De lange tocht
Wij vertrokken in ons hotelletje Evergreen. Moge het het ever groen zijn. Groen is de kleur van de toekomst. De toekomst zal groen zijn.
Onmiddellijk een afdaling naar een hangbrug die twee flanken verbindt met daaronder het kolkende water. De stevige brug, is pas dit jaar gerealiseerd en 135m lang. En voor toeristen en de dragers en de bevoorraders en de ezels een grote tijdwinst. Deze brug en alle anderen zijn gefinancierd door een zekere Kandoori. Zo komt hij verdorie voor eeuwig in het Nepalese geheugen. De bruggen worden aangelegd door de Ghorka-soldaten. Een elite eenheid die al meer dan twee eeuwen in dienst is van de Britten. Ze krijgen ook dezelfde vergoeding als de Britten. Bruggenbouwers zou je ze kunnen noemen. Zo zouden er meerdere moeten zijn in onze wereld.
De tocht loopt op en af langs de flanken, aanvankelijk een smal pad. En wij passeren nog twee Kandoori/ Ghorka bruggen.
Naast ons de bruisende een ruisende bergrivier. Hoe tegenstrijdig ook, hij brengt rust. Watervallen maken het feeƫriek. HimanPani zegt onze gids. Water( Pani) van de Himan( berg): Bergwater. Zo eenvoudig kan dit gezegd worden.
De weg wordt breder. Wandelpaden zoals wij dit op bergtochten in Europa kennen. Wij komen in een eerste dorp : Landruk. Een volleybalveld, kinderen die de weg versperren om een roepie of een chocolade te krijgen. Eindelijk mensen in hun dagelijks leven. Hogerop was er alleen accomodatievoorziening , hotelletjes, lodges.. Slaapgelegenheden, eetzalen, wc en douches alles in een basic uitvoering. Namen als Moonlight, Sunlight, Green view, Hymalaia view, Heaven's gate, Paradise view, Orchid... geven je een gevoel van pure natuur. En dat is hoogste goed.
Hier op dit lagere niveau leeft men. Later zien wij een heuse volleybalmatch. De jeugd heeft een sportief doel.
Op de breder weg : magnifieke uitzichten , de terrassen al dan niet verbouwd als een amphiteater omhoogklimmende tegen de bergwand, dorpjes hoog geplakt tegen de berg, diep de in de v- vallei de zilveren rivier, nu niet meer hoorbaar.
Wij zien een man met een houten ploeg op de rug. De ossen wachten hoger op de berg. Wij zien vrouwen met rieten/ bamboe manden op de rug. Ze plukken het gewas en deponeren het in hun mand. Ze werken op een rijtje. Een fotogeniek beeld vanop,onze wandelweg. Deze weg blijft zacht slingeren langs de bergwanden, op en af. Nu is het volhouden tot einde.
Af en toe passeren wij een bosje waar de krekels lustig fluiten, niets te doen, te genieten, vrolijk gesjirp. Wij als naarstige mieren aan het werk om ons einddoel te halen. Maar ook dat is genieten bij de aankomst. Wij hebben tenminste niet op onze luie kont gezeten en gefloten in het donker; wij verdienen dit stukje van zaligheid op aarde.