Deze hond komt, zoals zijn naam al zegt, oorspronkelijk uit Ierland. Hier wordt het ras al sinds de achttiende eeuw gefokt voor de vogeljacht. Ierse setters zijn namelijk goed in het opjagen en apporteren van vogels. In Nederland wordt de hond bijna niet als jachthond gebruikt omdat de jachtgebieden hier te klein zijn voor dit snelle beestje. Maar dat jagersinstinct heeft hij natuurlijk nog steeds! Dat is aan de ene kant handig, want hij is een goede waakhond, maar aan de andere kant maakt dit m vrij onafhankelijk. Oftewel: hij moet goed getraind worden om gehoorzaam te zijn. Als je een Ierse setter aanschaft, is een hondencursus dus geen overbodige luxe. Houd er ook rekening mee dat het geen klein beestje is en hij dus genoeg ruimte moet hebben.
Zachtaardig en intelligent
Verder is deze hond zachtaardig en intelligent. Hij is vriendelijk tegen andere honden en tegen mensen; hij doet het dus ook goed in gezinnen met kinderen. Ook leuk: een Ierse setter hecht zich heel snel aan zijn baas. Jullie zijn dus in no time dikke maatjes.
Het is wel even sparen voor een Ierse setter, want deze hond kost met stamboom al gauw zon 700 euro. Maar daar krijg je natuurlijk heel wat voor terug!
Deze hond komt, zoals zijn naam al zegt, oorspronkelijk uit Ierland. Hier wordt het ras al sinds de achttiende eeuw gefokt voor de vogeljacht. Ierse setters zijn namelijk goed in het opjagen en apporteren van vogels. In Nederland wordt de hond bijna niet als jachthond gebruikt omdat de jachtgebieden hier te klein zijn voor dit snelle beestje. Maar dat jagersinstinct heeft hij natuurlijk nog steeds! Dat is aan de ene kant handig, want hij is een goede waakhond, maar aan de andere kant maakt dit m vrij onafhankelijk. Oftewel: hij moet goed getraind worden om gehoorzaam te zijn. Als je een Ierse setter aanschaft, is een hondencursus dus geen overbodige luxe. Houd er ook rekening mee dat het geen klein beestje is en hij dus genoeg ruimte moet hebben.
Zachtaardig en intelligent
Verder is deze hond zachtaardig en intelligent. Hij is vriendelijk tegen andere honden en tegen mensen; hij doet het dus ook goed in gezinnen met kinderen. Ook leuk: een Ierse setter hecht zich heel snel aan zijn baas. Jullie zijn dus in no time dikke maatjes.
Het is wel even sparen voor een Ierse setter, want deze hond kost met stamboom al gauw zon 700 euro. Maar daar krijg je natuurlijk heel wat voor terug!
Reuen: schouderhoogte tussen 56 en 61cm. Teven: schouderhoogte tussen 51 en 56 cm.
Vacht
Golden Retrievers hebben een goud- tot cremekleurige vacht die golvend of glad is. Daaronder zit een dikke ondervacht. Meestal egaal van kleur, maar enkele aftekeningen zijn toegestaan.
Verzorging
U zult de vacht van deze hond regelmatig moeten kammen, om zo klitten te voorkomen en dode haren te verwijderen. Controleer ook de oren regelmatig op vuil en knip het haar tussen de voetzolen weg.
Aard
Gevoelig, lief, sociaal, zelfverzekerd, niet blafferig, intelligent, groot aanpassingsvermogen.
Opvoeding
Een puppycursus is goed voor deze hond, om zo te zorgen dat hij goed gehoorzaamd. Wissel trainingen af en zorg ervoor dat u niet te hard optreed tegen fout gedrag, deze hond is erg gevoelig en door hem met harde hand te trainen zult u zijn karakter beschadigen. De Golden Retriever leert snel en wat hij leert blijft hij erg lang onthouden.
Sociale aanleg
Deze hond is een echte mensenvriend. Ook met andere honden, huisdieren en kinderen kan hij erg goed opschieten. Pas op met kinderen, niet dat de Golden Retriever een gevaar is voor kinderen, maar u moet oppassen dat ze niet te ruw omgaan met deze hond, vanwege zijn gevoelige aard.
Beweging
Deze hond heeft veel beweging nodig. Zodra hij is uitgegroeid zijn er genoeg manieren voor deze hond om zijn energie kwijt te kunnen. Rennen naast de fiets, zwemmen, maar ook balspelletjes vind deze hond prachtig.
Bijzonderheden
Deze hond is erg populair, let bij het kopen van een pup op dat hij raszuiver is. Het wordt aan te raden dit bij een betrouwbare fokker te doen.
In Duitsland, Frankrijk, Nederland, België en andere West-Europese landen groeiden de grote industriële steden sneller dan in de Balkan en de Oost-Europese landen. Dit betekende niet alleen dat roofdieren minder voorkwamen, maar ook dat de bevolking zich steeds meer bewust werd van de uitstekende kwaliteiten van de schaapshonden in de diverse streken. In de tweede helft van de 19e eeuw leidde dat ertoe, dat steeds meer aandacht werd gegeven aan honden van een bepaald type, hoewel er nog steeds grote verschillen te vinden waren van het ene gebied tot het andere gebied.
Zo was ook de situatie in België aan het einde van de 19e eeuw. Er waren tamelijk veel herdershonden van zeer uiteenlopende typen. De grootte van de honden was echter aardig gelijk en de meeste van die herdershonden waren zo rond de 50 cm hoog. Ze stonden bekend als temperamentvolle honden, die voor de herder een geweldige hulp betekende, maar die tegenover vreemden nogal achterdochtig waren. De honden waren opvallend vierkant van bouw en ze hadden vrij lichte botten. Ze waren zonder meer goed opgewassen tegen de veelal barre weersomstandigheden waaronder ze moesten werken. Het waren werkhonden bij uitstek en hun taak bij de kudde was voor deze honden duidelijk een levensbehoefte.
De Mechelse Herder
De kortharige herdershond, ook wel de kortharige scheper genoemd, kwam in zijn beste vorm rond de vorige eeuwwisseling voor in de Antwerpse Kempen, het gebied in de richting van de Nederlandse grens en verder in Noord-Brabant. Ze waren gewoonlijk in het bezit van de boeren waarvoor ze nog dagelijks hun belangrijke taken uitvoerden. Deze honden bleken aardig gelijk van vorm en ze werden door prof. Reul omschreven als: 'Ze hebben de grootte van een vos of wolf, zijn kortharig en van vaal gestroomde kleur; hun oren zijn bewonderenswaardig recht, fijn en spits, en open naar voren gedragen. Andere kenmerken zijn de puntige snuit, de pikzwarte neus, de goed gedragen staart, bijna waterpas maar licht hoger aan het uiteinde en behaard in vorm van een korenaar'.
Mede op advies van prof. Reul werd in Mechelen met behulp van enige liefhebbers in 1898 de 'Mechelse Club tot Verbetering van den Kortharigen Schaapshond' opgericht. Deze Mechelse Club werd een afdeling van de Club du Chien de Berger Belge'. Het doel was te komen tot een verbetering van de typen van de kortharige Belgische Herdershond, zoals die met name in de omgeving van de stad Mechelen werd gefokt.
Tot het jaar 1899 werden de Belgische Herdershonden in de eerder genoemde drie groepen onderverdeeld, namelijk lang-, ruw- en kortharen, waarbij de kleur van de hond geen enkele rol speelde. In 1899 werd door de Club du Chien de Berger Belge een eenzijdige beslissing genomen over de verdeling van de haarkleur, zonder dat daarin de Mechelse Club was gekend. Men stelde voor de drie variëteiten de volgende kleuren vast: zwart voor de langharige, peper en zout voor de ruwharige, en leeuwkleurig (fauve charbonné) met zwart masker voor de kortharige. de Mechelse Club betitelde deze beslissing van de hoofdvereniging als een soort van staatsgreep', want men had een heel andere opvatting over de kortharige herdershond.
Voor alles moesten hun honden namelijk werkhonden zijn. Niet het uiterlijk van de hond was bepalend, zo stelden ze, maar de combinatie van uiterlijk en innerlijk. Ze gaven de voorkeur aan goed afgerichte honden, die bovendien goed gebouwd waren en een 'gaaf en slim voorkomen' hadden. De kleur van de hond was voor hen slechts bijzaak. Men wilde ten koste van alles voorkomen dat de Mechelaar zou vervallen tot een soort luxehond en dat het ras zijn geweldige karakter zou verliezen.
Herkomst: België
Andere benamingen: Malinois
Karakter van de Mechelse Herder
Het karakter van de Mechelse Herder/Malinois
De Mechelse Herder staat vooral bekent om zijn enorme trouw aan de baas,werkwilligheid, vasthoudendheid, scherpe intelligentie, hardheid, oplettendheid, slimheid, moed, enz. .
Hij is zeer trouw en waaks.. De Mechelaar beschermd zijn gezin en hun bezittingen zeer overtuigend tegen kwaadwillende. Daarom wordt hij tegenwoordig veel gebruikt als politiehond.
in de verkeerde handen is een mechelse herder rap verpest...ze hebben veel beweging nodig, hun energie moet er op 1 of andere manier afkunnen, anders gaan ze zich uit verveling (misdragen)...
consequente opvoeding is absoluut een must bij deze honden...en tijd een mechelaar wilt bij zijn baasje horen en er dingen mee doen!!!
Wordt naast Gezinshond gebruikt voor meerdere doeleinden.
Grootte
De schouderhoogte varieert bij reuen van 60 tot 65cm en bij teven van 55 tot 60 cm.
Vacht
De Duitse Herder kan verschillende typen vacht hebben: Langhaar, langstokhaar of stokhaar. De vacht kan zwart, askleurig, ijzergrauw of eenkleurig zijn, met regelmatige bruine of gele aftekeningen.
Verzorging
De vacht van deze hond heeft relatief weinig verzorging nodig. Alleen in de ruiperiode is het goed de dode en losse haren te verwijderen met een borstel.
Aard
Intelligente en leergierige hond, erg gehoorzaam, vriendelijk, sociaal, temperamentvol, waaks, beschermend, moedig. Enorm trouw aan zijn baas.
Opvoeding
De Duitse herder is de meest gebruikte blindegeleidehond ter wereld. Daarnaast is hij ook de meestgebruikte lawinehond, speurhond, waakhond en politiehond. Met name door hun gehoorzaamheid zijn ze erg populair. Daarnaast bied hun enorme leergierigheid veel perspectief. De herder hecht erg veel waarde aan zijn baas en heeft daarom veel behoefte aan contact. Dus als u weinig tijd hebt, is het verstandig geen herder aan te schaffen.
Sociale aanleg
Duitse Herders kunnen, mits ze goed gesocialiseerd en opgevoed zijn, prima overweg met andere honden, andere dieren en kinderen. Waaks zijn ze wel, dus bezoekers kunnen wat geblaf verwachten. Herders zullen niet snel weglopen.
Beweging
Als huishond zal hij niet op en top gelukkig zijn zonder regelmatig hard te werken voor zijn baas. Alleen gezelligheid is niet genoeg voor deze hond, u doet er goed aan u aan te sluiten bij een vereniging om zo activiteiten te ondernemen met uw hond. U moet denken aan dingen in de vorm van behendigheid, gehoorzaamheid, africhting, speuren of iets dergelijks. Begin alleen niet te vroeg met zware belasting, voor grote honden geld dat hij tijdens de groei fase alle energie nodig heeft voor de ontwikkeling van botten en spieren.
De basis van de juiste hondenvoeding is dat alle nodige elementen in de juiste verhouding aanwezig moeten zijn. In alle kant-en-klare hondenvoeders van bekende merken is dit met veel wetenschappelijk onderzoek gerealiseerd. Het is wijsheid om dezelfde voeding of hetzelfde voer uit blik te geven als de fokker al deed. Wil je overschakelen, doe dit dan gelijkmatig: elke dag een klein beetje meer van het door u gekozen merk vermengen onder het voer dat de hond gewend is. Doe je dit te abrupt, dan kun je zeker met je Chihuahua naar de dierenarts vanwege overgeven en diarree . Wat helemaal ongepast is, is de hond met de mensen mee te laten eten . Dit leidt zeker tot onnodige problemen (te dikke hond, vachtproblemen, vroegtijdig uitvallende van de tanden, ed ..) en tot grote tekorten in de voeding bij je Chiahuahu. Geef dus ofwel een juiste kwaliteit hondenbrok (enkele merken hebben zelfs een kkleine korrel, speciaal voor kleine soorten) ofwel een fatsoenlijke kwaliteit blikvoer. De Chihuahua heeft dan alles wat hij nodig zal hebben en je moet er zeker geen vitamines of andere producten aan toevoegen. Maak je geen zorgen dat de hond steeds hetzelfde voedsel moet eten, hij heeft niet dezelfde behoefte om variatie in het eten te hebben. Opa wolf at ook steeds zijn zelf gejaagde prooi op zonder te zeuren Zorg steeds voor voldoende vers water, uw hondje heeft namelijk ook dorst, als u korrels geeft, zal uw hond vanzelfsprekend meer drinken. Een paar weetjes: * Geen snoepgoed voor je Chihuahua! Snoep versnelt het tanden verlies en in chocolade zitten ingredienten die giftig zijn voor een hond; wil je een tussendoortje geven, geef dan een speciaal hondenkoekje zonder suiker en kleurstoffen. Dit is gezond en zeer goed voor de tanden van je Chihuahua. * Rauw vlees kan voor een Chihuahua dodelijk zijn, als het besmet is met de voor de mens onschuldige ziekte van Aujzky.
Deze weetjes over de hondenrassen zijn opgezocht op het internet. En dan aan elkaar vastgeplakt. Het zou gewoon makkelijker zijn dat u niet alles door elkaar moet gaan opzoeken als u wat meer wilt weten over u hondenras. Want hier vind je ze allemaal. Staat jouw hondenras erniet bij Laat dan even een berichtje achter in het gastenboek. Alvast bedankt.
De Labrador retriever of kortweg labrador is een hondenras dat afkomstig is uit de Newfoundland en Labrador, en afstamt van de St. Johns-hond. De Labrador Retriever is van oorspronkelijk gefokt voor het opzoeken en apporteren van waterwild. Ook als huisdier is de labrador gek op apporteren en zijn het uitstekende zwemmers. Het zijn stabiele, sociale en vrolijke honden, actief, speels en aanhankelijk . Volgens onderzoek zijn labradors een van de meest intelligentste honden en pikken daarom snel commandos op en werken graag voor hun baas. Hij houdt enorm van kinderen en is daarom de perfecte gezinshond. Door zijn gehoorzaamheid en veelzijdigheid wordt hij ook gebruikt als blindengeleidehond, drugshond en voor andere speciale taken.Wanneer deze honden, die tot twaalf jaar oud kunnen worden, voldoende beweging krijgen, kunnen ze goed op een appartement leven.
De boxer is een hond en behoort tot de dogachtigen.
De Boxer is verwant met de vele rassen die zich ontwikkelden uit de Molossian Hound, een oud-griekse waak-, vecht- en herdershond. Van Griekenland naar Rome en zo verder in Europa. In Duitsland werd deze Molossian Hond, de Bullenbeisser, een zeer moedige dog die ingezet werd voor de jacht op everzwijn en beren. En tevens tijdens stierengevechten. De Bullenbeisser evolueerde naar twee types van ras, bekend als Danzigers en Brabantse bullebijter genaamd naar de regio van afkomst. De Brabantse bullebijters waren de kleinste van de twee; en de boxer komt uit deze tak van de familiestamboom.
Zo rond 1890 is men in Zuid-Duitsland (München) begonnen met een uitgewerkt plan voor het fokken van de boxer. Het doel daarbij was een hond te fokken die goed kon springen, zeer snel was, een groot uithoudingsvermogen had en zowel moest kunnen verdedigen als aanvallen zoals een Mastiff. In 1895 werd in München de eerste Boxer Club opgericht en in 1904 hielden zij hun eerste tentoonstelling.
De Boxer is een gespierde, fijn ultrakort fluwelig behaarde hond met een vierkante snuit, glad velletje.Een reu heeft een schofthoogte van 57 63 cm en weegt ongeveer 32 kg. Een teef is kleiner, ongeveer 53 59 cm en weegt ongeveer 28 kg.
De neus van de Boxer is zwart en breed, licht opgetild en schuin. De voorsnuit is zwart. Hij is prognaat, de bovenkaak is ingekort, de onderkaak groeit er net iets voor en buigt naar boven, maar de boxer heeft plaats voor zijn tanden. De lippen zijn zwaar maar ze bedekken mooi de tanden en zijn niet zo zwaar en dik dat ze door hun gewicht de ogen opentrekken of het speeksel uit de mond laten vloeien, zoals bij sommige andere dogachtigen. Wanneer hij denkt, trekt de Boxer grote zorgenrimpels over zijn voorhoofd en wordt bangelijk menselijk.
De snoet moet een zwart masker hebben maar een charmant wit streepje tussen de ogen is toegelaten.
De kleuren zijn warm, rosgeel of oker of warmbruin met zwarte strepen. En bijna altijd wit aan de borst of wit in een streep op de snoet. Dikwijls ook met witte sokjes. Een derde wit is toegelaten. De Gele varieert van lichtbruin tot mahonie, de gestroomde of getijgerde met duidelijk afgelijnde zwarte strepen op een bruine achtergrond. Witte Boxers komen niet in de standaard voor hoewel er voornamelijk in de VS fokkers zijn die zich voornamelijk toeleggen op deze witte boxers.
De boxer is een atletische hond, stevig gespierd met zware botten, maar absoluut klassiek van lijn. Met een brede gespierde achterhand die zorgt voor de explosiviteit maar ook met een heel elegant loopje.
Een forse atleet met een tragisch denkershoofd en een speels hart.
Voorheen werden de oren en de staart gecoupeerd, maar sinds oktober 2001 is dit in Nederland verboden. In België is dit pas vanaf 2006 verboden.
De oren van de Leonberger zijn ver van achteren aan
het hoofd aangezet. Ze zijn hangend en middelgroot. Zijn vacht is zacht tot ruw
en lang. Hij komt in de kleuren geel, rood tot roodbruin en zandkleuren voor,
telkens met een zwart masker. De Leonberger kan een schofthoogte van 80 cm
bereiken.
De leonberger wordt gezien als geschikte huishond.
Hij is graag buiten en kan goed tegen de kou.