Geachte Jan Swaans,
Zoals beloofd hierbij de terugkoppeling van het onderzoek naar de dode koolmeesjes (of pimpelmeesjes: ik kon ze qua soort niet determineren).
Ik kreeg zojuist de uitslag van het onderzoek van de sectiebevindingen, waarvan hieronder het relevante deel is opgenomen:
* Vindgegevens: De koolmezen werden omstreeks 30-5-2006 dood
aangetroffen. Op 17-5-2006 had een bespuiting van de bomen plaatsgevonden ter bestrijding van de eikenprocessierups. Het toegepaste middel betrof DIMILIN vloeibaar, toelatingsnummer 10604 N, werkzame stof diflubenzuron.
Rond 30-5-2006 is er extreem veel regen gevallen bij een lage temperatuur van ongeveer 11 oC. Vindplaats: Tilburg (N-Brabant).
* Vraagstelling: De vogels te onderzoeken op de doodsoorzaak in het
kader van het opsporen van wetsovertredingen, met name op vergiftiging door diflubenzuron.
* Sectiebevindingen (Onderzoek uitgevoerd door ID-Lelystad): Niet
vliegvlugge koolmezen; in staat van ontbinding; insectenresten en eischaalfragmenten in de magen; verder niet meer te beoordelen.
* Conclusies:De doodsoorzaak van de koolmezen kwam niet vast te staan.
Een adequate sectie kon niet worden uitgevoerd vanwege de staat van ontbinding van de kadavers. Gelet op het tijdsinterval tussen de bespuiting en de sterfte en op grond van de ons ter beschikking staande toxiciteitsgegevens van diflubenzuron is een mogelijk oorzakelijk verband niet waarschijnlijk.Er bestaat ons inziens onvoldoende grond voor voortgezet onderzoek.
Gezien de zeer geringe direct orale giftigheid bij vogels (alleen giftig bij een extreem hoge dosering) van de werkzame stof diflubenzuron en bovenstaande is het zeer onwaarschijnlijk dat de sterfte door de bespuiting is gekomen. Dat de vogels in verregaande staat van ontbinding waren - terwijl deze gedurende het onderzoek constant ingevroren waren - betekent volgens mij dat deze eerder dood waren als het tijdstip dat U deze vond en in uw vriezer heeft gedaan. Edoch is het verdere onderzoek door dit feit jammer genoeg niet mogelijk, ook al om voor 100% uit te sluiten, dat de sterfte niet door de bespuiting kwam.
Andere oorzaken liggen veel meer voor de hand, zoals de kou en regen (ik en velen andere, die regelmatig in het veld kwamen rond de laatste week van mei 2006, troffen massaal dode jonge vogels aan, terwijl daar in de omgeving niet gespoten is) of door predatie van een van de oudervogels. In het laatste geval is er onvoldoende voedsel voor de jongen. Dit laatste komt ook voor bij zeer slecht weer (weinig insectenaanbod).
Met vriendelijke groet,
P.M. Kortekaas
AID Zuid Nederland
040 - 256 3800