Maandag: Jules had op maandag zijn radio meegenomen, maar waar heeft hij hem weer gezet? Gelukkig konden wij hem vinden door goed te luisteren, want Jules had de radio heel zachtjes laten aanstaan. We bekeken de radio goed: knopjes, antenne, stekker… we kunnen de radio hard of zacht zetten. Ons juf had ook nog een speelgoed-platenspeler bij van Fisher-Price, we keken waar we de cd’s, cassettes en plaatjes konden insteken.

We keken ook naar de voorstelling “Een muzikale schooldag”. Enkele heren kwamen muziek spelen en wij mochten meespelen om instrumenten. Ook konden we heel mooi meedansen op de muziek die ze maakten.

Dinsdag: Vandaag had Jules een grote doos bij. Er zat een praatplaat in van Jules met een orkest op en instrumenten. We bespreken welke instrumenten er op de praatplaat staan, welke instrumenten op de prent zitten er in de doos, welke instrumenten in de doos staan niet op de plaat?

In de namiddag had de juf samen met juf Els enkele instrumenten meegebracht. Ons juf liet haar keyboard en accordeon zien en juf Els liet haar gitaar zien: hoe ziet dit eruit? Hoe moeten we erop spelen? Ons juf speelde vervolgens enkele liedjes.

Woensdag: Omdat gisteren de hele dag was volgepland, mochten we vandaag eens zelf muziek maken met de instrumenten uit de grote doos die Jules heeft meegebracht. We zongen hierbij ook het liedje “Muzikantje”.

We keken ook naar de poppenkast waar de gekke meneer Tralala Hopsasa beweerde dat hij alle instrumenten van de hele wereld had in zijn grote kartonnen doos en dat we op al die instrumenten mochten meespelen. Maar dat bleek toch niet zo te zijn, gelukkig konden we met onze handen en voeten ook mee muziek maken. Hij liet een trompet zien, een piano, een gitaar en een accordeon maar hij moest toch eens goed nadenken hoe hij op die instrumenten moest spelen. Zo wou hij bijvoorbeeld met zijn neus, zijn tenen en zijn poep op de piano spelen.

Donderdag: Op donderdag had Jules weer een prent bij, dit keer van een orkest. Er zaten ook nog aparte prenten bij van de muzikanten. We benoemden de instrumenten, de kleuren van hij kleren en konden wijzen waar de muzikanten op de prent stonden We gingen ook het orkest proberen na te leggen op de grond, dat was toch best wel moeilijk.

We speelden ook nog een spelletje met een dobbelsteen. Daarop stonden een trommel, een xylofoon en een sambabal. De muzikant die het instrument had dat gedobbeld werd, mocht spelen. Ons juf legde bij elke keer een blokje bij het instrument dat had mogen spelen. Daarna moesten we tellen hoeveel keer ieder instrumentje had gespeeld.

In de namiddag hebben we geturnd. We gooiden met de dobbelsteen en het lichaamsdeel dat erop stond mochten we laten dansen op de muziek. Daarna hebben we een dansje geleerd op het liedje “Hup en één en twee”.

Vrijdag: Op vrijdag had Jules een stokje meegebracht, een stokje van een dirigent. We mochten op onze zelfgemaakte instrumenten spelen, dat klonk heel mooi! Iemand mocht de dirigent zijn: als de dirigent met zijn/haar stokje zwaaide mochten we spelen, als hij/zij het stokje achter de rug verstopte moesten we stoppen met spelen.

Daarna mochten we gaan spelen met “Boomhackers” bij meester Rik: een soort buis die muziek maakt als je ermee op je hand, de grond,… “slaat”. We konden er zelfs een verrekijker mee maken of over ons lijfje laten rollen. We maakten muziek met de boomhackers en mochten ermee op de muziek dansen.