De valkparkiet is goed als huisdier te houden, als het stof en het lawaai geen bezwaar zijn. Ze kunnen erg tam worden en hebben meestal een zachtaardig karakter. Let er wel op dat een angstige of boze valkparkiet wel hard kan bijten als hij dat wil. Valkparkieten zijn zelfs zo schuchter dat kleinere, maar agressievere vogels zoals de grasparkiet ze soms het leven zuur kunnen maken en ze zelfs kunnen verwonden. Probeer altijd een jonge handtamme valkparkiet te kopen; een oudere valkparkiet is moeilijker en soms helemaal niet tam te maken. Kijk ook of de valkparkiet een ring om zijn poot heeft; deze kan links of rechts worden aangebracht. Zo kan men met zekerheid zeggen of de vogel inderdaad nog jong is. Tam maken begint met de vogel uit de hand te laten eten. De valkparkiet is van nature sociaal en nieuwsgierig, en zal als hij zich eenmaal op zijn gemak voelt zelf initiatief nemen. Er zijn ook kwekerijen waar de vogel (soms tegen extra betaling) handtam wordt gemaakt. Kortwieken maakt het tam maken meestal eenvoudiger omdat de vogel zich niet zo makkelijk meer aan zijn baasje kan onttrekken. Men heeft dan in ieder geval tot de volgende rui de tijd.
Uiterlijk
De wildkleur valkparkiet is de meest voorkomende en heeft de volgende kenmerken: Grijs met witte vlekken op de vleugels, een gele kop met een gele kuif, en oranje oorvlekken. Er zijn ook andere kleurvariëteiten gekweekt, bijvoorbeeld de lutino, opaline(gepareld), grijs en wit, en albino. Het geslachtsverschil is weinig opvallend - de mannetjes ('man') hebben een gele kop en kuif, het vrouwtje ('pop') heeft een minder gele kop, wat vooral bij onderlinge vergelijking van een paartje opvalt, en ook niet bij alle kleurvarianten zichtbaar is. Kenners kunnen het eerder aan bepaalde gedragingen zien, mannetjes vertonen machogedrag. Ze wegen 80 à 110 gram en zijn ongeveer 30 tot 33 centimeter lang (kop-staart).
Valkparkieten kunnen goed als huisdier worden gehouden maar aspirant-valkparkiethouders moeten zich realiseren dat vooral de mannen erg luidruchtig kunnen zijn en dat de veren stof produceren, er zijn speciale onderdonsveren die tot een soort poeder uit elkaar vallen, net als bij duiven. Vooral als ze in de eerste 8 levensweken veel met mensen in contact komen kunnen ze erg tam worden. Valkparkieten worden gemiddeld tussen de 15-20 jaar oud maar je hebt natuurlijk uitzonderingen. Ze komen in gevangenschap relatief gemakkelijk tot broeden.
Eten
Ze eten voornamelijk grof parkietenzaad, daarnaast wordt aangeraden om ook met grote regelmaat groenvoer aan te bieden. Er moet ook dagelijks vers drinkwater beschikbaar zijn. Naast grof parkietzaad bestaan er ook totaalvoeders in de vorm van pellets. Sommigen vinden pellets minder gewenst omdat ze de functie van de krop overbodig maken. Anderen zijn van mening dat pellets een volwaardiger voer zijn. Om de krop goed te laten werken heeft de parkiet maagkiezel nodig in de kooi, waarvan hij er af en toe een naar binnen werkt. Dit is namelijk nodig voor de vermaling van het eten in de krop.
Wanneer men met valkparkieten wil kweken dus wanneer een mannetje en een vrouwtje bij elkaar worden gezet en er jongen worden verwacht, kan er eivoer worden bijgegeven. Dit is normaal gesproken niet nodig om de vogels gezond te houden
Een zieke valkparkiet
Een zieke valkparkiet is vaak te herkennen aan een ander gedrag dan normaal. Hij zit bijvoorbeeld bol in de veren of slaapt zelfs de hele dag. Een zieke valkparkiet slaapt daarnaast over het algemeen op 2 poten in plaats van 1. Ga met een zieke valkparkiet zo snel mogelijk naar de dierenarts om een diagnose te laten stellen. Mocht de valkparkiet namelijk de zogenaamde papegaaienziekte hebben dan is behandeling bij de mensen die met de besmette dieren in aanraking zijn geweest soms ook noodzakelijk. De meeste ziektes van valkparkieten zijn simpel te genezen.
kan makkelijk zien of grasparkieten een echt koppeltje vormen en klaar zijn om te broeden. Ze zitten altijd bij elkaar en verzorgen elkaars hoofdveren. Het mannetje braakt voedsel op en geeft dit door aan het vrouwtje. Deze bewegingen kan u bij een koppeltje regelmatig waarnemen. Maar ze doen dit ook regelmatig zonder voedsel door te geven. Als het koppeltje in broedstemming is, is het vrouwtje haar washuid bleker van kleur. Al snel zal het vrouwtje het nestkastje beginnen te inspecteren. Eerst steekt ze voorzichtig haar kopje naar binnen en wipt dan eventjes naar binnen, maar ze is er snel terug uit. Hoe komt het dat het vrouwtje zo voorzichtig het nestkastje betreedt als er toch geen vijanden zijn? Dit is een natuurlijk instinct. In Australië leven slangen die in boomholtes kunnen zitten. Nu blijft ze steeds langer en langer in het nestkastje. Niet lang daarna volgt de paring. De pupillen worden kleine puntjes. Het vrouwtje zet haar staart rechtop en voorzichtig kruipt het mannetje op de rug van het vrouwtje en spreidt zijn vleugels uit. Nu wrijven ze hun cloaca's tegen elkaar, zodat de bevruchting plaatsvindt.
Na ongeveer 8 dagen wordt het eerste eitje gelegd. Voordat de eitjes gelegd worden, worden de uitwerpselen van het vrouwtje zichtbaar groter. Nadat het eerste eitje wordt gelegd, komt het vrouwtje bijna niet meer uit het nestkastje. Ze komt er maar 3-4 keer per dag uit om haar behoefte te doen. Het mannetje zit meestal op het stokje voor het invlieggat. Het mannetje komt nooit in het nestkastje. Grasparkieten leggen 3-6 eitjes. Om de dag wordt er een eitje gelegd. Na ongeveer 10 dagen kan u kijken of de eitjes bevrucht zijn. Dit kan u doen door het eitje voorzichtig op te pakken en met een fel lichtje door het eitje te schijnen. De bevruchte eieren zijn donkerder dan de onbevruchte. In het midden ziet u bij een bevrucht eitje een kern waaruit allemaal bloedvaten vertrekken. Een onbevrucht eitje is wat doorschijnend. Ziet u dat de eitjes vuil zijn, was ze dan zeker niet af. Rond het eitje zit een (onzichtbaar) waslaagje dat het kuikentje beschermd tegen infecties. Als er onbevruchte eieren zijn, haalt u ze er best uit. Een grasparkieteneitje weegt ongeveer 2 gram. Zoveel weegt ook het pas uitgekomen jong. Na 18 dagen komt het eerste eitje uit. Het kuiken pikt met de eitand het eitje open. Dit is een heel vermoeiende gebeurtenis. De andere eitjes komen om 2 dagen uit. Dit heeft als gevolg dat het oudste jong al veertjes begint te krijgen als het jongste pas is uitgekomen. Het vrouwtje heeft op haar buik een gevoelige broedvlek waardoor veel bloedvaten lopen. Daarmee kan ze de bewegingen in het eitje voelen! Het mannetje braakt nu regelmatig voedsel op voor het vrouwtje. Het vrouwtje geeft het voedsel op haar beurt weer door aan de jonge kuikentjes.
Controleer het nest elke dag om te zien of alles goed gaat. Dode jongen moeten onmiddellijk worden verwijderd. Ze verrotten namelijk zeer snel wat de andere jongen in gevaar kan brengen.
Bij gewone, kleine grasparkieten zijn meestal weinig problemen, maar de grotere, Engelse grasparkieten hebben soms nogal wat problemen met het broeden. Ze voeden hun jongen niet, krijgen veel onbevruchte eieren,... Als u Engelse grasparkieten kweekt, zet u best als u enkele koppels in de broedkooien zet, ook enkele koppels gewone grasparkieten in de kweek. Deze kunnen dan de jongen van probleemouders eventueel overnemen.
Omdat Engelse grasparkieten dichter en zwaarder bevedert zijn dan de gewone, trekt U best de veertjes rond de cloaca uit, zodat de bevruchting beter kan plaatsvinden.
Het is niet moeilijk om met zebravinken te kweken. Als het paartje gezond is en de huisvesting is ook goed, dan wil het bijna altijd lukken. In het nestkastje of bakje wordt een nest gemaakt van droog gras, uitgeplozen touw, kokosvezels, veren, takjes en ga zo maar door. De 4 á 5 eitjes worden 13 dagen bebroed, voor de jongen uitkomen. Na ongeveer 20 dagen vliegen de jongen voor het eerst uit het nest en 2 weken later zijn ze zelfstandig. De paartijd is in maart/april.
Kweken in een kooitje. Als je in een kweekkooitje gaat kweken moet je het bijna hetzelfde doen als in de volière maar hier kunnen minder vogels in. In een groot kweekkooitje kunnen 2 vrouwtjes en 1 mannetje kanarie in. Hier moet je 2 nestelbakjes hangen. Als je een kleinere kooi hebt dan moet je 1 om 1 hebben en 1 nestelbak. Zorg dat in het kweekkooitje alle spijkers en kieren weg zijn, hier kunnen ze zich aan beschadigen. Als je een kweekkooi gaat kopen en je vindt de kleur geel mooi kan je deze het beste toch niet kopen, want deze is te fel. Je kan het beste witte bruine of groene kooitjes kopen.
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Over mijzelf
Ik ben Thijs Martijn ( en mijn broer Dries) zie foto
Ik ben een man en woon in heers (belgië) en mijn beroep is leerling aan de Pibo in Tongeren.
Ik ben geboren op 26/05/1996 en ben nu dus 28 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: houden van vogels en ermee kweken en in de vakanties bij een varkensboer gaan helpen.
veel plezier op mijn site
grts Martijn en Dries Thijs van hobbykwekerij BIRD-HOUSE