Ik zat net te huilen, mijn binnenste voelt leeg aan. Mijn hart is zwak en de tranen rolden over mijn wangen. Min God help mij toch, was de kreet. Ik wil een ander leventje.
Vandaag voelde ik mij de heletijd verdrietig . Ik dacht aan het werk, een liefde die ik niet heb naast mij. Het werk maakt mij verdrietiger dan ooit. Een ieder roddelt om mij heen. Kijken naar mij en praten achter mijn rug om. Ik ben dit leven hier op het eiland al zat. Een ieder bemoeit met een ander zijn rotsooi, maar van hun zien ze niet. Ze kijken elke keer naar mijn kleding, haar etc. Soms maken ze opmerkingen alsof ik een man/jongen ben. Ze letten op alle bewegingen die ik maakt met de ouders van de kinderen. In december wordt ik 30, ik heb helemaal geen zin om ze wat te geven. ik vind het zo duivelachtig wat ze doen weet je.
En je moet nog weten dat ze allemaal naar de kerk gaan. Christenen noemen ze zichzelf. Als christus zo was, hoe zou de wereld nu eruit zien. Mijn guns ik ben het zat op dit eiland. Ik wil verder, verder met mijn leven. Ik wil heel ver weg van dit leventje. Ik wil gaan zonder hier terug te komen. mijn leven maak mij soms heel erg verdrietig.
Als ik denk aan mijn liefdesleven die ik niet maakt dat mij soms innelijk verdrietig. Soms wil ik iemand hebben om mee te praten, om leuke dingen mee te doen. Ik wil iemand hebben om kinderen mee te krijgen en de kinderen samen opvoeden.