De basis van de juiste hondenvoeding is dat alle nodige elementen in de juiste verhouding aanwezig moeten zijn. In alle kant-en-klare hondenvoeders van bekende merken is dit met veel wetenschappelijk onderzoek gerealiseerd. Het is wijsheid om dezelfde voeding of hetzelfde voer uit blik te geven als de fokker al deed. Wil je overschakelen, doe dit dan gelijkmatig: elke dag een klein beetje meer van het door u gekozen merk vermengen onder het voer dat de hond gewend is. Doe je dit te abrupt, dan kun je zeker met je Chihuahua naar de dierenarts vanwege overgeven en diarree . Wat helemaal ongepast is, is de hond met de mensen mee te laten eten . Dit leidt zeker tot onnodige problemen (te dikke hond, vachtproblemen, vroegtijdig uitvallende van de tanden, ed ..) en tot grote tekorten in de voeding bij je Chiahuahu. Geef dus ofwel een juiste kwaliteit hondenbrok (enkele merken hebben zelfs een kkleine korrel, speciaal voor kleine soorten) ofwel een fatsoenlijke kwaliteit blikvoer. De Chihuahua heeft dan alles wat hij nodig zal hebben en je moet er zeker geen vitamines of andere producten aan toevoegen. Maak je geen zorgen dat de hond steeds hetzelfde voedsel moet eten, hij heeft niet dezelfde behoefte om variatie in het eten te hebben. Opa wolf at ook steeds zijn zelf gejaagde prooi op zonder te zeuren Zorg steeds voor voldoende vers water, uw hondje heeft namelijk ook dorst, als u korrels geeft, zal uw hond vanzelfsprekend meer drinken. Een paar weetjes: * Geen snoepgoed voor je Chihuahua! Snoep versnelt het tanden verlies en in chocolade zitten ingredienten die giftig zijn voor een hond; wil je een tussendoortje geven, geef dan een speciaal hondenkoekje zonder suiker en kleurstoffen. Dit is gezond en zeer goed voor de tanden van je Chihuahua. * Rauw vlees kan voor een Chihuahua dodelijk zijn, als het besmet is met de voor de mens onschuldige ziekte van Aujzky.
Deze weetjes over de hondenrassen zijn opgezocht op het internet. En dan aan elkaar vastgeplakt. Het zou gewoon makkelijker zijn dat u niet alles door elkaar moet gaan opzoeken als u wat meer wilt weten over u hondenras. Want hier vind je ze allemaal. Staat jouw hondenras erniet bij Laat dan even een berichtje achter in het gastenboek. Alvast bedankt.
De Labrador retriever of kortweg labrador is een hondenras dat afkomstig is uit de Newfoundland en Labrador, en afstamt van de St. Johns-hond. De Labrador Retriever is van oorspronkelijk gefokt voor het opzoeken en apporteren van waterwild. Ook als huisdier is de labrador gek op apporteren en zijn het uitstekende zwemmers. Het zijn stabiele, sociale en vrolijke honden, actief, speels en aanhankelijk . Volgens onderzoek zijn labradors een van de meest intelligentste honden en pikken daarom snel commandos op en werken graag voor hun baas. Hij houdt enorm van kinderen en is daarom de perfecte gezinshond. Door zijn gehoorzaamheid en veelzijdigheid wordt hij ook gebruikt als blindengeleidehond, drugshond en voor andere speciale taken.Wanneer deze honden, die tot twaalf jaar oud kunnen worden, voldoende beweging krijgen, kunnen ze goed op een appartement leven.
De boxer is een hond en behoort tot de dogachtigen.
De Boxer is verwant met de vele rassen die zich ontwikkelden uit de Molossian Hound, een oud-griekse waak-, vecht- en herdershond. Van Griekenland naar Rome en zo verder in Europa. In Duitsland werd deze Molossian Hond, de Bullenbeisser, een zeer moedige dog die ingezet werd voor de jacht op everzwijn en beren. En tevens tijdens stierengevechten. De Bullenbeisser evolueerde naar twee types van ras, bekend als Danzigers en Brabantse bullebijter genaamd naar de regio van afkomst. De Brabantse bullebijters waren de kleinste van de twee; en de boxer komt uit deze tak van de familiestamboom.
Zo rond 1890 is men in Zuid-Duitsland (München) begonnen met een uitgewerkt plan voor het fokken van de boxer. Het doel daarbij was een hond te fokken die goed kon springen, zeer snel was, een groot uithoudingsvermogen had en zowel moest kunnen verdedigen als aanvallen zoals een Mastiff. In 1895 werd in München de eerste Boxer Club opgericht en in 1904 hielden zij hun eerste tentoonstelling.
De Boxer is een gespierde, fijn ultrakort fluwelig behaarde hond met een vierkante snuit, glad velletje.Een reu heeft een schofthoogte van 57 63 cm en weegt ongeveer 32 kg. Een teef is kleiner, ongeveer 53 59 cm en weegt ongeveer 28 kg.
De neus van de Boxer is zwart en breed, licht opgetild en schuin. De voorsnuit is zwart. Hij is prognaat, de bovenkaak is ingekort, de onderkaak groeit er net iets voor en buigt naar boven, maar de boxer heeft plaats voor zijn tanden. De lippen zijn zwaar maar ze bedekken mooi de tanden en zijn niet zo zwaar en dik dat ze door hun gewicht de ogen opentrekken of het speeksel uit de mond laten vloeien, zoals bij sommige andere dogachtigen. Wanneer hij denkt, trekt de Boxer grote zorgenrimpels over zijn voorhoofd en wordt bangelijk menselijk.
De snoet moet een zwart masker hebben maar een charmant wit streepje tussen de ogen is toegelaten.
De kleuren zijn warm, rosgeel of oker of warmbruin met zwarte strepen. En bijna altijd wit aan de borst of wit in een streep op de snoet. Dikwijls ook met witte sokjes. Een derde wit is toegelaten. De Gele varieert van lichtbruin tot mahonie, de gestroomde of getijgerde met duidelijk afgelijnde zwarte strepen op een bruine achtergrond. Witte Boxers komen niet in de standaard voor hoewel er voornamelijk in de VS fokkers zijn die zich voornamelijk toeleggen op deze witte boxers.
De boxer is een atletische hond, stevig gespierd met zware botten, maar absoluut klassiek van lijn. Met een brede gespierde achterhand die zorgt voor de explosiviteit maar ook met een heel elegant loopje.
Een forse atleet met een tragisch denkershoofd en een speels hart.
Voorheen werden de oren en de staart gecoupeerd, maar sinds oktober 2001 is dit in Nederland verboden. In België is dit pas vanaf 2006 verboden.
De oren van de Leonberger zijn ver van achteren aan
het hoofd aangezet. Ze zijn hangend en middelgroot. Zijn vacht is zacht tot ruw
en lang. Hij komt in de kleuren geel, rood tot roodbruin en zandkleuren voor,
telkens met een zwart masker. De Leonberger kan een schofthoogte van 80 cm
bereiken.
De leonberger wordt gezien als geschikte huishond.
Hij is graag buiten en kan goed tegen de kou.