De kinderen realiseren de aangeboden kans om audiovisuele boodschappen en signalen te selecteren, te onderscheiden en te overwegen.
Zij begrijpen en interpreteren de communicatiemiddelen en hun samenstellingen van beeld en geluid. Zij realiseren de mogelijkheden om zelf met een fototoestel, een videocamera, een microfoon, een cassetterecorder ... te communiceren en te reflecteren over de opname.
D.w.z.: het onderwijs in het domein "media" verwijst hier naar de audiovisuele boodschappen in hun omgeving en de mediawereld in het bijzonder
Bij muzisch zijn en handelen gaat het niet alleen om het evalueren van produkties of vertolkingen, maar vooral om het waarderen van processen. Het muzisch handelen binnen het onderwijs kent een grote plaats toe aan beschouwing. Alhoewel beschouwingen moeilijk meetbaar zijn, zijn ze wel bespreekbaar. De activiteiten van de kinderen kunnen op diverse manieren en op verschillende tijdstippen besproken worden.
· Horizontale samenhang:
Bij muzisch zijn en handelen gaat het niet alleen om het evalueren van produkties of vertolkingen, maar vooral om het waarderen van processen. Het muzisch handelen binnen het onderwijs kent een grote plaats toe aan beschouwing. Alhoewel beschouwingen moeilijk meetbaar zijn, zijn ze wel bespreekbaar. De activiteiten van de kinderen kunnen op diverse manieren en op verschillende tijdstippen besproken worden.
Leerlingen
5.1 over de massamedia voldoende informatie inwinnen.
5.2 beeldsignalen waarnemen zodat men opvallend goede en minder geslaagde dingen kan doorzoeken en herkennen.
5.3 de werking en de produktie van de media onderzoeken.
5.4 eenvoudige audiovisuele informatie uit de eigen omgeving herkennen, onderzoeken en vergelijken naar betrouwbaarheid, eenzijdigheid of oppervlakkigheid.
5.5 ervaren dat een visueel beeld al dan niet vergezeld van een nieuw geluid steeds een nieuwe werkelijkheid kan oproepen.
5.6 soorten van eenvoudige hedendaagse audiovisuele opname- en weergavetoestellen (informatiedragers) aanwijzen, benoemen en ze creatief bedienen.
5.7 een eigen audiovisuele taal gebruiken en het massale audiovisuele aanbod een relativerende plaats toekennen.
Wereldoriëntatie:
· Algemeen
Wereldoriënterend onderwijs is gericht op
- het ontwikkelen van basiscompetenties bij jonge kinderen die hen in staat stellen met vertrouwen zichzelf en hun omgeving steeds verder en diepgaander te exploreren.
Dit houdt in dat ze de nodige inzichten verwerven om zichzelf, hun omgeving en hun relatie tot hun omgeving te begrijpen, dat ze vaardig worden om in interactie te treden met die omgeving en dat ze een positieve houding ontwikkelen ten aanzien van zichzelf en hun omgeving.
- het ontwikkelen van interesse voor het leven van mensen, nu en in het verleden, hier en elders in de wereld.
- het ontwikkelen van een basishouding van openheid en respect ten aanzien van de natuur, mens en maatschappij.
- het ontwikkelen van basisvaardigheden om zelfstandig met informatie te leren omgaan.
Domein technologie
2.10 kunnen in hun omgeving informatieverwerkende toepassingen herkennen.
Domein maatschappij
4.1 kunnen illustreren hoe door technologische ontwikkelingen en veranderde behoeften de arbeidsmarkt en -situatie verandert.
4.8 kunnen aangeven dat hun gedrag beïnvloed wordt door de reclame en de media.
Leren leren
2 De leerlingen kunnen verschillende informatiebronnen gebruiken.
Dit houdt in dat ze:
2.1 in eenvoudige naslagwerken zelfstandig informatie opzoeken via alfabetische inhoudsopgave en register.
2.2 bij een onderwerp trefwoorden aanduiden in een reeks.
2.3 onder begeleiding, een documentatiecentrum consulteren bij een concrete opdracht, waarbij catalogi worden gebruikt, materiaal doeltreffend moet worden opgespoord en informatie moet worden geselecteerd en bondig genoteerd.
2.4 uit opgegeven radio- en televisie- programma's, kranten en tijdschriften, gevraagde gegevens noteren.
2.5 naar aanleiding van een opdracht bij de juiste personen informatie vragen.
De technologische evolutie confronteert ons met steeds meer media. Er wordt hierbij niet alleen aan kranten, tijdschriften, boeken, foto's, tekeningen, dia's, radio-uitzendingen, televisieprogramma's, maar ook aan computersoftware, cassettes, cd's, cd-roms ... gedacht. De wijze waarop onze communicatie verloopt heeft heel wat veranderingen ondergaan.
Het onderwijs in media wil daar ten volle op inspelen, want media behoren tot de dagelijkse leefwereld van de kinderen. Van jongs af worden ze geconfronteerd met allerlei mediaboodschappen en ze gaan daar veelal onbevangen mee om. In de school mag dat niet onbesproken blijven. Vaak gaan de kinderen door die dagelijkse omgang te passief, te weinig creatief en te onkritisch met media om. Hier ligt voor de basisschool een belangrijke taak. De kinderen moeten zo vlug mogelijk de nodige vaardigheden en attitudes ontwikkelen om optimaal aan de huidige mediacultuur te kunnen deelnemen en bewuste mediaconsumenten te worden.
Algemene doelstellingen:
o Van media genieten
o Kritisch met media leren omgaan
o Media selectief en bewust leren gebruiken
o Kennis en inzicht verwerven in de betekenis van media
o Inzicht hebben in de taal van woord, beeld en geluid
o Creatief met media kunnen omgaan
4 Leerlijnen:
1. Wat kunnen we over media leren?
o De kinderen ervaren beelden, geluiden en combinaties daarvan die gebracht worden via verschillende media.
o De kinderen beseffen dat hun wereld doordrongen is met audiovisuele boodschappen.
o De kinderen weten dat beelden en/of geluiden iets vertellen
o De kinderen ervaren dat een werkelijkheid kan voorgesteld worden door beelden en/of geluiden
o De kinderen ervaren dat beelden en geluiden effect op elkaar kunnen hebben
o De kinderen ervaren dat eenzelfde boodschap via verschillende media kan overgebracht worden
o De kinderen kunnen een aantal veelvoorkomende begrippen in verband met de media begrijpen en hanteren
o De kinderen kunnen het effect bespreken van beelden, geluiden en combinaties daarvan in de media.
o De kinderen weten dat de media verschillende functies kunnen hebben.
o De kinderen zien in welk media-aanbod aan welk behoeften voldoet
o De kinderen kunnen de effecten van het verspreiden van eenzelfde boodschap via verschillende media met elkaar vergelijken en verwoorden.
o De kinderen zien in dat het variëren van het beeld en/of het geluid een andere werkelijkheid kan oproepen
o De kinderen weten dat beelden en/of geluiden verschillend kunnen geïnterpreteerd worden afhankelijk van de invalshoek waarmee de ontvanger tegen de boodschap aankijkt
o De kinderen weten dat beelden en/of geluiden verschillend kunnen geïnterpreteerd worden afhankelijk van de invalshoek waarmee de ontvanger tegen de boodschap aankijkt
o De kinderen zien in dat beelden, geluiden en boodschappen een subjectieve weergave van de werkelijkheid zijn.
2. Hoe kunnen we omgaan met opname- en weergavetoestellen?
o De kinderen kunnen audiovisuele media technisch bedienen
o De kinderen kunnen de audiovisuele media functioneel bedienen
o De kinderen kunnen voldoende informatie inwinnen over audiovisuele middelen om ze zelfstandig te hanteren
o De kinderen kunnen de audiovisuele media technisch hanteren om een product te realiseren
o De kinderen kunnen boodschappen overbrengen via verschillende media, rekening houdend met hun verschillende mogelijkheden en beperkingen
3. Hoe kunnen we media creëren?
o De kinderen maken combinaties tussen beelden en/of geluiden
o De kinderen brengen een volgorde aan in een reeks van voorwerpen, beelden en/of geluiden zodat ze een geheel vormen
o De kinderen kunnen zelf combinaties van beelden en/of geluiden maken
o De kinderen kunnen een gegeven uit de werkelijkheid voorstellen met beelden en/of geluiden
o De kinderen creëren nieuwe werkelijkheden door het variëren van beelden en/of geluiden
o De kinderen kunnen een boodschap overbrengen
o De kinderen kunnen verschillende media gebruiken om een boodschap over te brengen
o De leerlingen kunnen zender en ontvanger verrekenen in het overbrengen van een boodschap
o De kinderen kunnen op een creatieve wijze mediaproducten aanmaken
4. Hoe kunnen we met media omgaan?
o De kinderen kijken en/of luisteren naar allerlei mediaproducten.
o De kinderen kunnen mediaproducten aandachtig bekijken en/of beluisteren
o De kinderen kunnen de inhoud van mediaproducten met eigen woorden vertellen
o De kinderen kunnen waardering opbrengen voor en genieten van mediaproducten van: zichzelf en anderen;de eigen cultuur;andere culturen. Ze kunnen die waardering verwoorden.
o De kinderen genieten van het waarnemen van mediaproducten en worden zich bewust van de eigen voorkeuren.
o De kinderen kunnen reflecteren op het eigen mediagebruik en motiveren hun programmakeuze
o De kinderen kunnen een bewuste keuze maken uit het media-aanbod gebruikmakend van programmaoverzichten
o De kinderen kennen een relativerende plaats toe aan het massale media-aanbod
o De kinderen benaderen de media kritisch
o De kinderen ervaren dat beelden en/of geluiden verschillend kunnen geïnterpreteerd worden, afhankelijk van de context waarin ze voorkomen
o De kinderen kunnen mediaproducten beoordelen volgens een (eigen) referentiekader
Het maken van een blog en het onderhouden is eenvoudig. Hier wordt uitgelegd hoe u dit dient te doen.
Als eerste dient u een blog aan te maken- dit kan sinds 2023 niet meer.
Op die pagina dient u enkele gegevens in te geven. Dit duurt nog geen minuut om dit in te geven. Druk vervolgens op "Volgende pagina".
Nu is uw blog bijna aangemaakt. Ga nu naar uw e-mail en wacht totdat u van Bloggen.be een e-mailtje heeft ontvangen. In dat e-mailtje dient u op het unieke internetadres te klikken.