De koningin van Onderland is, wegens besparingen in het rusthuis, vrijgekomen. Ze zint op wraak. Flip heeft gezien dat ze in de dierenwinkel een papegaai heeft gekocht. Jommeke en Filiberke geloven er niets van. Flip trekt op onderzoek naar het kasteel van Achterberg en wordt er gevangen genomen. Een dubbelgangerpapegaai neemt zijn plaats in. Bij Jommeke thuis merken ze wel dat Flip raar doet maar schenken ze er verder weinig aandacht aan. De gravin van Stiepelteen vraagt Jommeke om op Fifi te komen letten wanneer ze op vakantie is. Ze toont hem de kluis en geeft ook de code. De valse papegaai meldt dit aan de koningin van Onderland. De koningin van Onderland rooft de kluis leeg. Filiberke en Pekkie gaan op speurtocht en komen zo bij het kasteel van Achterberg terecht. Daar ziet hij de koningin en Flip. Niemand gelooft zijn verhaal. Wanneer de valse Flip in het zwembad valt en de Miekes hem afdrogen verliest hij zijn kleuren. Jommeke en Filiberke trekken meteen naar het kasteel van Achterberg. Via een onderaardse gang komen ze het kasteel binnen. Met een list laten ze de koningin geloven dat Flip door haar kat is opgegeten. De koningin wordt gevangen gezet en wat later kan ze terug naar het rustoord. Flip laat zich maar al te graag vertroetelen door de gravin van Stiepelteen.
1995
182
Bij professor Gobelijn is het weer een en al rommel. Jommeke, Filiberke en de Miekes beginnen aan een grote schoonmaakbeurt. In een boek dat uit een rek is gevallen leest Jommeke iets over de legende van het zingende moeras. Wanneer ze wat later in een Chinees restaurant gaan eten schrikt de ober als hij iets hoort over het zingende moeras. De ober gaat op onderzoek en doet zijn verhaal over moerasgeesten. Met z'n allen vertrekken ze naar China. Na wat onderzoek volgen ze de dorpspriesteres die nogal geheimzinnig doet. Ze geraken echter het spoor kwijt. Terug in het dorp blijkt dat er een kind is verdwenen. Jommeke en Filiberke trekken met een bootje het moeras in en daar horen ze een gezang. Flip ontdekt dat het gezang uit luidsprekers komt. Wat verder vinden ze op een eilandje een geheime gang. Ook kinderen worden gevonden. Deze moeten als slaven in een goudmijn werken. De kinderen krijgen drugs toegediend. Wanneer de dorpspriesteres vier kinderen naar het moeras brengt neemt Filiberke de plaats in van een van de kinderen. In de grot mengt Filiberke een poeder, dat Gobelijn heeft gemaakt, bij de drugvloeistof. De kinderen die niet meer willoos zijn komen in opstand en de priesteres en haar handlanger kunnen ontmaskerd worden. De goudvoorraad komt voortaan ten goede aan het dorpje.
1995
183
Professor Gobelijn blijkt plots nog een zus te hebben. Berta, zo heet ze, vertelt het verhaal dat ze bij de geboorte ontvoerd werd in opdracht van een Amerikaans echtpaar. De echte ouders hebben de professor nooit verteld dat hij nog een tweelingzus heeft. Marie en Charlotte gaan eens kennis maken met Berta. Gobelijn zelf maakt koffie. Helaas vergist hij zich van pot en Marie en Charlotte komen met een lichte vergiftiging in het ziekenhuis terecht. Flip vindt dat Berta soms nogal eigenaardig doet en tracht een en ander uit te vissen. De professor komt te weten dat Berta zijn zus niet is maar een gemene bedrieger. Wanneer Jommeke en zijn vrienden bij Gobelijn aankomen is daar niemand. Na wat zoekwerk vinden ze een spoor dat leidt naar New York. Met de vliegende bol vertrekken ze richting Amerika. Ze vinden Berta terug, maar deze kan ontkomen. Wanneer ze Berta opnieuw vinden ontdoet deze zich in de verkeersdrukte van pruik en masker. Via de lift van een glazenwasser kunnen ze de professor bereiken en bevrijden. De bedrieger, Bertus Bernardus, houdt hen wel onder schot en doet zijn verhaal. Hij is ook professor en had Gobelijn nodig om een eigen vinding te verbeteren. Bertus wil zich ontdoen van Jommeke en zijn vrienden. Door de tussenkomst van een glazenwasser komt alles tot een goed einde en keren ze huiswaarts.
1995
184
Jommeke krijgt nieuwe buren. De buurjongen stelt zich nogal aan. Hij stelt zich voor als prins Kazimir. Een ontvoeringspoging op Kazimir kan door Jommeke en zijn vrienden verijdeld worden. Dankbaar is Kazimir helemaal niet. Wanneer er ingebroken wordt en de dieven op zoek gaan naar een kroon kunnen Jommeke en Filiberke het ergste voorkomen. Met Kazimir wordt nu vrede gesloten. Professor Gobelijn mag de kroon die Kazimir bij zich heeft onderzoeken. Het blijkt een waardeloze kroon te zijn. Kazimir wordt weer een beetje boos. Thuis aangekomen ontvangt hij een bericht om zich naar Caïro te begeven. Jommeke en Filiberke reizen mee. Na een lange tocht komen ze aan bij een tentenkamp. Daar is professor Denkekop aanwezig. Deze laatste heeft een graftombe onderzocht in opdracht van de vader van Kazimir. De volgende dag begeven ze zich in de graftombe. De vader van Kazimir haalt uit de kroon een magnetisch steentje. Het steentje wordt in het beeld in de graftombe geplaatst. Een opening in de muur verschijnt. Plots duikt Nellie Nies, de bazin van de ontvoerders en inbrekers, op. Jommeke en zijn vrienden worden gebonden. Een emmer vol schorpioenen wordt uitgestrooid. Nellie Nies wordt echter zelf door een schorpioen gestoken. Professor Gobelijn, Pekkie en Choco brengen redding.
1995
185
Mic Mac Jampudding komt bij Jommeke aankloppen. Arabella is weggelopen. Er is geen enkel spoor van haar te vinden. Een tijd later prijkt plots een foto van Arabella op een modetijdschrift. Samen met Jampudding gaan Jommeke, Filiberke en de Miekes op zoek naar Arabella. Ze vinden haar in een luxe hotel. Ze is een topmodel geworden, een modekoningin. Ze wil absoluut niet terug mee naar Schotland. Een ander fotomodel, Claudine, is enorm jaloers. Samen met een helper ontvoert ze Arabella. Om enig spoor te vinden gaan de Miekes ook de catwalk op. Claudine komt zeker niet vriendelijk over. Flip wordt ook op onderzoek gestuurd. Hij vindt Arabella. Wanneer Jommeke en zijn vrienden Arabella trachten te bevrijden worden ze opgesloten. Annemieke wordt meegenomen als gijzelaar. Na de deur geforceerd te hebben zetten Jommeke en zijn vrienden de achtervolging in. Arabella en Annemieke worden mee op de Eifeltoren genomen om ze daar uit de weg te ruimen. Arabella en Annemieke springen van de Eifeltoren en gebruiken de grote paraplu als valscherm. De boosdoeners worden opgepakt en Arabella treedt opnieuw in dienst van Jampudding mits de nodige aanpassingen betreffende haar werk worden doorgevoerd.
1996
186
Anatool wil in het museum wat zakkenrollen. Daar ziet hij de pruik van Don Juan. Wie de haardos gebruikt ziet alle vrouwen aan zijn voeten vallen. Anatool steelt de pruik. Zijn bedoeling is een rijke zangeres aan de haak slaan. Wanneer Missy Money de beroemde zangeres een persconferentie geeft is Anatool daar met zijn gestolen pruik. Hij vraagt de popster mee uit eten. Wat later zijn Anatool en Missy Money verloofd. Anatool huurt Kwak en Boemel in als lijfwachten. Het groepje vertrekt richting Malibu. Anatool zorgt ervoor dat Missy Money verdwijnt en hoopt zo toegang te krijgen tot haar fortuin. Wanneer Jommeke en zijn vrienden via de televisie de verdwijning vernemen, zoeken ze Anatool, Kwak en Boemel op. Kwak praat bijna zijn mond voorbij. Jommeke en zijn vrienden gaan op zoek. In een bos vinden ze Missy Money terug. Deze blijkt aan geheugenverlies te leiden. Wat later wordt opnieuw geprobeerd om Missy Money uit de weg te ruimen maar dat mislukt. Tijdens de opnamen van een videoclip probeert Kwak Missy Money te verdoven maar hij valt zelf in slaap. Jommeke en zijn vrienden verdenken Anatool meer en meer. Ze kunnen hem uiteindelijk ontmaskeren door zijn pruik van z'n hoofd te halen. Wanneer Missy Money het bedrog merkt is ze razend. Tot slot komt Flip als charmeur nog even aan zijn trekken.
1996
187
Rozemieke prikt zich aan een cactus en valt wat later in coma. Professor Gobelijn wordt er bij gehaald. De cactus waaraan ze zich geprikt heeft is een uiterst giftig exemplaar. Gobelijn heeft niet direct een oplossing. Tegengif kan gemaakt wordt met behulp van het sap van de zwarte cactus. Deze laatste is uiterst zeldzaam en groeit alleen in de Grand Canyon. Met de vliegende bol gaan ze op tocht. Een onguur figuur, een cactusverzamelaar, heeft vernomen dat er gezocht wordt naar de zwarte cactus. Hij wil absoluut niet dat de zwarte cactus meegenomen wordt. Jommeke en zijn vrienden vinden al vlug een zwarte cactus. De cactusverzamelaar en z'n handlangers nemen hen echter gevangen en laten hen gebonden achter. Dankzij Choco zijn Jommeke en z'n vrienden weer vlug vrij. Ze gaan de dieven achterna en kunnen vrij vlug de cactus terug in hun bezit krijgen. Nog net op tijd kan Gobelijn het tegengif aan Rozemieke toedienen, maar de volgende dag staat ze vol stekels. De cactusverzamelaar en z'n handlangers komen terug boven water. Bij een inbraakpoging prikt het zoontje van de verzamelaar zich aan de spuit van het tegengif en ook hij krijgt stekels. Wat later heeft Gobelijn een tegengif en de twee menscactussen verliezen hun stekels. De berouwvolle cactusverzamelaar stelt zijn collectie ter beschikking van de wetenschap.
1996
188
Madam Pepermunt komt Jommeke en z'n vrienden uitnodigen voor een verblijf in haar nieuwe buitenverblijf in Santa Monica. Daar aangekomen komt de buurvrouw, Camilla Carmella, hen waarschuwen voor 'het ding'. De volgende morgen ziet madam Pepermunt 'het ding' nabij het strand. Wanneer ze met de buurvrouw een boottochtje maken ontmoeten ze 'het ding'. Het is een reusachtige inktvis. Wanneer Stevie Speelmans langskomt en van de inktvis hoort laat hij camera's installeren om opnames te maken. De videobanden leveren echter niets op. Plots duikt de plastieken walvis op. Samen met professor Gobelijn gaan Jommeke en Filiberke op zoek naar de inktvis. Ondertussen gaan Madam Pepermunt en de Miekes op bezoek bij Camilla. De Miekes ontdekken dat het terras van Madam Pepermunt met een kijker in de gaten wordt gehouden. De plastieken walvis is intussen de inktvis op het spoor. De onderaardse ruimte, waarin de inktvis zich bevindt, blijkt in verbinding te staan met het huis van Camilla. Jommeke en Filiberke worden overmeesterd. Dankzij Gobelijn en Madam Pepermunt worden Camilla en haar handlangers buiten spel gezet en opgesloten. Met de plastieken walvis en wat duikwerk kunnen Jommeke en Filiberke de schat, waar Camilla naar op zoek was, boven water halen.
1996
189
Filiberke vindt op het marktplein een mand. In de mand blijkt een cobra te zitten. Hij neemt de mand mee naar huis. Wanneer Charlotte zijn kamer wil opruimen ontsnapt de slang. Met wat fluitspel krijgt Filiberke de slang weer in de mand. Een Indiër merkt dit op. Wat later staan een paar Indiërs in Zonnedorp om de cobra en Filiberke te komen halen. De koning van een klein landje heeft hem nodig. Samen met Filiberke gaan ook Jommeke en Professor Gobelijn op expeditie. De koning doet zijn verhaal. Daar de slang nu luistert naar Filiberke is hij het die er moet voor zorgen dat het beeld van de beschermgod van de koninklijke familie wordt teruggevonden. De cobra is de enige die weet waar het zich bevindt. Maar een spionne ligt op de loer. Jommeke, Filiberke, de prinses en Gobelijn vatten hun tocht aan. Een Indische jongen wordt hun gids. Een oude slangenbezweerder kan bevrijd worden en hen naar de tempel brengen waar het beeld zich bevindt. Wanneer ze met het beeld uit de tempel komen worden ze door tegenstanders van de koning opgewacht en gevangen genomen. Bardar, de grote tegenstander van de koning, roept zichzelf uit tot nieuwe koning. Het volk wil echter dat hij de cobra laat dansen. Als Filiberke de cobra laat dansen wordt de verrader afgevoerd en de oude koning kan zich weer op te troon begeven.
1996
190
De begijntjes krijgen een brief van de gemeente. Ze moeten een maandelijkse bijdrage storten voor het verblijf in het begijnhof. De begijntjes verkopen een aantal spullen en richten een fanfare op om aan het nodige geld te geraken. Jommeke en Filiberke gaan toch eens informeren bij de burgemeester over wat er precies aan de hand is. Met de burgemeester is blijkbaar wat mis. Op het gemeentehuis zijn ook enkele ongure figuren aanwezig. John Beton, een onguur element, wil de begijntjes op straat om op de plaats van het begijnhof een luxe hotel met casino te bouwen. Om de burgemeester onder druk te zetten heeft hij diens dochter ontvoerd. Jommeke en Filiberke schieten de begijntjes ter hulp wanneer ook nog eens het door de begijntjes verzamelde geld wordt gestolen. Hieroniemus komt ook langs en samen met Flip gaat hij Mataboe halen. Professor Gobelijn blijkt zich op het eiland wat te ontspannen. Met de vliegende bol keren ze terug. Wanneer ze in Zonnedorp aankomen is een afbraakploeg reeds begonnen met de sloop van het begijnhof. Mataboe moeit zich even met de afbraakwerkers en het slopen wordt gestopt. John Beton wordt uitgeschakeld en zodoende is het begijnhof gered. De dochter van de burgemeester wordt bevrijd en besluit om in het klooster te treden daar ze toch geen geschikte man kan vinden.
1996
191
Marie haalt de spiegel van haar overgrootmoeder van de zolder en poetst hem op. Een verdwaalde voetbal laat de spiegel sneuvelen. Professor Gobelijn kan met de scherven en wat scheikunde de spiegel herstellen. De spiegel blijkt nu plots over een bijzondere eigenschap te beschikken. Wie door de spiegel gaat lost even op en kan zo door alles heen. Jommeke en Filiberke geven een goochelshow met de spiegel. Anatool is ook sterk geïnteresseerd en steelt de spiegel. Hij breekt met de spiegel in bij de gravin van Stiepelteen maar moet in alle haast de spiegel achterlaten. De gravin bezorgt de spiegel terug bij Jommeke. Mevrouw Kleppermans, een kennis van Marie, laat de spiegel stelen. De verwaande vrouw is jaloers op Marie. Intussen ontdekt Gobelijn dat de bijzondere eigenschap van de spiegel na een tijdje zal uitgewerkt zijn. Als dat gebeurt verandert de spiegel ook in een bom. Jommeke en Filiberke kunnen de spiegel opsporen. Met Gobelijns redmiddel verpulvert de spiegel tot stof. Marie verwerkt het verlies van de spiegel en koopt zich een vaas. De vaas sneuvelt echter nogal vlug. Teofiel neemt dan maar een moedig besluit en gaat met Marie op kooptocht.
1997
192
Jan Haring nodigt Jommeke en zijn vrienden uit om samen op zoek te gaan naar de drietand van Neptunus. Een expeditie, waar ook professor Gobelijn deel van uitmaakt, is intussen op zoek naar het verzonken rijk Atlantis. In een Italiaanse haven lopen Jommeke en zijn vrienden Gobelijn tegen het lijf. Duikers vinden een gouden beker op de zeebodem en beweren dat ze Neptunus gezien hebben. Filiberke en Jan Haring trekken 's nachts op onderzoek uit en ze zien een zeemeermin. Niemand gelooft hen. Overdag ziet Jommeke ze ook. Hij duikt ze meteen achterna, doch zonder resultaat. Flip twijfelt intussen aan het gedrag van een van de expeditieleden. Jan Haring wil nu absoluut als eerste Neptunus vinden. Op een rotseilandje in de buurt blijkt wat aan de hand te zijn. Na onderzoek vinden ze vader en dochter Nikkel, expeditieleden, in een grot. Nicolas Nikkel blijkt het rijk van Atlantis gevonden te hebben. Samen met zijn dochter houdt hij de legende in leven om de expeditie op een dwaalspoor te brengen. De dochter speelt zeemeermin en een handlanger is Neptunus. Wanneer Choco de drietand neemt begint de aarde te beven en Atlantis verdwijnt volledig. Jommeke en zijn vrienden kunnen zich nog net uit de grot redden. Jan Haring is tevreden want hij heeft de drietand van Neptunus mogen aanschouwen.
1997
193
Gigiola Vrinquetti roept de hulp in van de gravin van Stiepelteen om de zilveren traan te zoeken. Ze wil immers niet dat Monalita da Vinci, een boosaardige dame, directrice wordt van een weeshuis. De huidige eigenaar heeft bepaald dat wie de zilveren traan vindt, baas van het weeshuis wordt. Jommeke en zijn vrienden worden erbij gehaald en met z'n allen reizen ze richting Italië. Bij hun aankomst wacht de boosaardige Monalita hen op. Ze slaat echter op de vlucht voor Fifi. Van de burgemeester krijgen Gigiola en Monalita een enveloppe met enige aanwijzingen. De zoektocht kan beginnen. Al vlug worden er nog aanwijzingen gevonden. Monalita en haar handlangers laten Jommeke en zijn vrienden niet zo maar begaan. Ze stelen zelfs een gevonden aanwijzing. Jommeke en zijn vrienden vinden als eerste de zilveren traan in de tuin van de huidige eigenaar. Hij vertelt zijn geheim van de zilveren traan. Zijn overgrootvader heeft ooit de traan gestolen. Gigiola wordt vervolgens de nieuwe directrice en de zilveren traan krijgt een ereplaats.
1997
194
Professor Denkekop roept de hulp van professor Gobelijn in. Hij heeft een paar cellen van de snoezige dino's nodig om een DNA-keten van een uitgestorven dinosaurusras te kunnen vervolledigen. Gobelijn pikt Jommeke en Filiberke nog op en met z'n allen vliegen ze naar het eilandje waar de dino's zijn ondergebracht. De dino's worden mee naar Zonnedorp gebracht. Wanneer Jommeke en zijn vrienden op de dino's moeten letten en er toch een tochtje door het dorp mee maken loopt er wat mis. Wat later wordt het domein van Gobelijn door de pers belaagd. Via die pers komt Kitty Pretensia achter het bestaan van de dino's. Zij heeft plannen voor een pretpark met dinosaurussen. Om haar Dinopolis echt te laten lijken besluit ze de dino's te ontvoeren. Dit lukt wonderwel. Jommeke en zijn vrienden komen in actie en kunnen de dino's bevrijden. Kitty Pretensia krijgt nog de schrik van haar leven als de dino's even hun tanden laten zien. De dolgedraaide dame wordt in een instelling geplaatst. Dinopolis wordt omgevormd tot Kangoeroeland en de dino's keren naar hun vertrouwde eiland terug.
1997
195
Jan Haring gaat op garnalenvangst. Op het strand ligt een Indiaan. Het blijkt Trage Voet te zijn. Jommeke wordt op de hoogte gebracht. Trage Voet is echter vergeten waarvoor hij kwam. Jommeke besluit dan maar om richting Far West te gaan om te weten te komen wat daar aan de hand is. Met 'De Kuip' vertrekken Jan Haring, Jommeke, Flip, Trage Voet, Filiberke en Pekkie op avontuur. Op de Noordzee pikken ze Mic Mac Jampudding en Arabella op. Vanaf de monding van de Mississippi wordt de vliegende bol hun vervoermiddel. Eens bij de Propere Voeten vernemen ze dat de Ketelbuiken Zoete Mosterd ontvoerd hebben. Rollende Rots, het opperhoofd, wil met haar trouwen. In verband met de mogelijke bevrijding van Zoete Mosterd begaat professor Gobelijn een flater van formaat. Door zijn uitleg komen de Propere Voeten immers op het idee om Arabella te ruilen voor Zoete Mosterd. Het plan gaat door maar met een list kunnen zowel Zoete Mosterd als Arabella uit de handen van de Ketelbuiken gehaald worden. De Ketelbuiken komen natuurlijk achter het bedrog en trekken ten strijde. Door een list met veel houten Indianenpoppen kan bloedvergieten vermeden worden. Er wordt tot slot nog een groot feest gehouden.
1997
196
Op de wei van boer Snoer is er een jumping. Jommeke en Filiberke ontmoeten er een oude kennis, Herlinde de Hoefslag van Hinniken. Deze laatste nodigt Jommeke en zijn vrienden uit om een weekje te komen logeren op de manege. Bij een ritje te paard trekken ze richting Elfenbron, een romantisch plekje. Wanneer Filiberke van het bronwater wil drinken stelt hij vast dat het water stinkt. Wanneer vervolgens Choco ziek wordt van het water moet zelfs de hulp van een dierenarts ingeroepen worden. Wat Jommeke en zijn vrienden niet weten is dat ze gadegeslagen werden door twee ongure broertjes. Op de manege komen ook eigenaardige telefoontjes toe. Jommeke en Herlinde gaan de volgende dag op onderzoek. Herlinde merkt dat de twee ongure figuurtjes de bron vervuilen. Wat later wordt een vergiftigde Flip gevonden en op het nippertje van de dood gered. Herlinde is intussen in de handen van Daddy Fresh, de baas van de twee ongure broertjes, gevallen en in een grot opgesloten. Daddy Fresh wil waterkoning worden. Choco kan wat later Herlinde echter bevrijden. Jommeke wordt op de hoogte gebracht van de snode plannen van Daddy Fresh, maar al vlug kunnen ze hem en de boze broertjes uitschakelen. Tot slot kan professor Gobelijn de Elfenbron zuiveren en is het water weer drinkbaar.
1998
197
De heksen Hakeneus, Pierehaar en Steketand nemen hun intrek in het kasteel van Achterberg. Ze zinnen op wraak. Jommeke moet uit de weg geruimd worden. Met een zelf gebrouwen drankje maken ze professor Gobelijn willoos en ontvoeren hem naar het kasteel. Daar moet hij een uitvinding maken waarmee iedereen in Zonnedorp het leven zuur kan gemaakt worden. Door toedoen van een blikseminslag ontstaat uit zijn experimenten een schuimspook dat de bevelen van de heksen opvolgt. Het spook jaagt een aantal mensen de stuipen op het lijf. Jommeke en zijn vrienden besluiten om het spook te vangen. Dit wil echter niet direct lukken. De heksen slagen er zelfs in om Jommke gevangen te nemen en wat later ook zijn vrienden. Gobelijn die intussen weer thuis is en daar ten val komt herinnert zich weer alles. In laatste instantie kan hij het schuimspook en de heksen verdrijven en zo iedereen weer bevrijden.
1998
198
Jommeke en Filiberke zoeken professor Gobelijn op en deze blijkt aan een rustpauze toe. Ze trekken naar het Zwarte Woud. Bij het wandelen ontdekken ze een standbeeld van een kraai. Een oud vouwtje waarschuwt hen voor het gevaar van de Kraaienburcht. De volgende dag gaan Jommeke en Filiberke op onderzoek. Eens bij de burcht verschijnt het oude vrouwtje weer. Even later komen ook de Miekes en Gobelijn bij de burcht aan. Bij toeval ontdekken ze een geheime gang. In de burcht gekomen, merken ze een aantal verklede mannen met kraaienmasker op. Jommeke gaat alleen verder op onderzoek en ontdekt dat het oude vrouwtje, via een verdovend middel, in de macht is van de kraaienmannen. Wat later worden Jommeke en zijn vrienden ontdekt en gevangen genomen. Gelukkig is Flip er nog en kunnen ze weer ontsnappen en ze krijgen zelfs de hulp van een der kraaienmannen. Het blijkt een meisje te zijn. Ze heet Gitte en is de kleindochter van het oude vrouwtje. Jommeke krijgt een vermoeden. Met z'n allen gaan ze terug naar de Kraaienburcht. Eenmaal daar wordt alles duidelijk. Het plan om de bewoners uit het dorp weg te jagen en zo een schat te bemachtigen is mislukt. Intussen rekent de politie de booswichten in. De Kraaienburcht zal omgebouwd worden tot een hotel en de schat blijft waar ze is.
1998
199
Barbara, het nichtje van Madam Pepermunt, komt onverwacht bij Jommeke binnenvallen. Wat later, wanneer Jommeke met het nichtje, door Zonnedorp wandelt worden ze in de gaten gehouden door twee ongure figuren. De volgende dag arriveert ook Madam Pepermunt. Zij doet het verhaal van haar broer Jimmy en diens dochter Barbara. De ongure figuren luisteren alles af. Madam Pepermunt heeft ook een document, dat tussen de papieren van Jimmy zat, mee. Professor Gobelijn ontcijfert het. Een dag later vertrekt het gezelschap naar New Goldhill. De ongure figuren hebben wel het koffertje van Madam Pepermunt ontvreemd. Bij hun baas, Cat Caters, krijgen ze op hun donder. De ongure figuren breken in bij Madam Pepermunt en zoeken het bewuste document. Madam Pepermunt en haar vrienden vertrekken richting Duivelsbergen gevolgd door Cat Caters en zijn handlangers. Uiteindelijk komt het tot een confrontatie tussen Madam Pepermunt en Cat Caters. Even lijkt het of Madam Pepermunt en haar vrienden het onderspit moeten delven. Dankzij Bobos kan enig uitstel van executie bekomen worden. Een document van Madam Pepermunts vader wordt gevonden met de laatste aanwijzingen en komen ze bij een goudader terecht. Intussen is ook Gobelijn aangekomen. Cat Caters wordt ingerekend en wat later wordt een feest georganiseerd.
1998
200
Marie stuurt Flip er op uit om Jommeke te zoeken. Bij zijn rondvlucht komt hij langs een kasteeltje waar hij hulpgeroep hoort. De kasteelvrouw blijkt een gebroken been te hebben door een beeld dat erop gevallen is. Flip haalt Jommeke en Filiberke erbij om te helpen. Wanneer Jommeke en Filiberke het gevallen beeld weer op zijn sokkel plaatsen vinden ze op de onderzijde een afbeelding van een vuist. Jommeke klopt er op en een luikje opent zich. In het beeld vinden ze een testament. Er wordt melding gemaakt van Jamaica als vindplaats. Wat later vertrekken ze met professor Gobelijn zijn vliegende bol richting Jamaica. Anatool verneemt via de Miekes dat Jommeke en zijn vrienden naar Jamaica zijn vertrokken. Ook verneemt hij dat Stefanie misschien wel rijk terug komt. Anatool ziet zijn kans en vertrekt ook. Intussen zijn Jommeke en zijn vrienden reeds op Jamaica aangekomen en al snel vinden ze een volgende aanwijzing. Ondertussen is Anatool, via de boot van Jan Haring, ook aangekomen. Op het graf van Evrardus Stekkebeen vinden ze een borstbeeld met daarin een nieuwe aanwijzing. Jommeke en zijn vrienden vinden een kist. Anatool tracht hen de schat te ontfutselen maar Jan Haring steekt daar een stokje voor. Eens thuis met de schat schenkt Stefanie Stekkebeen Jommeke en zijn vrienden een deel.
1998
201
In het rustoord 'De Zoete Rust' komt men tot de conclusie dat de koningin van Onderland helemaal genezen is en ze zodoende de instelling mag verlaten. Al vlug neemt ze haar intrek op het kasteel van Achterberg. Vrij snel wordt duidelijk dat de koningin niet echt genezen is. Ze heeft een vals spelletje gespeeld in het rustoord en de dokters om te tuin geleid. De boze plannen komen dan ook vlug te voorschijn. Ze lokt de Miekes en enkele van hun vriendinnen naar haar kasteel. De Miekes en de tweeling Clarysse en Clarette worden onder hypnose gebracht. Een dag later zijn de vier meisjes verdwenen. Enkele weken later hangen er affiches met daarop de foto's van de Koningin van Onderland en de vier meisjes. De popgroep 'De Kovonita's' is een wereldsucces. Wanneer 'De Kovonita's' in het land zijn geraken zelfs Jommeke en Filiberke niet tot bij hen. Jommeke zit echt met de handen in het haar om een plan te bedenken om de Miekes te bevrijden. Samen met Filiberke dost hij zich uit als muzikant. Ze geraken achter de schermen bij het optreden in het Londense Hyde Park. Bij het begin van het optreden springt Choco op het podium en verbreekt de hypnose. De meisjes komen terug in de werkelijkheid. Enkele dagen later is alle rust weergekeerd en de koningin van Onderland is weer opgenomen in het rustoord 'De Zoete Rust'
1998
202
Teofiel plant een bamboestruik in de tuin. De volgende dag blijkt de struik volledig leeggevreten de zijn. Teofiel plant een nieuwe. De volgende dag hetzelfde verhaal. Jommeke stelt een onderzoek in. Al vlug valt er iets op. Een jongedame met een kinderwagen duikt her en der op. Wanneer de jongedame lastig gevallen wordt door twee ongure figuren komen Jommeke en Filiberke tussenbeide. In de kinderwagen zit in een panda. De jongedame geeft hun nu enige uitleg. Wanda, zo heet ze, heeft voor een onguur figuur gewerkt. Hij verhandelt panda's vanuit een natuurreservaat in China. Professor Gobelijn wordt ingeschakeld om voor voldoende eten te zorgen voor de panda van Wanda. Als vervoermiddel schakelen ze nu de grasmobiel in. Ongelukkig genoeg ontsnapt wat later de panda en de twee ongure figuren ontvoeren hem. De achtervolging wordt ingezet richting China. Wat later komen ze bij het kamp van Miguel Mott en zijn trawanten. Na via een valstrik gevangen genomen te zijn is daar gelukkig Flip voor de bevrijding. De bende kan onschadelijk gemaakt en achter de tralies gezet worden. Wanda wordt nog benoemd tot beheerder van het natuurreservaat. Jommeke en zijn vrienden keren tevreden huiswaarts.
1999
203
Jommeke loopt Archibald van Buikegem tegen het lijf. Vervolgens trekken ze richting professor Gobelijn. Daar vernemen ze, tot hun verbazing, het verhaal van de lachende mango's. Archibald van Buikegem stelt Gobelijn voor om het fenomeen te onderzoeken. Ze trekken ze naar het Braziliaanse oerwoud. Eens aangekomen maken ze al vlug kennis met een indianenstam en de gevaren van het oerwoud. Het stamhoofd van de Helabananenstam blijkt ernstig ziek te zijn. Met zijn laatste krachten vertelt hij het geheim van de lachende mango's. Het enige dat hem nog kan redden zijn de geneeskrachtige eigenschappen van de lachende mango's. Jommeke en zijn vrienden gaan, met de vliegende bol, op zoek naar de plaats waar de mango's groeien. Gelokt door een rookpluim in het oerwoud landen ze. Daar maken ze kennis met een zakenman en zijn handlangster. Deze laatste is niet echt een voorbeeld van iemand met goede bedoelingen. Flip heeft intussen de mangobomen gevonden en wijst de weg. Vlug wordt een hele voorraad mango's geplukt. Dan worden Jommeke en zijn vrienden gegijzeld door zakenman. Het meegereisde indianenmeisje kan samen met een regiment apen Jommeke en zijn vrienden weer bevrijden. De boosdoeners ontlopen hun straf niet en het stamhoofd wordt weer op de been geholpen.
1999
204
Jommeke brengt een bezoek aan professor Gobelijn. Wanneer daar de telefoon gaat spreekt Gobelijn over een kubus en een ramp. Even later wordt hij opgehaald en vertrekt hij richting Mexico. Jommeke vindt dit alles nogal vreemd. De volgende dag staat Fifi voor de deur. Jommeke en Flip vertrekken meteen naar het kasteel van de Gravin van Stiepelteen. De gravin is ontroostbaar omdat haar tuinkabouter is gestolen. Jommeke en zijn vrienden gaan op zoek naar de tuinkabouter doch zonder enig succes. Een dag later staat de tuinkabouter weer op zijn sokkel. Wat later biedt Anatool zijn diensten aan op het kasteel. Wanneer Pekkie en Fifi ravotten valt de tuinkabouter en breekt in stukken. Een kleine kubus komt te voorschijn. Flip legt meteen het verband met Gobelijn en Mexico. Er wordt besloten naar Mexico te vertrekken. Anatool smeedt intussen weer een plannetje om de kubus in handen te krijgen. De zoektocht naar Gobelijn verloopt niet zo vlot. Anatool zorgt ervoor dat ze in de val van een spionne lopen. Deze laatste schakelt Anatool ook uit maar komt zelf niet echt ver. Met de hulp van Anatool komt iedereen weer vrij. De kubus met speciale chip voor een supersatelliet kan uit de handen van de spionne gehouden worden. Eens thuis wordt er een barbecue georganiseerd en een bronzen kabouter onthuld.
1999
205
Teofiel heeft een ochtend waar alles tegenzit: overslapen, geen propere broek meer te vinden, autosleutels zoek, een auto-ongeval en last met zijn baas omdat hij te laat is. Wanneer hij terug thuis komt blijkt dan ook nog zijn maaltijd aangebrand te zijn. Wanneer 's avonds de televisie en de elektriciteit uitvalt is alles kompleet. Al vlug blijkt dat er een nationale stroompanne is. De mededeling van de burgemeester voorspelt niet direct een einde van het probleem. Iedereen moet zich trachten te behelpen zoals onze voorouders dat deden. Zelfs een oude windmolen wordt gerestaureerd. De stoomtrein en paardentram doen terug hun intrede. Wanneer Archibald van Buikegem overkomt met een luchtballon pikt hij Jommeke op. Wat later landen ze bij een kerncentrale. De minister arriveert daar en meldt dat er nog geen oplossing voor het probleem is gevonden. Jommeke stelt voor om professor Gobelijn in te schakelen. Bij Gobelijn aangekomen verschijnt daar ook Professor Denkekop. Deze laatste is ten einde raad. Hij heeft voor het leger een microbe ontwikkeld die ervoor zorgt dat de koperen elektriciteitsdraden worden aangetast en zodoende geen stroom meer doorlaten. Gobelijn vindt wat later anti-kopermicroben uit en enige tijd later werkt het elektriciteitsnet weer normaal en gaat alles weer zijn gewone gang.
1999
206
Notaris Mac Loan brengt de familie Mac Rum een belangrijk document. Het bevat de mededeling dat de ring van Petty Mac Rum is verborgen in het kasteel van Mic Mac Jampudding. Indien tachtig jaar na zijn dood de ring niet is teruggevonden dan gaat het kasteel van Jampudding naar Mac Rum. Er blijven intussen nog maar dertig dagen over van de tachtig jaar. Mic Mac Jampudding wordt in kennis gesteld van het bericht. Hij begint een zoektocht door zijn kasteel maar raakt al vlug over zijn toeren. Arabella roept de hulp in van Jommeke. Wanneer deze en zijn vrienden in Schotland aankomen is het kasteel herschapen tot een grote puinhoop. Intussen smeden de Mac Rums boze plannen. Bij toeval en met een beetje hulp van Choco, vinden ze de ring in een schilderij. Chicky en Chucky slagen er echter in de ring te bemachtigen en het kasteel te verlaten. De Mac Rums geraken de ring kwijt aan een Amerikaans koppel. Wanneer de de tachtig jaar dan volledig voorbij zijn zoeken de Mac Rums Jampudding op. Al vlug blijkt dat geen van beide partijen de ring heeft. Dan komen de Amerikanen op de proppen en eisen het kasteel van Jampudding en het kasteel van Mac Rum op. Met vereende krachten kunnen Jommeke en zijn vrienden de Amerikanen verdrijven. Mic Mac Jampudding en de Mac Rums krijgen hun kasteel terug.
1999
207
Jommeke en Filiberke gaan even tot bij Professor Gobelijn. Deze blijkt echter niet thuis te zijn. Langs een openstaand raam geraken ze binnen. Nergens een spoor, alleen een vreemde krant. Al vlug wordt duidelijk dat er in de buurt van Paradijseiland iets aan de hand is. Samen met Jan Haring varen ze richting Paradijseiland. Eens ter plaatse gaat Flip op onderzoek en deze doet een verrassende ontdekking. Op een van de buureilanden van Paradijseiland zitten vreemde dieren. Jommeke, Filiberke en Flip gaan op onderzoek. Flip wordt al vlug gevangen genomen door handlangers van twee genieën die op het eiland vreemde experimenten uitvoeren. Wat later wordt ook Jommeke gevangen genomen. Filiberke slaagt er in om Jommeke en ook de professor die op het eiland gevangen zit, te bevrijden. Flip heeft zichzelf intussen kunnen bevrijden. Met z'n allen trekken ze nu ten strijde tegen de bende malloten. Het komt zelfs tot een kleine zeeslag tussen het schip van Jan Haring en dat van de malloten. Het schip van de bende loopt op de rotsen en zinkt. De boosdoeners worden opgepikt en gedropt op een buureiland van Paradijseiland.
2000
208
Jommeke en Flip brengen een bezoek aan Estella Saprinetta. Na wat praten ontstaat het idee dat Estella op reis zal gaan. Jommeke zal voor gezelschap zorgen. Hij zoekt Stefanie Stekkebeen op. Daar maakt hij kennis met Stefanie Kiekebilleke. Deze laatste blijkt met een groot probleem te zitten. Beide Stefanies en Jommeke begeven zich naar het huis van Kiekebilleke. Op zolder vinden ze een kist met een pak verscheurde papieren en het testament van de grootoom van Stefanie Kiekebilleke. Toevallig horen Kwak en Boemel een en ander over een schat. Wanneer nu ook nog Anatool erbij komt is de jacht op de schat open. Met de boot van Jan Haring trekt de hele bende naar Polynesië. Eens op het eiland, waarop volgens de aanwijzingen de schat moet liggen, aangekomen begint de zoektocht. Enige tijd later vinden ze een kist. Dan komen Anatool, Kwak en Boemel te voorschijn. Ze bemachtigen de kist en openen deze. De kist is leeg. De schattenjagers druipen af. Jommeke onderzoekt de lege kist en vindt in een valse bodem een brief. De schat ligt helemaal niet zo ver van huis. De grootoom hield van een grapje en zette de schattenzoekers op een verkeerd spoor. In het huis van de man vinden ze een geheime bergplaats met nogmaals een brief. Met deze laatste aanwijzingen wordt uiteindelijk de schat gevonden.
2000
209
Teofiel ziet al het papierwerk niet meer zitten en neemt ontslag. Op zoek naar nieuw werk doet hij mee aan een examen voor politieagent. Meteen wordt hij hoofdagent en tegelijk worden Kwak en Boemel als hulpagenten aangesteld. Tot groot ongenoegen van Teofiel moet hij weer de politieadministratie in orde brengen. Kwak en Boemel krijgen buitendienst wat tot zeer vreemd politieoptreden leidt. Na een tijdje worden ze dan ook buiten dienst gesteld. Ze vatten dan het plan op om onmisbaar voor de politie te worden. Na heel wat vreemde gebeurtenissen in Zonnedorp worden ze wonder boven wonder terug in dienst genomen en krijgen het voor elkaar om Anatool als zondebok te laten fungeren. Maar deze laatste zou zijn naam geen eer aandoen mocht hij zijn verdorven geest niet in actie zetten en Kwak en Boemel mee in de criminaliteit te sleuren. Ze eindigen met hun drieën in de gevangenis. Teofiel vindt dat politiewerk ook maar niets en wil opnieuw ander werk. Marie lanceert het voorstel om huisman te worden terwijl zij dienst wil nemen bij het leger.
2000
210
Bij de burgemeester van Zonnedorp wordt een cadeau afgeleverd. Het blijkt een pompoen te zijn. Even later stormt een zekere Peter Pumpkin het kantoor binnen. Deze Amerikaanse multimiljonair heeft een schitterend idee waar Zonnedorp wel bij zal varen. Het Kasteel van Achterberg wil hij omvormen tot een eersteklas griezelkasteel. Na enige aarzeling geeft de burgemeester hiervoor zijn zegen. De voorbereidingen om in het kasteel een Halloweenfeest te geven worden getroffen. Enkele weken later komen Jommeke en Filiberke achter de plannen van Peter Pumpkin. Ook de koningin van Onderland verneemt in het rustoord het nieuws van het grote feest. Meteen stelt ze alles in het werk om dit feest te kunnen saboteren. Na haar ontsnapping uit het rustoord neemt ze meteen haar intrek in het kasteel. Al vlug kan ze Peter Pumpkin uitschakelen. Ze roept vervolgens de hulp in van Kwak en Boemel. Ze slaat de twee landlopers tot ridder en geeft ze de strijdkreet Kwak-Boem mee. Het plan om met kinderen een rijk te stichten duikt weer op. Onder het mom van een Halloweenfeest lokt ze een heleboel kinderen naar het kasteel. Door toedoen van Jommeke en Filiberke kan de koningin hare boze plan niet volledig uitvoeren. De kinderen worden bevrijd en de koningin belandt terug in het rustoord 'De Zoete rust'.
2000
211
Twee Propere Voeten ontdekken een goudader. Als snel gaan de indianen zeer luxueus leven. Via de media wordt dit wereldkundig gemaakt. Anatool ruikt al vlug rijkdom. Samen met Kwak en Boemel trekt hij richting Far West. Anatool neemt er de plaats in van Houten Nek, de medicijnman. Hij brengt in die vermomming de boodschap van de geest van Anakwaboe. De Propere Voeten worden op bedevaart gestuurd naar de Scherpe Heuvel. Een hele tijd later komen de indianen bij Jommeke terecht. Dikke Springmuis doet zijn verhaal. De naam Anakwaboe doet bij Jommeke meteen een belletje rinkelen. Meteen vliegt hij samen met Filiberke naar de Far West. Wanneer Anatool, Kwak en Boemel onraad ruiken trachten ze nog snel met een deel van de goudvoorraad van de indianen er vandoor te gaan. Jommeke kan dat in eerste instantie verhinderen. Maar Filiberke wordt gevangen genomen en Jommeke in een hinderlaag gelokt. De drie boeven vliegen met, buitgemaakte goudvoorraad, weg. Wat zij niet weten is dat de gestolen vliegende bol een defect heeft. Wat later storten ze dan ook neer in zee. De boeven worden door zeelui opgepikt. Jommeke heeft intussen Filiberke en de echte Houten Nek kunnen bevrijden. Terug in Zonnedorp breken de Propere Voeten hun kamp op en vertrekken richting Far West.
2000
212
Anatool is blut en naarstig opzoek naar inkomsten. Hij gaat voor werk informeren bij professor Gobelijn. Daar drinkt hij van een drankje, waarvan hij vermoedt dat het weer een nieuwe uitvinding is die geld kan opbrengen. Het blijkt een restant van het oude verkleiningdrankje te zijn. Hij verkleint tot te afmetingen van een elfjarige. Jommeke helpt hem na dit voorval en hij mag zelfs van Marie en Teofiel bij hen komen wonen. Wanneer de hele bende bij Gobelijn gaat informeren of een vergrotingsdrankje al beschikbaar is voor Anatool, vernemen ze het nieuws van een niewe vondst: overheerlijke limonade. Bij Anatool ontstaan meteen weer minder goede plannen. Hij steelt de formule en biedt deze aan bij een frisdrankenfabrikant. De directeur sluit Anatool op en wil met de formule en een nieuwe frisdrank de wereld veroveren. Anatool slaagt erin om te ontsnappen met de formule in zijn bezit. Kwak en Boemel maken hem de formule afhandig en vertrekken richting Amerika. Gobelijn en zijn vrienden vertrekken richting New York evenals de limonadefabrikant die via duistere afluisterpraktijken van alles op de hoogte blijft. Kwak en Boemel worden al snel in een val gelokt. Jommeke en zijn vrienden komen terug in het bezit van de formule. De frisdrankfabrikant druipt ook af met lege handen. Tot slot krijgt Anatool zijn normale afmetingen terug wanneer het verkleiningsdrankje is uitgewerkt.
2001
213
Jommeke gaat langs bij Professor Gobelijn. Daar treft hij Filiberke die nu het hulpje speelt. Enige ogenblikken later laat Filiberke het labo in de lucht vliegen. De volgende dag zit Gobelijn zich te vervelen door het feit dat hij niet over een labo kan beschikken. Hij biedt zijn diensten aan bij zijn vrienden maar er loopt een en ander fout. Hij besluit dan maar om een restaurant te beginnen. Filiberke wordt de hulpkok. Restaurant ''t Gobelijntje' wordt al snel bedacht met zeven sterren voor de uitzonderlijke combinaties van gerechten en de vriendelijke bediening. Het restaurant wordt binnen de kortste keren wereldberoemd. Een jaloerse Franse kok laat via zijn handlangers stokken in de wielen steken. Hij zorgt voor de ontvoering van een van de beroemde gasten van ''t Gobelijntje', namelijk prinses Indarazada. Jommeke en Filiberke kunnen snel de prinses bevrijden. Gobelijn houdt het dan ook maar voor bekeken als restaurantuitbater daar intussen zijn labo hersteld is.
2001
214
Professor Gobelijn komt op een eiland terecht na wat kapriolen met de vliegende bol. Daar ontmoet hij een holbewoner. Terug in Zonnedorp doet hij zijn verhaal aan Jommeke. Wanneer het eiland geteisterd wordt door een vulkaanuitbarsting gaan ze meteen de holbewoner redden. Eens terug in Zonnedorp loopt er weer een en ander mis door het nogal vreemde gedrag van de holbewoner. In de tuin van Gobelijn wordt intussen een prehistorisch onderkomen gebouwd. Langzamerhand praat de holbewoner enigszins verstaanbare taal. Na een tijdje heeft Gobelijn een eilandje in de Stille Zuidzee gevonden waar de holbewoner een nieuw onderkomen kan vinden. Hij heeft er ook meteen een liefje, Djeen.
2001
215
De Gravin van Stiepelteen en de kookclub van Zonnedorp keren terug uit Japan. Enkele dagen later krijgt de gravin bezoek van de Japanse keizer Takamatsu van Takayama. Blijkt dat de kimono die de gravin heeft meegebracht haar verheft tot de status van toekomstige keizerin. De keizer wil met haar trouwen. Uiteraard gaat dit niet door. De keizer zet hierom meteen de tegenaanval in. Hij laat de gravin ontvoeren. Maar Jommeke en zijn vrienden steken echter stokken in de wielen. Uiteindelijk geraakt de keizer dan toch getrouwd met een Japanse. Odilon en de gravin besluiten om nog eens een hernieuwde huwelijksreis naar Japan te maken.
2001
216
Jan Haring krijgt een gepeperde belastingsbrief. Om te kunnen betalen wil hij gebruik maken van een deel van de schat van Vikoerik (zie album 84). Hij vindt in de kist een hoorn waarin een stuk hout steekt met daarop een inscriptie. Hij trommelt meteen Jommeke en Filiberke op. Professor Gobelijn wordt er bij gehaald om de boodschap te ontcijferen. Het blijkt een brief van 1000 jaar oud te zijn, afkomstig van de viking Vikoerik aan zijn zoon Volvoerik. Jan Haring, Jommeke en Filiberke gaan op zoek naar deze viking. Na vastgelopen te zijn in het noordelijk ijs wordt Gobelijn ter hulp geroepen. In de ijzige omgeving vinden ze snel een verlaten vikingdorp. De hele bende, uitgezonderd Jan Haring, wordt al vlug gevangen genomen en naar een dorpje gebracht. Gelukkig kan Jan Haring hen op het nippertje van de dood redden. De nakomeling van Volvoerik komt mee en trekt in bij Jan Haring en jaagt daar zelfs een belastingscontroleur weg
2002
217
Jommeke krijgt een telefoontje van prinses Indarazada om op zoek te gaan naar Sorab, de voetballende olifant. Samen met Filiberke en Flip vertrekt hij naar India. Als snel starten ze hun zoektocht. In het oerwoud worden ze gevangen genomen en aan een boom gebonden. Gelukkig komt een aap hen bevrijden. De zoektocht gaat verder, echter met de nodige tegenwerking van ongure figuren die onder de leiding staan van een fakir van bedenkelijk allooi. Jommeke, Filiberke, Flip en een olifant kunnen Sorab bevrijden. Tot slot kan de olifantenploeg de overwinning binnenhalen en krijgen Jommeke en Filiberke een gigantische beker cadeau.
2002
218
Bij Baron Jérôme de la Crotterie botert het niet binnen het gezin. De kinderen zijn nogal lastig. Geld is de spelbreker in het leven van de baron en zijn familie. Op zoek zijnde naar een nieuw kasteel komt hij op het spoor van een fortuin dat zou zijn verborgen in het kasteel van de Gravin van Stiepelteen. De baron zijn vrouw is immers de achternicht van de vorige eigenaar van dit kasteel. Ze besluiten op bezoek te gaan bij de gravin. Al vlug wordt de sfeer op het kasteel grimmig. Jommeke, Filiberke en Flip ruiken, na een bezoekje aan het kasteel, onraad en trekken aldus meteen op onderzoek. Al gauw komen ze erachter dat de baron en zijn familie niet al te vrome bedoelingen hebben. Intussen is Odilon opgesloten maar wordt door Jommeke en Filiberke snel weer bevrijd. De jacht op het fortuin kent vervolgens zijn ontknoping, maar dit is voor de baron een ontgoocheling. De vorige eigenaar had immers zijn fortuin weggeschonken aan een weeshuis. De baron besluit dan met een edelmoedig gebaar en er komt een grote verzoening.
2002
219
Midden in de nacht... Jommeke wordt wakker gebeld door professor Gobelijn. Hij vraagt Jommeke snel tot bij hem te komen. Eens bij de professor doet Jommeke een onthutsende vaststelling. Professor Gobelijn is nog amper enkele centimeter groot. Met de hulp van Jommeke krijgt Gobelijn snel zijn normale afmetingen terug. De laatste uitvinding van de professor betreft een verklein- en vergrootapparaat. Jommeke wordt bij wijze van een leuk experiment ook verkleind. Bij het opnieuw vergroten loopt er een en ander fout en krijgt Jommeke zijn normale afmetingen niet terug. De gevolgen zijn haast niet te overzien. Jommeke komt in een aantal hachelijke situaties terecht. Maar wanneer Jommeke wakker wordt blijkt alles maar een vreemde droom te zijn geweest.
2002
220
Filiberke neemt, tot enig ongenoegen van zijn directe omgeving, het op voor de planten. Hij wil hun leed verzachten. In een tuincentrum krijgt hij een vleesetende plant, een venusval, als cadeau. De plant is immers niet klantvriendelijk. Samen met Jommeke zoekt hij professor Gobelijn op om op de beste manier voor zijn plant te leren zorgen. Filiberke helpt de professor bij het ontwikkelen van een plantengroeimiddel. Wanneer een krantenartikel over dit middel verschijnt gaan de poppen aan het dansen. Gobelijn en Filiberke worden, in opdracht van een frietbaron, ontvoerd. De frietbaron wil immers superfrieten op de markt brengen. Intussen heeft het plantengroeimiddel zijn uitwerking niet gemist en is de woning van de professor overwoekerd door superplanten. Na verloop van tijd blijkt het groeimiddel te zijn uitgewerkt en sterven de planten. Ondertussen stellen Jommeke, Flip en de Miekes alles in het werk om hun vrienden te bevrijden. Met de hulp van een tot inkeer gekomen handlanger van de frietbaron en wat plantengroeimiddel slagen ze, na nog wat bange momenten, er toch in de fameuze frietbaron onschadelijk te maken en hem door de politie te laten inrekenen. Tot slot laat Filiberke, met een restant van het plantengroeimiddel, het gazon van zijn vader nog eens extra groeien.
Wanneer Jommeke en Filiberke langs lopen bij professor Gobelijn krijgen ze zijn nieuwste uitvinding, een supervertaler, mee om te testen. Meteen slagen ze er met dit apparaat in om Anatool, Kwak en Boemel, die hun eigen geheime taal praten, te ontmaskeren bij de voorbereiding van een inbraakpoging. Het handige apparaat sneuvelt echter in de strijd. Ze besluiten dan maar om rustig naar een televisieprogramma te kijken. Ze vernemen dat er in Rusland een wolvenkind in niet al te beste omstandigheden leeft. Jommeke en zijn vrienden vertrekken meteen, na een nieuwe supervertaler van Gobelijn gekregen te hebben, om het wolvenkind te helpen. Na een tumultueuze reis komen ze licht gehavend aan bij professor Stroganof. Deze professor kan zich al snel meester maken van de supervertaler en Jommeke en zijn vrienden gevangen zetten. De assistente van de professor is het niet eens met zijn handelswijze en helpt Jommeke en zijn vrienden. Ze slagen er in om het wolvenkind te bevrijden en vervolgens de professor onschadelijk te maken. De assistente zorgt nu verder voor de opvoeding van het wolvenkind en onze vrienden kunnen huiswaarts.
2003
222
Bij de Propere Voeten komt een bleekgezicht een honderd jaar oude zending met whisky afleveren. Het blijken flessen vuurwater te zijn en uit de begeleidende brief wordt duidelijk dat het om een geschenk van Buffalo Bill gaat, bestemd voor de overgrootvader van Dikke Springmuis, in ruil voor het mogen schieten van bizons. Dikke Springmuis is hierdoor in zijn eer gekrenkt en staat erop om de naam van zijn indianenstam te zuiveren. Trage Voet wordt naar Jommeke gestuurd om diens hulp in te roepen. Eens Jommeke, Flip en Filiberke bij de Propere Voeten zijn aangekomen vertrekken ze al snel in gezelschap van Dikke Springmuis naar een gebied waar nog bizons zouden leven. Dikke Springmuis wordt echter gevangen genomen door de Ketelbuiken maar Jommeke slaagt erin om hem snel te bevrijden. Wat later komen ze in een stadje aan en vinden er één bizon. Deze bizon blijkt eigendom te zijn van een nakomeling van Buffalo Bill. Na wat schermutselingen met deze man komen ze te weten dat er op een afgesloten vlakte nog heel wat bizons leven. Wanneer nu Jommeke en zijn vrienden terugkeren naar het kamp van de Propere Voeten blijken de bizons hen gevolgd te zijn en grazen ze nu vredig in de buurt.
2003
223
Bartolomeus Kraakbeen, een piraat, meert aan op Knokeneiland in de Caribische zee... Charleston Kraakbeen, voorvader van de piraat, heeft er ooit een schat verborgen. Bartolomeus wil de schat en laat daarom de dochter van de huidige koning Zilverbaard ontvoeren. Jommeke en zijn vrienden zijn aan zee en ze doen dankzij Filiberke en Pekkie een vondst, namelijk een antiek pistool. Door een onvoorzichtigheid explodeert het en komt er een witte parel en een stuk perkament tevoorschijn. Bij een vriend van Jan Haring gaan ze met hun vondst ten rade. De parel blijkt zeer waardevol te zijn. Nog meer komen ze te weten: de vriend is immers de tweelingbroer van de piraat Bartolomeus. Wat later komen Jommeke en zijn vrienden via een krantenbericht alles te weten over de ontvoering. Samen met de tweelingbroer van Bartolomeus Kraakbeen en de hulp van professor Gobelijn vetrekken ze richting Caribische Zee. Daar kunnen ze met hulp van tweelingbroer Kristoffel verwarring zaaien en wat later de prinses op nogal spectaculaire wijze bevrijden. De piraat kan ook worden gevangen genomen en vervolgens gestraft. Tot slot vinden ze met behulp van het stuk perkament ook de plaats van de schat die ze dan snel naar boven halen. De prinses zorgt er voor dat Filiberke en Flip wegdromen op het amoureuze vlak.
2003
224
Jommeke bouwt een autoped om tot een gemotoriseerde versie en vertrekt richting zee. Eens daar aangekomen en hij rustig pootje baadt vindt hij een fles met daarin een boodschap. Het is een noodkreet van de Kwibussen die op het eiland Rakwiba wonen. Hij roept de hulp in van Jan Haring. Deze laatste stuurt hem naar een oude scheepsmaat van hem, Cornelius Mastmans, om daar informatie te krijgen over het onbekende eiland. Nu blijkt dat ook deze oude zeeman een identiek document in zijn bezit heeft maar het is dan wel 150 jaar oud. De overgrootvader van Cornelius was ook ooit op zoek gegaan naar het eiland Rakwiba. Maar bij zijn terugkeer repte hij er met geen woord over. Jommeke besluit dan om samen met Jan Haring op avontuur te trekken. Ondertussen is Filiberke op weg naar Jommeke maar mist deze. Met een vlot gaat hij zijn vrienden achterna. Jommeke komt enige tijd later aan op het eiland Rakwiba en wordt eral snel, samen met Flip, gevangen genomen. In de enigszins middeleeuwse omgeving wordt Jommeke in het openbaar aan een straf onderworpen. Al vlug blijkt dat het hier gaat om een onschuldig plaatselijk gebruik. Eens weer vrij komt hij te weten dat de mensen op het eiland alles zo leuk mogelijk trachten te beleven. Maar er hangt een dreiging over de stad: de vloek van Sivlirpa. Jommeke vindt dat de oude burcht haar geheimen moet prijs geven en trekt, met zijn intussen ook aangekomen vriend Filiberke, op onderzoek. Flip is door de plaatselijke bevolking ontvoerd. In de oude burcht beleven ze enkele bange momenten en via een gang kunnen ze weer naar buiten. Tot hun grote verbazing staan ze weer te midden van het dorp en worden ze op gelach onthaald. De rare Kwibussen doen er alles aan om vreemdelingen een poets te bakken, zelfs de ontvoering van Flip maakte deel uit van de grap. En als je Sivlirpa is de spiegel leest dan ken je meteen het antwoord: Aprilvis. Met de 'medaille van de Gulle Lach' keren ze weer huiswaarts.
2004
225
Kwak en Boemel krijgen bezoek van Jommeke en Filiberke. Ze maken er een gezellig onderonsje van. Op hetzelfde moment, in een nabije grootstad, krijgt de landloper Jakobus Sorgeloos bezoek van notaris Poenaard. Jakobus erft een koffertje van een verre neef. In het koffertje zitten een heleboel postzegels, een gouden ring en dagboek. In het dagboek vindt de landloper een kaart waarop een plaats is aangegeven waar zijn overgrootvader een buit heeft verborgen. Wat later blijkt dat de buit begraven ligt in het hol van Kwak en Boemel. Jakobus tracht Kwak en Boemel uit hun hol te verdrijven om alzo naar de buit te kunnen graven. Kwak en Boemel roepen de hulp in van Jommeke om ten strijde te trekken tegen de landloper. Deze laatste slaagt er zelfs in om Jommeke en zijn vrienden uit te schakelen, doch slechts tijdelijk. Jommeke en Filiberke kunnen ontsnappen en op hun beurt de landloper uitschakelen. Jakobus Sorgeloos biecht alles op. Kwak weet daarop te vertellen dat hij en Boemel jaren geleden een koffer vol geld hebben gevonden. Helaas was het geld niet meer in omloop en dus waardeloos. Jakobus verlaat dan enigszins teleurgesteld Zonnedorp in een cadeau gekregen huifkar.
2004
226
Jommeke en Filiberke vinden een groot pak waarvan ze vermoeden dat het een ballon is. Professor Gobelijn zorgt ervoor dat het pak tot bij hem thuis geraakt. Daar wordt het opgeblazen en wat blijkt: het is een springkasteel. Ze maken er meteen gebruik van en beleven er het nodige plezier aan. Kwak en Boemel komen even roet in het eten gooien door de lucht uit het kasteel te laten ontsnappen. Het springkasteel wordt opnieuw opgeblazen, maar nu met ballongas. Nu beschikken ze over een vliegend springkasteel of anders gezegd een luchtkasteel. Jommeke, Flip en Filiberke vliegen ermee naar Engeland. Intussen is de eigenaar, 'Party-Rent' ijverig op zoek naar zijn kwijtgespeeld springkasteel. Een achtervolging is het gevolg. Na wat avontuurlijke momenten maakt het springkasteel een landing op de speelplaats van een Engelse kostschool. Jommeke en Filiberke worden er gestraft en moeten naar de schoolbanken. Lang blijven ze er niet. Helaas worden ze na hun ontsnapping als snel door de politie opgepakt. Ook de eigenaar van het springkasteel heeft zich moeilijkheden op de hals gehaald. Het resultaat is dat ze met z'n allen in de cel belanden. Met een list ontsnappen ze ook hier weer vrij vlug en kunnen het springkasteel weer bemachtigen en terug richting België vliegen. De Miekes komen hun daar tot slot uitnodigen voor hun verjaardagsfeestje waarop als speciale attractie een springkasteel zal staan.
2004
227
In een oude fabriek, niet ver van Zonnedorp, vinden vreemde experimenten plaats. Ook professor Gobelijn is druk bezig. Zo druk zelfs dat hij niet meer tot rust komt. Om dit probleem op te lossen maakt hij een breinparkeerapparaat. Zijn herseninhoud tapt hij over naar het apparaat met als gevolg dat hij nu rustig kan slapen. Wanneer Filiberke enige tijd later hem slapend aantreft en een geschreven boodschap van Gobelijn doorleest, komt hij op het idee om de geleerdheid van de professor naar zijn hersen over te brengen. Filiberke verbaast dan ook iedereen in zijn buurt met zijn plotse geleerdheid. Hij heeft ook de verstrooidheid van de professor overgekregen. Jommeke vindt dit alles maar vreemd. Wanneer Filiberke hem de waarheid vertelt, luistert een vreemde figuur alles af. De rare man, professor Modest Helleborus, steelt het apparaat bij Gobelijn en ontvoert Filiberke. Uit Filiberkes hoofd tapt hij de geleerdheid van professor Gobelijn over naar zijn eigen hersenen. Wanneer Filiberke, gegijzeld door de boze professor goed en wel bij zijn positieven komt, kan hij via een gsm een, door hem eerder gemaakt, robotje bereiken. Het robotje komt Filiberke bevrijden. Samen met Jommeke en Flip gaat hij in een zelf gemaakt vliegend tuig, Ipsilon genaamd, op zoek naar de boze professor. Intussen proberen Annemieke en Rozemieke professor Gobelijn weer één en ander te leren, want hij is immers al zijn geleerdheid kwijt. Jommeke tracht de hulp in te roepen van andere professoren maar professor Helleborus probeert deze geleerde mannen uit te schakelen. Uiteindelijk slagen Jommeke en Filiberke, na halsbrekende toeren op het Brusselse Atomium, er toch in om het breinparkeerapparaat te bemachtigen en de boze professor te laten inrekenen door de politie. Gobelijn en de andere geleerden krijgen hun brein weer terug.
2004
228
Professor Gobelijn schiet wakker als zijn speciale wekker allerlei lawaai begint te maken. Het apparaat zet ook meteen een kopje koffie. Helaas heeft de professor tabak gebruikt in plaats van koffie. Hij gaat meteen op zoek naar fris water. Tot zijn groot ongenoegen stelt hij vast dat er een probleem met zijn waterleiding is. Bij het herstellen smelt hij per ongeluk zijn brandkast. Wanneer Jommeke, Flip en Filiberke bij hem langskomen vinden ze hem radeloos omdat hij nu ook al zijn belangrijke papieren kwijt is. Gelukkig wordt al snel duidelijk dat hij per uitzonderlijke vergissing alles heeft opgeborgen in de diepvriezer. Jommeke gaat vervolgens met de professor de waterleiding herstellen. Filiberke gaat ondertussen op stap met het nieuwe laserpistool van de professor. Hij komt een oude bekende tegen: Somsbol. Deze laatste gaat op bezoek bij Anatool. Anatool heeft immers zijn hulp nodig om aan een enorme hoeveelheid goud te geraken. Smosbol vertelt hem over Filiberke en het laserpistool. De volgende nacht stelen Anatool en Smosbol het laserpistool. De beide ongure figuren vertrekken richting Nepal waar een gouden beeld hun doelwit zal zijn. Het beeld staat bij de sherpa's en lijkt zeer sterk op Gobelijn. De sherpa's zijn intussen op zoek naar een opvolger voor hun oude meester. Via een foto in de krant komen ze bij professor Gobelijn terecht en ze beschouwen hem als de herboren nieuwe meester. Gobelijn wil deze mensen helpen en vertrekt samen met Jommeke, Flip en Filiberke naar Nepal. Anatool treft intussen de nodige maatregelen en slaagt er zelfs in om Jommeke en zijn vrienden een aantal keer het leven erg zuur te maken. Flip moet zijn vrienden weer eens uit de penarie halen. Nog net op tijd kan voorkomen worden dat Anatool het gouden beeld, met het laserpistool is het wel gesmolten, in zijn bezit krijgt. In een laatste poging gijzelt Anatool Flip nog even maar eindigt zijn avontuurtje in een moeras. Van daaruit weet hij toch nog te ontsnappen en komt op een gletsjer terecht. Een spectaculaire redding, via de bolvliegkunst van Gobelijn, behoedt de vluchtende Antool van de dood. Anatool en Smosbol worden gestraft door de sherpa's. Gobelijn zorgt er tot slot nog voor dat de sherpa's hem kunnen vereren als hun verezen meester, door een tv-opname te maken, die ze elke dag kunnen afspelen.
2005
229
In het holst van de nacht klinkt een vreugdekreet ten huize van Professor Gobelijn. Een nieuw experiment om kennis via een computer naar een levend wezen over de brengen is klaar. Hij belt meteen Jommeke. Deze loopt pas de volgende morgen bij de professor langs. Wat blijkt nu. Gobelijn is op zoek naar een proefkonijn om een toegangspoortje voor de computer in de hersenen in te bouwen. Jommeke bedankt feestelijk hiervoor en geeft de raad aan Gobelijn het bij een dier te proberen. Als snel wordt besloten om een varken te gebruiken. Bij Boer Snor vinden ze meteen het geschikte exemplaar. Alles blijkt perfect in orde. Wanneer de professor plots weg moet komt het varken onder de hoede van Jommeke. Het dier helpt Jommeke en Filiberke bij het oplossen van moeilijke vraagstukken. Al gauw komt bij de meester van de klas alles aan het licht. Deze fantastische vondst van Gobelijn wordt al snel wereldnieuws. In een Engelse school wordt al snel beslist dat het niet kan dat zo'n dier superslim is. Het boze plan om het dier te ontvoeren neemt vaste vorm aan. De ontvoering, door de tuchtmeester Karwats, verloopt bijna feilloos. Enkel zijn verloren hoofddeksel zorgt voor een sterk spoor naar Engeland. Jommeke grijpt in en kan, net voor de Engelse leraren het dier weer dom willen maken, met het varken ontsnappen. Boer Snor houdt aan dit hele avontuur een geweldige hulp voor zijn administratie over.
2005
230
Tijdens de filmopnamen van De wraak van Pastinaakkomen Jommeke en zijn vrienden, via Pekkie die een zogenaamde reddingsactie probeert uit te voeren, in contact met een filmploeg. Pekkie mag door zijn optreden meteen een invallersrol spelen in de plaats van de gewonde hoofdrolspeler, de witte poedel Bingo. Wanneer de film in Hollywood wordt vertoond is hij meteen een enorm succes. Pekkie krijgt zelfs de aanbieding om een eigen film te draaien, De gouden knook. Filberke en uiteraard zijn vrienden genieten onbezorgd van de luxe in Hollywood. Alles loopt perfect tot het baasje van Bingo roet in het eten komt gooien. Hij knipt de vacht van Pekkie in de meest lelijk denkbare vorm. Om de filmopnamen verder mogelijk te maken met een normale Pekkie wordt de hulp van professor Gobelijn ingeroepen. Deze slaagt er in, na enkele mislukte pogingen, de vacht van Pekkie in normale vorm te herstellen. Het baasje van Bingo laat zich echter niet zo maar opzij zetten en onderneemt nog enkele acties. Hij ontvoert zelfs Pekkie en laat Bingo, die een zwart gekleurde vacht heeft gekregen, zijn plaats innemen. Al gauw komt het bedrog aan het licht. Jommeke en zijn vrienden kunnen Pekkie bevrijden en de schuldige laten oppakken. Na dit avontuur geniet Pekkie van een welverdiende rust.
2005
231
Professor Gobelijn wordt opgebeld door zijn collega professor Denkekop. Gobelijn reageert nogal onhandig en na enkele misverstanden trommelt hij Jommeke op om hem te vergezellen naar de kust. Kapitein Jan Haring en professor Denkekop hadden immers van Gobelijn de opdracht gekregen op zoek te gaan naar de rechthoekige kabeljauw, de piscis fishstickus. Aangekomen in de haven, bij de boot van Jan Haring, krijgen ze te horen dat een zeer vreemd zeewezen is gevangen. In een speciale tank wordt het wezen naar Zonnedorp overgebracht. Intussen is een journalist, die op zoek is naar zijn wereldprimeur, hen achterna gegaan. Al vlug blijkt dat het zeewezen fel verzwakt is. Gobelijn, die al een tijdje met allerlei visexperimenten bezig was, stelt alles in het werk om het wezen er bovenop te krijgen. Door toedoen van de opdringerige journalist ontsnapt het zeewezen echter. Na een tumultrijke dooltocht kunnen Jommeke en zijn vrienden het zeewezen weer te pakken krijgen en bij Gobelijn afleveren. Na enkele dagen is het wezen er weer bovenop en wordt het met de plastieken walvis naar de open zee gebracht en daar vrijgelaten.
2005
232
Teofiel zakt tijdens de repetitie van het amateurtoneelgezelschap door het podium en breekt een been. Odilon van Piependale wordt gevraagd om hem te vervangen. Odilon repeteert zijn rol met de nodige overtuiging maar komt door enkele misverstanden in de problemen. De gravin van Stiepelteen verdenkt hem er van een andere vrouw te hebben. Zij verlaat het kasteel en is een tijdje spoorloos. Odilon is in alle staten. Na enige tijd wordt duidelijk dat ze in Venetië zit en er daar een vriend op na houdt. Jommeke en Filiberke worden opgetrommeld en het groepje vertrekt richting Italië. Eens daar haalt Odilon al zijn charmes boven om zijn echtgenote terug te winnen. Hij gaat hierbij tot het uiterste en het komt zelfs tot een duel met de nieuwe vriend van de gravin. Gelukkig blijkt alles maar opgezet spel van de gravin om Odilon een lesje te leren. De nieuwe vriend van de gravin, Vittorio Vitesso, blijkt een verre achterneef te zijn. Alle misverstanden worden uitgepraat en eens terug op het kasteel wordt het toneelstuk in de tuin opgevoerd. Odilon zakt hier, evenals Teofiel, door het podium en breekt ook een been.
2006
233
Op een mooie winterse dag wandelt Teofiel door het sneeuwlandschap. Hij vindt een slee en voelt zich meteen weer eventjes jong, alleen wordt het einde van het ritje nogal pijnlijk bij een botsing met een boom. Door de slag is hij zijn geheugen kwijt. Urenlang doolt hij rond en stapt op een trein. Doodvermoeid valt hij in slaap. Wanneer hij wakker wordt blijkt hij in Rusland te zitten. Na wat ronddolen komt hij bij de grootvorst van Koerkoemanië. De broer van de grootvorst, Sergeï, zorgt ervoor dat Paljaskof - zo noemen ze Teofiel - kan werken als moppenverteller. Terwijl Teofiel de grootvorst bezig houdt steelt Sergeï een smaragden baboesjkabeeld. Intussen zijn Jommeke, Marie, Flip en Filiberke er achter gekomen dat Teofiel in Rusland zit. Met de vliegende ton starten ze hun speurtocht. Als snel vinden ze Palsjaskof, alias Teofiel, terug. Op dat moment wordt ook duidelijk dat de broer van de grootvorst het beeld heeft gestolen. Hij roept zich ook meteen uit tot de nieuwe grootvorst. Teofiel geraakt terug op de dool terwijl Jommeke, zijn moeder, Flip en Filiberke de echte grootvorst helpen. Teofiel redt intussen en meisje van de verdrinkingsdood. De ouders van dit kind zorgen ervoor dat hij terug thuis geraakt. Daar komt hij weer in botsing met een boom en door de nieuwe slag keert zijn geheugen terug. In Rusland kan, na enige perikelen, het smaragden beeld terug bezorgd worden aan de echte grootvorst. Ter afsluiting wordt iedereen bij de grootvorst aan het diner verwacht.
2006
234
Jommeke schiet door hanengekraai wakker en is niet zo goed geluimd. Het lijkt een dag te worden waar alles blijkt lijkt tegen te zitten. Filiberke schiet hem ter hulp met wat hij de antipechmobiel noemt. Het helpt even maar de tegenslagen komen terug. Dieven, door de politie opgejaagd, laten vanuit hun helikopter een zak vol juwelen vallen. De zak valt door het dakraam bij Jommeke thuis. Jommeke, Flip en Filiberke willen de juwelen terugbezorgen aan de eigenaar en trekken richting politiebureau. De pech slaat opnieuw toe. Jommeke wordt gevangen genomen en zal slechts vrijgelaten worden in ruil van de zak juwelen. Filiberke en Flip zijn intussen met boer Snor een plannetje aan het uitwerken om de dieven beet te nemen. Het loopt allemaal echter een beetje fout. Jommeke komt wel vrij maar Flip wordt gevangen genomen. Deze weet zich echter al snel te bevrijden. Met de hulp van twee stoere boerenzonen worden de dieven na een tijdje bij de kraag gevat en in een stal van Boer Snor opgesloten. Met een list weten de snoodaards te ontkomen. Niet voor lang echter, want ze worden terug bij de kraag gevat en door Boer Snor op de wagen achter de traktor gezet richting politiebureau. De juwelen kunnen dan uiteindelijk aan de eigenares terugbezorgd worden. Tot slot heeft Filiberke nog pech en komt in het water terecht.
2006
235
In de Afrikaanse wildernis wordt Mama Mataboe gestoken door de gevaarlijke rode steek-steekvlieg. Onder invloed van het gif zwijmelt ze door het oerwoud. Mataboe kan na een zoektocht zijn moeder niet terugvinden. Ten einde raad trommelt hij de ooievaar Hieronimus op om professor Gobelijn ter hulp te roepen. Bij het vernemen, via het kleine nonnetje Eufrasieke, van Mataboe's probleem vertrekken de professor en zijn vrienden meteen naar Afrika. De tijd dringt immers om Mama Mataboe een antistof te kunnen toedienen. Eens ter plaatse moet eerst een levende steek-steekvlieg gevangen worden. Dit lukt vrij snel, maar Mama Mataboe is nog steeds spoorloos. Een zoektocht wordt georganiseerd maar gaat gepaard met de nodige moelijkheden zoals een aanval van een wilde kat, Filiberke die gaat hallucineren na het eten van purperen oerwoudappels en het bouwen van een nachtkamp. Tot overmaat van ramp worden Jommeke, uitgezonderd Filiberke, en zijn vrienden ook nog eens gevangen genomen door de gevaarlijke stam van de Groene Teuten. Filiberke komt als reddende engel ter hulp en er volgt een bevrijding. Gelukkig wordt ook snel Mama Mataboe gevonden. Na nog een dreigende leeuw uit te schakelen kan de professor de antistof toedienen en is Mama Mataboe zo goed als ogenblikkelijk weer de oude. Met een barbequefeest wordt alles feestelijk besloten.
2006
236
Professor Gobelijn krijgt gedurende een paar dagen het bezoek van zijn collega professor Dobbelman en diens kinderen met bijbehorende kinderjuf en lijfwachten. De eerste dag worden in Zonnedorp, onder de ogen van Jommeke en Filiberke de kinderen van professor Dobbelman het slachtoffer van een kidnapping. Gelukkig kunnen Jommeke, Filiberke, Flip en Pekkie er een stokje voor steken en de Dobbelmannetjes weer bij hun vader afleveren. De volgende dag gaan de Dobbelmannetjes, Doby en Doky, op zoek naar hun redder Jommeke. Net voor ze aankomen bij Jommeke worden ze ontvoerd door twee ongure figuren. Flip slaagt erin de schuilplaats van de ontvoerders te achterhalen en tevens de kinderen van hun boeien te bevrijden. Jommeke en zijn vrienden slagen er nu ook weer in om de kinderen in vrijheid te krijgen. Enige tijd later krijgt Jommeke een telefoontje van Gobelijn om even langs te komen. Daar verneemt hij dat ze uitgenodigd zijn bij de familie Dobbelman. Een week later vertrekken de professor, Jommeke, Flip en Filiberke richting Amerika. Bij hun aankomst vernemen ze dat de kinderen reeds twee dagen zijn vermist. Bovendien wordt er door de kidnappers, via een telefonische boodschap, geëist dat professor Dobbelman zijn geheime plannen van zijn laatste uitvinding prijs geeft met daar boven op nog een pak dollars. Jommeke en zijn vrienden zetten meteen een tegenoffensief in. Al snel komen ze erachter dat de vroegere kinderjuf en de lijfwachten deel uitmaken van een bende die onder de leiding staat van Big Boss. Met een list en een dosis geluk worden de boosdoeners uitgeschakeld en kunnen de kinderen weer huiswaarts keren waar tot slot een feestje wordt gebouwd.
2006
237
Kwak en Boemel hebben een klein meningsverschil. Boemel wil even tot rust komen en trekt het bos in. Daar ziet hij een verdrietig roos olifantje. Hij besluit het diertje mee te nemen om het samen met Kwak te verzorgen. Jommeke en Filiberke, die in de buurt waren, vinden zo een roos olifantje toch maar een raar verschijnsel. Ze helpen wel Kwak en Boemel om voor het olifantje te zorgen. Al snel komt er een idee om een circusnummer in elkaar te steken met het olifantje in de hoofdrol. Enige tijd later is er een eerste optreden in de tuin bij de Gravin van Stiepelteen. Van dan af is er alleen maar een stijgend succes en grote vraag naar optredens. Het gaat zo goed dat Kwak en Boemel, met het verdiende geld der optredens, zelfs een huis kunnen bouwen op de plaats van hun ondergrondse hol. Intussen zijn de echte eigenaars, een rijk koppel, erachter gekomen waar hun ontsnapt olifantje uithangt. Ze slagen er in om het diertje te ontvoeren. Jommeke en zijn vrienden zetten meteen een zoekactie op touw. Dankzij het intelligente olifantje dat een bloemenspoor legt, zijn de ontvoerders snel opgespoord. Flip zorgt voor exacte gegevens om het olifantje te lokaliseren, een eilandje in de buurt van Madagaskar. Zonder veel hindernissen kunnen de boosdoeners, die er zelfs een hele kolonie roze olifanten op na houden, ingerekend worden. Het eilandje wordt omgedoopt tot het natuurpark 'OLLILAND'. Kwak en Boemel investeren hun verdiende geld in dit project en besluiten om maar terug in een ondergronds hol te gaan wonen.
2007
238
Boer Snor raakt niet meer door zijn administratie en zijn landbouwproducten leveren bovendien niet echt veel op. Hij besluit, op aanraden van de postbode, om een camping te starten. De eerste klanten zijn de Gravin van Stiepelteen en haar echtgenoot Odilon. Deze laatste is niet echt gelukkig met deze manier van op vakantie gaan. Wanneer hij Jommeke in het dorp ontmoet doe hij zijn verhaal. Jommeke gaat mee naar de camping. Al vlug is duidelijk dat er iets moet gebeuren. De gravin stelt voor om een aantal vrienden, op haar kosten, uit te nodigen. Jommeke en Flip trommelen binnen de kortste keren heel wat oude bekenden op. De sfeer op de camping zit er al vlug in ondanks wat ongemakken en enige meningsverschillen. Het is intussen Anatool en Kwak en Boemel niet ontgaan dat de gravin een betaling aan boer Snor heeft gedaan. Hun poging om 's nachts het geld te stelen mislukt door toedoen van het slimme varken. Ook de mededeling dat er een aardgasleiding over het domein zal worden aangelegd komt de sfeer niet ten goede. Boer Snor wordt er wat ongelukkig van en een dag en een nacht met rotslecht weer laat echt alles fout gaan. Gelukkig komt de bankdirecteur melden dat het slimme varken de centjes netjes heeft afgeleverd op de bank. Maar iedereen houdt het voorlopig toch voor bekeken en keert huiswaarts.
2007
239
Professor Gobelijn is in de oerbossen van Canada op zoek naar het zeldzame klavertjezesentwintig. Plots staat hij oog in oog met een monster en slaat op vlucht. Patat, de knecht van Graaf Dondersteen, neemt hem vervolgens mee. Wanneer de rare graaf hoort dat Gobelijn een 'professor-in-alles' is laat hij hem meteen opsluiten in een laboratorium en verplicht hem om lood te veranderen in goud. Via zijn super-gsm brengt Gobelijn Jommeke op de hoogte. Deze laatste vertrekt meteen, samen met Flip en Filiberke, naar Canada. Intussen is Gobelijn er in geslaagd te ontsnappen. Helaas wordt hij snel terug gegrepen. Wanneer Jommeke en zijn vrienden informatie trachten te bekomen, bij de inwoners van het laatste dorp voor het grote oerbos, worden ze gewaarschuwd voor de rare graaf die met experimenten heel wat onheil aanricht bij mens en dier. De boswachter, ook een slachtoffer van een mislukt brouwsel en daardoor volledig behaard, wil hen wel helpen. Na een tocht doorheen een vreemd landschap en na de ontmoeting met vreemde oerdieren komt het gezelschap aan bij het kasteel van de graaf. Flip is intussen spoorloos. Al snel wordt hun aanwezigheid opgemerkt en geraken Filiberke en de boswachter en wat later ook Jommeke opgesloten. Gobelijn weet weer te ontsnappen en vindt de kleine vliegende bol waarmee Jommeke naar Canada is gevlogen. Hij heeft het vermoeden dat zijn vrienden in de buurt van het kasteel moeten zijn en vliegt er meteen naartoe. Hij slaagt er in om Jommeke te bevrijden en even later zijn ook de anderen weer vrij en ook Flip duikt weer op. Professor Gobelijn zorgt voor een kruidenmiddeltje om de overdadige haargroei van de boswachter terug normaal te krijgen en dan gaan ze op zoek naar het klavertjezesentwintig. Wanneer ze dit vinden keren ze snel huiswaarts. De getikte graaf doet nog wat experimenten met wat Gobelijn had bedacht en laat de boel en bijna zichzelf ontploffen.
2007
240
Professor Gobelijn, Jommeke, Flip en Filiberke vliegen met de vliegende bol boven de adembenemende landschappen van Alaska. Plots krijgt de vliegende bol technische problemen en wordt er een nogal ruwe noodlanding gemaakt. Flip wordt uitgestuurd om hulp te halen maar vliegt, door verblinding van de zon, tegen een tak en houdt er een verstuikte vleugel aan over. Er wordt dan maar besloten om te voet naar de bewoonde wereld te trekken. Filiberke glijdt wat later van een helling en botst tegen een beer aan. Die beer draagt sokken, een strik en een hoedje. Bovendien vertoont hij ook allerlei kunstjes. De beer is zo mensvriendelijk dat het gezelschap op zijn rug hun tocht kan voortzetten. Het wordt een spectaculaire tocht met als eindpunt de plaats waar ze vertrokken zijn. Gobelijn herinnert zich plots dat hij in de vliegende bol een noodgenerator heeft ingebouwd. Even later kunnen Gobelijn en zijn vrienden hun tocht met de vliegende bol verder zetten. Ze willen eerst de beer naar zijn baasje terugbrengen maar weten niet direct hoe. Ze merken een drijvende hoed in een rivier op. Het blijkt de hoed van Gobelijn te zijn, die hij kwijtspeelde tijdens de voettocht. Filiberke komt vervolgens op het idee om het hoedje van de beer te bekijken en vindt er een adres in. Het baasje van de beer wordt snel gevonden en vervolgens wordt er richting Zonnedorp gevlogen. Een paar maanden later probeert Filiberke Pekkie kunstjes aan te leren, want als een beer dat kan dan moet ook een hond dat kunnen. Wanneer de postbode voorbij komt vangt Pekkie een brief in de muil en brengt die naar Jommeke. Het blijkt een uitnodiging te zijn voor de twaalfde verjaardag van 'Big Ben' de beer. Met de vliegende bol vertrekken Jommeke en zijn vrienden naar Alaska. Er volgt een geweldig feest met de nodige cadeaus. Een dag later treden Big Ben en zijn als verjaardagscadeau gekregen vriendinnetje en zoontje op. Wanneer de snoepjes in het rond vliegen ontstaat er onenigheid met een zekere Bill Biljoen en diens zoontje. De butler van Bill krijgt de opdracht het kleine beertje Woepie te ontvoeren. Jommeke en zijn vrienden slagen er in om het beertje, en nog een stel andere beertjes, te bevrijden en het verwend zoontje van Bill Biljoen op andere gedachten te brengen. Ook Bill komt tot inkeer en schenkt zelfs een circustent aan Mac Ringling, het baasje van de beren, zodat deze optredens kan verzorgen
2007
241
In Zweden vergadert het Nobelprijscomité. Er ontstaat een meningsverschil over wie de prijs moet krijgen. Men wil professor Gobelijn wel de Nobelprijs toekennen, maar omdat hij in het verleden een reeks vergissingen heeft begaan stelt men voor dat hij gedurende één maand geen enkele stommiteit mag uithalen wil hij nog in aanmerking komen. Jommeke wordt op de hoogte gebracht en moet er voor zorgen dat Gobelijn niet in de fout gaat. Dit blijkt niet zo een simpele opdracht en Jommeke trommelt zijn vrienden op. Gelukkig wil de professor plots naar Paradijseiland om proeven te doen met apen. Jommeke, Flip en Filiberke vergezellen hem. Enkele dagen later komt een Zweed in Zonnedorp aan en smeedt er meteen boze plannen. Hij breekt bij Gobelijn in en steelt er een koffertje met flesjes. Om de inhoud van de flesjes te testen zoekt hij via een advertentie vrijwilligers. Anatool, Smosbol, Kwak en Boemel komen al snel opdagen. Ze moeten alle vier van een flesje drinken. De uitwerking laat niet lang op zich wachten. Anatool wordt onzichtbaar, Smosbol verliest een pak haar, Kwak krijgt een baard tot op de grond en Boemel vertoont het gedrag van een kleuter. De Zweed gaat nog een stapje verder en gooit de inhoud van aantal flesjes in het reservoir van de watertoren te Zonnedorp. Alle plagen die Gobelijn ooit heeft losgelaten komen weer over Zonnedorp. Jommeke wordt snel verwittigd en samen met zijn vrienden keert hij van Paradijseiland terug. Na een kort onderzoek wordt duidelijk wat er aan de hand is. Gobelijn gaat meteen aan de slag om alle rare verschijnselen in het dorp weer onder controle te krijgen en Jommeke, Flip en Filiberke vertrekken naar Zweden. Daar wordt ook snel duidelijk dat een andere professor en zijn assistent Gobelijn buiten spel trachten te zetten door de zogezegde fout gelopen experimenten te Zonnedorp. Jommeke kan in laatste instantie alles duidelijk maken en zo krijgt Gobelijn, zij het in ietwat vreemde kledij, dan toch de verdiende Nobelprijs.
2008
242
Arabella is het gierig en vervelend gedrag van Mic Mac Jampudding grondig beu. Ze trekt eruit en enige tijd later komt ze aan in Zonnedorp. Aan Jommeke en zijn vrienden vertelt ze waarom ze weggegaan is uit Schotland. Ze krijgt bij Jommeke onderdak en ze maakt haar specialiteit 'pudding met jam' klaar. Het genieten van de befaamde pudding met jam beperkt zich niet tot Jommeke en zijn vrienden. Heel Zonnedorp komt zowat langs. Er wordt dan ook besloten om een puddingfabriekje op te richten. Het wordt een gigantisch succes en Arabella wordt bedacht met de titel 'Puddingkoningin'. Een ondernemer ziet het nog allemaal veel groter en richt een heuse fabriek op. Er wordt zelfs een reclamespot opgenomen in Hollywood. De pudding met jam verovert de hele wereld en binnen de kortste keren is Arabella schatrijk. Ze koopt het kasteel van haar vroegere meester, Mic Mac Jampudding, en draait de rollen om. Jampudding mag nu voor knecht spelen, maar dit vlot toch niet helemaal. Wanneer er een nieuwe huishoudster in dienst komt en Mic Mac Jampudding enigszins verliefd wordt en het kasteel verlaat, komt Arabella helemaal zonder personeel te zitten. Jommeke en Filiberke kunnen, met een klein beetje vals spelen, Jampudding terug op het kasteel krijgen. Arabella neemt dan maar haar oude functie terug op en schenkt de winst van haar puddingfabriek aan goede doelen.
2008
243
Jommeke, Flip, Filiberke en professor Gobelijn reizen met 'De Kuip' van Jan Haring naar een eilandje in de Indische Oceaan. Professor Schelvis, een collega van Gobelijn, doet er een onderzoek naar bedreigde dolfijntjes. Eens op het eiland gaan ze met de allernieuwste, door Gobelijn uitgevonden, duikboot een verkenningstocht maken. Het wordt meteen al een klein avontuur met een inktvis, haai en kwal. Tot slot winnen ze ook nog het vertrouwen van een dolfijn. Wat later, tijdens een speelmoment, duikt plots een agressieve dolfijn op. Deze laatste sleurt Filiberke mee. Filiberke komt terug bij zijn positieven in een grot. Daar wordt hij geprikt door een donkerkleurig visje. Wanneer Jommeke hem terugvindt gedraagt hij zich nogal onhebbelijk. Wat later wordt ook Jan Haring geprikt en deze krijgt meteen een slecht humeur. Gobelijn heeft al snel door dat de donkerkleurige visjes er iets mee te maken hebben. Er wordt dan ook een visje gevangen en onderzocht. Alles dreigt echter in het honderd te lopen wanneer de professoren ook onder invloed komen van het gif van het visje. Jommeke is de einige die nog normaal denkt en reageert. Met een list slaagt hij erin om van professor Gobelijn de nodige info te bekomen over een tegengif. Het maken en toedienen van het tegengif verloopt vrij vlot. De bron van alle kwaad, een zwarte zeeanemoon, wordt uitgeschakeld en de besmette vissen worden weer gezond gemaakt. Bij professor Schelvis thuis komt uiteindelijk iedereen weer tot rust
2008
244
Jan Haring vaart in de noordelijke wateren als plots zijn aandacht getrokken wordt door een gewonde walvis. Hij verlost het dier van een harpoen en een touw. In een nabij gelegen vissershaven wil hij klacht gaan neerleggen tegen walvisjagers maar besluit eerst om even van zijn emoties te bekomen in de plaatselijke kroeg 'De Dørstige Møssel'. Er ontstaat al vlug een woordenwisseling met de aanwezige kapitien en matrozen die beweren enkel kabeljauwvissers te zijn en niets met walvisvangst te maken te hebben. De zeelui stappen op en één van hen gooit ongemerkt een pilletjes in het drankje van Jan Haring. Jan besluit om de zeelui te volgen en ze te ontmaskeren. Even later wordt hij zo ziek dat hij enkel nog huiswaarts kan keren. Enkele dagen later klopt hij doodziek en helemaal groen bij Jommeke aan. Ze gaan meteen naar de dokter en deze verwijst hen naar een psychiater door. Als ook hier geen hulp wordt geboden is professor Gobelijn het laatste redmiddel. Deze kan ook niet echt iets vinden maar heeft als oplossing de schoktherapie: Jan Haring moet zo snel mogelijk weer gaan varen. Samen met Jommeke, Flip, Filiberke en Pekkie kiest de kapitein het ruime sop. Eens terug in de noordelijke wateren ontmoeten ze niet zo vriendelijke zeelui. Deze laatsten boren gaten in de romp van De Kuip en willen hem vervolgens op de gevaarlijke Drakentandklippen laten lopen. Gelukkig zijn er de walvissen, die niet vergeten zijn dat Jan Haring één van hen heeft gered, die kunnen voorkomen dat De Kuip zinkt. De kapitein van de walvisjagers merkt dat er kinderen aan boord zijn van de zinkende Kuip en laat ze door zijn matrozen ophalen en sluit hen vervolgens in het ruim van zijn schip op. Intussen is Jan Haring door het contact met het koude zeewater weer helemaal bij zijn positieven en herstelt zijn schip. Filp slaagt er wat later in om de sleutel van de kajuit, waarin Jommeke, Filiberke en Pekkie zitten, te bemachtigen en komt ook te weten dat Jan Haring met een pilletje zeeziek werd gemaakt. Eens de vriendjes vrij gaat het snel. Ze bemachtigen een tube pilletjes en kunnen die door de kofiie van de ongure elementen mengen. Deze laatsten zien er dan ook al vlug ellendig groen uit. Hun schip zinkt en in de reddingssloep wordt het hele verhaal van de pillen, de walvisvangst en het grote geld dat er mee gemoeid was uit de doeken gedaan. Jan Haring pikt iedereen weer op en de boeven worden aan land afgeleverd. De vrienden keren opgewekt huiswaarts.
2008
245
Jommeke gaat op ruiltocht. Na enige succesvolle acties komt hij in het bezit van een schilderij. Het kunstwerk beeldt een middeleeuwse knaap af die sprekend op hem gelijkt. Hij laat in het museum het schilderij bekijken en komt te weten dat er nog een verre afstammeling van de afgebeelde ridder, Karel Den Beste, op een kasteeltje woont. Hij trekt naar het kasteeltje. Eens aangekomen vertelt de verre nazaat, baron Den Beste, over de avonturen van de middeleeuwse ridder. Het wordt laat en Jommeke en Flip worden uitgenodigd om op het kasteel te overnachten. Tegen de volgende ochtend zijn ook Jommekes vrienden aangekomen. Wat later ontmoeten ze Anatool die nu door het leven gaat als reizende hofnar en zelfs Jommekes vader is van de partij. Anatool kan het stelen weer niet laten. Enige tijd later slaagt hij er in om een draak af te richten en start een strooptocht. Het hele land wordt geterroriseerd door de tot Draakman vermomde Anatool. Jommeke en Annemieke worden gekidnapt en opgesloten. Gelukkig kan Jommeke snel ontsnappen en met hulp van zijn vrienden kan Anatool wederom buiten spel worden gezet. Dan valt Jommeke plots in een kuil en... schiet wakker. De droom is voorbij.
2009
246
Filiberke ontmoet Boer Snor maar gedraagt zich nogal onbeleefd. Boer Snor snapt het niet echt. Even later is er een ontmoeting tussen Filiberke en... een als twee druppels water op hem gelijkende jongen, Biliferke. De dubbelganger blijkt op doorreis te zijn met zijn nonkel. Filiberke en zijn dubbelganger besluiten om wat grapjes uit te halen. Dit lukt vrij aardig en ze komen na een tijdje bij Jommeke terecht. Wanneer Flip informeert naar de woonplaats van de dubbelganger slaat deze op de vlucht. Flip kan achterhalen waar hij verblijft en komt ook te weten dat de jongen een groot geheim met zich meedraagt. Jommeke en Filiberke trekken op onderzoek. Ze slagen er zelfs in met de medewerking van Biliferke om de nonkel de stuipen op het lijf te jagen. Helaas wordt Biliferke gestraft. De vreemde nonkel laat de volgende nacht Biliferke een inbraak plegen en een grote diamant stelen. De bewakingscamera's registreren alles. De volgende dag staat de politie bij Filiberke aan de deur. Hij wordt op verdenking van diefstal meegenomen. Jommeke gelooft dit niet en gaat op onderzoek in de woning waar de nonkel en Biliferke woonden. Hij vindt er een stuk van een landkaart. Samen met professor Gobelijn komt hij erachter dat er wel enige antwoorden in het Duitse plaatsje Bad Bubbelheim zouden kunnen gevonden worden. Ze vinden er inderdaad Biliferke terug. Professor Gobelijn wordt wat bijgewerkt en ziet er als twee druppels water uit als de vreemde nonkel en pleegt, met medeweten van een plaatselijke juwelier, een diefstal. Via de camerabeelden wordt nu de echte nonkel opgepakt. Al vlug blijkt dat Biliferke eigenlijk Pietje heet en hij ook nog een tweelingbroer, Jantje, heeft. Deze wordt echter gevangen gehouden maar kan gelukkig snel bevrijd worden. Er zijn nu drie zowat identieke jongens. Het enige verschil dat er te merken valt is dat bij het echte Filiberke de oren net iets lager staan dan bij de tweeling. De tweeling krijgt onderdak, tot ze een nieuw familie hebben gevonden, bij Gobelijn en ze halen wat grapjes uit met eerdere uitvindingen van de professor.
2009
247
De Miekes zijn samen met hun ouders op reis in Egypte. Rozemieke vindt het allemaal nogal saai. Bert, de vader van de Miekes, probeert alles wat op te vrolijken maar meer dan een onschuldige toeriste laten schrikken zit er niet in. Wat later verliest Annemieke haar dagboek maar ze merkt het pas wanneer ze weer thuis zijn. Met Jommeke en Filiberke erbij vliegt de hele bende met de vliegende ton terug richting Eqypte. Na wat kleine avontuurtjes is het dagboek weer terecht. Intussen heeft Filiberke een grafkelder ontdekt. Ze gaan met z'n allen op verkenning en na nog enkele gevaarlijke belevenissen vindt Filberke een schat met heel wat gouden tranen. Helaas komen ze vast te zitten in de ondergrondse ruimte. Filiberke ontpopt zich als reddende engel en al snel zijn ze weer in de open lucht. Alle problemen zijn echter nog niet opgelost en Jommeke trekt er op uit om hulp te zoeken. Hij bezwijkt bijna bij zijn poging maar wordt tijdig opgemerkt door een Egyptenaar. Het blijkt een onderzoeker te zijn van oude beschavingen. Jommeke vertelt zijn verhaal en de man helpt hem en zijn vrienden. Een dag later blijken Jommeke en zijn vrienden hun huidskleur te zijn kwijtgespeeld. Zelfs Flip moet er aan geloven. In allerijl keren ze met de vliegende ton richting Zonnedorp en is er daar gelukkig professor Gobelijn die hen terug gezond kan maken. Ze zijn immers besmet geraakt met het papyrusvirus. Na hun genezing trekken ze terug naar Egypte en komen tot de vaststelling dat de hulpvaardige onderzoeker helemaal niet zo'n goede bedoelingen heeft met de historische ontdekking en bijbehorende schat. Hij wordt echter snel ontmaskerd en opgepakt. De tempel wordt helemaal uitgegraven en zodoende is Krokodilopolis een feit. Jommeke en zijn vriendjes krijgen zelfs een gedenksteen als zijnde de ontdekkers. Nog discussierend over het dagboek van Annemieke vliegen ze weer richting Zonnedorp.
2009
248
Jommeke en Filiberke maken een tochtje met Fifi. Het eindigt als snel met een nat pak. Terug op kasteel, om wat te drogen bij het haardvuur, komen ze van de gravin te weten waar Fifi vandaan komt. Meteen krijgen ze ook te horen dat ze een opdracht zullen moeten vervullen. Jaarlijks organiseert de Noorse adelijke familie, waar Fifi en zijn drie broertjes zijn geboren, een wedstrijd. Het gaat om een trofee in de vorm van een gouden mand, die kan behaald worden door de best afgerichte hond. De gravin wil deze trofee ook een keer behalen met Fifi. Jommeke en Filiberke starten een training, maar het heeft nogal wat voeten in de aarde vooraleer Fifi vorderingen maakt. Er wordt dan maar beroep gedaan op een gediplomeerd dierentemmer. Deze laatste blijkt al snel niet zo'n goede plannen te smeden. Het hele gezelschap rond de gravin van Stiepelteen vertrekt dan richting Noorwegen. Eens aangekomen in het geboorteland van Fifi ontmoeten ze ook de drie broers van Fifi en hun respectievelijke baasjes. Eens de bekwaamheidsproeven van start zijn gegaan laat Fifi zich echt van zijn beste kant zien. Intussen is de dierentemmer ook in de buurt verschenen. Hij hypnotiseert de vier honden en kan ze ontvoeren. Gelukkig is er Flip die er voor zorgt dat Fifi kan ontsnappen. Jommeke en zijn vrienden spannen meteen de strijd aan met de ontvoerder. Een heldhaftige Fifi kan al snel zijn broers bevrijden. De dierentemmer geeft het echter niet op maar kan toch in een hinderlaag gelokt en aan de politie uitgeleverd worden. Fifi is wordt beloond als grote overwinnaar en de trofee is binnen. Als extraatje krijgt hij de wafels die hij kan buit maken van de kokkin van de Noorse baron en barones.
2009
249
De Miekes worden door een buurjongen gepest. Ze roepen de hulp in van Jommeke en Filiberke. Filiberke komt op het idee om een verbeteringspil te laten uitvinden door professor Gobelijn. Deze laatste maak heel vlug een parfum op basis van zijn eerder uitgevonden vredesgas. Jommeke en zijn vrienden testen het meteen op de plaagstok uit en deze wordt binnen de kortste keren superlief. Ook Anatool krijgt een parfumwolkje over zich heen. Helaas werkt het parfum maar tijdelijk. Anatools boze geest, eens weer in gewone doen, zorgt voor boze plannen. Hij slaagt er in om een flesje parfum te stelen. Meteen ziet hij het allemaal groots en ontfutselt een rijke weduwe een pak geld en hij slaagt er ook in om de koningin van Onderland haar kasteel aan hem te laten overmaken. Wat later beleeft Filberke de schrik van zijn leven wanneer hij een ontmoeting heeft met de koningin van Onderland en haar knecht Zazof. Al vlug wordt duidelijk dat de koningin onder invloed van het oké-parfum is. Helaas is dit maar een tijdelijke situatie. Terug in haar gewone doen smeedt ze het plan om Jommeke gevangen te nemen. Intussen is professor Gobelijn er achter gekomen dat er een fout in de samenstelling van zijn parfum zit, namelijk dat brave mensen er boos van worden. De koningin van Onderland schakelt Anatool in om haar plannen uit te voeren. Door een snelle actie van Jommeke en zijn vrienden kan het ergste onheil vermeden worden. De boosaardige figuren worden lieve mensen. Alleen Flip vertoont nog enige tijd minder lief gedrag.
2010
250
Teofiel, de vader van Jommeke, heeft last van de hik. De klassieke middelen zoals adem inhouden en veel water drinken helpen niet. Ook de huisdokter kan niet direkt helpen en verwijst hem door naar het ziekenhuis. Op hetzelfde moment is er paniek in de Antwerpse zoo want de hondervijfenzeventig jaar oude schildpad 'Teofiel' is ziek. Vermits deze schildpad nog een geschenk van Darwin was bij de opening van de zoo is het meteen alle hens aan dek. De schildpad wordt overgebracht naar het ziekenhuis voor het maken van röntgenfoto's. Het ondenkbare vindt plaats: de dossiers van de schildpad en die van Jommekes vader worden gewisseld. In de zoo is men enigszins gerustgesteld daar het maar om de hik zou gaan. De vader van Jommeke daarentegen zit diep in de put wanneer hij van de dokter verneemt dat hij eigenlijk helemaal is versleten en dat een mogelijk dieet van savooien op de Galapagos hem nog iets kan verder helpen. Hij vertrekt meteen. Ondertussen volgen Jommeke en zijn vrienden een rondleiding met gids achter de schermen van de zoo. Choco is ondeugend en krijgt op zeker moment een blaaspijp met verdovende pijltjes in handen en slaagt er in de gids te verdoven. Deze laatste valt in een aquarium van een sidderaal en na een elektrische schok van het dier is hij meteen weer bij zijn positieven maar houdt de rondleiding voor bekeken. Een verzorger neemt hun dan maar mee naar het schildpaddenverblijf en daar horen ze dat er een oude zieke schildpad is. Eens terug thuis krijgt Jommeke van zijn verdrietige moeder het doktersverslag te lezen. Hij heeft snel door dat er een misverstand gaande is. Jommeke neemt ogenblikkelijk contact op met de directeur van de zoo en krijgt daar het verhaal van de schildpad te horen en de uitdrukkelijke wens van Charles Darwin om de schilpad weer terug naar de Galapagos te brengen wanneer deze zijn einde zou naderen. Jommeke haalt meteen de vliegende bol van professor Gobelijn op en samen met Flip en Filiberke brengt hij de oude schildpad naar de Galapagos. Eens daar aan land krijgt de schildpad weer zin in het leven na een ontmoeting met een wijfjesschildpad. Wat later vinden ze ook Jommekes vader terug en maken hem alles duidelijk. De man is intusssen nog steeds niet verlost van zijn hik. Eens terug in Zonnedorp gaat de vader van Jommeke eens goed zijn gedacht zeggen tegen de huisdokter. De dokter wordt ook zeer kwaad en holt Teofiel achterna en geeft hem een stamp onder zijn achterste en wat blijkt... de hik is verdwenen. Teofiel en de dokter sluiten weer vrede. Jommeke, Flip en Filiberke krijgen een een erelidmaatschap en medaille van het Wereldnatuurfonds voor hun inzet in het redden van de oude schildpad.
2010
251
De directeur van een tv-station is uiterst ontevreden over de kijkcijfers. Hij onderbreekt zelfs een rechtstreeks programma om een oproep te doen aan de kijkers: 'Wie een nieuw programma tot kijkcijferkanon kan laten uitgroeien zal rijkelijk beloond worden'. Wanneer Jommeke wat later langs gaat bij Filiberke en deze laatste met zijn allernieuwste verzonnen spel bezig ziet, namelijk tijdreiziger, krijgt hij een geweldig idee. Hij stapt meteen naar de directeur van het tv-station en legt hem uit om een zogenaamde teletijdmachine te gebruiken. Met behulp van twee simpele zielen kan een reis naar het verleden in beeld gebracht worden. Professor Gobelijn zou zo'n ding kunnen maken met een slaapverwekkende installatie. Tijdens de diepe slaap kan dan alles in gereedheid gebracht worden om de simpele zielen bij het ontwaken zich 100 jaar terug in de tijd te wanen. Bovendien zullen heel wat inwoners van Zonnedrop hun medewerking verlenen als de zogenaamde voorouders van de huidige bewoners en de locatie is voorhanden: BOKRIJK. Flip zou dan met een bril met ingebouwde camera alles perfect in beeld kunnen brengen. Kwak en Boemel zijn het perfecte koppel om bij de neus genomen te worden. De directeur ziet het helemaal zitten. Jommeke kan Gobelijn overtuigen om een nepteletijdmachine met slaapgas te bouwen. Om nu Kwak en Boemel zover te krijgen dat ze zonder enig vermoeden hun rol echt spelen maakt Jommeke met de computer een nepartikel dat hij in het wetenschappelijk tijdschrift 'Scientist' onderbrengt. Hij gaat persoonlijk het ongelooflijk bericht bij Kwak en Boemel duidelijk maken. De twee landlopers dromen al snel van een rooftocht in het verleden. De volgende nacht trekken ze naar het domein van Gobelijn en installeren zich in de teletijdmachine. Het slaapgas doet zijn werk en iedereen vertrekt richting Bokrijk. De teletijdmachine wordt per vrachtwagen overgebracht. Wanneer Kwak en Boemel ontwaken denken ze al snel aangekomen te zijn in Zonnedorp van 100 jaar geleden. Ze begeven zich, in al hun domheid, al snel op het roverspad. Wanneer intussen Anatool, die tot dan het spel keurig meespeelt, iets te horen krijgt over zilver komen er uiteraard boze gedachten naar boven. Hij steelt het zilverwerk dat in het museum is tentoongesteld en neemt de benen. Kwak en Boemel hebben de zogenaamde bewoners van lang geleden gedwongen al hun waardevolle spullen op een kar te laden. Met de kar vastgemaakt aan de tijdmachine willen ze terug naar de huidige tijd. Het slaapgas doet een tweede maal zijn werk. Wanneer ze ontwaken zijn ze aan de schandpaal geketend. Ook wordt meteen duidelijk wie met het zilver uit het museum is gaan lopen. Anatool kan al snel ingerekend worden en aan Kwak en Boemel wordt duidelijk gemaakt wat er precies aan de hand is. Ze zijn niet echt gelukkig tot het moment dat de directeur van het tv-station hen een beloning overhandigd. Anatool wordt als straf in hun plaats aan de schandpaal geketend.
2010
252
In een Noord-Iers dorpje strompelt een dronken man naar zijn huisje. Daar aangekomen verschijnt plots een spook. De angst die door nog een aantal andere spookverschijningen ontstaat laat het dorp leeglopen. Jommeke die met zijn ouders, Filiberke en Rozemieke in de buurt op vakantie zijn, spelen een leuk ridderspel. Wanneer ze enige tijd later vertrekken vallen ze zonder benzine. Teofiel gaat met een jerrycan op zoek naar brandstof voor zijn auto. Het eerste dorp dat hij tegenkomt, Sandwick, lijkt helemaal verlaten. Plots doemt een spook op en jaagt een eenzame inwoner de stuipen op het lijf. Wanneer hij na een paar uur nog steeds niet terug is besluiten Marie en de kinderen om te voet naar een hotel op zoek te gaan. Enige tijd later komen ze ook in het dorpje aan en stappen de plaatselijke herberg, De Viskop, binnen. Teofiel blijkt spoorloos te zijn. Ze vernemen dat het al enige tijd spookt in het dorp. De weinige overgebleven inwoners helpen mee zoeken naar Teofiel. Filiberke en Jommeke komen in een moeras terecht. Op mysterieuze wijze worden ze gered. Eens terug in het dorp duikt Teofiel op als spookverschijning. Flip is uit angst in een regenpijp gekropen en komt klem te zitten. Een gemaskerde man duikt op en neemt de pijp met Flip erin mee. Intussen is iedereen weer in de herberg zonder dat er enig spoor van Teofiel en Flip is. De volgende ochtend schiet Jommeke wakker en denkt dat hij een nare droom heeft gehad. Al vlug gaat hij weer op onderzoek en komt langs een hunebed bij een grafheuvel terecht. In de heuvel beleeft hij een angstig moment met een wilde hond. Wanneer hij een stem hoort zet hij het op een lopen maar valt in een vergeetput. De gemaskerde man duikt weer op en helpt hem uit de put. Na een kort gesprek wordt hij naar het dorp gestuurd door de gemaskerde. Eens daar aangekomen doet hij zijn verhaal. Intussen worden Teofiel en Flip door de gemaskerde vrijgelaten. Wanneer ze terug in het dorp aankomen blijken ze zich niets te herinneren van de spooktoestand. Tegen de zin van Jommeke, die een vermoeden heeft van wat er aan de hand is, wordt de vakantiereis verdergezet. Eens terug in Zonnedorp doet hij zijn verhaal tegen professor Gobelijn. Wanneer deze laatste de naam van het dorp verneemt schiet hem iets te binnen. Lang geleden is daar immers een meteoriet neergekomen en zouden de zogenaamde spookrotsen een zeldzaam edelgesteente bevatten. Met de vliegende bol keren Jommeke en Filiberke terug naar Sandwick. Eens daar, stellen ze vast dat de herbegier een bedrieger is. Met een drankje van Gobelijn kan Jommeke zich onzichtbaar maken. De herbegier wordt vastgebonden en tot een bekentenis gedwongen. De man wordt overgedragen aan de politie en het geheim van de geluiden en spookbeelden wordt uit de doeken gedaan. Jommeke krijgt een standbeeld als redder van Sandwick.
2010
253
Jommeke en zijn vrienden zijn met vakantie aan zee. Choco merkt op het strand een mooi apinnetje op en is meteen zijn hart verloren. Helaas is het niet wederkerig. Een verdrietige Choco is uit zijn gewone doen, maar snel wordt duidelijk wat het probleem is. Annemieke zet de eerste stap, naar de eigenares van het aapje, om kennis te maken. Het gesprek vlot niet echt. Wanneer enige tijd later Pralinet, het apinnetje, in een put valt is Choco de eerste om op onderzoek te gaan en zorgt ervoor dat ze weer op de begane grond geraakt. Alle plooien worden glad gestreken. De volgende dag wordt Pralinet echter ontvoerd. De vader van Prunella, het baasje van Pralinet, krijgt een brief met de boodschap om 1 miljoen euro te betalen voor de vrijlating van het apinnetje. Jommeke en zijn vrienden, Choco niet in het minst, gaan op onderzoek. Als snel zijn ze de ontvoerder op het spoor. Deze slaagt er in om Jommeke en Flip op te sluiten. Gelukkig is er nog Filiberke om hen te bevrijden. De ontvoerder toont berouw en wil hen helpen om Pralinet terug te krijgen. Eén ding is duidelijk, Pralinet is onderweg naar Afrika. Het vrachtvliegtuig, met Pralinet aan boord, stort echter neer. Wanneer Jommeke en zijn vrienden wat later op de luchthaven aankomen vernemen ze het vreselijke nieuws. De piloten blijken echter ongedeerd en een deel van de lading blijkt verloren te zijn gegaan. De hoop groeit dat Pralinet nog leeft. Meteen gaan Jommeke en zijn vrienden weer op onderzoek. Choco vindt zijn vriendinnetje terug maar is verdwaald geraakt in het oerwoud. Dagenlang is er geen nieuws. De Miekes zijn ontroostbaar. Via een televisieprogramma wordt plots duidelijk waar de aapjes zich bevinden. Iedereen terug richting Afrika. Eens Choco en Pralinet terecht zijn wordt alles duidelijk met wat de dieren hebben meegemaakt. Een grote jaloerse aap zorgt opnieuw voor een ontvoering van Pralinet. Met enig geluk en hulp van de berouwvolle ontvoerder kan Pralinet bevrijd worden en kent het verhaal een verliefd happy end voor de aapjes.
- Het @virus - De eclipsjagers - Eurotool - Lang zal hij leven - Avontuur in de Ardennen - Avontuur op de Exploria - De Dansende dolfijnen - De dolende ridder - De fantastiche tombola - De kleurencrisis - De knechtenschool van Anatool - De luchtmobiel - De potstampers - De sneeuwmaker - De sneeuwmakers - De snoepkoning - De taalmobiel - De verliefde papegaai (1) - De verliefde papegaai (2) - De verschrikkelijke sneeuwman - De vidioten - De vliegende voetmat - De wijze neuzen - De witte wreker - De zilveren garnaal - Duel op skielatten - Goud voor Anatool - Het botermelkventje - Het gouden verkeersbord - Het verstoorde kerstfeest - Klavertjes van vier - Zeepaardjes tranen - Herrie op de kermis - De regenbom - De superpop zanger - De valse picasso - De luchtfietsers - De verdroogde bron - De appelvreters - Paniek in zonnedorp - De hondenjacht - De ijsbeerbende - De mislukte ontvoering - Een beer op sokken - Avontuur in Alaska - Choco verliefd - Verdwaald in de jungle
een schatrijke man verstoord de paradijselijke rust op paradijseiland. Hij palmt het eiland in een zet er een gigantische villa met zwembad en zelfs een vliegveld neer. Bovendien houdt de man al choco's apenvriendjes gevangen in een grot. Alle apen op het eiland zitten dus opgesloten en worden uitgebuit als slaven. Ze moet schrobben en schuren, snoeien en maaien. De papegaaien (die net terug zijn van een lange concerttournee met tita telajora) waarschuwen jommeke en zijn vrienden. Die zetten alles op alles om de onheil af te wenden.
Met de plastieken walvis kruisen professor Gobelijn, Jommeke, Flip en Filiberke door de oceaan. De automatisch piloot staat aan. Plots wordt Jommeke wakker van noodseinen die ontvangen worden. Het bericht is afkomstig uit de Rode Baai. De plastieken walvis zet meteen koers naar de Rode baai. Eenmaal ter plaatse vinden ze een verlaten boot. Bij nader onderzoek stellen ze vast dat de luchttoevoer, die met een pijp de zee in verdwijnt, is uitgevallen. Jommeke en Filiberke gaan in duikerpak op zoek en vinden een onderzeese bunker. In de bunker vinden ze twee identieke bewusteloze mannen. Eens aan boord van de plastieken walvis worden deze laatsten verzorgd. Jommeke en Flip gaan opnieuw op onderzoek in de bunker. Ze ontdekken dat ze te doen hebben met valsemunters. De twee boeven nemen intussen Gobelijn en Filiberke gevangen. Wat later worden ook Jommeke en Flip gevangen genomen. Het vals geld wordt aan boord gebracht van de plastieken walvis en Gobelijn wordt gedwongen de duikboot te besturen. Flip heeft zich echter kunnen bevrijden en verlost ook Jommeke uit zijn benarde positie. Jommeke kan aan boord van de boot van de boeven de zeevaartpolitie waarschuwen. Nadat de boeven overmeesterd zijn zetten Gobelijn en z'n vrienden hun reis verder.
1973
61
In het kasteel van Fontainebleau, te Frankrijk, wordt de hoed van Napoleon gestolen. Jommeke zit thuis de krant te lezen en door het opstaande raam vliegt de hoed naar binnen. Jommeke wil de hoed terug naar Frankrijk brengen maar moet de hoed verbergen voor de dief die hem op nieuw wil bemachtigen. Wanneer Choco de hoed te pakken krijgt volgt een geanimeerde achtervolging. Uiteindelijk gooit Jommeke de hoed over de muur van een domein met een villa. 's Nachts wil hij de hoed gaan zoeken maar komt tot de vaststelling dat hij bij de dief zelf aanbeland is. De dief is een enorme bewonderaar van Napoleon en wou een persoonlijk aandenken. Uiteindelijk kunnen Jommeke en Filiberke, met de hulp van Choco, de hoed bemachtigen en hem opnieuw naar het kasteel brengen.
1973
62
Een groot zeeschip pikt een aap, die op een boomstam drijft, op. Wanneer het schip aanlegt gaat de aap op de loop. Via de zoo komt hij bij Jommeke terecht. Na wat gebarentaal blijkt dat er wat fout moet zijn op Paradijseiland. Jommeke en z'n vrienden besluiten om naar Paradijseiland te vertrekken en daar hulp te bieden. Op Paradijseiland blijkt een zware storm te hebben gewoed. De gewonden worden door de Miekes verzorgd. Intussen heeft professor Gobelijn een experiment uitgevoerd met Choco. Choco kan nu spreken. Met de vliegende bol vertrekken Gobelijn en Choco ook richting Paradijseiland. Nadat alle apen op het eiland genezen zijn en bovendien ook nog kunnen spreken breekt voor Jommeke en zijn vrienden een fijne vakantie aan. Na een tijdje is het spraakmiddel uitgewerkt en keren Jommeke en zijn vrienden weer huiswaarts.
1974
63
Een klein hondje, met een grote strik rond de nek, komt bij Jommeke terecht. Hij brengt, na het lezen van een krantenbericht, het hondje terug naar de eigenaar. Deze laatste blijkt een vrouw met nogal eigenaardige manieren te zijn. Ze blijkt al jaren op vlucht te zijn. Met een rolletje pepermuntjes tracht ze Jommeke af te schepen. Flip gaat op nader onderzoek uit en komt te weten dat het wachtwoord om de brandkast te openen 'BOBOS' is, de naam van het kleine hondje, en dat in de brandkast moet iets zeer belangrijk liggen. Samen met Filiberke keert Jommeke terug naar de eigenaardige dame. Na een woordenwisseling vertelt ze waar het allemaal om gaat. 's Nachts dagen drie inbrekers op. Jommeke die een vals testament in de brandkast heeft laten leggen kan zo de boeven misleiden. Met z'n allen vertrekken ze richting Amerika. Maar de dieven hebben al vlug door dat ze bedrogen zijn. De achtervolging begint opnieuw. Jommeke en z'n vrienden worden gevangen genomen en Filiberke wordt meegenomen als gijzelaar. Dankzij Flip en Pekkie kan de strijd wat later opnieuw aangevat worden. De boeven kunnen in het geboortestadje van Madam Pepermunt, zo heet de eigenaardige dame, overmeesterd worden. De erfenis blijkt een oude goudmijn te zijn. In een verborgen gang vinden ze een grote hoeveelheid goud. Madam Pepermunt wil haar geboortestad opnieuw opbouwen met de opbrengst van het goud.
1974
65
Tijdens een wandeling ontmoet Jommeke professor Gobelijn die gras aan het maaien is. Met de auto vol gras gaat Jommeke met de professor huiswaarts. Bij Gobelijn aangekomen ontploft het laboratorium. Het experiment om energie uit gras te halen is gelukt. Gobelijn bouwt een auto die rijdt op gras. Jommeke mag deze grasmobiel testen. Samen met Filiberke trekt hij er op uit. Een oliesjeik wil echter het geheim van de grasmobiel voor zich. De achtervolging begint, maar wanneer ze in een formule I-race de eerste plaats pakken is er alleen nog maar hulde voor professor Gobelijn.
1974
66
Een verzameling gags. Per pagina is één gag weergegeven.
1974
67
Jommeke is 's morgens nog moe. Hij valt gewoon aan tafel in slaap en zijn voeten zijn enorm vuil. Jommeke blijkt te lijden aan slaapwandelen. De Miekes en Filiberke willen Jommeke helpen. Flip is intussen, na een klein ongelukje met zijn autoped, in het ziekenhuis terechtgekomen. Als de nieuwe verpleegster, niet zo'n mooie, verschijnt is hij onmiddellijk genezen. De middeltjes van Filiberke en de Miekes willen niet echt lukken. Zodoende roepen ze de hulp in van professor Gobelijn. Jommeke blijkt een giftige appel te hebben ingeslikt waardoor hij in een slaperige toestand is geraakt. De professor zorgt voor een tegengif en binnen de kortste keren is alles weer normaal.
1974
68
De alarminstallatie van professor Gobelijn gaat af en Jommeke schiet ter hulp. De professor ligt gebonden in zijn laboratorium. Een dief heeft zijn geheime plannen gestolen. De dief blijkt niemand minder te zijn dan Anatool. Door een verloren briefje, afkomstig van Anatool, weet Gobelijn direct waar de bende te vinden is. Jommeke, Flip, Filiberke en de professor nemen de boot richting Hong Kong. Aan boord vertelt Gobelijn dat hij aan de anti-atoombombom werkte. Op het gevonden briefje stond het adres van de Gele Spin, een geheime sekte die de wereld zou kunnen veroveren met atoombommen. Eenmaal in Hong Kong gaan ze op zoek naar het hoofdkwartier van de Gele Spin. In het hoofdkwartier worden ze in een val gelokt. De professor wordt gedwongen om de plannen verder af te werken. Met slaapgas kunnen de boeven onschadelijk gemaakt worden. De politie kan de bende inrekenen.
1975
69
Professor Gobelijn is op zoek naar een middel om oude mensen weer fit te maken. Hij heeft echter nog een kruid nodig. Samen met Jommeke en Filiberke trekt hij naar Afrika om het kruid, Straffa Toebaka, te zoeken. In de Afrikaanse jungle redt Jommeke een pygmeekind van de dood. De pygmeeën helpen Gobelijn aan de nodige hoeveelheid Straffa Toebaka. Eenmaal terug thuis maakt Gobelijn zijn wondermiddel. Jommeke zorgt er voor dat het middel uitgetest wordt in het rusthuis. Het resultaat is verbluffend. De ouderen leveren wonderbaarlijke sportprestaties en voelen zich enorm fit.
1975
70
Jommeke schrijft Flip in voor een papegaaienquiz op TV. Flip wint de quiz. De volgende nacht wordt Flip echter ontvoerd door twee Zuid-Amerikanen. Het zijn een arme professor en zijn assistent die op zoek zijn naar het verborgen goud van de Maya's. Flip moet in Guatemala andere papegaaien zoeken. Van die papegaaien moet hij te weten komen waar de Maya's hun goud hebben verborgen. Flip leert de papegaaien een boodschap aan. Na drie maanden hoort Jommeke plots een papegaai zeggen: "Ik ben Flip van Jommeke". Jommeke komt te weten dat de papegaai uit Guatemala afkomstig is. Samen met Filiberke vertrekt hij meteen naar Zuid-Amerika. Jommeke leert in de jungle de papegaaien een nieuwe boodschap aan. Na een tijdje vinden Jommeke en Flip mekaar. Flip is intussen ook te weten gekomen waar de Mayaschat verborgen ligt. De ontvoerders van Flip worden op een dwaalspoor gezet en de schat wordt overgemaakt aan de bewindslieden van het land. Jommeke, Flip en Filiberke keren huiswaarts.
1975
71
Filiberke krijgt een brief uit Italië. Professor Gobelijn vertaalt de brief en verneemt zo dat hij erft van zijn overgrootoom Giovanni. Filiberkes levensstijl ondergaat een grondige verandering. Jommeke en de Miekes ziet hij niet meer staan. Anatool krijgt ook iets in de gaten. Nadat Filiberke bedreigingen heeft ontvangen roept hij toch de hulp in van Jommeke. Met de Rolls-Royce, met chauffeur, vertrekken ze richting Italië. Onderweg worden een paar aanslagen verijdeld. In Italië wacht Anatool Filiberke op. Anatool doet zich voor als butler. De list met de sprekende ezel wordt door Jommeke doorzien en Anatool wordt ontmaskerd. Filiberke schenkt zijn kasteel aan een pater die er weeskinderen in onder kan brengen.
1975
72
Choco wordt door een vreemde man ontvoerd. Jommeke en Filiberke trekken op onderzoek uit. In de zoo en bij het circus vinden ze niets. Wat later leest Jommeke in de krant een merkwaardig artikel over een inbraak in de ambassade van Paraguay. Wanneer Jommeke en Filiberke daar een kijkje gaan nemen merken ze 's nachts iets verdachts op. De ambassade blijkt doorsnuffeld te zijn. Jommeke slaagt erin de ambassade binnen te dringen en legt aan de chef van de veiligheid uit hoe hij denkt dat de dief binnengeraakt. Hij stelt een plan voor. Jommeke en Filiberke trekken opnieuw de wacht op. 's Nachts kunnen ze Choco betrappen. Ze laten hem terugkeren en volgen hem. Na een achtervolging kan een geheime agent uit Zuid-Amerika gevangen genomen en Choco bevrijd worden.
1975
73
Teofiel kan niet slapen. Jommeke en de Miekes proberen hem te helpen maar ten einde raad roepen ze de hulp in van professor Gobelijn. Gobelijn bedenkt een wekker die slaapgolven kan uitzenden. Het werkt perfect. Marie vertelt het aan een kennis en 's anderdaags staat het verhaal in de krant. De wekker wordt gestolen maar Jommeke en Filiberke zijn de dieven al gauw op het spoor. Ze komen ook te weten dat grote mogendheden interesse hebben voor de wekker. Professor Gobelijn heeft intussen een sterkere versie gebouwd. De achtervolging op de gestolen wekker begint. Uiteindelijk kunnen Gobelijn, Jommeke en Filiberke de wekker bemachtigen. Teofiel kan intussen weer slapen zonder hulp van de slaapwekker.
1975
74
Jommeke, Flip, Filiberke en de Miekes gaan kamperen in de buurt van het nieuwe labo van professor Gobelijn. 's Morgens merkt Filiberke een raar tuig op. Wanneer ze Gobelijn vertellen dat ze een ruimtetuig gezien hebben is deze enorm blij. Wat later landt het ruimtetuig en twee mannetjes stappen uit. Kwak en Boemel die nu als tv-reporters werken maken filmopnamen van de vreemde bezoekers. Zij stelen ook een straaltoestel van de vreemde bezoekers, de Kikiwikies. Maar dankzij het opsporingssignaal kunnen Kwak en Boemel niet veel gevaarlijke dingen uitrichten en worden ook hun filmopnamen vernietigd. Nadat het straaltoestel terecht is vertrekken de Kikiwikies opnieuw naar hun thuisplaneet.
1976
75
Mic Mac Jampudding en Arabella komen midden in de nacht bij Jommeke aankloppen. Op zolder heeft Arabella een document gevonden van haar voorvader. Nu wil ze de eventuele verre verwanten opzoeken. Om het juiste eiland te vinden waarop deze familie zich zou bevinden wordt de hulp van professor Gobelijn in geroepen. Gobelijn ontcijfert het document en het groepje vrienden vertrekt richting Stille Oceaan. Arabella komt daar op de troon terecht. De inlanders hebben de specifieke neus die Arabella ook heeft, de Pott-neus. Arabella wil op het eiland blijven, dit tot groot ongenoegen van Jampudding, tot de huidige koning is getrouwd. De jaloerse Jack Pott ontvoert Arabella en roept zichzelf tot koning uit. Jommeke vermoedt dat dit niet pluis is en gaat op onderzoek uit. Hij vindt Arabella terug. De koning die ondertussen op zoek is gegaan naar een koningin keert terug en Jack Pott wordt van de troon gestoten. Nadat de vrede en rust is wedergekeerd keren Jommeke en zijn vrienden huiswaarts.
1976
76
De gravin van Stiepelteen vraagt Jommeke op Fifi te letten terwijl ze met Odilon op huwelijksreis gaat. In India bezoekt het koppel een tempel met een reusachtig Boeddhabeeld. Uit het Boeddhabeeld is een oog verdwenen. Een toerist vertrouwt hun een pakje toe. Wat later wordt Odilon ziek en keert het koppel huiswaarts. In hun bagage vinden ze het pakje van de toerist terug. Het blijkt het gestolen oog te zijn. Jommeke laat het oog door professor Gobelijn onderzoeken. Het oog is niet minder dan een reuzengrote rode robijn en dus miljoenen waard. De toerist komt op het kasteel naar zijn pakje informeren maar de gravin scheept hem af. Ook een Indiër is het gestolen oog op het spoor. Intussen zijn Jommeke en Filiberke richting India vertrokken om het oog terug te brengen. Ze plaatsen het oog weer op zijn originele plaats. Na een geslaagde opdracht keren ze terug naar het kasteel.
1976
77
Fientje van Gusta van de bakker vraagt Jommeke om te babysitten. Het loopt niet zoals het hoort en al vlug roept Jommeke de hulp in van de Miekes. Wanneer er nog een tweede baby komt en wat later de ouders vragen om nog wat langer op de kinderen te letten komt Filiberke met een idee op de proppen. Hij stelt voor een peutertuin te starten. Met heel wat energie en verbeelding slagen Jommeke en zijn vrienden er in om zo'n dertig peuters op te vangen. Zelfs Marie en Teofiel steken een handje toe. Als beloning krijgt de vrolijke bende een geldbedrag van het Ministerie van Volksgezondheid.
1976
78
Flip heeft wat last van overgewicht. Na een woordenwisseling met Jommeke trekt hij er alleen op uit. Na wat rondvliegen gaat hij uitrusten op een tuinmuur nabij een eenzaam huis. In de tuin merkt hij een vrouw op. Na wat praten komt hij te weten dat ze graag een man zou willen hebben. Hij brengt haar mee naar Jommeke. Deze laatste gaat samen met Filiberke en de Miekes op mannenjacht. Een man vinden voor de dame, juffrouw Perlefinneke, wil niet echt lukken. Flip laat een advertentie in de krant plaatsen. Wat later staan honderden mannen voor de deur. Maar het gewenste resultaat blijft uit. Intussen wint Filiberke een reis naar de Polynesische eilanden. Hij schenkt de reis aan Perlefinneke zodat ze haar gedachten wat zou kunnen verzetten. Op reis vindt ze de man van haar dromen. Jommeke en zijn vrienden worden uitgenodigd om op een exotisch eiland de bruiloft bij te wonen.
1976
79
Een verzameling gags. Per pagina is één gag weergegeven.
1976
80
De dochter van een staalmagnaat is, na een vliegtuigcrash, samen met de piloot in het Afrikaans oerwoud verdwenen. De vader looft een beloning uit voor wie haar kan redden. Met de vliegende bol vertrekken professor Gobelijn, Jommeke, Flip en Filiberke richting Afrika. Ze vinden het vliegtuigwrak maar even later worden ze gevangen genomen door negers. Flip kan hun boeien los maken. Wat later redt Jommeke een kind van een slang. Van het plots zeer vriendelijke stamhoofd vernemen Jommeke en zijn vrienden dat de vermisten gevangen gehouden worden door een bende blanken op een plantage. Een gids toont hun de weg naar de Njam-njamplantage. Eens daar komt Jommeke er achter dat er heel wat inboorlingen vast gehouden worden. Met behulp van slaappillen worden de boeven uitgeschakeld. Ook de ontdekker van de Njam-njambloem kan bevrijd worden. De redders krijgen een beloning. Deze beloning wordt geïnvesteerd om de arme negers een mooie en veilige Njam-njamplantage te bezorgen.
1977
81
Jommeke komt bij professor Gobelijn aan en ziet deze van het dak springen. Gobelijn valt in een berg hooi. Even later ziet hij de professor door de lucht zweven. Jommeke krijgt van Gobelijn een apparaatje waarmee je gewichtloos kunt worden en zo door de lucht zweven. Een tijdje later maakt de professor vliegpillen die hetzelfde effect hebben. Mensen die zo'n pil toegediend krijgen zijn eerst wel even verbaasd maar wennen al vlug aan de nieuwe toestand. Jommeke zorgt voor een algemene verspreiding van de pillen doorheen Zonnedorp. Flip zorgt voor een hele vliegende dierentuin. De mensen bedenken allerlei nuttige toepassingen bij hun vliegende toestand. Antivliegpillen worden later in voedsel verwerkt en het leven neemt zijn normale gang van zaken weer aan.
1977
82
Jommeke slaapt. De telefoon gaat. Flip neemt op. Het is professor Gobelijn met de melding dat de Kikiwikies komen. Jommeke, Filiberke, de Miekes en de huisdieren trekken naar Gobelijn. Daar landt een groot ruimteschip. Gobelijn en z'n vrienden worden uitgenodigd voor een reis naar de planeet van de Kikiwikies. Ze worden voor de lange reis ingevroren zodat ze niet echt verouderen. Eens op de planeet worden ze feestelijk ontvangen. Wat later krijgen Jommeke en Filiberke weet van de snode plannen om de koning uit de weg te ruimen. Ze raken echter opgesloten in het museum. 's Anderendaags wordt de koning tijdens zijn toespraak onwel. De staatsgreep kan nog net door Jommeke, die uit het museum is kunnen ontsnappen, verijdeld worden. Gobelijn heeft al de tijd het ruimteschip bestudeerd en enkele aanpassingen aangebracht. Bij een test stort het ruimteschip neer en... Jommeke wordt wakker en ligt na deze droom naast zijn bed.
1977
83
Jommeke leest in de krant een artikel over een goudroof in Hong Kong. Wanneer de Miekes in de buurt van een oude villa wandelen verliezen twee Chinezen een lading stenen aapjes. Choco gaat aan de haal met zo'n aapje. De Chinees wordt boos een eist het aapje terug. Wat later gaan Jommeke en Filiberke even rondneuzen in de villa waar de Chinezen zich verbergen. Choco haalt uit de kelder een nieuw aapje en gooit het stuk. Jommeke en z'n vrienden vermoeden dat sommige stenen aapjes goud van de goudroof bevatten. Wanneer Choco een tweede aapje haalt blijkt dit inderdaad goud te bevatten. Choco wordt echter gevangen genomen. De Chinezen eisen het beeldje terug in ruil voor Choco. Nadat Choco is vrijgelaten maken Jommeke en zijn vrienden ook aapjes. De boeven worden met een slaapmiddel uitgeschakeld en de aapjes worden verwisseld. Flip gaat de boeven op de hoogte brengen dat hun geheim is ontdekt. Tijdens het vluchten worden de boeven door de politie ingerekend.
1977
84
Jommeke ontvangt een brief van een zekere Jan Haring. Deze oude zeeman stelt voor een zeereis te maken en alzo een schat te zoeken. Jommeke gaat akkoord en leert hoe hij met een schip moet omgaan. De Miekes en Filiberke worden ook opgetrommeld. Eens vertrokken moet Jommeke, aan boord, informatie over de schat zien te vinden. Eens deze gevonden, wordt koers gezet naar IJsland. Op IJsland wordt de schat gevonden maar er zijn kapers op de kust. Dankzij Flip en Rozemieke bijten de boeven in het zilte water.
1977
85
Een oude vriend van professor Gobelijn doet via de krant een oproep om een zeldzame vlinder voor hem te vangen. Een premie wordt uitgeloofd. Professor Gobelijn en Jommeke zoeken de man op. Wat later vertrekken Jommeke, Filiberke en Gobelijn richting leefgebied van de Granda Papiljan. Anatool ligt echter op de loer en volgt hen. Op het vulkanisch eiland slagen ze er al vlug in een vlinder te vangen. De eilandbewoners vereren echter de vlinder en Jommeke en zijn vrienden worden gevangen genomen. Anatool slaagt er in de vlinder te bemachtigen. Door toedoen van Flip kan iedereen zich bevrijden en uit de voeten maken, net voor een vulkaan uitbarst. De boot van Anatool zinkt. Hij wordt door Jommeke en zijn vrienden opgevist. De vlinder komt zo terug in handen van Gobelijn. Tot slot krijgt de verzamelaar zijn vlinder.
1977
86
In de zoo verliest de Indische olifant Rachad, door een ongeval, zijn slurf. Jommeke en Filiberke roepen de hulp van professor Gobelijn in. Gobelijn bedenkt een slurfgroeimiddel en brouwt er meteen duizenden liters van. Jommeke en Filiberke vertrouwen dit niet, want met Gobelijns uitvindingen is al zo veel misgelopen. Ze laten alles in de riool weglopen. Wat later blijken de mensen slurven te krijgen. Via een waterzuiveringsinstallatie is het middel in het leidingwater gekomen. De inwoners van Zonnedorp laten het echter niet aan hun hart komen en organiseren allerlei evenementen. Na een paar weken verdwijnen de slurven automatisch en neemt het leven weer zijn gewone gang.
1978
87
Professor Gobelijn bestudeert de geschriften van een bekend professor. De man is echter op geheimzinnige wijze verdwenen. Jommeke en Filiberke krijgen het verhaal te horen. De volgende dag vertrekken ze richting Tenerife. Met een ezel als lastdier trekken ze naar de top van de vulkaan, de Teide. Onderweg vinden ze de initialen van de verdwenen professor, ingekerfd in de rotsen. Wanneer ze bij de laatste vorm van begroeiing, een drakenboom, aankomen breekt een onweer los. De bliksem treft de boom en splijt hem. In de vernielde boom vinden ze een boodschap. Met deze nieuwe informatie vinden ze de ingang van een onderaardse gang. Aan het einde van de gang komen ze plots in een onderaardse stad terecht. De stad kent een welvarend en vredig bestaan. Daar de bewoners het geheim van de stad ten allen prijze willen bewaren mogen Jommeke en zijn vrienden de stad nooit meer verlaten. Gobelijn bedenkt echter een manier om te ontsnappen. Alles verloopt naar wens en pas twee jaar na hun ontsnapping komen de bewoners te weten wat er precies met Jommeke en zijn vrienden aan de hand is.
1978
88
Bobbejaan wil een Far West-dorp bouwen in Lichtaart. In Amerika is Bill Cactus, een echte cowboy naar eigen zeggen, op de hoogte gekomen van deze plannen. Hij wil absoluut dat zijn firma het dorp bouwt. Bobbejaan denkt daar echter anders over. Hij roept de hulp in van Jommeke en zijn vrienden om het hoofd te bieden aan de Amerikaan zijn snode plannen. De eerste pogingen van sabotage kunnen ze de baas. Wat later wordt Bobbejaan ontvoerd en naar Texas gebracht. Jommeke en Filiberke vertrekken met de vliegende bol naar Amerika en roepen daar de Propere Voeten ter hulp. Bobbejaan wordt intussen wel gefolterd. De Propere Voeten bevrijden Bobbejaan en iedereen kan weer huiswaarts keren en de goede afloop van het avontuur vieren.
1978
89
Aan Estella Saprinetta doen de Miekes een belofte. Ze zullen voor de twaalf katten zorgen, mocht de dame sterven. Na een tijdje krijgen ze een berichtje van een notaris. De dame is overleden en laat hun twaalf poezen en een ijzeren bed na. Samen met Jommeke en Filiberke gaan ze hun erfenis ophalen. Onder het bed, dat geweldig piept, zetten ze wieltjes en gaan er mee spelen. Filiberke neemt ook zes poezen onder zijn hoede. Jommeke neemt het bed mee naar huis. Filiberke heeft intussen werk gevonden als autowasser van de koning en wordt betaald met kattenvoer. In de krant leest Jommeke, die intussen het bed aan een zwerver heeft geschonken, dat de overleden dame een heleboel briljanten had maar dat deze onvindbaar zijn. Hij beseft direct dat deze in het bed moeten verstopt zitten. Hij gaat op zoek naar het bed. Het wordt een hele tocht maar uiteindelijk krijgt hij het bed terug in handen. In de holle poten van het bed vindt hij de briljanten. Wat later komt Estella Saprinetta aankloppen. Zij was niet dood, maar wou de Miekes even testen. Daar deze door en door eerlijk zijn krijgen zij te horen dat de erfenis later echt voor hen bestemd is.
1978
90
Professor Gobelijn heeft een verkleinings- en vergrotingsdrank uitgevonden. Per ongeluk drinkt hij zelf van de verkleiningsdrank. Hij krimpt tot ongeveer vijftig centimeter hoogte. Wat later dringen twee inbrekers bij hem binnen en stelen de formules van de drankjes. Jommeke en Flip gaan op zoek naar de gestolen plannen. Intussen haalt de professor nogal wat kuren uit en komt zelfs bij de politie terecht. Jommeke en Filiberke komen op het spoor van de boeven die ook nog een verkleinde neushoorn bij Gobelijn hebben gestolen. De boeven steken de formules in brand. De Miekes gaan de woning van Gobelijn even opfrissen. Daar vinden ze in een vuilnisemmer de formules. Gobelijn maakt opnieuw de vergrotingsdrank en hij krijgt zijn normale gestalte weer.
Anatool stopt het testament van de gravin, waarbij hij als butler werkt, in de voetbal van Jommeke. Deze laatste ruilt echter de voetbal, met een vriendje, voor een trompet. Anatool wil het testament terug. De achtervolging begint. Jommeke en zijn vader slagen erin om het testament terug te vinden en het uit de handen van een aantal vreemde individuen te houden. Uiteindelijk kunnen ze het testament aan de rechtmatige eigenaar bezorgen.
1959
2.
Een ontevreden circusdirecteur wil een speciale attractie. De dwerg van het circus 'Teen' ontvoert hiervoor Jommeke en later ook Flip. Beiden worden behandeld met een haar- (pluim-) groeimiddel. Ze treden op als de zingende aap en de paradijsvogel. De vrienden van Jommeke zorgen voor de ontmaskering van de circusmensen en bevrijden Jommeke. Jommeke houdt er wel een kaal hoofd aan over.
1959
3.
Een vreemde vrouw neemt haar intrek in het kasteel van Achterberg. Ze kroont zichzelf tot koningin. Haar rijk noemt ze Onderland en haar onderdanen zullen kinderen zijn. De kinderen worden ontvoerd door de gehypnotiseerde champetter. Jommeke en Flip trekken ten strijde maar Jommeke valt in de handen van de koningin. Hij kan wel vrij snel ontsnappen. Hij vindt ook de andere kinderen in het kasteel. De ouders, die door Flip opgetrommeld zijn, kunnen de kinderen en de champetter bevrijden. De koningin wordt opgesloten in een instelling.
1960
4.
Jommeke krijgt door de vergissing van Zwarte Piet een tent als cadeau. Samen met zijn ouders en Filiberke gaat hij kamperen. Op hun tocht redden ze een klein vreemd mannetje met een dikke snor, nadat die door het ijs was gezakt. Jeremias Gobelijn, zo heet hij, vertelt zijn levensverhaal. Jommeke, Filiberke en de professor trekken samen verder, op zoek naar de purperen grondstof die nodig is om krachtpillen te maken. Eens aangekomen bij de purperen berg worden Jommeke en de professor gevangen genomen door nogal schaars geklede jongens. Dit volk blijkt de kracht van de purperen rotsen te kennen. Filiberke zorgt voor de bevrijding. Eens terug thuis worden zieke en zwakke kinderen genezen. Professor Gobelijn wordt hiervoor in de bloemetjes gezet.
1960
5.
Jommeke krijgt een blokfluit. Hij speelt nogal vals en gaat, om niemand te storen, in het park oefenen en krijgt daar prompt fooien. Filiberkes vriend is ziek. Jommeke gaat hem wat opvrolijken met zijn muziek. Bij het dansen op een tafel valt Filiberke en breekt zijn linkerbeen. Teofiel komt op het idee om de zieke jongen een bedevaart naar Lourdes te laten meemaken. Jommeke, Flip en de Miekes gaan ook mee. Zij zullen voor de ontspanning zorgen. Onderweg moet de trein stoppen omdat een koe op de sporen ligt. Jommeke kan met zijn blokfluitmuziek de koe weglokken maar mist hierdoor de bedevaarttrein. Hij laat een andere trein stoppen en glipt in een goederenwagon, maar de koe volgt hem. Met de trein komt hij in Zwitserland terecht. Daar beleven Jommeke, Flip en de koe Bella allerlei avonturen. Wanneer ze een groep Vlaamse kinderen ontmoeten die er met de Christelijke Mutualiteiten op vakantie zijn is het tijdstip, om terug naar huis te keren, aangebroken.
1960
6.
Jommeke gaat vissen. Opeens komt een rieten mandje, met een baby erin, aangedreven. Hij neemt de baby mee naar huis. De Miekes helpen hem bij het verzorgen. Samen met Filiberke bouwt Jommeke een houten huis, waarin ze het kind kunnen onderbrengen. Alles blijft goed verborgen tot Marie een briefje in de broekzak van Jommeke vindt en het hele gebeuren duidelijk wordt. Na een tijd komt de moeder van de baby opdagen en wordt er feest gevierd.
1960
7.
Jommeke tracht een kat te verlossen uit de riolering. De kat blijft hem echter volgen. Tussen Flip en de kat wil het niet zo goed lukken. Jommeke roept de hulp in van professor Gobelijn om de kat te temmen. Deze geeft de kat per vergissing een spuitje met een groeimiddel. De kleine zwarte kat wordt een reuze kat. Alleen de staart is niet meegegroeid. Een zigeuner ontvoert de kat en een zoektocht kan beginnen. Wanneer de zigeuner een been breekt helpen onze vrienden hem eerst en keren vervolgens met de reuze poes huiswaarts. Gobelijn zorgt ervoor dat de kat haar normale afmetingen terugkrijgt. Tot slot vindt de poes haar baasje terug.
1961
8.
Jommeke kijkt, met zijn verrekijker, naar een vlucht ooievaars. Hij merkt één ooievaar op die een gilet en een strikje draagt. Met het vliegend tuig van professor Gobelijn achtervolgen ze de ooievaar en belandden ze in het begijnhof. Juffrouw Begonia vertelt haar verhaal over de ooievaar Hieroniemus. Wat later trekken Flip en de ooievaar richting van hun geboorteland. Met het vliegend tuig van Gobelijn gaan Jommeke en de begijntjes op zoek. Door technisch defect komen ze midden de Middellandse Zee terecht. Gelukkig is er een voorbij varend schip dat de nonnen aan boord kan nemen. Intussen zijn Flip en de ooievaar in Egypte aangekomen. Daar vindt Hieroniemus zijn ouders terug. Wanneer iedereen terug thuis is wil Flip opnieuw naar zijn geboorteland, maar Jommeke belet hem dat.
1961
9.
Jommeke ruimt de zolder op. Hij vindt een opgezette schildpad. Wanneer de schildpad valt en het schild openspringt komt een testament te voorschijn. Om de schat, waar het testament over spreekt, te gaan zoeken, reizen Jommeke en zijn vriendjes als verstekelingen op een schip naar Zuid-Amerika. Ze geraken zonder al te veel problemen in de Ecuadoriaanse havenstad Guayaquil. Daar bemachtigen ze een motorboot en steken westwaarts van wal richting Schildpaddeneilanden. Anatool is echter ook opgedoken en volgt de kinderen. Anatool kan in een val gelokt worden. Nu blijkt de valkuil waarin hij is terechtgekomen juist de plek te zijn waar de schat verborgen ligt. Met een list kunnen ze Anatool de schat toch ontfutselen. Eens thuis gaat de schat naar ouden van dagen, wezen en weduwen en andere hulpbehoevenden.
1961
10.
Jommeke verdiept zich in de fysica. Samen met Filiberke bouwt hij een vliegtuig, de straalvogel, dat werkt op waterkracht. Na een nieuwsbericht over de ontvoerde kleinzoon van miljonair Geldjans gaan Jommeke en Filiberke op zoek met hun vliegtuig. Ze storten neer in een fontein op het domein van de miljonair. Na wat zoeken vindt Flip een aanwijzing op de zolder van het kasteel. Wat later is het kind terecht. Het leger is intussen zeer sterk geïnteresseerd geraakt in de restanten van de straalvogel.
1962
11.
Wanneer Jommeke moet schuilen voor een regenbui, bezoekt hij het plaatselijke museum. Een mummie trekt zijn aandacht. 's Nachts droomt hij er zelfs van. De volgende morgen staat in de krant dat de mummie uit het museum gestolen is. Wat later komt professor Gobelijn vragen om samen de gestolen mummie te gaan zoeken. Eens in Egypte worden ze op geheimzinnige wijze tegengewerkt. Wanneer ze uiteindelijk de mummie vinden moeten ze alles in het werk stellen om hun achtervolgers af te schudden. De mummie komt daarbij in een houtzagerij terecht en wordt zelfs half doorgezaagd. Bij het opnieuw in veiligheid brengen wordt het geheim van de mummie ontsluierd. Een hele hoop diamanten komt tevoorschijn. Tot slot kunnen ze dan met de hoofdman van een woestijnkamp een overeenkomst sluiten en met de mummie naar Zonnedorp terug keren.
1962
12.
Filiberke laat Jommeke de antwoorden van zo'n 140 wedstrijdvragen opzoeken. Filiberke wint een reis om de wereld per schip. Met Flip en Pekkie vermomd als meisje kan de hele bende aan boord gaan. Op het schip is Anatool in dienst. Hij zorgt ervoor dat Jommeke en z'n vrienden op een onbewoond eilandje in de Stille Oceaan terechtkomen. Met de hulp van apen bouwen ze een huis en vervolgens zelfs een heel dorp. De apen wordt geleerd om allerlei werk te doen. Een zorgeloze tijd brengen ze op het eiland door. Na een half jaar worden ze terug door een schip opgepikt en kunnen ze huiswaarts.
1962
13.
Een Schot komt in Zonnedorp aan. In het park maken Jommeke en Filiberke wat later kennis met Mic Mac Jampudding. Nu blijkt in het kasteel van Jampudding een spook te zitten. Samen trekken ze naar het kasteel om het spook te ontmaskeren. Na nog de nodige plagerijen van het zogenaamde spook kan de knecht Tomson ontmaskerd worden. Tomson blijkt niemand minder te zijn dan Anatool.
1963
14.
Jommeke gaat wandelen in de natuur en komt aan een groot bos. Onder een holle boom vindt hij een opening met en trapje en verder een tunnel. Hij volgt de tunnel en komt in Kabouterland terecht. Daar maakt hij kennis met de belangrijkste bewoners. Er wordt hem verteld dat de koning erg ziek is sedert drie heksen Kabouterland plagen. Samen met de kabouters trekt Jommeke ten strijde en kunnen ze verhinderen dat de heksen de kabouterschat buit maken. Tot slot kunnen de heksen zelfs verdreven worden.
1963
15.
Pekkie zijn staart wordt afgeknipt door een man die zijn haag snoeit. Professor Gobelijn ontwikkelt een staartgroeimiddel en wat later is voor Pekkie weer alles in orde. Wanneer dit staartgroeimiddel per ongeluk in de waterleiding terecht komt krijgen de bewoners van Zonnedorp een staart. Na hun eerste schrik passen de mensen zich vrij vlug aan de nieuwe situatie aan. Professor Gobelijn probeert zijn vergissing recht te zetten. Een eerste poging mislukt. De mensen en de dieren gaan nu ook nog zweven. Wanneer Jommeke voor een derde keer poeder aan het water in de waterleiding toevoegt komt alles terug in orde.
1963
16.
Jommeke en Filiberke zijn aan zee. Jommeke botst tegen een nogal struis gebouwde man. Van de man krijgen ze een motorboot in bruikleen. Bij het varen met de boot vinden ze een veldfles met een boodschap in. De boodschap is ondertekend met 'J. G.' en ze komt uit Zuid-Amerika. Er wordt besloten om op onderzoek te gaan. Als blinde passagiers aan boord van een vliegtuig geraken ze in Zuid-Amerika. Na enkele hachelijke belevenissen vinden ze J. G.. Het is de sterk vermagerde Jeremias Gobelijn. Samen met hem vinden ze wat later, in een geheime bergplaats, een gouden jaguarbeeld.
1963
17.
Jommeke en Filiberke gaan kamperen. Wanneer een storm hun tent wegblaast gaan ze aankloppen bij een naburig kasteel. De gravin nodigt hen uit om nog enkele weken te blijven. Jommeke heeft al vlug door dat er met de knecht iets niet pluis is. Flip ontdekt een onderaardse gang. De knecht kan ontmaskerd worden net wanneer hij de familieschat heeft opgegraven. De knecht is niemand minder dan een vermomde Anatool. Flip is intussen een beetje verliefd geworden op de gravin en heeft de intenties om graaf te worden.
1964
18.
Flip woont nog steeds op het kasteel van de gravin van Stiepelteen. De gravin vertrekt op reis en Flip kan niet mee. De gravin vraagt Jommeke om op Fifi te letten tijdens haar afwezigheid. Bij Jommeke thuis is het geen leven meer als Fifi en Pekkie de boel op stelten zetten. Jommeke en Filiberke besluiten dan ook maar om op reis te gaan. Ze doen dit met de oldtimer die ze in de stallen van het kasteel vinden. Na een tijdje reizen komen ze in Spanje terecht. Bij een bezoek aan de stierengevechten laat Fifi alles in het honderd lopen. Wanneer ze op zoek zijn naar een hotel komen ze terecht bij de familie van de gravin. Er is een blij weerzien met Fifi.
1964
19.
Jommeke graaft een kruik op. In de kruik bevindt zich een rolletje papier met een geheime boodschap. Professor Gobelijn ontcijfert de boodschap. Jommeke en z'n vrienden gaan op zoek naar wat er mogelijk te vinden zou zijn. Op de meest onmogelijke plaatsen vinden ze nog nieuwe boodschappen. De laatste boodschap vinden ze op tweehonderd meter van de eerste. Tot slot heeft Jommeke nog 5 miljoen gewonnen met de loterij.
1964
20.
De apen van Paradijseiland komen bij Jommeke op bezoek. Ze vernielen een en ander bij Jommeke thuis en in de rest van Zonnedorp. Professor Gobelijn test nog een nieuwe uitvinding uit op een aap. Wanneer uiteindelijk de brokken bij Jommeke thuis hersteld zijn vertrekken de apen terug naar Paradijseiland.
1965
21.
Jommeke knutselt met de motor van de grasmaaier en z'n autoped een soort bromfiets in elkaar en trekt samen met Flip op avontuur. Ze komen na een tijdje aan bij een middeleeuws ogend stadje. 's Nachts dringen ze het stadje binnen. Al vlug worden ze opgepakt. In de stad blijken zeer merkwaardige mensen te wonen. Na voor de rechter te zijn verschenen mag Jommeke vrij rondlopen in de stad. Hij moet wel helpen waar hij kan. Na een tijdje komt er telefoon van Teofiel die z'n zoon onmiddellijk naar huis wil zien komen.
1965
22.
Professor Gobelijn vindt een drankje uit waarmee je onzichtbaar wordt. Jommeke beproeft het drankje en samen met Flip en Filiberke worden allerlei grappen uitgehaald. Een onguur figuur ontvoert Flip. Flip kan echter vlug door Jommeke bevrijd worden. Het ongure figuur stuurt Kwak en Boemel op pad om de uitvinding van Gobelijn te stelen. Ze stelen de brandkast leeg. Jommeke en Flip zetten alles in het werk om de documenten terug te krijgen. Uiteindelijk blijken de documenten van de professor niet gestolen te zijn. In de brandkast lagen albums van Jommeke en de echte documenten lagen in de ijskast. Kwak, Boemel en hun opdrachtgever komen in de gevangenis terecht.
1965
23.
Een verzameling gags. Per pagina is één gag weergegeven.
1965
24.
Mic Mac Jampudding komt in het holst van de nacht bij Jommeke binnenvallen. Hij heeft in zijn kasteel een oud perkament gevonden. Professor Gobelijn zorgt voor de ontcijfering van het document. Er blijkt nu ergens ver weg nog een familielid van Jampudding te bestaan. Met de vliegende bol van Gobelijn gaan ze op zoektocht. Op een onbekend eiland, in de Stille Oceaan, wordt het familielid teruggevonden. Groot is hun verbazing wanneer het familielid vertelt dat zijn leeftijd zo'n vier- tot vijhonderd jaar is. Hij dankt deze hoge leeftijd aan de kracht van speciaal bronwater. Na enkele zonnige vakantiemaanden trekken Jommeke en zijn vrienden weer huiswaarts.
1965
25.
Na de verloren zoon te hebben teruggevonden, keren Jommeke en z'n vrienden terug. In het kasteel van Jampudding hebben de Gravin van Stiepelteen en haar verloofde, baron Odilon van Piependale, hun intrek genomen. Ze wachten er op Jommeke. Odilon is zijn verlovingsring kwijt. Hij had hem in één van zijn snuifdozen verstopt. De snuifdozen heeft hij echter verkocht. Jommeke gaat nu op zoek naar de nieuwe eigenaars en tracht de snuifdozen te controleren op hun inhoud. Jommeke komt op zijn zoektocht Anatool tegen die hem prompt voor een tijdje gevangen zet. Anatool bemachtigt nog twee snuifdozen maar zonder resultaat. Uiteindelijk komt de ring tevoorschijn uit de achterzak van Odilon.
1966
26.
Professor Gobelijn vindt dat kinderen meer vakantie moeten hebben en bedenkt een wijsheidsdrank. Jommeke test de drank met succes. Jommeke en Filiberke zorgen ervoor dat iedereen, via de waterleiding, het drankje naar binnen krijgt. Twee dagen later blijkt de jeugd enorm intelligent geworden te zijn. Leraren en dokters staan voor een raadsel. Nog wat later blijkt het drankje bij volwassenen omgekeerd te werken. Ook Gobelijn is weer kind geworden. Jommeke neemt de leiding en roept de kinderen op om goed voor hun ouders te zorgen. De volwassenen moeten terug naar school. Jommeke bedenkt een nieuwe wijsheidsdrank en de ouders krijgen hun verstand terug. De kinderen raken helaas hun superintelligentie weer kwijt en moeten terug naar school. Ook Flip, die door het drankje kon lezen, verliest jammerlijk genoeg deze extra eigenschap.
1966
27.
Jommeke wordt uitgenodigd door de president van Amerika. Eens in Amerika krijgt hij de opdracht een geheim bericht naar Istanboel in Turkije te brengen. De spionnen liggen echter op de loer. Jommeke is die spionnen echter te slim af en volbrengt zijn opdracht met glans.
1966
28.
Marie raakt haar haren kwijt door een defecte haardroger. Jommeke roept de hulp van professor Gobelijn in. Deze zorgt voor een haargroemiddel in gasvorm. Hij maakt een enorme voorraad om nog andere mensen te kunnen helpen. Het gas wordt opgeslagen in ballonnen. 's Nachts zorgt een uil ervoor dat het gas kan ontsnappen. Heel Zonnedorp ontwaakt met lang haar. Gobelijn maakt een antihaargroeimiddel. Dit laatste heeft als bijwerking dat hijzelf en de andere proefpersonen enorm sterk worden. Uiteindelijk vindt Gobelijn in zijn formule dat de uitwerking van het middel na een paar weken vanzelf stopt en dat je de haren niet moet afknippen.
1966
29.
Jommeke en Filiberke zoeken hun voetbal tussen het schroot van de schroothandelaar. Zo zijn ze getuige van hoe twee dieven er een pak komen verbergen. Samen willen ze het pak naar de politie brengen, als Gobelijn juist langs komt met de auto. Met z'n allen gaan ze naar professor Gobelijn thuis. Daar doet zich een ontploffing voor. De verpakking van het pak is beschadigd en zo komen ze te weten dat er een atoommotor in zit. Gobelijn stelt de motor op punt en bouwt hem in, in de ton van Jommeke. Met z'n vrienden trekt deze in de vliegende ton richting Schotland, naar Mic Mac Jampudding. De vliegende ton is niet ongezien gebleven en het leger, boeven en de uitvinder van de motor spoeden zich ook richting Schotland. Wanneer Jommeke met Mic Mac Jampudding en Arabella een tochtje met de ton maakt doet zich plots een motorstoring voor. Gobelijn wordt door Filiberke verwittigd. Met de aanwijzingen die Gobelijn gegeven heeft kan nog op het nippertje voorkomen worden dat de ton in verkeerde handen valt. In het kasteel van Jampudding komen ze met z'n allen weer op krachten.
1967
30.
Filiberke wint een vliegtuig. Samen met Jommeke vliegt hij naar Amerika. Na een nachtelijke landing merken ze 's morgens dat ze te midden van de indianen zitten. Ze worden gevangen genomen en ter dood veroordeeld. Er is echter redding mogelijk. De dochter van Dikke Springmuis, het opperhoofd van de Propere Voeten, wordt gevangen gehouden door de naburige indianenstam 'de Ketelbuiken'. Wanneer ze 'Zoete Lelie' kunnen bevrijden, dankzij Flip die fungeert als gezant van 'De Grote Geest', zijn ze weer vrij. Met het vliegtuig kunnen ze dan ook nog een aanval van de vijandige Ketelbuiken verijdelen.
1967
31.
Professor Gobelijn heeft van uit de wildernis een gorilla laten overkomen. Hij wil bewijzen dat hij van een gorilla een beetje mens kan maken. Dit lukt vrij goed. De gorilla kan zelfs spreken. Na een ontmoeting met de begijntjes is Mataboe, de gorilla, verliefd geworden op Eufrasieke, het kleine nonnetje. Tijdens een onweer komen Mataboe zijn instincten boven en ontsnapt hij. Hij ontvoert ook Eufrasieke en brengt haar naar een klein eilandje. Jommeke en de begijntjes kunnen met de hulp van vissers Eufrasieke bevrijden. Mataboe wordt op een schip gezet en in Afrika aan land gezet waar hij prompt koning van de wildernis wordt.
1967
32.
Jommeke heeft het zeiljacht van Archibald van Buikegem in bruikleen gekregen. Samen met zijn vrienden vaart hij de oceaan op. In een storm vergaat het schip en ze spoelen aan op een onbekend eiland. Het eiland blijkt bewoont te zijn door minimensjes, de Pimpeltjes. De prinses blijkt ziek te zijn. Flip wordt er op uit gestuurd om professor Gobelijn te halen. Gobelijn zorgt voor genezing en samen keren ze huiswaarts na genoten te hebben van een lekker maal.
1967
33.
Jommeke brengt de ontplofte stofzuiger van z'n moeder naar professor Gobelijn. Daar gekomen komt hij totde vaststelling dat de professor ontvoerd is. Een radiobericht brengt Jommeke de oplossing: 'Gobelijn bevindt zich in de Sahara'. Samen met Flip en Filiberke gaat hij op zoek naar de professor. Nadat ze een eind in de woestijn getrokken zijn zien ze plots groene wolken. In een nabij gelegen rotsmassa vinden ze een ingang van een oude tempel. De tempel is omgebouwd tot een reusachtig laboratorium. Gobelijn moet er in gevangenschap een middel zoeken om de hele mensheid in slaap te krijgen. Gobelijn kan bevrijd worden maar al vlug worden ze achterna gezeten door gezanten van de generaal Carlos dela Rubarbos. Gobelijn wordt zelfs een tweede maal ontvoerd. Uiteindelijk kan hij, verkleed als vrouw, ontsnappen en kunnen de boeven ingerekend worden.
1968
34.
Tijdens een ontspannende vlucht merkt Flip Anatool op. Jommeke gaat op onderzoek en wil de baron, waar Anatool in dienst is, zo vlug mogelijk waarschuwen. Jommeke wordt door Anatool overmeesterd en gevangen gezet in de kelder van het kasteeltje. Anatool rooft de familieschat van de baron en slaat op vlucht. Intussen heeft hij ook Jommeke bij een vriend ondergebracht. Flip, Filiberke, de Miekes en de baron gaan op zoek naar Jommeke. Anatool brengt Jommeke dan onder bij Kwak en Boemel. Deze laatsten eisen al vlug een deel van de schat. Hierna begint een achtervolging tussen de bende met Jommeke als gijzelaar en Jommekes vrienden. Uiteindelijk kan Jommeke bevrijd worden en komt de schat terug bij de baron terecht.
1968
35.
Een verzameling gags. Per pagina is één gag weergegeven.
1968
36.
Jommekes vader kapt zijn neus af tijdens het houthakken. Jommeke roept de hulp in van professor Gobelijn om z'n vader een nieuwe neus te bezorgen. Professor Gobelijn maakt een neuspoeder. In opdracht van de minister van volksgezondheid maakt Gobelijn ook een gezondheidspoeder. Dit laatste zal door de bakkers in brood verwerkt worden. Het neuspoeder komt echter in het brood terecht en heel Zonnedorp krijgt te maken met een grote neuzenepidemie. Na eerst nog een haargroeimiddel te hebben gevonden maakt hij een antineusgroeimiddel en raakt het probleem opgelost.
1968
37.
Jommeke wil een cadeau voor Filiberkes verjaardag kopen, maar zijn spaarvarken is leeg. Op zoek naar een cadeau vindt hij een scheepje in een vuilnisemmer. Op het scheepje staan vreemde cijfers en letters. Het vermoeden dat er ergens een verbogen schat ligt groeit. Samen met Filiberke wordt de zoektocht gestart. In de heide graven ze een schat op. Een arme stroper berooft hen. Wat later wordt de stroper gevat en kunnen ze toch met de schat huiswaarts keren.
1968
38.
Bij Jommeke wordt een doos, met een baby erin, in de tuin achtergelaten. In een bijgevoegde brief wordt gevraagd of hij de baby naar Thailand wil brengen. Samen met de Miekes en Filiberke wordt de baby in een uitgeholde kaasbol naar Thailand gebracht. Na allerlei hindernissen te hebben overwonnen bereiken ze hun eindbestemming. De baby blijkt een prinsje te zijn.
1969
39.
Annemieke en Rozemieke krijgen van koning Rono een chimpansee als cadeau. Koning Rono is de vader van het prinsje dat ze in het vorige verhaal naar Thailand hebben gebracht. Daar de chimpansee zeer graag Choco lust krijgt hij de naam Choco. Choco haalt verder de meest onmogelijke dingen uit en jaagt menig persoon de stuipen op het lijf.
1969
40.
De koningin van Onderland neemt opnieuw haar intrek in het kasteel van Achterberg. Anatool biedt zijn diensten als knecht aan. Al vlug ontstaat het plan om Jommeke voor eens en altijd te overwinnen. Ook de hulp van Kwak en Boemel wordt ingeroepen. De bende gebruikt als strijdkreet 'Anakwaboe'. Na een mislukte aanslag is Jommeke gewaarschuwd. Desondanks wordt Flip gevangen genomen. Om Flip te redden geeft Jommeke zich over. De Miekes, Filiberke, Pekkie en Choco gaan in de tegenaanval. Ze dringen het kasteel binnen en bevrijden Jommeke en Flip. Met z'n allen kunnen ze de hele bende in een kerker gevangen zetten.
1969
41
De Propere Voeten zijn in het bezit gekomen van een halve lap waarop vreemde tekens staan. De andere helft is in het bezit van de vijandige stam, de Ketelbuiken. De hulp van Jommeke wordt ingeroepen om de Propere Voeten de tweede halve lap te bezorgen. Jommeke en Flip worden echter door de Ketelbuiken gevangen genomen. De Ketelbuiken kunnen ook de halve lap, die in het bezit van de Propere Voeten is, bemachtigen. Zij gaan op zoek naar de verborgen schat. Wat blijkt nu... de schat is een vredelievende boodschap aan alle indianenstammen: 'Aan hen die op zoek zijn naar een schat. Onthoud dit! VREDE IS DE GROOTSTE SCHAT! Alle stammen moeten de strijdbijl begraven en de vredespijp roken. Dan eerste zullen alle roodhuiden als echte broeders veel gelukkiger zijn. Zo wil het ook de Grote Geest. Dit zijn mijn laatste woorden. Grote Bliksem.' Beide stammen begraven de strijdbijl en roken de vredespijp.
1970
42
Filiberke koopt een vaas op de voddenmarkt. Thuis gekomen stoot Filiberke de vaas van de kast. Op een van de scherven staat een boodschap betreffende een witte bolhoed waaraan moet gekrabd worden. Filiberke, Jommeke en de Miekes gaan op zoek naar bolhoeden. Het wil niet direct lukken om een witte bolhoed te vinden tot Jommeke bedenkt dat Engeland het land van de bolhoed is. Met de hulp van vissers komen ze in Engeland. Na informatie, van een oude visser en een cafébaas, gekregen te hebben trekken ze naar het domein van een zekere familie Pimpeldon. Ze worden echter in de gaten gehouden door een onguur figuur. In de grafkelder vinden ze een witte bolhoed. Het onguur figuur weet de bolhoed te bemachtigen. Met wat hulp van Choco krijgen ze de bolhoed weer in hun bezit. Na de bekleding te hebben verwijderd blijkt de bolhoed van massief goud te zijn.
1970
43
Een Indische prinses is verdwenen. In de krant staat naast de mededeling ook een foto. Filiberke is meteen stapelverliefd. Hij gaat het verdwenen meisje zoeken. Jommeke, Flip, Annemieke en Choco gaan hem achterna. Ze pikken Filiberke onderweg op en gaan samen verder op zoek. Ze weten met de hulp van een orang-oetan de prinses te bevrijden. Nu blijkt de prinses om en bij de twintig te zijn en Filiberkes trouwplannen vallen in duigen.
1970
44
Een verzameling gags. Per pagina is één gag weergegeven.
1970
45
De firma 'Rein en fijn' richt een grote prijskamp in. Wie zich drie maanden niet wil wassen zal daarna in één beurt met de zeep van de firma proper gewassen worden. Filiberke neemt de uitdaging aan. Jommeke zorgt ervoor dat Filiberke door zijn moeder niet kan gewassen worden. Na heel wat perikelen is Filiberke niet meer om aan te zien. Uiteindelijk mag zijn moeder hem voor de prijskamp wassen. Filiberke wordt vervolgens uitgeroepen tot de zeepkoning.
1970
46
Jommeke krijgt een koninklijke brief. Zijn hulp wordt gevraagd door de koning van Asnapije om diens ontvoerde zoon terug te vinden. Samen met Flip en Filiberke worden ze per privé-jet naar Asnapije gebracht. Met dit vliegtuig gaan ze later op onderzoek uit. Onderweg krijgen ze motorpech. Een aap helpt hen. Wat later komen ze terecht bij inboorlingen. Jommeke wordt er aanzien als een tovenaar. De aap zorgt uiteindelijk ongewild dat de zak goud met het losgeld betaald wordt. Met een feestmaal wordt de goede afloop gevierd.
1971
47
Anatool en Smosbol stelen een halssnoer bij een juwelier. De diefstal verloopt niet echt vlot. Tijdens hun vluchtpoging belanden ze in de zoo. Daar verbergen ze het halssnoer. Jommeke en Filiberke brengen een bezoek aan de zoo. Choco is thuis weggelopen en gaat ook naar de zoo waar hij voor heel wat problemen zorgt. Hij geraakt er gewond en moet voor verzorging in een kooi in de zoo blijven. In de kooi vindt hij het verborgen diamanten halssnoer. Anatool en Smosbol trachten hun buit terug te halen maar Choco gaat aan de haal met het halssnoer. Uiteindelijk komt Choco met het halssnoer bij Jommeke thuis en kan het aan de juwelier terugbezorgd worden.
1971
48
Filiberke en de Miekes vinden een stukje perkament in een oud hol been. Professor Gobelijn zorgt voor de ontcijfering van de boodschap op het perkament. Op Giraffeneiland zou nu een reuzenbeeld van zilver staan. Anatool heeft echter ongemerkt alles afgeluisterd. De professor, Jommeke, Flip en Filiberke vertrekken op zoektocht. Anatool en Smosbol achtervolgen hen. Eenmaal op het eiland gaan ze op tocht met een muilezel en twee ezeldrijvers. De ezeldrijvers, de vermomde Anatool en Smosbol, bemachtigen een vals plannetje en gaan hiermee op zoek naar de zilveren giraf. Al vlug ontdekken ze dat ze beetgenomen zijn. Als wraak wachten ze Jommeke en z'n vrienden op en nemen hun gevangen. De professor wordt verplicht te zeggen waar de zilveren giraf staat. Anatool en Smosbol graven de giraf voor een stuk los. Hevige regenval zorgt voor het wegspoelen van aarde en laat de giraf en de twee, op zilver beluste elementen, in het kratermeer storten. Na hun bevrijding, keren Jommeke en z'n vrienden huiswaarts.
1971
49
Een bende met groene maskers zaait terreur. Jommeke wil wat meer te weten te komen. Samen met Flip en Filiberke trekt hij op pad. De bende neemt hen gevangen. Ze komen nu wel te weten dat ook Anatool tot de bende behoort. Nadat ze zichzelf hebben kunnen bevrijden en na zowel Anatool, als de Grootmeester van de Groene Maskers, uitgeschakeld te hebben, trekt Jommeke de kleren van grootmeester aan. In de wijn doet hij slaappillen. Bijna loopt het fout wanneer Anatool en de echte grootmeester komen opdagen. De politie is echter tijdig in actie gekomen en leidt alles in goede banen.
1971
50
Professor Gobelijn vraagt via een telegram of Jommeke naar Jambajochie in Mexico wil komen. Jommeke, Flip en Filiberke vertrekken spoedig. Eens aangekomen stelt Gobelijn zijn nieuwste vinding voor, 'de plastieken walvis'. Een journalist merkt een en ander en schrijft een krantenartikel. Anatool smeedt, na het lezen van het bericht, snode plannen. Gobelijn gaat met z'n vrienden, in z'n nieuwe duikboot, op zoek naar een scheepswrak in de Baai van Mokapaka. Uit het wrak halen ze een grote hoeveelheid goudstaven. Anatool maakt zich meester van het schip dat de goudstaven aan boord heeft. Dankzij Flip kan het avontuur succesvol beëindigd worden en kan de goudschat voor goede doelen aangewend worden.
1972
51
Professor Gobelijn heeft een machine bedacht waarmee je om het even wat kunt versturen naar waar je wil. Er zijn nog enkele problemen met datgene dat verstuurd wordt en datgene wat aankomt. Filiberke en Flip ondervinden dit aan den lijve wanneer zij door toedoen van Choco naar Italië verstuurd worden. Filiberke staat vol pluimen en Flip is een groot deel van zijn pluimen kwijt en draagt het kapsel van Filiberke. Samen gaan ze uit het labo in Italië lopen. Op weg naar België ontmoeten ze een circusdirecteur en zijn clown. Deze laatsten zien wel brood in een nieuwe attractie en ontvoeren de twee ongelukkige vrienden. Eenmaal in het circus ontsnappen ze zo vlug mogelijk maar personeel van de zoo pikt hen op. In de zoo worden ze een nieuwe attractie. Intussen zijn Jommeke en Gobelijn in Italië aangekomen en kunnen ze hun vrienden bevrijden. Door ze nogmaals met de fwietmachine te verzenden is alles weer normaal.
1972
52
de koning van een ver en vreemd land roept de hulp in van professor Gobelijn om zijn scepter te zoeken tussen het puin van een verzonken stad. Gobelijn neemt Kwak en Boemel, die beweren dat ze hun leven hebben gebeterd, in dienst als koks aan boord van de plastieken walvis. Jommeke, Flip, Filiberke, Gobelijn en z'n koks vertrekken richting Indische oceaan. Ze worden vorstelijk ontvangen op het paleis van koning Zaroba. De volgende dag duiken ze met de plastieken walvis naar de verzonken stad. Bij het zoeken naar de scepter vinden ze ook kristallen oorbellen die muzikale klanken produceren. Kwak en Boemel stelen de scepter, maar Jommeke kan die snel terug bemachtigen via een list. Gobelijn krijgt van de koning de zingende oorbellen als geschenk. De professor geeft ze aan Annemieke en Rozemieke, die er enorm fier op zijn.
1972
53
De Miekes zijn getuige van een overval. Een jonge Indische vrouw wordt door twee Indiërs beroofd van haar kristallen eendje. Jommeke en Filiberke schieten samen met de politie ter hulp. De villa waar Annemieke de daders heeft naar toe zien vluchten blijkt bij een eerste onderzoek verlaten. Een dag later gaat Jommeke opnieuw op onderzoek. De Indiërs nemen hem en Flip gevangen. Flip en vervolgens ook Jommeke weten zich te bevrijden. Samen met Filiberke en de Miekes kunnen ze met een list de boeven gevangen zetten en ze door de politie laten inrekenen. De bestolen vrouw blijkt een Aziatische prinses te zijn. Wanneer Jommeke en zijn vrienden het kristallen eendje terug bezorgen worden ze uitgenodigd op het paleis van de koning, te Kasakatja, om te komen feesten op de goede afloop.
1972
54
Jommeke, Filiberke en de Miekes worden bij professor Gobelijn uitgenodigd om zijn nieuwste uitvinding te vieren. Hij heeft een zeer sterk vluchtgas bedacht. Na een telefoontje van de luchthaven, betreffende een in nood verkerend vliegtuig, gaan de professor en Jommeke meteen op pad. Een apparaat met twee ballonnen, met vluchtgas in, laat toe dat de professor en Jommeke het vliegtuig in volle vlucht kunnen bereiken. Na de spectaculaire redding verschijnen er krantenberichten en wat later wordt Gobelijn overstelpt met post. Hij besluit om naar een klooster te trekken om de drukte te ontvluchten. In het klooster is Anatool broeder. Nadat Gobelijn, Jommeke en Filiberke een geblokkeerde klok hebben hersteld komen bij Anatool de minder goede gedachten weer de kop op steken. Een zak goud die na een vliegtuigongeval aan de Primusrots is blijven hangen wordt zijn doel. Hij slaagt er bijna in om de buit binnen te halen maar een defect geraakt apparaat verhinderd de goede afloop. Jommeke en Gobelijn kunnen hem nog net redden van de dood als hij naar beneden stort. De zak goud wordt tot slot aan de overheid overhandigd.
1972
55
Flip wordt stapelverliefd op de beeldschone zangeres Tita Telajora. Voor hij naar het hotel van de zangeres vertrekt schrijft hij nog een afscheidsbrief aan Jommeke. Naar de buitenwereld toe laat hij uitschijnen dat hij de aanstaande echtgenoot van de zangeres is. Via een krantenartikel komt Jommeke te weten waar Flip precies uithangt. Samen met zijn vrienden gaat hij achter Flip aan om een stokje voor diens plan te steken. Intussen treedt Flip samen met Tita Telajora op als zingende papegaai. In Amerika wil Flip het huwelijk laten voltrekken, maar dat mislukt. Flips hart breekt wanneer Tita Telajora hem vertelt dat ze wellicht met een Mexicaanse zanger zal trouwen. Hij keert met Jommeke huiswaarts en op het vliegtuig ziet hij een mooi stewardessje. Het liefdesverdriet is al meteen een heel stuk minder.
1972
56
Marie heeft een palmboom besteld. Deze wordt na wat ongelukjes binnenshuis, in de tuin geplant. Door een misverstand zaagt Filiberke de palmboom half door. Jommeke roept de hulp van professor Gobelijn in om het probleem op te lossen. Gobelijn bedenkt een houtgroeimiddel. De boom wordt echter reusachtig groot. Jommeke zet zijn idee, om alle bomen dit middel toe te dienen om meer gezondere lucht te krijgen, aan de professor uiteen. Gobelijn zet het houtgroeimiddel om in gasvorm en heel Zonnedorp wordt bespoten. De bomen nemen gigantische afmetingen aan maar de mensen die het gas ook hebben ingeademd krijgen boomgroei op hun hoofd. Gobelijn zorgt na een tijdje voor een redmiddel en in Zonnedorp wordt weer alles normaal.
1973
57
Een Spaans sprekende papegaai komt bij Jommeke aanbellen. Hij is gestuurd door professor Gobelijn met de boodschap om direct naar Machu Pichu te komen. Met de vliegende bol vertrekken Jommeke, Flip, Filiberke, Pekkie, Choco en de Spaans sprekende papegaai richting Peru. Na wat zoek- en klimwerk vinden ze de professor. Ze worden echter gevolgd door twee ongure figuren. Gobelijn brengt zijn vrienden op de hoogte van zijn spoor naar de eeuwenoude Incaschat. Op een bergtop vinden ze een oude Inca, Macu Ancapa. Hij is de bewaker van de Incaschat. De twee ongure figuren slagen erin Jommeke en zijn vrienden samen met de bewaker in de bergplaats van de schat gevangen te zetten. Het vervolg van het verhaal vinden we in album
1973
58
Jommeke en zijn vrienden zitten nog steeds opgesloten in de Dode berg waar zich ook de Incaschat bevindt. Pedro, de Spaans sprekende papegaai en Flip gaan op zoek naar een uitweg. Volgens Macu Ancapa zijn ze met z'n allen vervloekt door de Zonnegod. Flip komt met een melding over twee vluchtende Inca's terwijl Pedro deze volgt. Pedro stelt vast dat het hele nabij gelegen dorp op de hoogte wordt gebracht van de verborgen schat. De Inca's trekken in groep naar de Dode berg. Macu Ancapa bezweert de Inca's dat er eerst een machtige koning moet opstaan vooraleer de schat gebruikt mag worden. Om te bewijzen dat hij de waarheid spreekt wordt hij samen met Jommeke en z'n vrienden voor tien dagen opgesloten in de Dode berg. Ze overleven dit dankzij de voedselpillen van Gobelijn. Na tien dagen keert de rust weer en Jommeke en zijn vrienden vertrekken richting vliegende bol. Maar... een paar boeven zijn te weten gekomen dat de Incaschat in de Dode berg ligt. Gelukkig kan Pedro Jommeke en zijn vrienden nog waarschuwen en kan het plan van de boeven verijdeld worden. Zelfs een tweede poging om de schat te stelen loopt met een sisser af. Tot slot wordt beslist om een nieuwe stad te bouwen rond de Dode berg.
1973
59
De Miekes zijn ongerust over het feit dat ze geruime tijd niets van professor Gobelijn hebben gehoord. Samen met Jommeke en Filiberke trekken ze naar Gobelijns huis. Ze vinden hem bewusteloos op de grond. Wanneer ze hem bij zijn positieven brengen en een raam openzetten voor wat frisse lucht, reageert de professor paniekerig. De professor doet immers een experiment met eieren en het minste zuchtje laat een ei ontploffen. In de eieren zit net als bij een oester een parel. Samen met de professor brengen Jommeke en Filiberke wat later enkele eieren naar Japan. Professor Kuko, een collega van Gobelijn, werkt mee aan dit experiment. Onderweg naar de luchthaven komen ze in een file terecht. Bij een rijkswachtcontrole wordt de wagen van Gobelijn doorzocht en ontploffen de eieren. Anatool staat ook in de file en slaat alles gade. Hij is uiteraard geïnteresseerd in deze uitvinding. Tijdens de twee
Onderstaande kortverhalen zijn herwerkt tot albums in de reeks.
Herie op de kermis De regenbom -> herwerkt tot album 125 drie in een slag De superpopzanger -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De valse picasso De luchtfietsers -> herwerkt tot album 148 De vliegende brigade -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De verdroogde bron Operatie waterwonder -> herwerkt tot album 160 De verdroogde bron -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De appelvreters Paniek in Zonnedorp -> herwerkt tot album 167 De appelvreters -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De hondenjacht De ijsbeerbende -> herwerkt tot album 172 Fifi in de knoei -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De mislukte ontvoering -> herwerkt tot album 236 De dobbelmannetjes ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Choco verliefd Verdwaald in de jungle -> wordt herwerkt tot album 253 Choco verliefd
1. De jacht op een voetbal 2. De zingende aap 3. De koningin van Onderland 4. De purperen pillen 5. De muzikale Bella 6. Het hemelhuis 7. De zwarte Bomma 8. De ooievaar van Begonia 9. De schilpaddenschat 10. De straalvogel 11. De zonnemummie 12. Paradijseiland 13. Het Jampuddingspook 14. Op heksenjacht 15. Het staartendorp 16. De gouden jaguar 17. Diep in de put 18. Met Fifi op reis 19. Wie zoekt die vind 20. Apen in huis 21. Het verkeerde land 22. Het wonderdrankje 23. Dolle fratsen 24. De verloren zoon 25. De 7 snuifdozen 26. Kinderen baas 27. Geheime opdracht 28. De Samsons 29. De vliegende ton 30. Jommeke in de Far West 31. Knappe Mataboe 32. In Pimpeltjesland 33. De jacht op Gobelijn 34. Jommeke in de knel 35. Gekke grappen 36. Neuzen bij de vleet 37. De schat van de zeerover 38. Kaas met gaatjes 39. Lieve choco 40. Anakwaboe 41. 2 halve lappen 42. De witte bolhoed 43. Filiberke gaat trouwen 44. De jommekesclub 45. De zeepkoning 46. De tocht naar Asnapije 47. Diamanten in de zoo 48. De zilveren giraf 49. De groene maskers 50. De plastieken walvis 51. De fwietmachine 52. De zingende oorbellen 53. Het kristallen eendje 54. Broeder Anatolius 55. Tita Telajora 56. De vruchtenmakers 57. Het geheim van Macu Ancapa 58. De strijd om de incaschat 59. De KUKO-eieren 60. Alarm in de rode baai 61. De hoed van Napoleon 62. Luilekkerland 63. Madam Pepermunt 64. De kristallen grot 65. De grasmobiel 66. De vrolijke bende 67. De slaapkop 68. De gele spin 69. Straffe toebaka 70. De verborgen tempel 71. De sprekende ezel 72. Choco ontvoerd 73. De gekke wekker 74. De Kikiwikies 75. Prinses Pott 76. Het rode oog 77. Peuterweelde 78. Juffrouw Perlefinneke 79. Het Plezant Kliekske 80. De njam-njambloem 81. De luchtzwemmers 82. Opstand in Kokowoko 83. De stene aapjes 84. De plank van Jan Haring 85. De granda Papilijan 86. De lustige slurvers 87. De stad in de vulkaan 88. Jommeke in Bobbejaanland 89. Het piepende bed 90. De kleine professor 91. Prins Filiberke 92. Het aards paradijs 93. De Haaienrots 94. De supervrouw 95. Melanie 96. Paniek rond Odilon 97. De valse kemel (kameel) 98. De kaart van Wawa Wang 99. Grote knoeiboel 100. Het jubilee 101. Het monster in de ruïne 102. De vampier van Drakenburg 103. De bron van El Razar 104. De vlucht van Bella 105. De knook van Azmor 106. Zoete mosterd 107. De pestkopjes 108. De sidderplanten 109. Guitenstreken 110. De viool van Varazdina 111. De olijke oliemannen 112. Het ei van de Smartlapvogel 113. In de greep van Mac Rum 114. Het kriebelkruid 115. De lappenpop van Anatool 116. De gelukzoekers 117. De stenen handdruk 118. De bedrogen miljonair 119. Het apencircus 120. De vlag van Lord Chester 121. De rare doedelzak 122. Het Boheems schommelpaard 123. De schat van Ankor 124. Het geheimzinnige eiland 125. Drie in een slag 126. Het bal van Mathilde 127. De watervallen van Svanjabak 128. De grote zeilrace 129. De wiskey maker 130. Het geheim van Ambiorix 131. De kippen van Gobelijn 132. De spookkrater 133. Het gekke gas 134. De prinsen van Snobië 135. De kruik van Aztrakan 136. Het monster uit de diepte 137. Apen te koop 138. De rib van Kalafar 139. De blauwe grot 140. De chinese kast 141. De bruid van el toro 142. De documenten van langneus 143. Va kwak en moe boemel 144. De pijp van geurig gras 145. Het levenselixer 146. Komkommer in't zuur 147. Het Yacochaca beeldje 148. De vliegende brigade 149. De grote puzzel 150. De gestoorde zeereis 151. Het meermonster 152. S.O.S. Benistal 153. Het hoofd van Samos 154. De hellestokers 155. De kleine vandaal 156. De superster 157. De koningin van Kachar el Nachar 158. Het probleem van Jeff klaxon 159. De kokoskoe 160. De verdroogde bron 161. Drie toverstokjes 162. De zwarte parel 163. Het Mydas mysterie 164. Het verdwenen kasteel 165. Spaghetti met kaas 166. De mandoline van Caroline 167. De appelvreters 168. Het heksenbal 169. De slangengodin 170. Het chocokomplot 171. De goudvis van Filiberke 172. Fifi in de knoei 173. Het geheim van de hoefslag 174. Het zevende zwaard 175. De verdwaalde vuurtoren 176. De snoezige dino's 177. kwistig kwissen 178. Het bedreigde paradijs 179. Paniek op de acropolis 180. filicaso 181. De valse papegaai 182. Het zingende moeras 183. Berta Gobelijn 184. De kroon van Kazimir 185. De modekoningin 186. De pruik van Anatool 187. De zwarte cactus 188. De vurige inktvis 189. De koppige cobra 190. Alarm in het begijnenhof 191. De magische spiegel 192. De drietand van Neptunus 193. De zilveren traan 194. Dinopolis 195. Gerommel in de Far West 196. De elfenbron 197. Het schuimspook 198. De kraaienburcht 199. De vergeten mijn 200. Stefanie stekkebeen 201. De Kovonita's 202. De panda van Wanda 203. De lachende mango's 204. De verdwenen tuinkabouter 205. Kopermicorbe 206. De ring van Mac Rum 207. De geniale maloten 208. Het raadsel van Kiekebilleke 209. Blinkende knopen 210. Het pompoen kasteel 211. De geest van Anakwaboe 212. De limonadelelies 213. Zeven sterren 214. Holeman 215. De kimono van Yamamatsu 216. De laatste viking 217. De zoektocht naar Sodar 218. Het blauwe prieeltje 219. Operatie Bonsai 220. De frietbaron 221. Wowofski 222. De strijd om een bizon 223. De komkommer prinses 224. De rare kwibussen 225. De erfenis van sorgeloos 226. Het luchtkasteel 227. Het brein van Gobelijn 228. De goudkoorts van Anatool 229. Het slimme varken 230. Pekkie in hollywood 231. Het zeemeerdingens 232. Duel in venetië 233. Paljaskof 234. De pechvogel 235. Mama mataboe 236. De Dobelmannetjes 237. Het roze olifantje 238. Kamperen is plezant 239. Graaf dondersteen 240. De beer op sokken 241. Nobelprijs voor Gobelijn 242. De pudding koningin 243. Het zwarte prikgevaar 244. Groene haring 245. Het vreemde avontuur 246. Filiberke en Biliferke 247. Krokodillen tranen 248. Fifi kampioen 249. Het oké-parfum 250. Savooien op de Galapagos 251. Schattenjagers in Bokrijk 252. Het spookdorp 253. choco verliefd