Inhoud blog
  • Arme Joden
  • Hoorspel deel 4
  • Hoorspel deel 3
  • Hoorspel deel 2
  • Hoorspel deel 1
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Hoorspel WOI

    21-09-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoorspel deel 2

    Deel 2xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />

     

    Inleiding

    (achtergrondmuziek Armand Amar CD Lévon Minassian – Songs from a world apart nr. 2: Tchinares)

     

    Nu vader vertrokken was naar het front en moeder heel alleen achterbleef met haar vier dochters, lag het hele huishouden overhoop.  Moeder wist niet meer wat ze moest doen.  Vader had een verontrustende brief geschreven dat hij zijn hele gezin miste, en vooral zijn oudste dochter.  Hij had ook geschreven dat het comfort er niet zo goed was, en dat het eten wel meeviel.  Maar toch miste hij iets heel belangrijks: LIEFDE.  Ook de dagen waren erg lang.  Soms kon je wel eens de moed verliezen.  Als hij de gedichten las van zijn dochter kon het wel eens gebeuren dat hij een traantje wegpinkte.  Dan vond hij alleen steun bij zichzelf.  In het leger had hij wel een paar vrienden gemaakt, maar die zouden hem toch niet kunnen helpen met het verwerken van zijn verdriet.

     

    Toen hij op een morgen opstond trof hij vier dode soldaten aan.  Deze soldaten waren al langer in het leger dan hij, en moesten voor het eerst écht gaan vechten aan het front.  De commandant had hem de lijken toevertrouwd.  De vader moest ervoor zorgen dat de lijken begraven werden.  Deze klus moest binnen twee uur geklaard zijn.  De vader was daar alles behalve tevreden mee, want lijken in een put dumpen was niet bepaald een prettige opdracht.  Hij begon al schrik te krijgen om zelf te gaan vechten, en ook te eindigen zoals die vier soldaten: dood en begraven op een wijze die je je ergste vijand niet zou toewensen.  Ze werden begraven in een put diep onder de grond.

     

    Op lange termijn werd je veel strenger behandeld in het leger.  Je werd voorbereid op het serieuze werk, namelijk het vaderland verdedigen.  Zo is het ook gegaan bij soldaat 7221.  Hij werd ook stilaan voorbereid om te gaan vechten.  In het leger word je getemd als een leeuw.

    ___________________________________________________________________________

     

    Het hele huishouden lag dus al dagen overhoop.  Het begon allemaal fout te lopen toen ze de vader komen halen zijn om naar het leger te vertrekken.  De moeder-dochterrelatie was nu sterker dan ooit tevoren.  De oudste dochter had aangeraden om ook gedichten te schrijven, maar moeder had daarna nog een veel beter plan: ze zou niet alleen gedichten schrijven, maar ook een boek over ‘de stilte’.  Ze was ervan overtuigd dat ze een heel boek kon schrijven over iets waar je totaal geen verhaal kunt over maken.

     

    Later zou ze dit boek dan gebruiken om aan haar man te tonen, en te laten zien dat het leven meer is dan alleen maar vechten.  Ze vond dat de jongen die gevlucht was groot gelijk had.  Alleen wist ze niet te bedenken hoe hij uit het land zou geraken.  Iedereen zou hem meteen herkennen, maar dat was haar zorg niet.  Haar enige taak was voor de kinderen zorgen en hopen dat alles goed afloopt.

     

    Ze maakte haar wel grote zorgen in het slagen van hun missie.  Hun missie bestond erin dat niemand mocht weten dat er ergens diep in het bos een huis staat waar er mensen in ondergedoken zitten.  Hopelijk zou niemand het ontdekken.

     

    De moeder vertelde tegen haar dochter het volgende:

    Ik hoop dat we samen nog lang mogen leven en gelukkig mogen zijn, want nu staan we er slecht voor.  Laat ons samen bidden en smeken dat we allemaal samen mogen blijven, en dat er niemand ooit nog oorlog voert.

    ......................................................................................................................................................

    Nu ben ik definitief vertrokken.  De enige manier die ik kon verzinnen om in Nederland te geraken, was om te bedelen en hopen dat er mij niemand zou herkennen.  Hopelijk zou ik genoeg geld bijeen rapen om veilig op mijn eerste bestemming te geraken.  Van zodra ik het geld heb zou ik met een helikopter veilig in Nederland kunnen geraken.  Vanaf het moment dat ik uit België ben, zou niemand mij meer herkennen en zou ik een voorlopige job kunnen zoeken om nog wat centjes bij te verdienen.  Al was het maar 20 frank per dag, dan nog zou ik tevreden zijn.

    Ondertussen ben ik ook op zoek geweest naar teksten van liederen die mij inspireren om onderweg tijdens mijn bezinningsmomenten even bij stil te staan.  Ik vind de tekst van het lied ‘De Vluchteling’ erg mooi en ook op mij van toepassing.

     

    (Lied: ‘De Vluchteling’ CD Liesbeth List zingt Theodorakis nr. 3)

     

    Oh vluchten wil ik nu naar huis

    Geen prikkeldraad houdt mij nog op

    Vlieg hart van mij

    Want ik ben vrij

    En over land en over zee wil ik naar huis

    Ja over land en over zee wil ik naar huis

     

    Geef mij toch brood want het is ver

    En ver zal ik nog moeten gaan

    Over het strand

    Bergen en land

    Zo vlucht ik verder want ik wil zo graag naar huis

    Zo vlucht ik verder want ik wil zo graag naar huis

     

    Oh Christenmensen hoort mij aan

    Gelooft ik ben geen moordenaar

    Weest niet beducht

    Ik ben gevlucht

    Omdat, omdat ik nimmer mensen doden kan

    Omdat, omdat ik nimmer mensen doden kan

     

    Altijd wordt op hem gejaagd

    Altijd vindt hij schrik en vrees

    Waar hij ook gaat

    Overal haat

    Oh mensen, hoedt u voor de man, hij is gevlucht

    Oh mensen, hoedt u voor de man, hij is ontvlucht

     
    Oh nooit was iemand zo alleen

    Alleen in het land van Berthold Brecht

    Hij geeft het op

    Hem wacht de strop

    Ook nu, ook nu heeft de SS het laatste woord

    Ook nu, ook nu heeft de SS het laatste woord
    woord
    ......................................................................................................................................................

    Ik heb mijn eerste brief verstuurd naar vader.  Ik hoop dat hij er blij mee is.  Bij ons thuis weet moeder geen blijf meer met haarzelf.  Daarom heb ik haar voorgesteld om ook eens een gedicht te schrijven.  Het verzet je gedachten en tegelijkertijd helpt het om je verdriet te verwerken.

     

    Mijn tweede gedicht gaat over de oorlog, en hoe zinloos het geweld wel is.

     

    (gedicht van de site http://www.tienergedichten.nl/content/view/345/54/)

     

    Er zijn kinderen op deze wereld
    die leven tussen wapens
    leven in een hel.

     

    Met diepe scheuren in hun leven
    hun gezicht verhard.
    hun vriendjes liggen in ondiepe graven.

     

    Geen moed meer in hun ogen
    slechts droefheid
    leven met de geur van de dood.

     

    Bang om te schreeuwen
    zonder moed
    kinderen die zich hier bevinden,

     

    Hun vaders omgebracht.
    moeders verkracht
    maar niemand stelt de vraag waarom.

     

    Een generatie die in haat wordt doorweekt.
    geen moed meer in hun ogen.
    slechts droefheid.

     

    Wie gaat er tegenin
    en vecht voor kinderen
    straft het onrecht

     

    Geef God geen schuld
    want wij doen het zelf
    wij zijn niet bij machte.

     

    Toen ik zei dat ik niets tegen vader zou zeggen over vluchten heb ik mij bedacht.  Ik heb het hem toch verteld.  Uiteindelijk heeft hij niet naar mij geluisterd en is nu toch vertrokken.  Toen moeder de deur opendeed voor de soldaten die vader kwamen halen schrok mijn moeder zich een bult.  Ze hadden toch ontdekt waar we ondergedoken zaten, wat uiteindelijk niet erg was, want deze soldaten beloofden dat ze hen niet zouden verraden, als de oorlog echt losbarstte.  Moeder geloofde hen, en is nu reeds begonnen met het schrijven van haar eerste gedicht.

    ......................................................................................................................................................

    Nu de oorlog pas echt begonnen was, liep het bij het gezin thuis helemaal mis.  De kleinste kinderen kregen de windpokken, en de oudste dochter kreeg een longontsteking.  Nu begon ze haar vader pas echt te missen, en begon haastig in haar dagboek te schrijven.  Ze schreef veel gedichten en las veel boeken over prinsessen, zoals vader vroeger altijd verhaaltjes vertelde aan haar.  Ze ontving nog een tweede brief van haar vader, en schreef meteen een brief terug.

     

    De vader vertelde in zijn eerste brief het volgende:

    ......................................................................................................................................................

    Mijn teergeliefde dochter en vrouw,

     

    Ik ben blij dat ik eens tijd gevonden heb om jullie een brief te schrijven.  Ik word stilaan klaargestoomd om mee te gaan vechten zoals de grote mensen.  Hier in het leger wordt je zwaar gedrild en voorbereidt om het vaderland met fierheid te verdedigen.  Als er iemand niet luistert word je zwaar gestraft en kan het soms gebeuren dat ze ons nachten wakker houden.

     

    Ieder moet om de beurt de wacht houden om te zien of alles rustig blijft terwijl de anderen slapen.  Ik heb al vaak de wacht moeten houden, en hou het soms niet uit van de kou.  Gelukkig duurt het niet lang voor ik afgelost word.

     

    ’s Avonds proberen we het gezellig te maken met onze kameraden.  We drinken wat bier en zingen wat liederen.  Dan proberen we een paar uur te slapen om de volgende dag weer hetzelfde te doen, namelijk ons trainen om binnenkort te gaan vechten.

     

    Dochterlief: ik hoop dat je mij niet te hard mist, en mij gauw een antwoord geeft op mijn eerste brief.  Als ik wat tijd heb schrijf ik nog een tweede brief.

     

    Tot gauw,

     

    Je vader, Jozef.

    ......................................................................................................................................................

    De oudste dochter schreef in haar tweede brief dat ze haar erg ziek voelde, en het spijtig vond dat ze zich moesten stilhouden.  Moeder deed zoals gewoonlijk de hele dag haar huishoudelijke taken en maakte eten klaar voor de kinderen.  In de tweede brief die ze ontving van haar man stond er een gedicht dat hij zelf geschreven had.  In het antwoord op de eerste brief had de oudste dochter al een gedicht gestopt voor haar vader.  Blijkbaar had hij die brief al snel ontvangen, en meteen weer geantwoord.  Zo kon ze haar ziekte vergeten en haar pijn uitdrukken in haar gedichten.

     

    De vader vertelde in zijn tweede brief het volgende:

    ......................................................................................................................................................

    Mijn teergeliefde vrouw en dochter,

     

    Ik heb nu niet veel tijd om iets te vertellen maar wil jullie toch een gedicht bezorgen:

     

    (gedicht van de site http://www.vredesmuseum.nl/gedicht/gedicht3.html#avond)

     

    Ik legde 't boek ter zijde
    Bij 't duistren van den dag,
    En staarde naar de weide,
    Die voor mij open lag;
    Ik zag het zwarten van het gras,
    Waar 't door de zon verlaten was,
    Het avondlijk gebeuren
    Van sterven en verkleuren.

     

    Een koele wind streek over
    De weiden en 't gerucht
    Van 't lichtbewogen loover
    Doorruischte de avondlucht.
    Toen, voor den nacht, die komen ging,
    Kwam eene lichte huivering,
    Als wind door popelblaren,
    Mij door de ziel gevaren.

     

    Ik dacht, hoe ook mijn leven
    Als deze dag vergaan
    En einden zou en even
    Deed dit mij droevig aan.
    Als zand, dat door de vingers glijdt,
    Verging mijn lente en zomertijd,
    En mijn najaarsdagen
    Vergaten vrucht te dragen.

     

    "Ik kom met leege handen" ...
    Maar al mijn bitterheid
    Verging in 't zachte branden
    Van Gods afwezigheid,
    Die ruischte door de stilte alom
    En zachtkens sprak mijn ziel: "Ik kom,"
    - En zoet scheen mij die schande -
    "Ofschoon met leege handen ..."

     

    Als wind door popelbladen,
    Bewoog zich iets in mij,
    Als waar met Zijn genade
    Mijn God mij zeer nabij.
    Mijn handen rustten in mijn schoot,
    Mijn hoofd was naar het avondbrood,
    Dat blinkend was gebleven,
    In stil geluk geheven.

     

    "Gij zult mijn dagen vullen
    Met Uw zeer zoet gemis
    En mijne nachten hullen
    In Uwe duisternis..."
    Ik zag het zwarten van het gras,
    Waar 't door de zon verlaten was,
    En kon niet eens betreuren
    Dit duistren en verkleuren.

    ......................................................................................................................................................

    Ik heb het tweede deel van mijn gedicht over de oorlog nu afgewerkt.  Ik ben eens benieuwd of mijn vader het mooi zal vinden.

     

    (gedicht van de site http://www.tienergedichten.nl/content/view/354/54/)

     

    Het verhaal van een mooie dag
    waarvan ik als klein kind
    hoopte dat die dag gevuld was met vrede.

     

    Het verhaal van een liefde
    die ik in het leven verwacht.

     

    Het verhaal
    van een wapenstilstand
    waarom ik had gevraagd.

     

    Het verhaal van een zon
    waarop ik had gehoopt.

     

    Voor de hele wereld
    waar ik hoopte
    dat de vrede heer en meester was.

     

    Maar alles blijft hetzelfde
    nee, niets verandert.

     

    En toch blijven mensen
    elke dag
    zingen, schrijven, praten.
    Toch blijven mensen
    elke dag
    handen vouwen, bidden.
    Maar toch elke dag
    op TV
    slechts onrecht, geweren, honger en…..
    zoveel.
    Wie kan mij dat uitleggen.

    Ik zie een kind
    omgeven door soldaten.
    ik zie een kind
    dat vraagt: waarom?
    Steeds denk ik over al die dingen na,
    al deze zaken
    gaan me aan het hart.
    Langzaam komt er een traan.

     

    En toch
    blijf ik zingen
    schrijven
    praten en bidden
    over onrecht en geweld.

     

    Nu vader er al een tijdje niet meer is, ben ik meer gaan nadenken over hoe kort het leven kan zijn.  Ik ben nog maar 14 jaar, maar toch speelt die gedachte al in mijn hoofd.  Mensen zeggen wel eens tegen mij: geniet van het leven nu je nog jong bent.  Nu begrijp ik wat ze daar mee bedoelen.

    ......................................................................................................................................................

    Op een dag moest het hele regiment, waarvan soldaat 7221 ook lid was op trektocht.  De commandanten wilden met hun eigen ogen zien wat de mannen in hun mars hadden, daarom organiseerden ze die tocht.  De zwakkelingen die op het einde van de tocht niet voldeden, moesten nog even wachten om naar het front te gaan.  Die zouden nog verder ontwikkeld worden.

     

    Onderweg verzonnen ze wat liederen die ze dan de hele tijd zongen:

     

    Eens komt het uur
    gloeiend tot vuur.

    Wie niet dapp’ren is kan bij ons niet zijn,
    wie niet durven kan moet ten onder gaan.
    komt straks ten harden strijd,
    wij zijn bereid.

     

    Eens komt het uur
    gloeiend tot vuur.

    Wie niet dapp’ren is kan bij ons niet zijn,
    wie niet durven kan moet ten onder gaan.
    komt straks ten harden strijd,
    wij zijn bereid.

     

    Ook lazen ze veel gedichten over de vrede.  Iedereen vond dat gedichten je helpen om meer moed te scheppen en hen te helpen bij hun zware missie:

     

    (gedicht van de site http://www.wereldoorlog1418.nl/oorlogsverzen/gedichten/gedicht-burssens-vredelied.html)

     

    Kanongebulder en straatgezang.
    In een vuile stadsregen fiets ik door de straten,
    helder in 't licht van de schitterende uitstalramen.
    Gelaten
    doe ik onverpoosd mijn fietsschel gaan,
    en kronkel ik tussen soldaten,
    bourgeois en parvenu's
    onder glimmende paraplu's
    als uitgespreide vlerken van vledermuizen.
    Tegen de gevels van de huizen
    in de halve duisternis, mat
    van 't regenwalmen,
    slaan de golvende galmen
    uit het tumult van de vredevierende stad.

    Op de grote mart,
    onder bengalese verlichting van de katedraaltoren,
    en de elektriese lampions
    van het kiosk, getemperd door neteldoeken regen,
    speelt de muziek van het tweede lansiers
    marseillaisen en brabanconne's,
    meegezongen
    met vervrongen
    mond door eene oude patriot
    naast me, met groenomrande
    brokkeltanden.

    O de psyche van dat volk te voelen
    in de regenavend. Hoor het juichen,
    hoor het joelen!
    en 't klapperen van de natte vlaggen langs de gevels.

    De nooit rustende psyche van dat volk staat bloot
    en massaal als een grazende koe,
    die maalt en herkauwt, nooit moe
    de wijde wei verslindend poot vóór poot.
    De oproerige psyche van dat volk hangt boven
    en in de stad,
    maar in de zijsteeg, die ik binnenzwenk
    en waar het ruikt naar ammoniak,
    komen de kreten verdoven
    en zit het weer in zijn dageliks pak.

    Mijn schel blijft rustig
    en ik word door de laatste straten gewiegd
    op het stille druipen van de regen
    - hitteverdrijvende betting
    op deze straten -
    en 't monotone ruisen van de ketting.

    Nu is de laatste lantaren voorbijgeschoven.
    Vóór me ligt de landelike weg.
    Nog even komt gerekt bazuingeschal
    kreunend verdoven,
    en ver klokkegelui sterft weg.
    als de klank van een vingertik tegen kristal.
    Nog even klinkt in mijn oor de stem
    van het oudje met de groene tanden.
    Vóór me ligt de landelike weg,
    niet zichtbaar in de zwarte korelanden,
    niet hoorbaar in het vreedzaam ruisen van de regen.
    Mijn hand die schelt haakt soms in de doornen van een heg.
    Ik voel de weg,
    geleid door 't licht - als uit de duimpjessprook
    onder de tinnen
    van een verwijderd dorpskasteel...
    't Is leeg! 't Is goed. Is 't niets hier niet zoveel...
    zoveel...
    En schellend fiets ik de vrede binnen...

     

    Iedereen moest zware proeven ondergaan en absoluut gehoorzamen aan de bevelen van de chefs die hun de opdrachten gaven.  Discipline en gehoorzaamheid zijn de eerste vereisten om te gaan vechten.  Vervolgens moesten ze op een lied nog eens hun marcheerkunsten tonen.

     

    (marsmuziek van de LP ‘DEUTSCHE MARSCHMUSIK’ nr. 5: Preußens Gloria)


    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Archief per week
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 15/06-21/06 2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs