Ons lichaam, de gastheer wordt dagelijks aangevallen door miljoenen micro-organismen. Voor het merendeel zijn deze micro-organismen exogeen en koloniseren het lichaam via ingangspoorten (slijmvliezen, huiddefecten, gastro-intestinale weg, luchtwegen). Er bestaan ook endogene cellen (ontaarde cellen) die kunnen leiden tot ontwikkeling van kwaadaardige tumoren (cancerogene cellen). Een goed functionerend immuunsysteem is een immuunsysteem waarbij het lichaam in staat is lichaamseigen van lichaamsvreemde cellen te onderscheiden. Hierop is de verdere immuunreactie gebaseerd.
. De huid en slijmvliezen als eerste barriere tegen ziekteverwekkers
De fysieke barrière vormt de grens tussen het inwendige en uitwendige milieu. Het is het eerste afweersysteem waar ziekteverwekkers mee in aanraking komen als zij het lichaam willen binnendringen. Het doel van de fysieke barrière is het er voor zorgen dat de ziekteverwekkers het lichaam niet kunnen binnendringen. Want als de ziekteverwekkers het lichaam niet in kunnen komen kunnen ze ook geen schade aanrichten. Het lichaam probeert de ziekteverwekkers buiten te houden door gebruik te maken van verschillende verdedigingslinies.
De huid
De huid zorgt ervoor dat ziekteverwekkers niet binnen kunnen komen. Immers de huid is een grens tussen het inwendige en het uitwendige milieu die geen stoffen van buitenaf het lichaam laat binnendringen. Dit omdat de hoornlaag een ondoordringbare laag dode cellen is en zich op de huid onschadelijke bacteriën bevinden die de schadelijke bacteriën verdringen. Ook bevat de huid talgkliertjes die talg produceren en deze talg belemmert de bacteriegroei en houdt de huid ondoordringbaar.
Het lymfevocht passeert voor het weer terecht komt in de bloedbaan eerst een aantal lymfeknopen of lymfeklieren. De belangrijkste lymfeknopen vinden we in de liezen, de oksels, de hals en de darmwand.
De lymfeklieren zijn een soort tussenstation waarin:
1.het lymfevocht wordt gezuiverd van ongewenste stoffen,
2.ongewenste stoffen onschadelijk gemaakt worden,
3.anti-lichamen gevormd worden,
4.lymfocyten geproduceerd worden.
Als er veel activiteit plaatsvindt in de lymfeklieren, zwellen ze op. Op sommige plaatsen, in de oksel, de lies en de hals bijvoorbeeld, is dit opzwellen makkelijk te voelen.
De huidbestaat uit verschillende lagen. De buitenste lagen bestaan uit dode verhoornde cellen waar microben niet doorheen kunnen. De huid wordt soepel gehouden door huidsmeer dat deels door commensalen wordt afgebroken tot vetzuren die voor de meeste microben dodelijk zijn. Aanklevende bacteriën worden samen met de huidschilfers verwijderd.
De slijmvliezen in de mond, de keel, de luchtwegen, de darmen,zijn veel dunner maar bedekt met een laagje slijm dat voortdurend afgescheiden wordt door slijmcellen. Dit slijm, waarin vreemde deeltjes (stof, microben) vastkleven, vormt een barrière die de toegang tot
de onderliggende weefsels belet. Het wordt op verschillende manieren verwijderd. In de luchtweg gebeurt dat door trilhaarcellen die het slijm naar buiten borstelen over de rand van de strotklep waarna het via de slokdarm naar de maag wordt afgevoerd. Microben die met voedsel of drank binnenkomen worden door de zuurtegraad van de maag vernietigd. De commensale bacteriën uit de dikke darm verwijderen op hun beurt de hardnekkige overgebleven microben samen met de voedselresten. Bacteriën die eventueel het uitwendig urinekanaal zijn binnengedrongen, worden weggespoeld omdat de spieren van de blaas tijdens het wateren krachtig samentrekken.
Fagocyten (macrofagen) eten alle vreemde en aangetaste cellen op. Ze presenteren de opgevreten indringers aan cellen van het specifiek afweersysteem. We beschikken hiervoor over het Reticulo Endotheliaal Systeem. Deze cellen zijn het talrijkst aanwezig waar potentiële indringers het gemakkelijkst het lichaam kunnen binnendringen.
de specifieke afweer is de afweer die wordt geactiveerd ter bestrijding van een specifieke ziekteverwekker. De specifieke afweer bestaat uit 2 groepen.
Cellulaire afweer. T-lymfocyten
De macrofaag heeft een deel van de ziekteverwekker opgegeten. Via het MHC-molecuul wordt de ziekteverwekker aan de T-helpercel gepresenteerd. De T-helpercel wordt geactiveerd en gaat verschillende dingen doen.