Aan gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen moet nog hard gewerkt
worden. Gemiddeld volgen ongeveer 95 meisjes op 100 jongens
basisonderwijs. Dit verschil wordt echter groter in hoger onderwijs,
zoals het voortgezet onderwijs.
Vrouwen hebben minder vaak een betaalde baan dan mannen. In Zuid en
West-Azië en Noord-Afrika is dit verschil het grootst. Hier is ongeveer
20% van de betaalde werknemers een vrouw. Daarnaast werken gemiddeld
meer vrouwen in banen met een lage 'status' en verrichten zij meer
onbetaald werk dan mannen.
Het verschil tussen mannen en vrouwen is
vooral groot in hoge posities. Hier is sprake van een verbetering
tussen 1990 en 2005, maar nog steeds is gemiddeld minder dan 20% van de
parlementsleden een vrouw.
Rwanda is hier een zeer positieve
uitschieter, sinds de verkiezingen in 2003 is 49% van de
parlementsleden een vrouw. Geen enkel ander land is dichter bij een
gelijke verdeling gekomen.
|