Met de jaarwisseling 2008/2009 in zicht zal het ondertussen reeds 14(!!) jaar geleden zijn, dat een select groepje mocht getuige zijn van de grootste zatlapperij van de Shittah (destijds nog Snep geheten) ooit. Inderdaad, het was de eerste werkdag van 1995 toen er slechts vijf arbeiders van de Groendienst kwamen opdagen (de rest had congé of was ziek) namelijk wijlen Romain den Boswachter(God hebbe zijn ziel, of beter, zijne lever), den Baron, El Sympatico, Heer Tuub en de Shittah. In zijn oneindige goedheid én omdat het de eerste werkdag van het jaar was en al jaren een traditie, mochten we van den Tiran tot 10 uur in de refter blijven zitten. Wat den Tiran echter niet wist was dat iedereen zijn kabas volgepropt had met flessen alcoholische drank allerlei, van wijn over porto tot cognac en alles daartussenin. Er werd natuurlijk duchtig gezopen, zodanig zelfs dat de Shittah al ladderzat was tegen 10 uur. Daarna moesten we in het park gaan snoeien, het regende pijpestelen maar de zuiporgie ging ondertussen onverminderd voort! De middagpauze werd al bierzuipende doorgebracht in een plaatselijk café! Vanaf 14 uur zouden we mogen uitbollen in de serre. Shittah was ondertussen zodanig woedend van het feit dat er in de gietende regen moest worden gesnoeid, dat hij in het midden van de grote gazon ging staan, gericht naar het appartement van den Tiran en deze luidkeels begon uit te schelden voor al het vuil van de straat. El Sympatico en Heer Tuub hadden alle moeite van de wereld om hem te bedaren. Gelukkig was den Tiran op dat moment niet thuis. Toen we om 14 uur in de serre aankwamen was iedereen zeiknat geregend, Shittah viel vervolgens als een blok in slaap op het tablet. Terwijl Shittah lag te snurken als een zwijn, werden de laatste flessen drank soldaat gemaakt. Plotseling schoot Shittah wakker en hij waggelde weg richting toilet. De anderen schonken weinig aandacht hieraan en dachten dat de Shittah even ging kotsen. Wanneer hij een uur later nog steeds niet terug was, werden de vier collega's toch ongerust over het feit dat Shittah zolang wegbleef, temeer daar het ondertussen bijna vier uur was geworden! Geklop op de toiletdeur bleef onbeantwoord, toen ging Romain door het raampje loeren en zag dat Shittah in slaap zat op de toiletpot! Vermits Shittah niet wakker was te krijgen, werd met behulp van een kram aan een lange stok de sleutel uit het slot gevist en kon eindelijk de toiletdeur worden geopend. Het schouwspel dat de vier toen te zien kregen, staat voorzeker tot op het einde hunner dagen op hun netvlies gebrand. Om van de verpestende stank nog maar te zwijgen! Shittah zat met zijn broek nog naar beneden op het toilet, de deur had hij volgekotst en de muur achter hem was helemaal bescheten. Zo goed en zo kwaad als maar kon werd Shittah uit zijn netelige positie bevrijd. Ettelijke emmers water werden tegen de muur en de deur gegoten om toch maar enigzins de sporen van deze kots-en schijtpartij te wissen!Vierklauwens reden we met het slachtoffer naar de refter, het was ondertussen al lang vier uur voorbij (overuren die ik trouwens nog steeds te goed heb!) Tussen twee personen werd Shittah in de Rombauts binnengesleurd, hij zag zo wit als een lijk en bibberde over het hele lichaam. Terwijl de vier collega's ondertussen aan het brainstormen waren wat ze nu eigenlijk met de straalbezopen Shittah moesten aanvangen, bleef Shittah onverwijld verder kotsen in de pompbak, terwijl hij prevelde "ik ga sterven, ik ga sterven!" Tube opperde het lumineuze idee om Shittah in een kruiwagen te laden en hem aldus weg te brengen naar zijn moeder die een straat hogerop woonde, El Sympatico echter, vond dat geen goed idee en telefoneerde naar zijn echtgenote om te vragen of zij wou afkomen met de wagen om Shittah zo huiswaarts naar Humbeek te brengen. Toen zij uiteindelijk om vijf uur arriveerde droegen we met twee man de Shittah naar de auto, op dat moment passeerde den Tiran daar echter die onmiddelijk uitleg eiste, hij nam geen genoegen met onze verklaring dat Shittah ziek was geworden en riep hysterisch "Van 't zuipen zeker!!!" Met een razende koleire en slippende banden reed hij verder! Voor die ene zeldzame keer dat den Tiran had durven een dag congé te nemen, maakten die vijf onverlaten gebruik om in plaats van te werken zich lazarus te bezuipen! Ondertussen waren we erin geslaagd de Shittah in de auto te krijgen, en kon uiteindelijk de trip naar Humbeek worden aangevat. Op de weg naar Humbeek moest nog meermaals gestopt worden daar Shittah voortdurend moest kotsen. Toch slaagden El Sympatico en zijn vrouw er eindelijk in ten huize Shittah te arriveren, alwaar zij oog in oog kwamen te staan met de razende echtgenote van de Shittah die de schuld voor Shittah's zatlapperij op El Sympatico stak. Shittah werd binnengesleurd en de voordeur werd wild dichtgesmeten voor de neus van de verbijsterde El Sympatico en echtgenote! Stank voor dank dus! Shittah recupereerde slechts moeizaam van deze belevenis en was de rest van de week in ziekteverlof. Pas drie dagen later lukte het hem voor het eerst wat eten binnen te houden! Toen daags nadien de Speknek van den Tiran de bewuste wc moest opkuisen, greep hij per ongeluk aan de onderkant van de wc-bril in Shittah's stoelgang van daags tevoren... weer een onschuldig slachtoffer! Om zulke excessen in de toekomst te vermijden voerde den Tiran daarop de verplichting in om op de eerste werkdag van het jaar verlof te nemen! Ondanks een wettelijk ziektebriefje werden daarenboven nog een aantal dagen verlof van de Shittah door den Tiran verbeurd verklaard! El Sympatico, Tuub, den Baron en den Boswachter werden gestraft en moesten de hele week op het kerkhof de klimop die tegen de muren was gegroeid met de steekschup afsteken, geen leuk werkje in het regenweer van dat moment!
Tuub zou Tuub niet zijn als hij over deze gebeurtenis geen nummer zou gecomponeerd hebben. Dit gebeurde dus ook en het nummer kwam er. Door omstandigheden echter kreeg de buitenwereld dit lied nooit te horen en raakte het in de vergetelheid. Pas onlangs bij het beluisteren van oude tapes stootte Tube op zijn compositie uit 1995. Om het deuntje voor verlies te behoeden heeft Tuub besloten het als bijlage aan deze mail te voegen. Het is een echte meezinger geworden, met een leuk verhaal en een aardige melodie. Tube bespeelt alle instrumenten (gitaar en accordeon)en zingt ook de diverse stemmen in het platmachelse dialect. Het liedje kreeg de toepasselijke titel "de Porto-Wals" een ode aan Shittah's kater! Geluid wel hard genoeg zetten, want de opname is reeds door de tand des tijds aangetast... Veel luisterplezier!
Uyt de annalen ende manuscripten der Noob'len Heer Tuub"
Het gebeurde aan de Groendienst tijdens de jaren '70. Toen werkte de Speknek zijn vader ook nog in de ploeg van Pie Lou. Speknek's vader was gekend onder de naam "den Bekker". Het was den Bekker zijn laatste jaar, weldra werd hij 65 jaar en kon hij met pensioen om zich dan helemaal te wijten aan zin hobby, het duivensjappen. Tijdens gesprekken met de collega's op het werk ging het in die dagen vaak over de kleurentelevisie, die toen nog maar enkele jaren in Vlaanderen verkrijgbaar was, en hoe schoon het wel was alles in kleur te kunnen bekijken!. Den Bekker, geen al te groot licht overigens, opperde dat hij zich ook wel graag een kleurentelevisie wou aanschaffen, doch vond het zonde om zijn zwart-wit tv daarvoor weg te doen daar deze nog veel te goed marcheerde! Toen zei Kardinaal Suenens: "Maar Bekker, ge moet u daarvoor toch gene kleurentelevisie aanschaffen, koopt u gewoon een kleurenantenne, daarmee kunt ge op uwe zwart-wit tv ook alle programma's in kleur bekijken, en ge zijt véél goedkoper af". Dat vond den Bekker een fantastisch idee, en hij vroeg onmiddelijk aan Suenens waar hij zich zulke antenne kon aanschaffen. Dat was in een grote winkel een eindje buiten Machelen, aldus Suenens. 's Zaterdaags reed de Speknek in zijn Fiatke, samen met den Bekker, die met geen auto kon rijden, naar de bewuste winkel. De twee stapten binnen, er was veel volk en ze moesten lang wachten. Ook achter de twee bleven de klanten binnenkomen. Maar het vooruitzicht dat ze vanavond al kleurenprogramma's zouden kunnen zien was hun het lange wachten wel waard. Toen ze uiteindelijk aan de beurt waren vroeg den Bekker aan de gerant hoeveel het kostte voor een kleurenantenne. De gerant proestte het uit van het lachen en ook de rest van het klienteel kreeg de slappe lach. Toen pas beseften den Bekker en de Speknek dat een kleurenantenne helemaal niet bestond! Wat waren ze er weer stomweg ingelopen! Ronduit voor schut gezet dropen den Bekker en zijne zoon zonder kleurenantenne terug af naar Machelen. Gedurende de hele terugweg werd "diene rotzak van ne Kardinaal" verwenst en vervloekt! Het spreekt dan ook voor zich dat het er op maandagmorgen in de refter bovenarms opzat tussen den Bekker en de Kardinaal! Gedurende zijn laatste maanden aan de Groendienst moest den Bekker nog vaak horen hoe hij was beetgenomen met zijn kleurenantenne.