It's just me Ontsnap in mijn sprookje, met alle goede en slechte momenten uit het ware leven...
01-06-2010
Mijn sprookje
Ik denk dat jullie al weten dat ik van kinderen en hun dingen houd. Ik heb heel veel nichtjes en een paar neefjes. Ik zie ze heel vaak, en ben daar heeel blij mee
Ik leef op een internaat (tijdens schooldagen) En heb daar betere jaren gehad (zacht gezegt) Ik zal ff de boel voorstellen:
Ik (jolie): hoofdpersoon Nadine: super vriendin woont bij me Ilona : heks Jasper: mede huisgenoot, wisselend persoon (ene keer aardig, andere keer naaiend) Willeke: mede huisgenoot, (weet haar plek niet, kan niet kiezen) Inge: hulpje heks, grijpt vaak ook zelf de touwtjes in handen Tamara: trouwe toverfee (nicht) Evita: zusje van tamara, toverfee met heimwee naar ouders Savere: supper gezellig meisje, maar we kennen elkaar niet zo lang
Sorry voor iedereen die ik niet genoemd heb!!!
Ik heb een fantasie land, om ff in te ontsnappen... Ik ga het beschrijven, maar er is ook een kaartje van (zie bijlage)
In de linker bovenste hoek van 'mijn' land staat mijn kasteel (roze) het is omgeven met bloementuinen. daar onder staan heel veel appelbomen, en andere vruchten. als je aan andere kant van het pad kijkt zie je akkers een heel veel graanvelden, het is een prachtig gezicht, vooral als je alle feeën en elfjes er in ziet spelen... als je het pad volgt, kom je langs heides en weides, zover als je kan kijken! en als je zin hebt om door te lopen, zie je de dorpjes, met allemaal kabouters Ze zijn heel vriendelijk, en doen geen vlieg kwaad. Er zijn bossen en als je weer naar boven loopt (op kaart) kom je bij een strand, aan de linker kant staat een donker woud. Daar leven beesten die je liever niet tegen wilt komen. en in het midden van dat woud staat een heuvel, je kan het ook wel een berg noemen... en boven op die berg staat een zwart kasteel, het is altijd donker daar, en waneer de heks boos is onweert het heel hard. Alleen die domme elfjes en kabouters durven er daar dan te komen. Meestal zien we ze dan nooit meer terug........ Terug naar het meer, (er omheen is strand) aan de linker kant, is een waterval, vele kinderen wassen zich daar in. en in het meer zwemmen prachtige vissen, en voor de gene die er in geloofd... zwemt er een prachtig dier, ze is roze met licht blauw, ze schittert in het maanlicht. In het midden van het meer is een eilandje, net groot genoeg voor 1 boom, een reusachtige prachtige boom, die alles vruchtbaar houd in het land...
je kan hier niet zomaar komen, je moet weer in alles geloven als een kind, die geloofd in sprookjes, en hun verhalen...
je kan er wel als gast komen, dromen over het land, de wind in je haren voelen, het graan tussen je handen. Je kan de beestjes zien drinken, en aaien, de elfjes zien vliegen, en de appels plukken, Je kan er alles doen...
Ik ben opgegroeid tussen de prinsesjes, al ben ik zelf een toverfeetje. Dat komt omdat mijn ouders riezen. Ze zijn in bijna alle landen geweest. Van Ecotopia tot Pierparles. Maar ik kon niet mee. Ik moest naar school, een echte toverfee worden. Ik moest nog leren vliegen, en toveren, en leren over de landen, de kabouters, prinsessen, heksen, alles moest ik nog leren.
Daarom mocht ik wonen bij een vriendin, zei was prinses. Ze was een van de prinsesjes, en werd (jammer voor haar) laer geen koningin. Maar echt erg vond ze het niet.
Ik werd welkom ontvangen en kreeg een hele grote kamer. Ik voelde me er thuis, en 1 van hun. Het werd zelfs zo erg dat ik geen verschil meer zag. Ik voelde me ook een prinsesje.
Toen de koningin dat door kreeg probeerde ze me te vertellen dat dat niet kon. Dat ik niet als hun was, en hoe lief ze het probeerde te vertellen, het kwam als een dondersslag. Ik voelde me niet thuis meer. Ik rende zo hard als ik kon.
over het de paden, zo snel als ik kan.
met de wind in mijn haren. ren ik weg.
weg van problemen, weg van stilte,
weg van alles en iedereen, maar vooral ook weg van mijzelf.