Zoeken in blog

Inhoud blog
  • Madé goes Techno
  • Het beknotte concert
  • Inspiration is a bitch
  • De nieuwe slaapplek
  • Burning Love
    Archief per maand
  • 01-2013
    Blog als favoriet !
    De Ongelooflijke Avonturen Van The Legendary Johnny Trash
    Fantastische vakantie in het wonderbaarlijke Bali
    12-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een avondje uit
    Bali, 12 Jan '13


    Veel te veel gedronken gisteren. Het was de enige optie ook.

    We gingen een bandje kijken. Wel, het was niet echt een band: een DJ die plaatjes draait terwijl een drummer, een gitarist en een rapper meejammen, is niet echt mijn idee van een band. Ik voelde me oud. Anderzijds: ik herinner me dat - als het op dit soort muziek aankwam - ik me al oud voelde op mijn 17...

    Wel een hoop leuke mensen leren kennen. Zo,vond de afterparty bijvoorbeeld plaats bij Nina en Nadia. Ik vrees dat ik van alle andere mensen de namen ben vergeten. Hoewel: er was ook de zeer mooie Fa. Ze herinnerde me een beetje aan mijn ex. Met dat verschil dat wat Fa miste op borsthoogte, er aan haar billen was bijgesmeerd. Wel heel sympathiek. DJ, band en hun gevolg waren er ook. Het gevolg bleef maar roepen hoe geweldig de show wel was geweest. Ik voelde me eens te meer oud.
    Veel te veel gedronken gisteren.

    12-01-2013 om 00:00 geschreven door Johnny Trash  


    11-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De eerste dag
    Bali, 11 Jan '13


    Jawel, het is vakantie. Vandaag is luiheid verheven tot kunst.

    Madé stond al om negen uur in het hotel. In het dagelijkse leven is het een hel zo vroeg op te staan, maar jetlag is een duivel, en had mijn hele ritme overhoop gegooid. Ik was om acht uur al klaarwakker. Ik had net mijn literaire bijdrage over gisteren beëindigd toen Madé binnenkwam, zoals steeds een kamerbrede glimlach onder de blinkendzwarte haren. Hij toonde een sleutel.
    "What's that for?"
    "Your bike."
    Zijn lach werd nog breder, zijn tanden nog bloter.
    Maanden geleden, na één van onze optredens in België, had hij me verteld dat hij me met de motor zou leren rijden. Dat is hier nu eenmaal de makkelijkste manier om je te verplaatsen. De straten zijn hier zo smal dat auto's meer stilstaan dan rijden als ze ergens naartoe willen. En meer rijden dan stilstaan als ze parkeerplaats zoeken. Terwijl de motoren overal tussendoor glippen, als levendige bloedlichaampjes tussen de cholesterol in de aders van Bali.
    Het was niet de moto die ik verwacht, en zelfs een beetje gevreesd had. Geen gedeukte Low Rider, geen bestofte street racer, geen halfvergane chopper. Gewoon een scooter, geen versnellingen. Dat zou ik moeten kunnen.

    Het eerste ritje was 5 minuten richting ontbijt. Het werd me ook duidelijk waarom Madé zo vroeg gekomen was. Het verkeer was slechts een fractie van wat het na de middag was, en dus ideaal om aan de motor te wennen. En dat lukte. Mijn eerste keer op een scooter, links rijdend, in smalle straatjes waar - nu toch ook al - tientallen andere brommertjes hun eigen weg zoeken, Asian Style. Het lukte. Ik voelde me zelfverzekerd. We raakten zonder problemen aan het restaurant.
    Zeer goed ontbijt, trouwens. De wind, waarvan ik ondertussen had vernomen dat hij afkomstig was van een cycloon boven zee die richting Australië trok, was al wat afgenomen, en dus hadden ook de goeie keten hun deuren weer geopend.
    De volgende beproeving was een ritje van een half uur naar Madé's huis. Normaal gezien doet hij dat op 15 minuten, maar omdat ik toch nog wat moest wennen aan zowel motor als (het ontbreken van) verkeersregels, deden we het rustig aan. De rustigere binnenwegen in plaats van de hoofdbaan, ook.
    Ik moest dringend tanken. Madé stopte aan de kant van de weg, waar een klein standje met flessen gelige Absolut Wodka stond. "Ik zou je niet aanraden hiervan te drinken", lachte hij. Dit is hoe benzine hier wordt verkocht. Per Wodka-fles.
    De rest van de dag werd, zoals gezegd, gespendeerd in absolute luiheid, aan het zwembad, muziekje op de achtergrond, geweldige Nasi Goreng tussendoor, en dat alles afgewisseld met af en toe een dutje. Jawel, het is vakantie.

    In de late namiddag kwam de wind weer sterk opzetten, en dus viel ons plan om de Beach Bars af te schuimen alweer in het water. Letterlijk zelfs, want ook de hemelsluizen werden bij momenten zonder pardon opengetrokken. En dus ook tijdens de rit terug richting Semiyak, waar mijn hotel was. Maar als de dappere avonturiers die we zijn, reden we gewoonweg door. Ook al omdat er nergens plaats was om te schuilen.
    Aangekomen in het hotel trokken we droge kleren aan en praatten nog wat op het terras, in gezelschap van onze goede vriend Jack Daniel.
    We besloten toch nog de stad in te trekken, maar vanwege het rotweer waren alle bars zo goed als leeg. Twee bandjes gezien. Typische Indonesische coverbands blijkbaar. Soms ligt Bali heel dicht bij Benidorm. Na enkele Bintangs en Jacky-Cokes reden we dan toch maar terug naar huis.
    Morgen begint het weekend.

    11-01-2013 om 00:00 geschreven door Johnny Trash  


    10-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Grote Reis
    Bali, 10 Jan '13


    Ik ben in Bali! Woohoo!

    Het zag er niet altijd even hard naar uit dat ik het zou halen, maar achteraf bekeken waren de problemen die ik tegenkwam slechts details.
    Zoals het eerste probleempje dat ik een week geleden ondervond.

    Mijn goede vriend Madé J, de in Brussel residerende gitarist-zanger uit Bali, die me had uitgenodigd op vakantie te komen bij zijn ouders, waar hij zelf aan het overwinteren is, vroeg me mijn vluchtgegevens, zodat hij me kon oppikken aan de luchthaven. Na lang zoeken tussen mijn mails kon ik maar tot één constaclusie komen: de vlucht was nooit geboekt. Ik ben wel eens vaker verstrooid, en durf aan dingen beginnen die ik nooit zal afmaken (zoals waarschijnlijk dit dagboek), maar deze keer verbaasde ik zelfs mezelf. De zekerheid van mijn boeking grensde aan de wetendheid dat cheeseburgers door God zijn uitgevonden op de zevende dag.
    Gelukkig was Dame Fortuna me goed gezind, en vond ik zelfs een goedkopere vlucht, bij een betere maatschappij, dan diegene die ik maanden geleden (blijkbaar niet) had geboekt.

    Het tweede kleine probleempje was alweer een bewijs dat ik nooit boekhouder zal worden. Of advocaat. Of WC-madam. Niets waarbij je goed moet zijn met papier.
    Ik had namelijk de TGV naar de Parijse luchthaven Charles De Gaule geboekt. Tenminste, dat dacht ik. In Paris Nord dachten ze daar anders over: de luchthaven was nog 40 minuten extra treinen. Na een klein uurtje stress, nog geüpgraded door het feit dat ik bijna mijn uitstaphalte had gemist wegens verdiept in hoogstbelangrijke vakliteratuur (lees: Humo), stond ik achteraan de lange rij aan de check-in balie. De Bali-balie, zeg maar. Het zou nog een half uurtje duren eer ik mijn tickets in handen had.
    De lange vlucht naar Signapore verliep zonder noemenswaardige incidenten, en werd doorgebracht alternerend tussen slaap en filmpje kijken. Eindelijk Taken 1 en 2 gezien. Doe me eraan denken nooit op reis te gaan naar Parijs. Levensgevaarlijk blijkt.
    Tussen Signapore and Bali daarentegen was de rit een stuk hobbeliger vanwege de sterke wind. Een beetje een Walibi-gevoel. Met dag verschil dat je hier niet ziet aankomen wanneer de kribbel in de buik zich zal manifesteren. Op de meest onverwachte momenten zakte onze vliegende rollercoaster een paar tientallen meter dichterbij zijn natuurlijke positie: de grond. En hier staan aan de uitgang geen kinderen te jengelen "of ze nog is mogen".

    Aangekomen in Denpasar, verplichtte diezelfde wind me mijn imago aan te passen. De hoed moest van het hoofd, opdat hij niet zou worden weggeblazen zoals die eerste sigaret die ik buiten probeerde aan te steken.
    Mijn goede vriend Madé stond me al op te wachten, brede glimlach op het gelaat, klaar om me naar het hotel te begeleiden, met onderweg uiteraard de obligate stop voor bier.
    Nadat hij me had afgezet liet Madé me me rustig opfrissen, terwijl hij even over huis ging. Maar hij was nog niet goed en wel vertrokken of ik stond al voor een volgende uitdaging.
    Ik was volop mijn tanden aan het poetsen, en spoelde mijn mond met kraantjeswater, als ik plots werd verrast door een een zeer sterke smaak die ik, zelfs na een zwaar nachtje stappen, niet als oraal normaal zou catalogeren. Plots schoot het door mijn hoofd dat men mij meermaals had verwittigd in Azië altijd flessenwater te drinken, en zelfs te gebruiken voor het spoelen van de mond. Snel spuwde en rochelde ik mijn mond leeg. De smaak van het met tandpasta gemengde kraantjeswater zweemde nog na in mijn mond. De zoektocht naar een flesje water werd echter snel stopgezet toen mijn oog viel op mijn nog halfvol flesje Bintang: je bent geen echte man als je nog nooit je tanden hebt gepoetst met bier...

    De wind stond nog steeds strak roet in het eten te blazen. De bedoeling was dat ik bij Madé zou blijven logeren, maar dat zou betekenen dat ik in zijn kamer zou slapen, en hij buiten op het terras. Dat is iets wat hier meer gebeurd - het weer hier nodigt daar zelfs gretig voor uit - maar vannacht was dat geen optie.
    Diezelfde wind joeg ook iedereen weg van het strand, en de straten in het algemeen, dus toen we eindelijk een restaurant vonden dat open was, waren we bijna de enige klanten. Niet het beste voedsel dat ik ooit voorgeschoteld kreeg, maar ook niet slecht als noodoplossing, daar Madé's vaste eeltplekken de deuren hadden gesloten voor de wind. En het was Indonesisch, dus het bracht me wel in een opperbeste vakantiestemming.
    De jetlag had me toch nog in zijn greep, en als bleek dat niemand op deze stormachtige woensdag zou uitgaan besloot ik naar het hotel terug te keren om bij te slapen.
    De vakantie zou morgen beginnen.

    De wind maakte me verschillende keren wakker. Ik keek rondom me en zag niets, behalve de donkere zwartheid van een lichtloze nacht. Buiten huilde de wind als een hondsdolle wolf door het steegje waarop mijn terras uitkijkt. Uitkijken is groot woord. Als ik me uitrek raak ik de muur aan overkant zonder moeite. Achter die muur en huizen zag ik zenuwachtige zaklampen driftig heen en weer lopen. Een tsunami van wilde gedachten raasde door mijn hoofd. Wat nu? In de kamer blijven en mijn lot afwachten? Of de duistere nacht intrekken, niet wetend welke afgrijselijke taferelen ik zou aantreffen? Ik ben niet 's werelds moedigste man - ik zou zelfs durven zeggen dat ik eerder onderaan de Grote Lijst Der Dapperen kan gevonden worden - maar nadat ik voor de derde keer mijn broek had aangetrokken, vond ik toch de moed om de donkere nacht in te sluipen om te checken wat er aan de hand was. Op de tast vond ik het open hutje dat dienst doet als check-in balie. Een man zat rustig te lezen bij zenuwachtig dansend kaarslicht.
    "The power is out?"
    "Yes, sil. Powel out."
    "Only here?"
    "No, sil. Whole neighboulhood."
    Dat had ik gezien door de ramen. Misschien moest ik toch maar minder voor de hand liggende vragen stellen.
    "Is it bad? Is it a problem?"
    "No, sil. No ploblem, sil"
    "Okay, thank you."
    Niet echt gerustgesteld, en gevolgd door de brave man en zijn zaklamp trok ik terug naar mijn kamer, om aldaar verder de muggen te voeren.
    Genoeg dapperheid voor één dag.

    10-01-2013 om 00:00 geschreven door Johnny Trash  




    >

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs