Iedereen keek haar hoopvol aan.we moeten naar
de zolder. Nienke was de eerste die wat zei:oké we moeten naar de zolder maar
nu is het te laat laten we het morgen doen. oké, had lien geantwoord. Ze
gingen allemaal gaan slapen. Iedereen viel in een onrustige slaap. Toen ze de volgende
dag wakker werden merkten ze dat de wekker niet was afgegaan. Ze kwamen te laat
op school! Ze hebben zich moeten haasten en als een gek naar school moeten
fietsen. Ze waren juist op tijd. De hele
les(het was franse les.) hadden ze niet opgelet,ze bleven maar aan die brief
denken. Eindelijk ging de bel. ze gingen snel naar huis. Vera,de kok van het
huis had lasagne voor hen gemaakt. Het was zo lekker dat er niets meer van over
bleef. Terwijl de rest naar boven ging, bleven zij aan tafel zitten.wat gaan
we nu doen?,vroeg lien. laten we naar onze kamer gaan en ons
klaarmaken,antwoordde shana. Ze gingen naar boven en maakten zich klaar voor
hun tripje naar de zolder. Iedereen had een zaklamp mee en had legerkledij aan.
Ze wachtten tot iedereen sliep en slopen dan naar de zolder. Nienke trok aan de
klink. de deur ging met veel gekraak open. Ze gingen naar binnen. Het was er zo
donker dat de zaklampen niet veel hielpen.wat moeten we ook weer zoeken?
vroeg lien.een sleuteltje, antwoordde Shelby. Nienke keek in het rond maar
vond niets dat op een sleutel of een boek leek. Ze leunde tegen de muur. Toen
gebeurde iets waar ze heel erg van schrok. Een stuk van de muur begon weg te
brokkelen en nienke viel in het gat. Nienke?, nienke!,zeg eens iets,vroeg
lien. Kom eens?,klonk het aan de andere kant van de muur.Ze gingen naar binnen. Achter de muur was er een verborgen kamer.
Ze zagen nienke. Ze zat op het bed, ze glunderde. wat sta jij daar te
lachen?,vroeg Shelby.ik heb het gevonden