Art.1. Dit reglement heeft als hoofddoel de verbetering van het fokniveau binnen de V.V.D.H.. Bovendien kan de V.V.D.H., door het invoeren van dit reglement, beter de belangen van de fokkers en de kopers behartigen.
Art.2. De Commissie Kynologie (C.K.) is verantwoordelijk voor alle uitvoeringsmodaliteiten. Alle geschillen, problemen en aanpassingen vallen onder de bevoegdheid van de C.K., die zijn beslissingen en adviezen voor verdere behandeling overmaakt aan het Hoofdbestuur V.V.D.H..
Art.3. Dit reglement is toepasselijk op alle categoriëen van V.V.D.H. -leden en hun fok van Duitse Herdershonden. Deze V.V.D.H-leden, fokkers van Duitse Herdershonden, worden verder in het reglement "fokker(s)" genoemd. Aan buitenlandse leden wordt vrijstelling verleend.
Art.4. De fokkers moeten een kennelnaam bezitten, geregistreerd bij de K.M.S.H.
Art.5. De fokkers moeten de reglementen en instructies van de C.K. nauwgezet volgen. Alle dekmeldingen en geboorteaangiften moeten binnen de 14 dagen aan het secretariaat van de Fok worden gestuurd. De sterfte in een nest moet eveneens aan het sekretariaat van de Fok worden gemeld.
Art.6. Voor ieder nest moeten stambomen aangevraagd worden bij de Koninklijke Maatschappij St-Hubertus (K.M.S.H). De nesten moeten binnen de 14 dagen na het werpen aangegeven worden aan het secretariaat van de K.M.S.H.. De betalingen aan de K.M.S.H. moeten stipt en tijdig uitgevoerd worden. De stambomen moeten zo vlug mogelijk aan de nieuwe eigenaar overhandigd worden.
Art.7. De fokker moet elke nieuwe eigenaar van een pup een "V.V.D.H.-overeenkomst voor pupoverdracht" aanbieden. De clausules van de pupoverdracht worden tussen fokker en nieuwe eigenaar overeengekomen en in duidelijke termen op het document genoteerd. Betwistingen worden op verzoek van de fokker, lid V.V.D.H., of de eigenaar behandeld door de C.K..
Art.8. Indien de nieuwe eigenaar van een pup geen lid is van de V.V.D.H., is de fokker verplicht het bestaan van de V.V.D.H. te propageren door het overhandigen van de V.V.D.H.-infobrochure.
Art.9. De fokker moet nestcontroleurs, aangeduid door de C.K., aanvaarden en behulpzaam zijn bij het tonen van het nest.
Art.10. De fokker mag geen straffen opgelopen hebben in verband met de fok, uitgesproken door de V.V.D.H., K.M.S.H., K.K.U.S.H. of F.C.I.
Art.11. De fokdieren moeten aan volgende voorwaarden voldoen:
a) Alle fokreuen, ouder dan de leeftijd van 36 maanden, moeten een geldig aankeuringsbericht bezitten.
Vóór de leeftijd van 36 maanden moeten de fokreuen minstens voldoen aan de voorwaarden van Art.11. punt b).
b) Alle fokteven moeten voldoen aan volgende voorwaarden:
- minstens de kwalificatie "GOED" behaald hebben op een rastentoonstelling voor Duitse Herdershonden, gekeurd door een ras-keurmeester;
- gunstig HD-onderzoek door een erkende HD-commissie (AB-C of normal fastnormal nochzugelassen);
- DNA-test in SV-verband;
- minstens een werkcertificaat GHP-1 of SchH-1 ofwel een VVDH-brevet "BOP-3" ofwel de Selectiestempel KMSH;
- voor honden, geboren na 01.01.2004, een gunstig ED-onderzoek (normal fastnormal
