Na een iets minder rustige nacht (brandalarm rond 2u vanmorgen) rijden we vandaag de hele tijd langs de oostkust, zuidwaarts. We volgen de fjorden en de kustlijn tot het zuiden van de Vatnajökull, de grootste gletsjer van Ijsland, groter dan onze 3 noordelijke provincies en groter dan alle gletsjers van de Alpen, Noorwegen en de andere gletsjers van IJsland samen. Onze eerste stop is een bezoek aan een klein museum over de Ijslandvaarders, met nabijgelegen kerkhofje waar 48 Franse en 1 Belgische visser begraven liggen. We horen verhalen over het keiharde leven op zee. Er hangt de hele dag veel lage bewolking en mist, maar ook dat heeft zijn charmes. De zalm en de vissoep smaken heel lekker 's middags in een klein restaurantje aan de kust. Na een lange rit komen we in Hornafjordur, waar we met een bootje tussen de drijvende ijsbergen varen, die afbreken van de Vatnajökull-gletsjer. Weer zo'n onvergetelijke tocht waarmee we de dag afsluiten. We logeren nu in Oraefum, heel afgelegen in het zuidoosten van Ijsland.