We luisteren naar harde en zachte geluiden en ontdekken dat sommige meisjes in de klas mooie oorbelletjes in de oren hebben.
Mensen die niet zo goed kunnen horen worden geholpen met een oorapparaatje. Als je niet kan horen dan ben je doof en begrijp je de andere mensen door gebarentaal.
Wat ruikt lekker? Spaghettie, parfum, bloemetjes, taartjes, appeltjes,... zijn de spontane antwoorden van de kinderen. Wat ruikt helemaal niet lekker? Toiletjes (met het nodige gegniffel als 'kaka en pipi' aan bod komt), spruitjes, 'scheetjes', spruitjes,... antwoordden de sloebers spontaan.