- De met zand gevulde zakjes noemen we "vaderlanderkes". - Het poldergebied is een lager gelegen gebied en op vele plaatsen was men dan ook verplicht om de loopgraven bovengronds met zandzakjes aan te leggen. - Zigzaggende loopgraven beschermden de soldaten meer tegen granaatinslagen dan de rechtlijnige loopgraven.
Donderdag, 7 november 2013, 7.45 uur Iedereen klaar voor vertrek ? Mmmm, nog net niet.... 7.50 uur Iedereen is er. We kunnen vertrekken ! 9.45 uur Aankomst in Passendale voor het bezoek aan Tyne Cot.
Laarzen en regenkledij aan, aub ! Mmmmm, sommigen hebben hun brief duidelijk niet goed gelezen en zullen geweldig natte haren, doorweekte kledij en koude voeten hebben.
Tyne Cot bevindt zich op een hoogte van 42 tot 50 m boven de zeespiegel. Deze plaats die een heel goed uitzicht geeft op de streek, was tot de zomer van 1917 in Duitse handen. De Tyne Cot- vestiging was een geheel van 5 Duitse bunkers. Ze waren opgesteld in dambord-vorm: vier bunkers met middenin een vijfde centrale bunker voor de compagniecommandant.
Op deze begraafplaats staan 11 976 graven identiek aan elkaar. Men wou nl de rijke families niet bevoordelen tov de arme families. Elke dode is gelijk, zonder onderscheid van rang, godsdienst of ras.
De begraafplaats blijft voor eeuwig bewaard, als teken van hulde aan de gesneuvelden en een boodschap voor vrede voor de toekomst.
6 A liet in het bezoekersregister de boodschap "Vrede ? Geweldig ! " na en Maaike noteerde voor 6 B "Vrede voor altijd !"
In 1998 werd In Flanders Fields museum boven de doopvont gehouden. Er wordt gefocust op de ervaringen van degenen die het krijgsveld ondergingen : soldaten, vluchtelingen, dokters, verpleegsters, ... Bij het binnenkomen ontvingen we een armbandje met het klaproos-symbool. Door dit in te scannen, konden we beschikken over extra informatie. De klaproos, hét symbool van de eerste wereldoorlog, verwijst naar het beroemdste gedicht dat ooit werd geschreven door een Canadese arts.
Vele soldaten trokken door deze poort (toen de oostelijke stadspoort) in de richting van Menen en keerden nooit terug. Een Londense architect ontwierp deze poort die officieel ingehuldigd werd al eerste van alle nationale herinneringsmonumenten. "To the armies of the Britisch Empire who stood here from 1914 to 1918 and those of their dead who have no known grave". Sindsdien wordt hier elke dag om 20 uur de Last Post - een eresaluut- geblazen. In totaal vinden we hier de namen van 54 896 vermisten. Soms gebeurt het dat een geraamte nog geïdentificeerd wordt. De naam van deze poort wordt dan van de poort geschrapt.
Een kort bezoek aan een kerkje waar nog vele Britten samen komen om te bidden voor de gesneuvelden en de vrede. Op elke stoel ligt een geborduurd kussen en vele stoelen werden bekostigd door families die iemand in de oorlog verloren. Alles werd hier geschonken en voorzien van een koperen plaatje. Op één van de platen lezen we de naam van Winston Churchill.