Bandipur, de auto- en brommervrije
Wij verlaten Kathmandu met het aanschouwen van drie reusachtige boeddhabeelden. Het klooster en de tempel met de klassieke ingrediënten van offergaven van de gelovigen : alles wat de monniken kan voeden ligt er, tot colaflessen toe. Gezonde spiritualiteit in een ongezond lichaam? Uiteraard ook de nodige kaarsjes en de (witte) sjaals.
Wij hotsen en (juist niet) botsen de stad uit. Het is een heksenketel. De weg is nauwelijks verhard, putten en bulten. En bovendien erg smal. Brommers bij de vleet, die met de dood in de ogen auto's en bussen blindelings voorbijsteken. Bussen en auto's doen net hetzelfde. Ware doodsverachting. Altijd gepaard gaande met korte claxonstoten.
Maar geen nood als je gelooft in de reïncarnatie. Misschien kom je terug als Dalai Lama. Je krijgt altijd weer een kans na de dood.
Wij rijden door het platteland tussen de bergflanken. (Is dit een contradictie in terminis?)
Na een busreis van vijf uur slingeren wij naar boven. De claxonstoten in haarspeldbochten zijn meer dan nodig. Sommige brommers zijn net aan het oefenen om mee te kunnen doen met de wereldmanches motorracen.
Onze chauffeur is een kei. Zijn motto : slow drive, long live.
Wij stappen uit over een hoge drempel. Geen claxon, geen auto, geen brommer. Wij wanen ons in een Frans dorp, une des plus belles. Ook autovrij gemaakt. En dus ook hier van de tijd van de Middeleeuwen. De hoofdstraat geplaveid.
Een Newardorp met fijne architectuur. Houten gesculpteerde ramen.
Tempeltjes. Een godsgeschenk na al die drukte.
Wij slapen in Old inn. Een magnifiek gerestaureerd huis.
De vroegere rijkdom is er gekomen omdat Bandipur een afspanningsplaats was op de handelsweg tussen India en Tibet, een soort zijderoute. De Newari hebben goed handel gedreven en taksen geheven. Zo wordt je rijk. De Dalai Lama zou langs hier gevlucht zijn!
En het is nu het enige stadje in Nepal dat door die tactische en vernuftige zet van het autovrijmaken de toeristische rijkdom aantrekt. Wij gunnen het de inwoners.
Wij worden in Old inn gastvrij ontvangen. Lekker Newari eten middag en avond. Een rondleiding in het dorp met mooie uitzichten over het dal. Bezoek aan moederhuis en kliniek, labo (van het ziekenhuis Maria middelares Sint-Niklaas van de jaren zestig) en dito Rx-lokaaltje.
Een monument voor de mensen die voor hun vrijheid opkwamen en laffelijk vermoord werden. De plaatselijk boerderij, waar dagelijks met adobe de ingang van het huis bestreken wordt om het ongedierte buiten te houden. De heilige wasplaats met het heilige water uit de bergen, een zegening voor wie de route India- Tibet deed. Dit alles is Bandipur.
Onze kamers zij ruim maar laag en aldoor fijn houtwerk. Het waren rijkelui die hier mochten en mogen slapen. Koningen te rijk.