1) Je mag elkaar niet pijn doen, niet schoppen, slaan of bijten. 2) Je moet direct stoppen als je tegenstander op je rug of op de mat tikt. 3) Je mag niet met je handen of voeten in het gezicht van de ander komen. 4) Je mag de judo alleen gebruiken op de mat en dus niet op straat. 5) Je nagels mogen niet lang zijn, want anders kan je de ander pijn doen.
Wedstrijden kunnen bij je eigen club of bij andere clubs. Als je mee wilt doen moet je je eerst inschrijven, je hebt je judo-paspoort nodig.Daarin staat welke examens je hebt gedaan en aan hoeveel wedstrijden je hebt meegedaan. Bij de wedstrijden wordt je ingedeeld op leeftijd en gewicht. Ook krijgt 1 van de 2 judoka's een rode band om het verschil tussen de 2 goed te zien.Bij belangrijke wedstrijden kan het verschil ook gemaakt worden door een blauw en een wit judo-pak.
Bij de wedstrijden zijn steeds 3 scheidsrechters aanwezig. Een scheidsrechter kijkt of alles eerlijk gaat en hoeveel punten je verdient voor de worpen en grepen die je doet. Voor je aan de wedstrijd kan beginnen moet je ook groeten zoals bij een gewone les. Langs de judomat zitten nog 2 scheidsrechters die de punten aangeven door middel van bordjes en ze houden ook de tijd in de gaten.