een soort vals machtsgevoel van de man. Eigenlijk allemaal nogal stom om daar zo een onderzoek naar te voeren.' 'Waarom is Herman dan zoek?' wil de chef weten. 'Zoals ik al zei, chef, die is in alle staten omdat zijn Tania eruit getrokken is en doolt ergens rond.' 'En waarom kreeg je dan op je PC een foto met een gemuilkorfde maar lachende Tania, vlak na haar verdwijning? En waarom wilde die Jan Multi met ons een contract sluiten om dingen te onthullen die voor de buitenwereld geheim moesten blijven?'
Eén uur 's nachts. De oproerpolitie maakt zich klaar om vanuit Sint Pieters de aanval in te zetten. Het Gents station is dicht, de omliggende wegen zijn afgesloten. Het spoorwegverkeer ligt plat. De commandant van de anti-terreur brigade bespreekt de laatste details met twee officiers. 'Is dat niet wat overdreven, een aanval op die wagon op eindspoor 8?' 'Orders zijn orders, Jef.' 'Voor één halvegare trut een heel commando-team mobiliseren?' 'Die cultuurminister, die vent die op teevee altijd begint te bleiren, hoe heet die ook weer?' 'Anciaux.' 'Juist, die nieuwe van de open S.P.A.!' 'Neen, open is de VLD. Ja, die overjaarse scoutsleider, die heeft dat geeist, Jef!' 'Waarom zeg?' 'Om die Patricia Temmerman aan te houden, haar inboedel in beslag te nemen en haar te folteren tot ze prijs geeft wat ze met die Brusselmans uitgespookt heeft!' 'Maar kruisraketten op die wagon richten, vind ik toch overdreven, chef!' 'Minister Clem, die van ons leger, wil simultaan zijn nieuw aangekochte kruisraketjes uittesten, vooraleer ze in Afganistan in te zetten. Hij grijpt deze gelegenheid om twee vliegen in één slag te slaan!' 'Ach zo!' 'Pas op: het kan zijn dat Brusselmans daar in die wagon zit, met dynamiet rond zijn midden. Dat ontploft als we ongevraagd binnentreden in die wagon! Vandaar dat we een verrassingsaanval met raketten moeten uitvoeren. Die Anciaux wil kost wat kost ons literair cultuurpatrimonium verdedigen, nu hij nog minister is. Hij wil herinnerd worden als de meest krachtdadige minister die de Vlaamse literatuur ooit gekend heeft. Een auteurverdediger tegen boosaardige anti-culturele krachten van buitenuit.'
TaniaMania Episode 63
'Schrijft die Brusselmans eigenlijk wel echte literatuur, chef? Mijn nonkel-pastoor zegt dat die halve porno neerpent, die Brusselmans. Nonkel Jozef zegt ook nog dat die schrijver zijn vrouw, Tania De Metsenaere, ongelukkig maakt, al jaren lang. Kijk maar naar die foto van Herman en Tania, op zijn eigen Brusselmanssite! Hij probeert dat hondje van zijn vrouw zelfs te wurgen, voor het oog van de camera nogwel, wie doet zoiets nu? Tenzij hij een halve psychopaat is, zegt mijn nonkel pastoor altijd.' 'Heet die nonkel van u toevallig Bonte, Jef?' 'Ja baas, hoe weet gij dat?' 'Uwe nonkel heeft in de gazet gestaan in verband met Tania, jongen. Uwe nonkel pastoor droomt ook maar rare dingen over die Tania, vind ik hoor! Ik zal u dat artikel eens laten lezen. Nonkel of gene nonkel, voor een pastoor over de schreef vind ik!' 'Laten we nu de aanval inzetten op die Temmerman en haar wagon en hopen dat die Brusselmans dat overleeft!' 'Hoe zijn we zeker dat die schrijver daar zit?' 'Commissaris Punaise heeft eergisteren een anonieme telefonische tip gekregen!' 'Ach zo!' 'Code ROOD,' klinkt door de walkietalkie van de commandant. 'Drie, twee, zero, attack.' Boven Gent worden kleine Belgische kruisraketjes afgevuurd richting Patricia Temmerman en haar wagon. Hopelijk is ze niet thuis. De nacht kleurt geel en rood. Half Gent schrikt wakker van het gedaver en de grondverschuivingen.
Dorus Donderwiet luistert mee, vanuit zijn kantoren. Al wat die Jan Multi uit de doeken doet, in café Het Grensgeval, hoort hij luid en duidelijk. Geweldig, denkt hij, met die moderne communicatieapparatuur kan een mens God spelen. Overal en altijd aanwezig zijn! Mijn zaak gaat nog groeien. In de kelder van zijn privéwoning zit een vrouw opgesloten. Ze heeft grote spijt. Haar echtgenoot, die wel nooit thuis was wegens zijn beroep, zomaar in de steek laten en onverwachts verlaten, zou ze nooit meer doen denkt ze. Tranen blinken in hun groene ogen. En dan nog voor zo'n casanova! Die haar nu opgesloten heeft, om redenen die ze niet begrijpt. Ze krijgt wel eten en drinken en alles wat een mens nodig heeft om te overleven. Hij is ook vriendelijk tegen haar en zegde reeds meermalen dat ze vrij zal komen. Maar wanneer weet ze niet. Dat zal afhangen van uw halve trouwboek en van nog enkele mensen, zegde charmeur Dorus. Was ik maar bij mijn Punaise gebleven, denkt ze nu. Tenminste een trouwe en serieuze man, die het goed meende. Maar naspijt baat niet, mevrouw Punaise! Ontrouwe vrouwen moeten, nadat ze op een ander gezeten hebben, nadien op de blaren zitten! Wie zei dat ook alweer? Eén of andere onbekende filosoof?
TaniaMania Episode 61
'Daar nu van afzien is contractbreuk plegen, volgens de wet en dat betaalt u cash, heren en dames, dat weten jullie ook.' 'Welke wegen blijven open, Jan?' wil Sofie weten. 'We kunnen Barman en Erik voor een tijdje naar Brazilië sturen.' 'Zijt ge zot Jan, ik kan niet tegen de hitte!' antwoordt Barman. Barman drinkt nog een Palm en Erik twee. Ons blijvend bezatten is ook een oplossing denken ze beiden. Jan Multi pauzeert even. Zijn adamsappel wipt op en neer. Dan vervolgt hij: 'Ik kan ze om de tuin leiden, als jullie volledig meewerken. Mijn plan is niet simpel maar kan werken. En jullie blijven buiten schot! Als je precies doet wat ik opdraag, niet meer en niet minder, en vooral niet loslippig worden.' 'Hoe dan?' zeggen enkele aanwezigen, met weinig enthousiasme weliswaar. En de miljonair Jan Multi vertelt hen over zijn plan... Een groot schema ligt op de tafel, met namen, plaatsen en dagen van uitvoering. 'Maar nu Herman en Tania onvindbaar zijn, valt dit plan toch ook in duigen?' fluistert Sofie. 'Herman heb ik gisteren eindelijk kunnen traceren. Ik tracht hem nu vrij te krijgen, zonder kleerscheuren.' 'Zit die dan ergens gevangen, Jan?' vraagt een nieuwsgierige en geschrokken Sofie. 'Ja en neen, Sofie,' antwoordt Jan. Erik die aan zijn derde Palm is denkt: die Jan laat nooit het achterste van zijn tong zien, ook niet aan zijn zogezegde kameraden!
Lieve mensen, Ik kan het niet laten hier te melden dat mijn dochter Barbara vandaag een zoontje Luka gebaard heeft. Ik ben dus een (nog jonge?) bompa geworden. Mama, papa en zoontje stellen het wel. Vatten doe ik dat nog niet. Daar moet tijd overheen gaan. Wat ik nu meer dan ooit besef is dat het leven té snel voortdondert, veel té snel, dramatisch rap gaat het..... Jules